Regeling vervallen per 01-05-2018

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid

Geldend van 14-04-2005 t/m 30-04-2018

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De raad van de gemeente De Bilt, gelezen het voorstel van het college van 22 februari 2005, gelet op artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 150 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1)burgers met een functiebeperking: burgers, die ten gevolge van een langdurige lichamelijke, of verstandelijke beperking, of blijvende gezondheidsproblemen, belemmeringen ondervinden in het inrichten van hun eigen leven of in hun mogelijkheden tot maatschappelijke participatie;

  • 2)cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisatie van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet voorzieningen gehandicapten en het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid;

  • 3)integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid: De samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle burgers met een functiebeperking;

    • 4)

      Gehandicaptenplatform: de door het college als zodanig aangewezen en in deze gemeente actief zijnde zelforganisatie voor burgers met een functiebeperking;

    • 5)

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt.

      Hoofdstuk 2 Doelstellingen en beleidsterreinen Gehandicaptenplatform

      Artikel 2

De cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid heeft de volgende doelstellingen:

  • 1)het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wet voorzieningen gehandicapten en het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid door zelforganisatie vanuit onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;

  • 2)het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid, gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan burgers met een functiebeperking.

    2)Artikel 3

  • 1)

    In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt het Gehandicaptenplatform betrokken bij het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wet voorzieningen gehandicapten.

  • 2)

    In het kader van de cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid wordt het Gehandicaptenplatform tevens betrokken bij het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid, bestaande uit:

a)voornemens, beleid, activiteiten of evaluatie van het gevoerde beleid van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van burgers met een functiebeperking;

b)het beleid op de terreinen die van invloed zijn op de mogelijkheden voor burgers met een functiebeperking, waaronder tenminste: 1 sociale zaken en werkgelegenheid; 2 welzijn en volksgezondheid; 3 volkshuisvesting en bouwzaken; 4 ruimtelijke ordening en groen; 5 verkeer en vervoer; 6 onderwijs; 7 vrijetijdsbesteding en sport.

b)Hoofdstuk 3 Werkwijze

b)Artikel 4

1)Het Gehandicaptenplatform brengt in het kader van de cliëntenparticipatie gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college.

2)Het college vraagt het Gehandicaptenplatform in ieder geval om advies bij de onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

3)Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

4)In het geval het college bij haar besluitvorming afwijkt van het advies van het Gehandicaptenplatform, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het Gehandicaptenplatform is afgeweken.

5)Het college voorziet het Gehandicaptenplatform van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het Gehandicaptenplatform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

Artikel 5

1)Tussen het college, vertegenwoordigd door de verantwoordelijke wethouder, en het Gehandicaptenplatform vindt minimaal 5 maal per jaar een overleg plaats.

2)Van overleg en afspraken met het Gehandicaptenplatform doet het college binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan het Gehandicaptenplatform. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door het Gehandicaptenplatform gegeven adviezen is gedaan.

3)Indien er geen Gehandicaptenplatform binnen de gemeente functioneert, zal het college de totstandkoming van een Gehandicaptenplatform actief bevorderen.

3) Artikel 6

1)Het college stelt aan het Gehandicaptenplatform zodanige middelen ter beschikking dat het Gehandicaptenplatform redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige burgers met een functiebeperking.

2)De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

3)Voor niet reguliere activiteiten kan het Gehandicaptenplatform bij het college een projectsubsidie aanvragen.

3)Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

3)Artikel 7

  • 1)

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening cliëntenparticipatie gemeentelijk integraal gehandicaptenbeleid.

  • 2)

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de afkondiging van dit besluit.

3)Aldus vastgesteld door de raad van De Bilt,

3) in de openbare vergadering van 24 maart 2005.

3) De voorzitter, De griffier,

3) mr A. Tchernoff mr drs J.L. van Berkel

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING VERORDENING

Algemeen

Met ingang van 1 april 2000 zijn gemeentebesturen verplicht om bij verordening regels vast te stellen inzake cliëntenparticipatie met betrekking tot het integraal gemeentelijke gehandicaptenbeleid. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten. Deze verordening is een uitwerking van genoemde wettelijke verplichting.

Deze verordening en de werkwijze en doeltreffendheid van het Gehandicaptenplatform in het kader van cliëntparticipatie wordt eens per jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt de verordening aangepast.

Artikelsgewijs

De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook daadwerkelijk toelichting behoeven. Artikelen of onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden niet nader toegelicht.

Artikel 1

Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen. Uit de definitie van het begrip Gehandicaptenplatform volgt dat het college een bestaande organisatie als zodanig aanwijst. Bij de totstandkoming van deze verordening is dat het Gehandicaptenplatform Gemeente De Bilt.

Het gaat hierbij om een zelforganisatie en niet een door de gemeente ingesteld orgaan, die in de gemeente actief is. Het platform stelt zich ten doel om de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige burgers met een functiebeperking. Indien een dergelijke organisatie niet meer binnen de gemeente actief is dan rust op het college de inspanningsverplichting om de totstandkoming van een platform te bevorderen. Dit laatste volgt uit artikel 5 lid 3. Zijn er meerdere organisaties dan maakt het college in overleg met de betrokken partijen een keuze in overeenstemming met de doelstellingen van de verordening zoals geformuleerd in artikel 2.

Artikel 2

Dit artikel omschrijft de twee doelstellingen van de verordening. De verordening beoogt in beginsel geen ruimere werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij het opnemen van de verplichting in artikel 1a van de Wet voorzieningen gehandicapten tot het regelen van cliëntenparticipatie inzake het integraal gemeentelijke gehandicaptenbeleid.

Artikel 3

Dit artikel geeft de beleidsterreinen aan waarbij het Gehandicaptenplatform wordt betrokken. Het gaat hierbij uitdrukkelijk alleen om die onderdelen van het beleid waarvan verwacht wordt dat ze voor mensen met een functiebeperking gevolgen kunnen hebben. Jaarlijks zal aan de hand van het gemeentelijk werkprogramma worden aangegeven op welke hoofdpunten aan het Gehandicaptenplatform advies zal worden gevraagd.

De aspecten van het beleid (op de genoemde terreinen) waarbij het Gehandicaptenplatform wordt betrokken zijn: a. de voorbereiding van het beleid; b. de uitvoering van het beleid; c. de evaluatie van het beleid. Onder uitvoering van het beleid wordt voor zover het de Wet voorzieningen gehandicapten betreft verstaan: - de uitvoeringsregels met betrekking tot de verstrekking van voorzieningen; - de afspraken met leveranciers van rolstoelen en andere Wvg-voorzieningen; - de afspraken met derden in het kader van de uitvoering, waaronder vervoerders, woningcorporaties, medisch adviseurs en overige indicatiestellers.

Artikel 4

Dit artikel geeft aan op welke wijze de cliëntenparticipatie in de praktijk wordt vormgegeven, met uitzondering van het ter beschikking stellen van middelen. Dit laatste is geregeld in artikel 6.

Het derde lid van artikel 4 betreft de wettelijke verplichting tot het tijdig informeren (op grond van de Wvg artikel 1b). De omschrijving houdt in dat: a. bij nieuw beleid het Gehandicaptenplatform betrokken wordt bij het opstellen van de hoofdlijnen van dit beleid; b. bij evaluatie van beleid het Gehandicaptenplatform in ieder geval betrokken wordt bij het opstellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

In de praktijk zal de werkwijze zo moeten zijn dat de ambtelijke organisatie bij de beleidsvoorbereidingen het Gehandicaptenplatform betrekt.

Het vijfde lid van artikel 4 draagt het college op om het Gehandicaptenplatform te voorzien van de voor de uitoefening van hun taak benodigde informatie. Het college bepaalt zelf de wijze waarop dit gebeurt. Indien het Gehandicaptenplatform het college verzoekt om de informatie elektronisch (op diskette of via e-mail) aan te leveren dan zullen zij indien redelijkerwijs mogelijk aan dit verzoek voldoen. Dit geldt tevens voor verzoeken om de informatie in grootletterschrift aan te leveren.

Artikel 5 Het tweede lid van artikel 5 spreekt over een "redelijke termijn" waarbinnen het college schriftelijk reageert naar aanleiding van overleg met en adviezen van het Gehandicaptenplatform. Hiermee wordt een termijn bedoeld van maximaal acht weken.

Artikel 6

Het college stelt het Gehandicaptenplatform middelen ter beschikking voor een adequate uitoefening van hun taken in het kader van deze verordening. Daartoe dient het Gehandicaptenplatform jaarlijks een begroting in te dienen. In deze begroting kunnen in ieder geval de volgende kostensoorten worden opgevoerd: a. onkostenvergoeding van de vrijwilligers; b. vergoeding speciale voorzieningen in verband met handicap (ringleiding, speciale leesvormen, doventolk); c. vergoeding voor deskundigheidsbevordering; d. aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften; e. middelen voor inschakelen van eigen (professionele) ondersteuning, inhoudelijk en organisatorisch; f. faciliteiten voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik, internetaansluiting; g. faciliteiten voor overleg met, en activering van de achterban; h. faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting en public relations; i. faciliteiten voor overleg en afstemming met andere groepen, zoals uitkeringsgerechtigden, of migranten; j. reiskosten. Kosten worden alleen vergoed voor zover deze zijn opgenomen in de begroting en ook daadwerkelijk zijn gemaakt. Dit laatste zal het Gehandicaptenplatform aannemelijk moeten maken door middel van het voeren van een boekhouding.