Regeling vervallen per 01-01-2012

Algemeen delegatiebesluit De Bilt 2004

Geldend van 15-10-2004 t/m 31-12-2011

Intitulé

Algemeen delegatiebesluit De Bilt 2004

Algemeen delegatiebesluit De Bilt 2004

Algemeen Delegatiebesluit 2004

De raad van de gemeente De Bilt;

overwegende dat het noodzakelijk is in verband met de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur te voorzien in delegatie van een aantal bij de raad berustende bevoegdheden aan het college;

Overwegende dat het wenselijk is in verband met het wetsvoorstel Dualisering medebewindsbevoegdheden te voorzien in delegatie van aan de raad toebehorende bevoegdheden, opdat op de situatie bij inwerkingtreding van de wet kan worden vooruitgelopen.

gelezen het voorstel van het college d.d. 3 augustus 2004;

gelet op het bepaalde in artikel 156 Gemeentewet en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede het wetsvoorstel Dualisering medebewindsbevoegdheden;

b e s l u i t :

Vast te stellen het:

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit besluit en de daarbij behorende bijlagen I verstaat onder:

  • a.

    delegatie: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • c.

    volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • d.

    machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch, een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • e.

    Betrokken functionele commissie: de commissie bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet die de betreffende aangelegenheid in haar portefeuille heeft;

  • f.

    het presidium: het overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen en overige werkzaamheden van de gemeenteraad De Bilt (vastgesteld in de gemeenteraadsvergadering d.d. 25 maart 2002 en sedertdien gewijzigd) ingestelde presidium.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. Dit besluit is van toepassing op de uitoefening van de bevoegdheden genoemd in bijlage I van dit besluit, alsmede op toekomstige wijzigingen van die bijlage.

  • 2. De in bijlage I genoemde bevoegdheden worden hierbij overgedragen aan het college, een en ander onder de in dit besluit en in bijlage genoemde voorwaarden.

Artikel 3 Gevallen waarin delegatie niet is toegestaan

Behoudens de specifieke uitzonderingen en voorwaarden die in bijlage I zijn vermeld, worden de volgende bevoegdheden uitdrukkelijk aan de raad voorbehouden:

  • a.

    vaststelling van de kaders van het beleid, tenzij uit de redactie van bijlage I met betrekking tot een bepaalde bevoegdheid het tegendeel voortvloeit;

  • b.

    bevoegdheden tot regelgeving, tenzij in separate verordeningen is bepaald dat het college terzake nadere regels kan stellen;

  • c.

    besluitvorming omtrent politiek controversiële onderwerpen, zulks ter beoordeling van het college, de raad of de betrokken functionele commissie;

  • d.

    onderwerpen waaruit financiële consequenties voortvloeien die niet zijn voorzien in een (wijziging van de) begroting en waarvoor door de raad geen krediet is gevoteerd.

Artikel 4 Informatieplicht

  • 1. Het college doet van alle krachtens dit besluit genomen besluiten en verrichte handelingen, via de lijst van ingekomen stukken of op een andere geschikte wijze, mededeling aan de raad in zijn eerstvolgende vergadering c.q. zo spoedig mogelijk daarna.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan het college ten aanzien van de volgende bevoegdheden volstaan met een jaarlijkse rapportage aan de raad over de wijze waarop van die bevoegdheden gebruik is gemaakt: B.2, C.1, D, F.1 t/m F.8.

  • 3. Buiten de in het eerste en tweede lid neergelegde informatieplicht verschafft het college op verzoek van de raad inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden.

  • 4. Verzuim van de in de vorige leden bedoelde informatieplichten heeft niet tot gevolg dat het besluit onbevoegd is genomen c.q. de handeling onbevoegd is verricht.

Artikel 5 Mandaat van krachtens delegatie verkregen bevoegdheden

  • 1. Het college kan krachtens delegatie verkregen bevoegdheden uitsluitend opdragen aan de portefeuillehouder of aan een ambtenaar, indien en nadat de raad daarvoor toestemming heeft verleend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toestemming wordt hierbij verleend voor de bevoegdheden genoemd in bijlage I onder: B.2, F.2 t/m F.5 en F.7.

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op ondermandaat van bevoegdheden die het college krachtens mandaat van de raad heeft verkregen.

Artikel 6 Intrekking Algemeen delegatiebesluit 2001

Het algemeen delegatiebesluit De Bilt 2001, vastgesteld door de gemeenteraad van De Bilt in zijn vergadering van 2 januari 2001, wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 7 Inwerkingtreding

1.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2004.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als "Algemeen delegatiebesluit De Bilt 2004."

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente De Bilt in zijn openbare vergadering van 30 september 2004.

De griffier, De voorzitter,

mr O. Pol mr A. Tchernoff

Bijlage I.

Overzicht delegatiebesluiten (behoort bij raadsbesluit d.d. 30 september 2004)

Nr.

Onderwerp:

Voorwaarde:

A

Deelnemingen

A.1

Het goedkeuren c.q. kenbaar maken van bezwaren tegen de jaarrekening van gemeenschappelijke regelingen

De onder A1 en A2 bedoelde bevoegdheden worden aan de raad voorbehouden voor zover het gaat om begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen van het Bestuur Regio Utrecht.

A.2

Het doen blijken van gevoelens als bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt.

Voor de onder A1 t/m A3 bedoelde bevoegdheden geldt dat goedkeuring van de (ontwerp)begroting, begrotingswijziging of jaarrekening uitsluitend mag worden verleend, indien dit niet leidt tot financiële consequenties die niet bij de gemeentebegroting of een begrotingswijziging zijn voorzien.

A.3

Het goedkeuren c.q. kenbaar maken van bezwaren tegen (ontwerp)begrotingen, begrotingswijzigingen en jaarrekeningen van verenigingen, stichtingen en vennootschappen, waarin de gemeente participeert of anderszins een belang heeft.

Alvorens bezwaar te maken tegen een

(ontwerp)begroting, begrotingswijziging of jaarrekening, bedoeld onder A1, A2 of A3, wordt de betrokken functionele commissie gehoord. Indien de termijn waarbinnen moet worden gereageerd dit niet toelaat, is het college bevoegd om zelfstandig een reactie te geven. De functionele commissie wordt daarover in haar eerstvolgende vergadering geïnformeerd.

B

Aansprakelijkheid en verzekering

B.1

Het beslissen op verzoeken om zelfstandige schadebesluiten, voor zover de bevoegdheid daartoe bij de raad berust

Tot een maximum van € 5.000,-

B.2

Het afwikkelen van schadegevallen beneden het eigen risico van de gemeentelijke aansprakelijkheidspolis.

C

Ruimtelijke Ordening

C.1

Het in handen stellen van verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan een schadebeoordelingscommissie of expert.

D

Volkshuisvesting

Mits positief advies betrokken functionele commissie.

D.1

Verdeelbesluit op basis van het Besluit woninggebonden Subsidies

E

Verkeer/infrastructuur/ straatnaamgeving

Mits positief advies betrokken functionele commissie.

E.1

Het nemen van (verkeers-)besluiten als bedoeld in artikel 15 en 18, eerste lid onder d, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12, 34 en 37 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

E.2

Het verlenen van ontheffing van het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 , als bedoeld in artikel 149, eerste lid onder d, van genoemde wet.

E.3

Het verstrekken van invalidenparkeerkaarten, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

E.4

Het verlenen van ontheffing van diverse verkeersregels of van de wijze van gebruik van de weg, als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

E.5

Het verlenen van ontheffing van de eisen waaraan voertuigen moeten voldoen, als bedoeld in artikel 7.1 van het voertuigreglement.

E.6

Uitvoering van door de raad vastgestelde verkeersstructuurplannen.

E.7

Verkeerskundige aanpassingen van ondergeschikte aard in het kader van verkeersveiligheid en te nemen verkeersmaatregelen.

E.8

Het vaststellen van de namen van straten, paden, pleinen e.d.

F

Milieubeheer

Na positief advies van de betrokken functionele commissie.

Bij het nemen van raadsbesluiten, waarvoor een milieueffectrapportage moet worden gemaakt:

F.1

Uitvoeringshandelingen Milieueffectrapportage, zoals omschreven in de Wet Milieubeheer:

§ 7.2 M.E.R.-plichtig besluit

§ 7.5 Voorbereiding M.E.R.

§ 7.6 Beoordeling M.E.R.

§ 7.9 Evaluatie

F.2

Het treffen van geluidwerende voorzieningen bij woningen waar de geluidsnormen door industrie- en/of wegverkeerslawaai worden overschreden

(Wet Geluidhinder art. 111 & 112)

De raad stelt de richtlijnen voor het M.E.R. vast (artikel 7.15).

De raad beslist over het al dan niet nemen van het M.E.R.-plichtige besluit met inachtneming van artikel 7.27, 7.28, 7.35, 7.36 en 7.37.

De raad beslist, op basis van het voorgeschreven evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de ondernomen activiteit, over eventueel te treffen maatregelen (art 7.42)