Verordening gemeentegaranties De Bilt 2010

Geldend van 13-05-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening gemeentegaranties De Bilt 2010

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De raad van de gemeente De Bilt;

Gelet op de artikelen 87 tot en met 89 van het Verdrag Europese Gemeenschap, de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet, artikel 2 van de Wet Financiering Decentrale Overheden, artikel 4:21 en 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 7:850 tot en met 7:870 van het Burgerlijk Wetboek en het bepaalde in verordening regelende de algemene subsidiebepalingen en voorwaarden voor subsidies aan welzijnsinstellingen 2003, de subsidieverordening Stimulering Sociaal en Cultureel Leven De Bilt 2006 en de subsidieverordening Bijzondere Educatieve Activiteiten voor scholen De Bilt 2006;

overwegende dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van de publieke taak garanties voor geldleningen kunnen verstrekken;

overwegende dat het aanbeveling verdient voorwaarden te stellen aan het verstrekken van gemeentegaranties;

Besluit vast te stellen de navolgende :

Verordening gemeentegaranties 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Aanvraag: een verzoek als bedoeld in artikel 4:1 Algemene wet bestuursrecht aan het college om als gemeente borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichtingen die de instelling aan de geldverstrekker verschuldigd is;

  • b.

    aanvrager: de instelling die de gemeente verzoekt borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichtingen die de instelling uit hoofde van een geldleningovereenkomst aan de geldverstrekker verschuldigd is;

  • c.

    besluit: het besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht borg te staan tegenover een geldverstrekker;

  • d.

    borg staan: instaan jegens een geldverstrekker voor de aan een geldlening verbonden betalingsverplichtingen van een geldnemer voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee;

  • e.

    college: College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente De Bilt

  • f.

    garantie: een borgtocht waarbij de gemeente zich tegenover een geldverstrekker gedurende een bepaalde looptijd krachtens een overeenkomst verbindt tot nakoming van de aan een geldlening verbonden rente en aflossingsverplichtingen, voor zover de geldnemer in gebreke blijft hiermee;

  • g.

    geldnemer: de instelling aan wie de geldverstrekker een lening heeft verstrekt, ten behoeve waarvan de gemeente De Bilt een garantie heeft afgegeven;

  • h.

    geldverstrekker: een (financiële) instelling die aan de geldnemer een lening verstrekt;

  • i.

    waarborgfonds: een nationaal fonds dat onder meer borgstellingen verstrekt.

Artikel 2 Toepassingsbereik van de verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op het verlenen van een garantie door de gemeente voor de activiteiten die door instellingen worden verricht die een gemeentelijke publieke taak dienen.

  • 2.

    De garantie is een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, waarop deze wet van toepassing is voor zover daarvan in deze verordening niet wordt afgeweken.

  • 3.

    In beginsel wordt uitgegaan van de criteria opgenomen in de gemeentelijke subsidieregelingen.

  • 4.

    Deze verordening is slechts van toepassing op het verlenen van een garantie verbonden aan een geldlening waaromtrent niet is voorzien bij of krachtens de voorschriften van het Rijk of de provincie.

  • 5.

    Het garantiebedrag vermindert jaarlijks met een bedrag dat gelijk is aan het bedrag van aflossing, begrepen in de betaling van rente en aflossingen in het betreffende jaar.

  • 6.

    Deze verordening is niet van toepassing op bijstandverlening in de vorm van borgtocht als bedoeld in de artikelen 49 en 51 van de Wet werk en bijstand.

Artikel 3. De aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor de verstrekking van een garantie wordt schriftelijk bij het college ingediend.

  • 2.

    De aanvraag bevat, naast de in de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven gegevens, voor zover de aanvrager daarover redelijkerwijs de beschikking kan krijgen:

    • a.

      een ondertekende akkoordverklaring van de voorwaarden voor de geldnemer waaronder een garantstelling wordt verstrekt;

    • b.

      een besluit van het garantiefonds;

    • c.

      minimaal twee offertes van verschillende kredietverstrekkers;

    • d.

      inschrijvingsformulier van de Kamer van Koophandel;

    • e.

      goedgekeurde jaarrekeningen van de laatste drie jaren, indien van toepassing door een accountant gecontroleerd;

    • f.

      bankgegevens

    • g.

      saldo-overzichten van de laatste drie jaren;

    • h.

      liquiditeitoverzicht

    • i.

      begroting komende 4 jaren;

    • j.

      gegevens van overige leningen en aflossingsverplichtingen;

    • k.

      statuten;

    • l.

      taxatierapport;

    • m.

      toezeggingen van sponsors;

    • n.

      plannen en activiteiten.

  • 3.

    Het college is bevoegd andere gegevens te vragen die het noodzakelijk acht om op de aanvraag te kunnen besluiten.

Artikel 4 Beslissingsbevoegdheid

Het college beslist op een garantieaanvraag indien het bedrag waarvoor de gemeente borg staat niet groter is dan € 40.000,- (veertigduizend euro).

Indien het bedrag waarvoor de gemeente borg staat groter is dan dit bedrag

beslist het college niet op een garantieaanvraag dan nadat de raad in de

gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college

te brengen.

Artikel 5 Absolute weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht weigert het college de garantie indien:

  • a.

    de door middel van de garantie te financieren zaak of activiteit geen gemeentelijke publieke taak dient als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening;

  • b.

    de aanvrager aanspraak kan maken op een voorliggende voorziening, zoals een waarborgfonds;

  • c.

    de garantie niet noodzakelijk is of het niet het geëigende middel is voor het verkrijgen van een geldlening door de aanvrager;

  • d.

    de geldlening reeds aan de aanvrager is verstrekt voorafgaand aan de aanvraag op garantiestelling;

  • e.

    de aanvraag betrekking heeft op het verlenen van andere zekerheden door de gemeente dan die van de betaling van rente en aflossing van een geldlening voor zover de aanvrager in gebreke blijft;

  • f.

    er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de aanvrager in strijd met de wet, het algemeen belang of de openbare orde handelt of zal handelen;

  • g.

    de garantieverlening in strijd is met het (Europese) recht;

  • h.

    de aanvrager ook zonder de geldlening ten behoeve waarvan de garantie wordt verleend, over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden.

Artikel 6 Relatieve weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4:35 Algemene wet bestuursrecht kan het college de garantie weigeren als:

  • a.

    er geen sprake is van continuïteit in het voortbestaan van de aanvrager gedurende de looptijd van de garantie;

  • b.

    de doelstellingen die met de garantie worden nagestreefd, niet zullen worden bereikt, dit ter beoordeling van het college;

  • c.

    het risico voor de gemeente niet acceptabel is;

  • d.

    er geen sprake is van een ‘goed bestuur’ van de aanvrager, dit ter beoordeling van het college;

  • e.

    de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden en criteria voor garantieverlening die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld;

  • f.

    de liquiditeitspositie van aanvrager niet toereikend is om de rente en aflossing van de geldlening gedurende de looptijd van de garantie te voldoen;

  • g.

    de garantstelling anderszins niet past in het gemeentelijk beleid;

  • h.

    de aanvrager niet beschikt over de benodigde vergunningen om de activiteiten te verrichten of investeringen te plegen waarvoor de garantie wordt aangevraagd.

Artikel 7 Inhoud garantie

  • 1.

    In een garantie wordt geen afstand gedaan van de voorrechten die wettelijk aan een borg toekomen.

  • 2.

    In een garantie worden geen bedingen opgenomen die de aansprakelijkheid van de gemeente verhogen of uitbreiden boven of naast de aan de geldleningovereenkomst verbonden betaling van rente en aflossing.

  • 3.

    De garantie wordt verleend tegen de door de geldnemer ten behoeve van de gemeente te verstrekken (zakelijke) zekerheidsrechten.

  • 4.

    De looptijd van de garantie is gelijk aan de technische levensduur van de objecten die de gemeente tot zekerheid strekken voor de verleende garantie. De looptijd bedraagt maximaal 40 jaar.

  • 5.

    De aflossing van de lening vindt plaats op basis van de lineaire of annuitaire methode. Bij leningen die langer lopen dan 5 jaar is de rentevaste periode minimaal 5 jaar.

Artikel 8 Informatieplicht na garantieverstrekking

  • 1.

    De geldnemer en geldverstrekker verschaffen het college tijdig alle benodigde informatie die relevant is voor de garantieverlening en de risico-ontwikkeling van de garantie.

  • 2.

    De geldnemer dient jaarlijks, binnen zes maanden na het verstrijken van het boekjaar, de jaarrekening over het verstreken boekjaar bij het college in, bestaande uit de balans en de winst- en verliesrekening met toelichting en een goedkeurende accountantsverklaring.

  • 3.

    De geldnemer dient jaarlijks, tenminste dertien weken voor aanvang van het boekjaar, een gespecificeerde exploitatiebegroting voor het volgende boekjaar bij het college in.

  • 4.

    De geldverstrekker informeert het college jaarlijks, binnen zes maanden na het verstrijken van het boekjaar, of en in hoeverre de geldnemer zijn verplichtingen uit hoofde van de geldleningovereenkomst waarvoor de gemeente garant staat, is nagekomen.

  • 5.

    De geldnemer en geldverstrekker informeren het college in ieder geval zo spoedig mogelijk over:

  • a.

    het niet nakomen door de geldnemer van de aan de geldlening verbonden betalingsverplichtingen waarvoor de gemeente garant staat;

  • b.

    wezenlijke wijzigingen van de gegevens en bescheiden die bij de aanvraag om garantie zijn overgelegd;

  • c.

    een statutenwijziging van de geldnemer;

  • d.

    een fusie van de geldnemer;

  • e.

    ontbinding van de organisatie.

  • 6.

    Het college is bevoegd andere gegevens te vragen die van belang zijn om de risico-ontwikkeling die met de garantstelling samenhangt te kunnen beoordelen en andere termijnen te hanteren dan de termijnen die in de leden 2 en 3 zijn vermeld.

Artikel 9 Algemene verplichtingen van de geldnemer

1.De opbrengst van de lening moet worden bestemd voor het doel waarvoor

deze is aangegaan.

2.Voorafgaand aan het sluiten van de garantieovereenkomst dient de

mogelijkheid van het beding van voorafgaande uitwinning en

schuldsplitsing besproken te zijn.

  • 3.

    Zonder voorafgaande toestemming van de gemeente is het de geldnemer niet toegestaan om de onroerend zaak te vervreemden, te bezwaren, dan wel van bestemming te veranderen.

  • 4.

    De onroerend zaak moet voldoende verzekerd zijn voor herbouw of vervangingswaarde. De geldnemer dient hiervan (periodiek) een bewijs te verstrekken.

Artikel 10 Stellen voorschriften

  • 1.

    Het college kan aan de beschikking tot garantieverlening voorschriften verbinden betreffende:

  • a.

    de door de aanvrager aan de gemeente te bieden zekerheden voor verhaal van rente en aflossing van de te verlenen garantie;

  • b.

    de uitoefening van toezicht op gedragingen en handelingen van de aanvrager ter bescherming van de positie van de gemeente als borg;

  • c.

    de informatieverstrekking door de aanvrager aan de gemeente;

  • d.

    overige aangelegenheden die strekken ter bescherming van de belangen van de gemeente als borg.

Artikel 11 Intrekking of wijziging van de garantie

Een verleende garantie kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:49 Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of gewijzigd indien de overeenkomst van geldlening waarop de garantie betrekking heeft niet binnen zes maanden na verzending van het besluit tot garantieverlening tot stand komt.

Artikel 12 Aanwijzen toezichthouder

Het college is bevoegd een door hem aangewezen persoon te laten deelnemen aan de bestuursvergaderingen van de geldnemer, die daarvoor de volledige agenda van deze vergaderingen en de notulen van de gehouden vergaderingen ontvangt alsmede inzage wordt verleend in de te behandelen stukken, en de mogelijkheid heeft de risico-ontwikkeling voor de gemeente bij voorgenomen besluiten nader toe te lichten en hierover zonodig terstond het college te informeren.

Artikel 13 Hardheidsclausule

In het geval strikte toepassing van deze verordening gevolgen met zich meebrengt die onevenredig zijn in verhouding tot de met de regeling te dienen doelen, kan het college besluiten in afwijking van deze verordening. Besluiten tot het verlenen van garantie in afwijking van deze verordening worden door het college gemeld aan de gemeenteraad.

Artikel 14 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op garanties die reeds zijn verleend of zijn vastgesteld voordat deze verordening in werking treedt.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening gemeentegaranties De Bilt 2010’.