Regeling vervallen per 28-11-2014

Verordening op de raadscommissies 2013

Geldend van 01-11-2013 t/m 27-11-2014

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2013

De raad van de gemeente De Bilt;

overwegende dat

-sinds de inwerkingtreding van de ‘Verordening op de raadscommissies 2010’ de werkwijze van de gemeenteraad aan verandering onderhevig is geweest en dat deze werkwijze nog niet geformaliseerd is;

-de ‘Verordening op de raadscommissies 2010’ een aantal doublures met de Gemeentewet bevat;

-de ‘Verordening op de raadscommissies 2010’ een aantal onzorgvuldigheden bevat die gecorrigeerd dienen te worden.

gelet op

-het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende:

VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES 2013

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.lid: lid van een raadscommissie;

b.voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens

vervanger;

c.commissiesecretaris: secretaris van een raadscommissie die tevens

medewerker van de

griffie is;

d.griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

e.vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Hoofdstuk 2. Instelling, taken en samenstelling

Artikel 2. Instelling raadscommissies

1.De raad stelt de raadscommissies in.

2.De raad besluit na elke gemeenteraadsverkiezingen welke beleidsterreinen in een raadscommissie besproken worden.

3.Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de afzonderlijke raadscommissies besproken, tenzij de agendacommissie anders bepaalt.

4.Indien een gezamenlijke vergadering van raadscommissies wordt belegd, vervult de voorzitter van de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, de taken van de voorzitter.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

a.het uitbrengen van advies aan de raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerpen;

b.het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;

c.het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte mondeling of schriftelijke inlichtingen en informatie en het gevoerde bestuur ten aanzien van de in artikel 2, tweede lid, genoemde onderwerpen.

Artikel 4. Samenstelling

1.De leden van de raad zijn gedurende hun raadslidmaatschap lid van de

raadscommissies.

2.Elke fractie, die bij aanvang van de zitting van de raad is gevormd op grond van artikel 9, eerste lid van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, kan de raad voorstellen ten hoogste twee personen, die geen lid van de raad zijn, te benoemen tot lid van de raadscommissies. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn op deze personen van overeenkomstige toepassing.

3.De overeenkomstig het tweede lid tot lid van de raadscommissies benoemde personen kunnen door de raad, op voordracht van de fractie die hun benoeming heeft voorgesteld, worden ontslagen. Zij treden af op het ogenblik van het aftreden van de raad.

4.Van elke fractie mogen per onderwerp niet meer dan twee leden tegelijkertijd aan de vergadertafel plaats nemen, waarvan er maar één bij dat onderwerp het woord mag voeren.

Artikel 5. Voorzitter

1.De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden door de raad uit zijn midden

benoemd.

2.De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

3.De voorzitter is belast met:

a.het leiden van de vergadering;

b.het handhaven van de orde;

c.het doen naleven van deze verordening;

d.hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

4.De voorzitter en zijn plaatsvervanger kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

5.De raad kan de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter ontslaan.

Artikel 6. Griffier en commissiesecretaris

1.De griffier voorziet in ondersteuning van iedere raadscommissie door een

medewerker van de griffie.

2.De commissiesecretaris is in iedere vergadering aanwezig.

3.De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

Artikel 7. Aanwezigheid college, burgemeester en secretaris

De voorzitter kan de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

Hoofdstuk 4. Vergaderingen

Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

Artikel 8. Vergaderfrequentie

1.In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissie plaats op de

tweede donderdag van de maand.

2.De vergaderingen van de raadscommissies vinden vanaf 20:00 tot 23:00 uur

in het gemeentehuis plaats, tenzij de agendacommissie anders bepaald.

3.Een raadscommissie vergadert voorts indien de agendacommissie het nodig oordeelt of indien ten minste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

Artikel 9. Oproep en agenda

1.De voorzitter roept schriftelijk bij voorkeur veertien dagen maar ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden op onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

2.De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de leden digitaal beschikbaar gesteld.

3.In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden beschikbaar gesteld.

4.Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen, onderwerpen van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling wijzigen.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

Indien omtrent stukken op grond van artikel 86 eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden inzage.

Paragraaf 2. Orde der vergadering

Artikel 11. Presentielijst

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid de presentielijst. De presentielijst is in alfabetische volgorde. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de commissiesecretaris door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12. Spreekrecht burgers

1.Burgers hebben spreekrecht. Zij kunnen gezamenlijk gedurende maximaal

dertig minuten, tenzij de commissie daartoe anders beslist, het woord voeren in de commissievergadering over geagendeerde onderwerpen.

2.Het woord kan niet gevoerd worden over:

a.een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep

openstaat of heeft opengestaan;

b.benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

c.een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene

wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

3.Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit zo spoedig mogelijk maar in ieder geval vijf minuten voor de aanvang van de vergadering aan de commissiesecretaris. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

4.De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan

van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

5.De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

De voorzitter kan de deelnemers aan de commissievergadering toestaan aan

insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie

plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

6.De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

7.Over onderwerpen die niet op de agenda van de commissies staan, kan voorafgaand aan de commissievergaderingen tijdens het informeel contact gesproken worden.

Artikel 13. Besluitenlijst

1.De commissiesecretaris draagt zorg voor de besluitenlijst van de vergadering.

2.Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet

verzet, wordt de besluitenlijst van de vergadering, zo spoedig mogelijk na de vergadering, openbaar gemaakt door plaatsing op de gemeentelijke website.

4.De besluitenlijst bevat:

a.de namen van de voorzitter, de commissiesecretaris, de ter vergadering aanwezige leden, de wethouders en overige personen die het woord gevoerd hebben;

b.een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

c.het advies van de commissie aan de raad m.b.t. een onderwerp of voorstel

d.de toezeggingen

e.een overzicht van insprekers met, indien beschikbaar, als bijlage hun

inspreektekst.

5.De besluitenlijst wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris

ondertekend.

Artikel 14. Geluids- en beeldopname

1.De vergaderingen van de commissie worden digitaal in beeld en geluid

vastgelegd.

2.De beeld- en geluidopnames van een commissievergadering zijn digitaal via

de gemeentelijke website toegankelijk.

3.Het in het eerste en tweede lid vermelde is niet van toepassing op besloten

vergaderingen als bedoeld in de artikelen 22 van dit reglement.

4.Ingeval van technische calamiteiten dient de commissiesecretaris zorg te

dragen voor een schriftelijk verslag.

Artikel 15. Aantal spreektermijnen

1.De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste

twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2.Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

3.Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over

hetzelfde onderwerp of voorstel.

4.Bij de bepaling hoeveel maal een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 16. Spreektijd

1.Er is voor een vergadering van een raadscommissie geen spreektijdenregeling.

2.De voorzitter kan, in overleg met de agendacommissie, van de artikel 16, lid 1

afwijken.

Artikel 17. Voorstellen van orde

1.De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een

voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

2.Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

3.Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie terstond.

Artikel 18. Handhaving orde; schorsing

1.Een spreker wordt in zijn betoog niet gestoord, tenzij:

a.de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze

verordening te herinneren;

b.een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker

zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

2.Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

3.De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

4.De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen.

5.Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 19. Beraadslaging

1.De raadscommissie kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over

één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

2.Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen

1.De raadscommissie kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering

aanwezige leden, de wethouders, de burgemeester, de secretaris en de voorzitter deelnemen aan de beraadslaging.

2.Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het betreffende onderwerp of voorstel aanvang wordt genomen.

Artikel 21. Advies

1.Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is

toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

2.Nadat de beraadslaging is gesloten formuleert de voorzitter een advies aan de

raad.

3.In het advies worden de standpunten van alle aanwezige leden opgenomen.

Hoofdstuk 5. Besloten vergadering

Artikel 22. Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 23. Verslag

1.Het verslag van een besloten vergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

2.Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag. Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de commissiesecretaris ondertekend.

Artikel 24. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 22 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 25. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Hoofdstuk 6. Toehoorders en pers

Artikel 26. Toehoorders en pers

1.De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de

voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

2.Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze

verstoren van de orde is verboden.

3.De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 28. Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, van mobiele telefoons, andere communicatiemiddelen of andere technische middelen, zonder toestemming van de voorzitter, verboden voor zover dat gebruik inbreuk kan maken op de orde van de vergadering.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 29. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 30. Inwerkingtreding

1.Deze Verordening treedt in werking op 1 november 2013

2.Op dat tijdstip vervalt de Verordening op raadscommissies 2010 van de raad

van de gemeente De Bilt vastgesteld bij raadsbesluit van 18 februari 2010.