Marktverordening De Bilt 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Marktverordening De Bilt 2007

De raad van de gemeente De Bilt;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2006;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

MARKTVERORDENING DE BILT 2007

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 BegripsomschrijvingenIn deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    marktterrein:het gebied zoals aangegeven op de situatietekening behorende bij het instellingsbesluit warenmarkt;

c.standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

d.vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

e.dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

f.standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

g.standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

h.vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

i.wacht-/meeloperslijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

j.anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

k.branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep, te onderscheiden in de food- en de non-foodsector;

l.marktcommissie: een door burgemeester en wethouders ingestelde commissie van advies, die tot taak heeft het college te adviseren over marktaangelegenheden;

m.marktmeester: de persoon, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

n.het college: het college van burgemeester en wethouders;

o.voertuig: elk object dat ten doel heeft om over enige afstand een of meer personen of goederen te vervoeren;

p.eigen materiaal: verzamelnaam voor een mobiele verkoopwagen, zoals een mobiele verkooptoonbank, mobiele kraam (markavan, instantkraam, marktparasol etc.) of daarmee vergelijkbare verkoopinrichting waaruit de vergunninghouder zijn waar verkoopt;

q.levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

1.De marktdag vindt plaats tussen 09.00 uur en 15.00 uur, tenzij het college op grond van dringende redenen een andere tijd vaststelt.

2.Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

a.op een andere dag;

b.op een andere tijd;

c.op een andere plaats.

3.Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, of dat de markt wordt afgelast, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 3 Inrichting van de markt; branche-indeling

1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

a.het aantal standplaatsen;

b.de afmetingen van de standplaatsen;

c.de opstelling en indeling van de markt;

d.welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkerplaats;

e.welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

f.welke gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van eigen materiaal (verkoopwagens etc.);

g.het maximum aantal plaatsen dat mag worden ingenomen met eigen materiaal, waarbij een onderverdeling wordt gemaakt in standplaatsen voor de verkoop van aan bederf en niet aan bederf onderhevige waren.

2.Het college kan voor de markt vaststellen:

a.een lijst met artikelengroepen of branches;

b.een maximum aantal standplaatsen per branche;

c.een maximum aantal te plaatsen verkoopwagens etc.

2.Artikel 4 Nadere regels

2.Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

2.Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente, in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene, aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

2.Paragraaf 2.Vergunningen

2.Artikel 6 Standplaatsvergunning

2.Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

2.Artikel 7 Toewijzing standplaatsen

2.Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

2.Artikel 8 Vereisten/weigeringsgronden

  • 1.

    Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie en een legale verblijfsstatus heeft.

  • 2.

    De vergunning wordt geweigerd wanneer bij de aanvraag van de vergunning blijkt dat sprake is van niet-naleving van het bepaalde in deze verordening.

2.Artikel 9 Inhoud vaste standplaatsvergunning

2. 1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in elk geval:

a.de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

b.een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

c.deverkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

d.de artikelendie de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

e.de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

f.of en welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

g.of en welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2.Aan de vaste vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

Artikel 10 Inschrijving op de anciënniteitlijst

  • 1. Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden door het college ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

  • 2. De anciënniteit van een kind of werknemer van de vergunninghouder die de wens te kennen geeft later de standplaats van de vergunninghouder over te nemen, vangt aan op het tijdstip dat het kind of de werknemer zich heeft laten inschrijven op de wacht-/meeloperslijst en vanaf dat tijdstip ook daadwerkelijk wekelijks meewerkt op de markt op de standplaats van de vergunninghouder.

Artikel 11 Inschrijving op de wacht-/meeloperslijstlijst

    • 1.Het college schrijft de aanvrager in op de wacht-/meeloperslijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 8, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wacht-/meeloperslijst wil worden geplaatst.

      2.Het college vermeldt bij de inschrijving in elk geval:

    • a.

      de naam en de voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

      c.de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen.

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

      • 3.

        Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de gecombineerde wacht-/meeloperslijst.

      • 4.

        Op de positie en toewijzing aan een branche op de wachtlijst zijn de indeling en volgorde op basis van de door het college vastgestelde brancheringslijst van toepassing.

Artikel 12 Doorhalen van inschrijving op de wacht-/meeloperslijst

De inschrijving op de wacht-/meeloperslijst wordt doorgehaald:

a.op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

b.bij overlijden van de ingeschrevene;

c.indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft en een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in artikel 20 van toepassing is;

d.wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste standplaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

e.indien niet meer aan de vereisten van artikel 8 wordt voldaan.

Artikel 13 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:

a.de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

b.degene die zich op de wacht-/meeloperslijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst, met dien verstande dat aan een branche die nog niet op de markt vertegenwoordigd is voorrang wordt verleend, tenzij de beschikbaar gekomen vaste standplaats een branche betreft, die door het beschikbaar komen dreigt uit te sterven.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

1.Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2.De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wacht-/meeloperslijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 9.00 uur aanmelden bij de marktmeester, met dien verstande dat aan een branche die nog niet op de markt vertegenwoordigd is, voorrang wordt verleend.

Artikel 15 Toewijzing standwerkersplaats

1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

2.Het is een ingeschrevene op de wacht-/meeloperslijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

3.Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

4.Een gegadigde met een artikel dat reeds op de markt is vertegenwoordigd, mag niet met een zelfde artikelsoort op de markt hebben gewerkt in de aan de markt voorafgaande periode van vier weken.

Artikel 16 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

1.In geval van beëindiging van het bedrijf, overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de (achterblijvende) echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner dan wel de aangewezen opvolger van de vergunninghouder, onverminderd het bepaalde in artikel 10.

2.Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder de vergunning voor de vaste standplaats krijgen indien hij ten minste drie jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt op de markt in Bilthoven en zich heeft laten inschrijven op de wacht-/meeloperslijst.

3.Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na de beëindiging van het bedrijf, het overlijden van de vergunninghouder of nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

4.Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

4.Artikel 17 Intrekken vergunning

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 16 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vergunning intrekken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3.

    Indien degene, op wie een vergunning ingevolge artikel 16 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

4.Paragraaf 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

4.Artikel 18 Persoonlijk innemen standplaats

1.De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

2.De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

3.Het is de vergunninghouder verboden zich, behoudens toestemming van de marktmeester, langer dan zestig minuten van zijn standplaats te verwijderen. Gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten.

4.De vergunninghouder en degene die hem bijstaat mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.

Artikel 19 Aantal keren innemen vaste standplaats

De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 20 en 21.

Artikel 20 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

1.De vergunninghouder van een vaste standplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

2.De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

2.Artikel 21 Ontheffing en vervanging

1.In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste standplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de standplaats op de markt in te nemen.

Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 22 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover het college te kunnen legitimeren door middel van een identiteitsbewijs, geldig op grond van de Wet op de Identificatieplicht. Hij moet dit identiteitsbewijs op de eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen marktmeester tonen.

Artikel 23 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

1.Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

Het is verboden voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, tijdens de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die welke door de marktmeester is aangewezen.

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

Indien de vergunninghouder zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 09.00 uur heeft ingeno-men, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, voor hem beschikbaar houdt.

Paragraaf 4 Overige maatregelen van orde

Artikel 24 Verzorging standplaats

De vergunninghouder is verplicht:

  • a.

    er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van de marktmeester, steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen;

  • c.

    van transparante zijzeilen gebruik te maken;

  • d.

    bij hoek- en kopkramen gebruik te maken van transparante achterzeilen.

Artikel 25 Verlichting en elektrische energie

  • 1. Het is de standplaatshouder verboden op zijn standplaats:

  • a. gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b. elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om hierin zelf te voorzien.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen.

Artikel 26 Afval

  • 1. De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend om op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, plaatst aan de voorzijde van de marktkraam, verkoopwagen of markavan twee afvalbakken of afvalkorven en ledigt deze wanneer zij vol zijn.

  • 2. De vergunninghouder zamelt tijdens de markt op en rondom zijn standplaats zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke zelf in.

  • 3. De vergunninghouder levert, alvorens het marktterrein te verlaten zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan, schoon op en neemt het afval mee. Hij overhandigt het college desgevraagd een kopie van het contract en/ of afvalstroomnummer van de afvalinzamelaar of afvalverwerker.

Artikel 27 Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is verboden.

Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden.

Artikel 28 Koken, bakken en verwarmen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden elektrische verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder het stellen van voorwaarden.

Artikel 29 Geur

  • 1. Bij gebruik van verwarmingstoestellen, bak -en kookinstallaties worden de bij de bereiding van voedingsmiddelen vrijkomende wasem, bakdampen en rook, zonder zich binnen de standplaats te kunnen verspreiden, naar de buitenlucht afgezogen door een gasdicht uitgevoerde afvoerleiding en afgevoerd door een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter, dan wel een doelmatige ontgeuringsinstallatie.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien naar het oordeel van het college geen geurhinder wordt ondervonden dan wel indien de afvoerleiding naar het oordeel van het college zodanig is gesitueerd dat een afdoende verspreiding van de wasem, bakdampen of rook in de buitenlucht is gewaarborgd en geurhinder wordt voorkomen.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing indien voor de bereiding van voedingsmiddelen in de standplaats een elektrische frituurpan aanwezig is met een inhoud van niet meer dan 4 liter of een kookketel met een inhoud van niet meer dan 25 liter.

Paragraaf 5. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 30 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college kan een vaste standplaatsvergunning of ontheffing intrekken, indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 8 genoemde vereisten.

  • 2.

    Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 16 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Artikel 32 Schorsing

1.Onverminderd artikel 229 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

a.het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b.van de plaats gebruik maakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

c.zich in relatie tot de uitoefening van het bedrijf schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

d.niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet;

e.nalatig blijft de betaling van de geleverde elektra te voldoen;

f.ter verkrijging en behoud van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt;

g.op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan vergunning is vereist;

h.meer dan eens de regelgeving die betrekking heeft op de te verkopen producten overtreedt.

Artikel 33 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Artikel 33 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten resp. voor ten hoogste vier marktdagen en drie maanden, indien deze:

a.het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

b.zich in relatie tot de uitoefening van het bedrijf schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c.niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

d.niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 34 Onmiddellijke verwijdering

Artikel 34 Onmiddellijke verwijdering Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

a.het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

b.zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

c.niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

Artikel 35 Toezichthouders

Artikel 35 Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 36 Hardheidsclausule

Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken indien onverkorte toepassing hiervan leidt tot apert onbillijke en niet beoogde uitkomsten.

Artikel 37 Overgangsbepalingen

1.Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening gemeente De Bilt 2003 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

2.De bestaande anciënniteits- en wacht-/meeloperslijsten worden gelijkgesteld met de anciënniteits- en wachtlijsten in de zin van deze verordening.

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente De Bilt 2003 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening kan niet meer worden ingeschreven op de wachtlijst.

Degene die staat ingeschreven op de wachtlijst op het moment dat deze verordening in werking treedt behoudt het recht om kosteloos en zonder jaarlijkse inschrijving op de wachtlijst te blijven staan (bevriezing wachtlijst).

Artikel 38 Intrekking oude regeling

De Marktverordening gemeente De Bilt 2003, vastgesteld op 17 december 2002, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 39 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007. Artikel 40 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening De Bilt 2007.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 30 november 2006.

de voorzitter, de griffier,

Mr. A. Tchernoff Mr. Drs. J.L. van Berkel

Toelichting Marktverordening De Bilt 2007

Algemeen

De Marktverordening geeft de marktregels in algemene zin weer. Deze toelichting gaat daar op sommige onderdelen gedetailleerder in. Met andere woorden: de hoofdlijnen van het in de Marktverordening vastgestelde beleid worden in deze toelichting nader uitgewerkt.

Artikelgewijze toelichting

Verzoeken van ambulante handelaren die niet schriftelijk aan het gemeentebestuur kenbaar zijn gemaakt, worden niet in behandeling genomen.

Vanwege de rechtszekerheid voor de ambulante handelaren is het noodzakelijk dat zij schriftelijk een verzoek indienen; hierdoor kan het marktbeheer een behoorlijke administratie voeren.

Waar de tekst in de Marktverordening 2007 duidelijk is en geen toelichting behoeft, is geen nadere verklaring opgenomen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Het onder n. genoemde college van burgemeester en wethouders kan als bestuursorgaan besluiten nemen in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Tegen deze besluiten kan in beginsel bezwaar en vervolgens beroep worden ingesteld overeenkomstig de procedureregels van de AWB.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

Het aantal standplaatsen, de opstelling en de indeling van de markt zijn aangegeven op de bij deze toelichting gevoegde indelingsplattegrond van het marktterrein.

De afmeting van de standplaats is bepaald op 4 meter of een veelvoud hiervan. Het merendeel bestaat uit standplaatsen met een afmeting van 8 meter frontbreedte. Enkele plaatsen hebben vanuit het verleden grotere afmetingen dan 12 meter.

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

In het belang van de orde op de markt kan het college de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Het is verboden artikelen, die krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

De handel in onderstaande artikelen is in elk geval verboden:

  • -

    levende have;

  • -

    voertuigen;

  • -

    luchtdrukwapens of imitaties daarvan;

  • -

    pornografische voorwerpen en/of –tijdschriften;

  • -

    tweedehands kleding, behalve wanneer dit als zodanig duidelijk zichtbaar is aangegeven.

Bij twijfel bestaat de mogelijkheid e.e.a. voor te leggen aan een onafhankelijke instantie, welk advies bindend zal zijn.

Artikel 6 Standplaatsvergunning

De vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.

De vergunninghouder dient:

  • -

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • -

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d. in te zamelen;

  • -

    voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten.

Het is de vergunninghouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

  • -

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • -

    elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien;

  • -

    verwarmingstoestellen en/of kook- en bakinstallaties te gebruiken;

Het college kan ontheffing verlenen van deze verboden onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 8 Vereisten/weigeringsgronden

De genoemde publiekrechtelijke verplichtingen zijn de inschrijving in het Handelsregister en de registratiekaart van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel en Ambacht.

Indien de aanvrager niet voldoet aan deze eisen is dit een reden om de vergunning te weigeren of in te trekken.

Alleen natuurlijke personen worden tot de markt toegelaten. Het is niet mogelijk de vergunning op naam van een rechtspersoon te stellen.

Artikel 9 Inhoud standplaatsvergunning

Om aan de houders van een vaste standplaats de nodige rechtszekerheid te verschaffen is het gewenst om hen een vergunning voor die plaats te verstrekken waaruit blijkt dat zij die plaats rechtsgeldig bezetten. Onder een duidelijke omschrijving wordt bij voorkeur gedacht aan een indelingsplattegrond, waarop de afmetingen van de plaatsen en de nummering zijn aangegeven.

Artikel 10 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Aan de hand van de opgestelde anciënniteitlijst krijgen de reeds gevestigde vergunninghouders een bepaalde status toebedeeld. De hoogte van deze status wordt bepaald door de periode van het hebben van een vergunning voor een vaste plaats.

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst.

Artikel 11 Inschrijving op de wacht-/meeloperslijst

Met ingang van de inwerkingtreding van de Marktverordening De Bilt 2007 wordt de wachtlijst afgeschaft. In de plaats hiervan komt een gecombineerde wacht-/meeloperslijst.

Vanwege het afschaffen van de wachtlijst behouden degenen die staan ingeschreven het recht om kosteloos op die lijst te blijven staan. Indien een plaats in de desbetreffende branche vrijkomt krijgen zij als eerste gegadigde de gelegenheid standplaats in te nemen. De datum van inschrijving op de wachtlijst is hierbij bepalend.

Meelopers in de non-food sector dienen zich minimaal eens per drie weken te melden voor het verkrijgen van een dagplaats. Indien standplaatsen beschikbaar zijn, dienen zij deze dan ook daadwerkelijk in te nemen.

Meelopers in de food-sector dienen zich eveneens te houden aan de meldingsplicht zoals hiervoor beschreven, maar zijn niet verplicht om een dagplaats in te nemen. Als reden hiervoor geldt dat zij in de regel met bederfelijke waren naar de markt komen.

Artikel 12 Doorhalen van inschrijving op wacht-/meeloperslijst

Op basis van de nieuwe wacht-/meeloperslijst worden gegadigden voor een dagplaats in volgorde van datum van aanmelding ingeschreven. Voldoet men niet aan de meldingsplicht ingevolge artikel 11 dan wordt de naam doorgehaald op de hierboven genoemde lijst.

Artikel 13 Volgorde toewijzing vaste standplaatsen

In eerste aanleg krijgen de vergunninghouders van een vaste standplaats de gelegenheid om een betere standplaats te kiezen. De plaats op de anciënniteitlijst is bepalend voor de volgorde van kiezen. Na hen krijgen de ingeschrevenen op de (inmiddels) afgeschafte wachtlijst de gelegenheid een keuze te doen uit de dan beschikbare plaatsen. De volgorde van inschrijving op de wachtlijst is dan bepalend. Vervolgens worden de dan nog resterende plaatsen aan de meelopers aangeboden. Hierbij wordt rekening gehouden met de vastgestelde branchering met aantallen.

Artikel 14 Toewijzing dagplaats

Een meeloper kan een opengevallen plaats innemen van een vaste standplaatshouder of een vrijgekomen open plaats. De toewijzing van dagplaatsen aan meelopers geschiedt volgens het vastgestelde branchepatroon. Gestreefd wordt naar plaatsing van meelopers met branche-vreemde artikelen, die nog niet op de markt vertegenwoordigd zijn.

Artikel 15 Toewijzing standwerkersplaats

Voor deze categorie ambulante handelaren zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

  • -

    de toewijzing van deze plaatsen geschiedt door de marktmeester;

  • -

    er worden in de food-sector geen standwerkersplaatsen uitgegeven;

  • -

    een gegadigde met een artikel dat reeds op de markt is vertegenwoordigd, mag niet met eenzelfde artikel hebben gewerkt in een voorafgaande periode van vier weken;

De standwerkersplaats heeft een oppervlakte van maximaal 10m2 en een maximale frontbreedte van 5m1, waarvan maximaal 3m1 gebruikt mag worden als verkoopruimte c.q. uitstalling.

Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.

Artikel 16 Overschrijving vaste standplaatsvergunning

Komt een vergunninghouder te overlijden, bereikt hij de pensioengerechtigde leeftijd of wordt hij blijvend arbeidsongeschikt, dan is het uit sociale overwegingen rechtvaardig dat zijn vergunning voor een vaste plaats overgeschreven kan worden op (achterblijvende) echtgenoot, geregistreerde partner of een andere (achterblijvende) persoon (kind) of medewerker.

De echtgenoot en de daarmee gelijkgestelde partner, kind of medewerker hebben het recht op de vaste plaats van de vergunninghouder.

Artikel 18 Persoonlijk innemen standplaats

De vergunninghouder is verplicht zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Aangezien in artikel 8 is bepaald dat de vergunninghouder een natuurlijk persoon moet zijn, betekent dit dat de standplaats niet door bijv. een medevennoot van de vergunninghouder kan worden ingenomen.

Artikel 19 Aantal keren innemen vaste standplaats

Deze plicht is noodzakelijk om de continuïteit van de bezetting te waarborgen. De plicht om de standplaats het minimum aantal keren in te nemen geldt uiteraard alleen voor de vaste standplaatshouders en niet voor dagplaatshouders of standwerkers.

Artikel 20 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

Hierin zijn uitzonderingen opgenomen op het uitgangspunt dat de vergunninghouder zelf op de standplaats aanwezig moet zijn. Het is wel noodzakelijk dat het college (marktmeester) van elke verhindering tot marktbezoek zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gebracht. Het college kan bepalen dat kortstondige afwezigheid zonder mededeling of ontheffing is toegestaan. Dit is van belang bij veilingbezoek, vergaderingen of andere bedrijfs- en sociale verplichtingen.

Bij langdurige ziekte kan het college de vergunninghouder aanbieden om zich door de GGD te laten onderzoeken om de ziekte aan te tonen. De toestemming wordt aan een maximum van twee jaar gebonden voor wat betreft ziekte. Indien de ziekte langer duurt dan twee jaar is veelal sprake van blijvende arbeidsongeschiktheid.

Artikel 21 Ontheffing en vervanging

Het college kan de vergunninghouder van een vaste plaats toestaan zich op zijn plaats te vervangen. En maximum termijn voor vakantie van zes weken per jaar wordt aangehouden. Het college kan als voorwaarde bij (langdurige) vervanging stellen dat de vervanger aan de vereisten van artikel 8 voldoet.

Artikel 22 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Omdat het voorkomt dat de consument behoefte heeft bij wie zij hun producten hebben gekocht mag de marktmeester bij klachten de desbetreffende naam en bedrijfsnaam verstrekken.

Artikel 23 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het terrein tijdens de uren dat de markt plaatsvindt vrij te maken voor alle verkeer, behalve voetgangers, heeft het college een afzonderlijk verkeersbesluit genomen. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang op kosten van de eigenaars worden verwijderd. Om duidelijk te maken dat het terrein beschikbaar moet zijn voor de markt zijn verkeersborden geplaatst met de aanduiding van de uren waarvoor het verbod geldt.

Het derde lid maakt duidelijk dat in het belang van de orde op de markt, de vergunninghouder niet kan worden toegestaan om de markt op een willekeurig, voor sluitingstijd gelegen, moment te verlaten. Het vierde lid maakt het mogelijk dat over een vaste plaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste plaats voor 09.00 uur ingenomen moet zijn. Indien de vergunninghouder bekend gemaakt heeft aan de marktmeester dat hij later op de markt zal verschijnen, dan zal de plaats uiteraard open blijven.

Artikel 24/29 Overige maatregelen van orde

Deze hebben het karakter van een huishoudelijk reglement.

Artikel 30 Strafbepaling

Hierbij geldt dat van een overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze marktverordening opgenomen bepalingen alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat betreft de marktkooplieden, een administratieve afhandeling de voorkeur.

Artikel 31

Intrekking vaste standplaatsvergunning

Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de standplaatsvergunning in te trekken. In elk geval wordt bij een geconstateerde overtreding een rapportage opgemaakt, op basis waarvan al dan niet de administratieve procedure tot het treffen van een sanctie zal worden ingezet. In de rapportage worden in elk geval vastgelegd de aard van de overtreding, het tijdstip van constatering, het vastleggen van de gegeven waarschuwing(en) of aanwijzingen alsmede de aanzegging van het rapport.

Het betreft in hoofdzaak de volgende overtredingen:

  • -

    niet schoonhouden en vuil achterlaten van de standplaats;

  • -

    niet opvolgen aanwijzingen dienstdoend marktbeheer;

  • -

    niet innemen toegewezen standplaats/standwerkersplaats;

  • -

    te vroeg inpakken van waren of goederen;

  • -

    te vroeg verlaten standplaats;

  • -

    overtreden van de beleidsregels terzake het looppadenbeleid;

  • -

    beledigingen jegens dienstdoend marktbeheer.

    Artikel 32 Schorsing

    In algemene zin zal m.b.t. de maat van de sanctie ingeval er sprake is van een “first offence” een voorwaardelijke schorsing voor de duur van 1 marktdag (= officiële waarschuwing) worden opgelegd. Ingeval wordt geconstateerd dat in de proefperiode van drie maanden (herhaling van) een overtreding wordt vastgesteld, dan volgt uitvoering van de schorsing. Verdere recidive kan leiden tot het intrekken van de vergunning. Ingeval zeer ernstige overtredingen kan hiervan worden afgeweken en zal een zwaardere sanctie ten uitvoer kunnen worden gelegd.

    Aanwijzingen, gegeven door of namens het marktbeheer dienen onverwijld te worden opgevolgd c.q. nagekomen. Het niet voldoen aan deze aanwijzing door de vergunninghouder wordt gezien als een ernstige overtreding van de Marktverordening.

    Artikel 33 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

    In de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 34) ook een vergunninghouder van een dagplaats of standwerkersplaats langdurig van de markt te kunnen verwijderen. Dit kan zich bijv. voordoen indien een vergunninghouder op de vuist gaat met een dagplaatshouder of standwerker.

    In dit artikel is ook de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen de vergunninghouder voor maximaal 4 marktdagen uit te sluiten van de toewijzing van een dagplaats. Voor de standwerkers geldt hiervoor in eerste instantie een periode van 3 maanden.

    Artikel 34 Onmiddellijke verwijdering

    In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de grondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de Marktverordening en de daarop gebaseerde uitvoeringsregels.

    De in dit artikel geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de AWB wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang schriftelijk te worden bevestigd.

Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt.

Artikel 35 Toezichthouders

Volgens artikel 5:11 van de AWB wordt onder toezichthouder verstaan een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die is aangewezen als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de AWB opgenomen bevoegdheden.

Het ligt voor de hand de marktmeester(s) aan te wijzen als toezichthouder.

Artikel 36 Hardheidsclausule

Deze kan worden toegepast in onvoorziene omstandigheden dan wel indien er sprake is van bijzondere gevallen.

Toepassing is alleen aan de orde in die gevallen waarin de Marktverordening geen voorziening geeft dan wel ingeval strikte toepassing van het gestelde leidt tot een onredelijke en/of onevenwichtige rechtstoepassing.

Artikel 37 Overgangsbepalingen

Vanwege de rechtszekerheid is het noodzakelijk om een uitgebreide overgangsregeling op te nemen om de oude rechten te eerbiedigen. De overgangsregeling heeft betrekking op de wachtlijst, de anciënniteitlijst en vergunningen.

Artikel 38 Intrekking oude regeling

Met de inwerkingtreding van de nieuwe Marktverordening en de nadere regels vervallen de Marktverordening van 2003 en de daarbij behorende regels.

Artikel 39 Inwerkingtreding

Met de inwerkingtreding van deze regels is al hetgeen met betrekking tot deze onderwerpen eerder in de vorm van beleid of besluitvorming tot stand is gebracht, vervallen.

Deze uitvoeringsregels treden na publicatie van de vast te stellen Marktverordening 2007 gelijktijdig in werking.

Artikel 40 Citeertitel

Hierin wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling van 2003.