Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

De raad van de gemeente De Bilt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de navolgende

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LIJKBEZORGINGSRECHTEN 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    begraafplaatsen:

    • a.

      de gemeentelijke begraafplaats ‘Brandenburg’, gelegen aan de Eerste Brandenburgerweg te Bilthoven;

    • b.

      de gemeentelijk begraafplaats ‘Westbroek’, gelegen aan de Kerkdijk (achter de Nederlands Hervormde kerk) te Westbroek;

  • 2.

    particulier graf:

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • c.

      het doen verstrooien van as;

  • 3.

    algemeen graf:

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • 4.

    éénpersoonsgraf:

    een graf als bedoeld onder 2 of 3 van deze begripsomschrijvingen, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het begraven van één lijk, of het bijzetten van twee asbussen met of zonder urnen, of het verstrooien van de as van één overledene;

  • 5.

    tweepersoonsgraf:

    een eigen graf als bedoeld onder 2 of 3 van deze begripsomschrijvingen, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het begraven van twee lijken, of het bijzetten van vier asbussen met of zonder urnen, of het verstrooien van de as van twee overledenen;

  • 6.

    kindergraf:

    een algemeen graf als bedoeld onder 3 van deze begripsomschrijvingen dat specifiek bedoeld is voor het begraven van lijken van kinderen jonger dan de leeftijd van één jaar en dat een kleinere oppervlakte heeft;

  • 7.

    urnengraf:

    een graf, grafkelder (van circa 40 x 40 x 40 centimeter (lengte x breedte x hoogte)) daaronder begrepen, dat uitsluitend bedoeld is voor het bijzetten van asbussen met of zonder urnen en waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 8.

    urn:

    een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • 9.

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene;

  • 10.

    gedenkteken: een opstaande steen, een zerk, een monument, een kruis of een ander vergelijkbaar voorwerp dat bedoeld is om één of meerdere overledenen te gedenken;

  • 11.

    particuliere gedenkplaats:

    een plaats ingericht om overledenen te gedenken, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het gedenken van één of meerdere overledenen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met deze begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van de heffing

  • 1. De rechten worden geheven naar maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze opgenomen verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in onderdeel 6.7 van de tarieventabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in de onderdelen 6.3, 6.4, 6.5 en 6.6 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De overige rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in de onderdelen 6.3, 6.4, 6.5 en 6.6 van de tarieventabel, zijn verschuldigd met ingang van 1 januari van het jaar volgende op het jaar waarin de begraving of bijzetting of oprichting van de gedenkplaats of stichting van de grafkelder heeft plaatsgevonden.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat er geen aanspraak op ontheffing in dat jaar voor de rechten, als bedoeld in de onderdelen 6.3, 6.4, 6.5 en 6.6 van de tarieventabel.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing voor de overige rechten

Andere rechten dan die als bedoeld in het vorige artikel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Vrijstellingen

  • 1. Voor het begraven van doodgeboren kinderen of zuigelingen worden geen rechten geheven wanneer zij samen met de overleden moeder in één kist worden begraven.

  • 2. Rechten voor het opgraven of begraven van lijken of overblijfselen van lijken worden niet geheven indien dit opgraven of begraven plaatsvindt op rechterlijk bevel.

Artikel 10 Termijnen van betaling

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt alleen kwijtschelding verleend voor de rechten genoemd in de onderdelen 6.3, 6.4, 6.5 en 6.6 van de tarieventabel. Voor het afkopen van deze rechten, zoals genoemd in onderdeel 6.8 van de tarieventabel, wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

3 november 2016.

de griffier,
drs. T.B.W.M. van der Torre
de voorzitter,
mr. drs. G.A.A. Verkerk

Tarieventabel 2017, behorende bij de 'Verordening lijkbezorgingsrechten 2017'

raadsbesluit van 3 november 2016

tarief 2017

tarief 2016

1.

Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf of een gedenkplaats wordt geheven:

1.1.1

voor een periode van 20 jaar:

a.voor een tweepersoonsgraf

€ 2.042,00

 2.020,00

b.voor een éénpersoonsgraf

€ 2.042,00

 2.020,00

c.voor een gedenkplaats

€ 2.042,00

 2.020,00

1.1.2

voor onbepaalde tijd:

a.voor een tweepersoonsgraf

€ 10.211,00

 10.100,00

b.voor een éénpersoonsgraf

€ 10.211,00

€ 10.100,00

c.voor een gedenkplaats

€ 10.211,00

€ 10.100,00

1.1.3

Voor het verlengen van een uitsluitend recht op een particulier graf of een gedenkplaats wordt een bedrag geheven gelijk aan het bedrag van het uitsluitend recht voor 20 jaar, vermenigvuldigd met zoveel 20ste als de verlenging jaren telt met een minimum van 5 jaar en een maximum van 20 jaar.

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

1.2.1

urnengraf luxe (4 asbussen):

a.voor onbepaalde tijd

€ 5.106,00

  5.050,00

b.voor een periode van 20 jaar

€ 1.021,00

  1.010,00

c.voor een periode van 5 jaar

€ 255,00

 252,00

1.2.2

urnengraf standaard (4 asbussen):

a.voor een periode van 20 jaar

€ 561,00

  555,00

b.voor een periode van 5 jaar

€ 140,00

  138,50

1.2.3

urnengraf algemeen (2 asbussen):

a.voor een periode van 10 jaar

€ 140,00

  138,50

b.voor een periode van 5 jaar

€ 70,00

 69,30

1.2.4

Voor het verlengen van een uitsluitend recht op een urnengraf als bedoeld in 1.2.1 en 1.2.2 wordt een bedrag geheven gelijk aan het bedrag van het uitsluitend recht voor 20 jaar, vermenigvuldigd met zoveel 20ste als de verlenging jaren telt met een minimum van 5 jaar en een maximum van 20 jaar.

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt geheven:

1.3.1

voor een particuliere urnennis op een urnengraf luxe (4 asbussen) voor onbepaalde tijd

€ 1.660,00

  1.642,00

1.3.2

voor een urnennis in een muur (2 asbussen):

per jaar (inclusief onderhoud met een minimum van 5 jaar en een maximum van 20 jaar)

€ 80,00

  79,10

1.4

Voor het verlenen van een uitsluitend recht op een particulier graf, een urnengraf als bedoeld onder 1.2.1 en 1.2.2 of een eigen gedenkplaats dat/die wordt uitgegeven buiten de aangewezen volgorde van uitgifte wordt boven het verschuldigde bedrag extra geheven

€ 409,00

 405,00

2.

Algemene graven (uitsluitend op Brandenburg)

2.1

Voor het verlenen van gelegenheid tot begraven en begraven houden van één of meerdere lijken in een algemeen graf, niet zijnde een kindergraf, wordt per graf geheven:

2.1.1

voor een periode van 25 jaar:

a.voor een tweepersoons zandgraf per persoon

€ 1.021,00

€  1.010,00

b.voor een éénpersoons zandgraf

€ 2.042,00

€  2.020,00

2.1.2

voor een periode van 10 jaar:

a.voor een éénpersoons zandgraf

€ 1.021,00

  1.010,00

b.voor een tweepersoons keldergraf per persoon

€ 511,00

  505,00

2.1.3

Verlenging van de onder 2.1.1 en 2.1.2 genoemde huurperiode is alleen mogelijk voor graven die vóór 1995 uitgegeven zijn.

3.

Kindergraven (uitsluitend op Brandenburg)

3.1

Voor het verlenen van gelegenheid tot begraven en begraven houden van een lijk van een kind beneden de leeftijd van één jaar in een kindergraf wordt geheven:

3.1.1

voor de periode van 25 jaar

€ 489,00

  484,00

3.1.2

voor de periode van 10 jaar

€ 195,50

  193,50

4.

Begraven

4.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van één jaar of ouder wordt geheven

€ 927,00

€  917,00

4.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van één jaar wordt geheven

€ 464,00

  459,00

4.3

Voor het bijzetten in een algemeen keldergraf wordt geheven

€ 480,00

€  475,00

4.4

Voor het begraven op buitengewone uren worden de in 4.1, 4.2 en 4.3 genoemde tarieven verhoogd met:

a.maandag t/m donderdag na 15.00 uur

€ 136,50

  135,00

b.vrijdag na 14:00 uur

€ 136,50

  135,00

c.de gehele zaterdag

€ 382,00

  378,00

5.

Bijzetten van asbussen en urnen

5.1

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn op een particulier graf of op een luxe, standaard, algemeen urnengraf wordt geheven

€ 191,00

€  189,00

5.2

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier graf of in een luxe, standaard, algemeen urnengraf wordt geheven

€ 382,00

  378,00

5.3

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een urnennis

€ 164,00

€  162,00

6.

Grafbedekking en onderhoud

6.1

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van een grafkelder wordt, benevens de rechten die verschuldigd zijn krachtens hoofdstuk 1, 4 en 5 geheven

€ 337,00

  333,00

6.2

Voor het verkrijgen van de bevoegdheid tot het stichten van een gedenkteken op een graf of een gedenkplaats wordt per gedenkteken geheven

€ 114,00

€  113,00

6.3

Voor het schoonhouden door de gemeente van graven of gedenkplaatsen zonder gedenksteen of beplanting wordt per jaar geheven:

a.voor een eigen graf

€ 49,10

  48,60

b.voor een algemeen graf

€ 49,10

  48,60

c.voor een gedenkplaats

€ 49,10

  48,60

d.voor een kindergraf

€ 24,60

  24,30

6.4

Voor het schoonhouden door de gemeente van graven of gedenkplaatsen met gedenksteen of beplanting wordt per jaar geheven:

a.voor een eigen graf

€ 92,70

  91,70

b.voor een algemeen graf

€ 92,70

  91,70

c.voor een gedenkplaats

€ 92,70

  91,70

d.voor een kindergraf

€ 46,40

€  45,90

6.5

Voor het schoonhouden door de gemeente van een urnengraf wordt per jaar geheven:

a.voor een urnengraf luxe

€ 49,10

€  48,60

b.voor een urnengraf standaard

€ 24,60

  24,30

c.voor een urnengraf algemeen per 5 jaar

€ 61,40

  60,70

6.6

Voor het schoonhouden door de gemeente van een keldergraf (buitenwerks) wordt per jaar geheven:

a.voor een particuliere kelder

€ 92,70

  91,70

b.voor een algemeen keldergraf per inlage

€ 49,10

€  48,60

6.7

De rechten als bedoeld in de onderdelen 6.3, 6.4, 6.5 en 6.6 kunnen worden afgekocht door voldoening van het per jaar verschuldigde onderhoudsbedrag vermenigvuldigd met het aantal jaren waarvoor wordt afgekocht met een minimum van 5 jaar en een maximum van de geldende termijn. De maximum termijn bij een particulier graf voor onbepaalde tijd wordt gesteld op 50 jaar.

6.8

Voor het afhalen en wederom aanbrengen van een gedenkteken wordt geheven:

6.8.1

gedenkteken bestaande uit een verticaal geplaatste steen met liggende banden of liggend gedenkteken ter grootte van de grafruimte

€ 382,00

  378,00

6.8.2

gedenkteken anders dan bedoeld onder 6.8.1

€ 109,00

  108,00

6.9

Voor het openen en wederom sluiten van een grafkelder op een particulier graf per half uur of gedeelte daarvan wordt geheven

€ 81,80

€  80,90

7.

Inschrijven en overboeken van graven

7.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 42,00

  41,50

8.

Lichten, ruimen en verstrooien

8.1

Voor het opgraven van een lijk of overblijfselen van een lijk wordt geheven

€ 956,00

€  946,00

8.2

Voor het herbegraven, na opgraving, van een lijk of overblijfselen van een lijk in een ander graf op één van de twee in de gemeente De Bilt gelegen algemene begraafplaatsen wordt, benevens de rechten die verschuldigd zijn krachtens hoofdstuk 1, 2 of 3 van deze tabel, geheven:

8.2.1

voor het herbegraven van een lijk of overblijfselen van een lijk van een persoon van één jaar of ouder

€ 927,00

  917,00

8.2.2

voor het herbegraven van een lijk of overblijfselen van een lijk van een kind beneden de leeftijd van één jaar

€ 464,00

  459,00

8.3

Voor het lichten van een asbus of urn, inclusief het eventueel direct weer terugplaatsen van die asbus of urn in of op hetzelfde graf, wordt geheven

€ 382,00

€  378,00

8.4

Voor het weer terugplaatsen van een asbus of urn in of op hetzelfde graf, behoudens het geval waarin het terugplaatsen direct na het lichten van de asbus of urn plaatsvindt, wordt geheven

€ 382,00

 378,00

8.5

Voor het ruimen c.q. schudden van een graf op verzoek van de rechthebbende of belanghebbende wordt per in het graf begraven lijk of overblijfselen van een lijk of bijgezette asbus, met of zonder urn, geheven

€ 321,00

  318,00

8.6

Voor het verstrooien van as in of op een eigen graf wordt per asbus geheven

€ 92,70

€  91,70

9.

Overige heffingen

9.1

Voor het gebruik van de op Brandenburg aanwezige aula wordt geheven:

9.1.1

voor het eerste uur

€ 128,50

  127,00

9.1.2

voor elk volgend halfuur

€ 81,80

  80,90

9.1.3

voor het opruimen van de aula door de gemeente

€ 164,00

  162,00

9.1.4

Begeleiding dienst in aula zonder begrafenis op Brandenburg

€ 81,80

n.v.t.

9.2

Voor het aanbrengen van grafgroen of het gebruik van een kunststof groenraam wordt geheven:

9.2.1

voor het leveren en aanbrengen van grafgroen

€ 92,70

  91,70

9.2.2

voor het aanbrengen van aangeleverd grafgroen

€ 43,70

  43,20

9.2.3

voor het aanbrengen van een groenraam

€ 70,90

  70,10

9.3

Voor het luiden van de klok op de begraafplaats Westbroek wordt voor elk half uur of gedeelte daarvan geheven

€ 27,30

€  27,00

9.4

Voor het gebruik van geluidsinstallaties wordt geheven:

9.4.1

voor het opnemen en branden van een cd met geluidsopnamen van een dienst in de aula van begraafplaats Brandenburg

€ 21,80

  21,60

9.4.2

voor het gebruik van een geluidsinstallatie aan het graf

€ 16,10

  15,90

9.5

Voor het verlaat zijn van een begrafenis wordt per half uur of gedeelte daarvan geheven

€ 136,50

€  135,00

9.6

Voor een kunststof keldergraf voor 4 asbussen wordt geheven

€ 103,50

  102,50

9.7

Voor een betonnen lessenaar wordt geheven

€ 87,20

€  86,30

9.8

Voor een sluitplaat in een urnen-nis wordt geheven

€ 187,00

  185,00

9.9

Voor een kaarsenhouder of vaasje op de sluitplaat wordt geheven

€ 98,70

€  97,60

Alle in deze verordening opgenomen bedragen zijn exclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2016,

de griffier,

drs. T.B.W.M. van der Torre

de voorzitter,

mr. drs. G.A.A. Verkerk