Beleid Wijzer in De Bilt

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Beleid Wijzer in De Bilt

INLEIDING

De weekmarkt in Bilthoven

“BELEID WIJZER IN DE BILT”

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Beleid en uitvoering

  • 1.1

    De warenmarkt

  • 1.2

    Regelgeving

  • 1.3

    Ambtelijke capaciteit

  • 1.4

    Marktcommissie

  • 1.5

    Reclamecommissie

Hoofdstuk 2 Organisatie

  • 2.1

    Locatie van de markt op de Planetenbaan

  • 2.2

    De opbouw van de markt

  • 2.3

    Inrichting van de markt

  • 2.4

    Veiligheid van de markt en omgeving

  • 2.5

    Stroomvoorziening

  • 2.6

    Afval

  • 2.7

    Toezicht en handhaving

Hoofdstuk 3 Administratie

  • 3.1

    Branche-indeling

  • 3.2

    Wachtlijst

  • 3.3

    Overgangssituatie

  • 3.4

    Wacht-/meeloperslijst

Hoofdstuk 4 Financiën

Hoofdstuk 5 Besluitvorming en communicatie

Hoofdstuk 6 Evaluatie

Bijlagen:

  • -

    Marktverordening De Bilt 2007 met toelichting en nadere regels

  • -

    Marktgeldverordening 2007

  • -

    Indelingsplattegrond markt Planetenbaan

  • -

    Brancheringslijst (vastgesteld op 28 februari 2006)

  • -

    Anciënniteitlijst (situatie juli 2006)

  • -

    Financieel overzicht

    INLEIDING

    Voor u ligt de notitie “Beleid Wijzer in De Bilt”, waarin een overzicht wordt gegeven van het beleid over en de organisatie van de weekmarkt op de Planetenbaan in Bilthoven. Aanleiding voor deze notitie is de Wet dualisering gemeentebestuur. Door deze wet is het noodzakelijk nieuwe regels vast te stellen. Om de nieuwe regels voor te bereiden, is de huidige situatie bekeken op de noodzaak het beleid te wijzigen en de organisatie aan te passen. Dit heeft geleid tot het voorstel de wachtlijst af te schaffen.

    Hieronder volgt een beschrijving van de laatste ontwikkelingen en de huidige situatie. In hoofdstuk 1 volgt een uiteenzetting van de functie van de warenmarkt, het beleid en de organisatie.

    Hoofdstuk 2 betreft een uitleg van de organisatie op en rond het marktterrein.

    In hoofdstuk 3 staat een beschrijving van de administratie van marktzaken en een voorstel voor een nieuwe meeloperslijst.

    In de hoofdstukken 4 en 5 is aandacht voor de financiën, de besluitvorming en de communicatie.

    Hoofdstuk 1 Beleid en uitvoering

    1.1De warenmarkt

    De warenmarkt is de bekendste vorm van ambulante handel in Nederland. Een warenmarkt is in principe een verzameling van kramen, verkoopwagens en grondplaatsen van waaruit de toegelaten kooplieden detailhandel bedrijven. Er is pas sprake van een markt als deze met vaste regelmaat op een bepaalde dag en plaats en op vastgestelde uren wordt gehouden.

    De warenmarkt heeft een verzorgende en recreatieve functie, zorgt voor een (tijdelijke) verbreding van het voorzieningenaanbod, verlevendigt het stadsbeeld en vergroot de aantrekkingskracht van een gemeente. Met andere woorden: de warenmarkt vervult een belangrijke economische en maatschappelijke functie.

    De warenmarkt als verschijnsel is wijdverbreid, alom geaccepteerd en heeft voor veel gemeenten en consumenten een niet meer weg te denken plek in de maatschappij ingenomen. Het is zo voor velen van belang dat de markt optimaal functioneert:

    • -

      voor de gemeente: de warenmarkt levert een bijdrage aan de aantrekkelijkheid van de gemeente in haar geheel en aan het voorzieningenniveau in het bijzonder. Daarnaast fungeert de warenmarkt vaak als ontmoetingsplaats en heeft aldus ook een belangrijke sociale functie;

    • -

      voor de gevestigde detailhandel: deze profiteert van de bezoekersstromen die een goed functionerende markt genereert, en is door de warenmarkt in staat om hogere omzetten te realiseren;

    • -

      voor de consument: de warenmarkt zorgt - meer in het algemeen - voor een tijdelijke verbreding van het voorzieningenpakket en komt tegemoet aan specifieke consumentenwensen;

    • -

      voor de marktkooplieden: zij genereren een inkomen op de warenmarkt. Een goed functionerende markt draagt bij aan inkomensoptimalisatie en bestaanszekerheid op de lange termijn.

    De verschillende belanghebbenden zijn gebaat bij een goed functionerende warenmarkt. Hiervoor is goede samenwerking tussen partijen c.q. een 'public-private partnership' onontbeerlijk.

    In de meeste gemeenten is sprake van een markt die plaatsvindt in de directe nabijheid van winkelvoorzieningen. Onderzoek heeft uitgewezen dat er een duidelijke wisselwerking bestaat tussen de markt en winkels, en dat beide profiteren van elkaars aanwezigheid.

    De markt heeft een zelfstandige trekkersrol waarvan de winkelconcentratie profiteert. Uit onderzoek blijkt dat de markt publiek trekt uit een wijdere omgeving dan de winkels. Omgekeerd profiteert de markt ook van de aantrekkingskracht van de winkels.

    Voor een goede wisselwerking tussen markt en winkels dient de markt gesitueerd te zijn in de onmiddellijke nabijheid van de winkelconcentratie die lokaal of in de wijk de meeste bezoekers trekt.

    De markt profiteert dan het meest van de trekkersfunctie van de belangrijkste winkelconcentraties in de gemeente, en heeft dan zelf ook de grootste meerwaarde voor de gevestigde detailhandel.

    De omvang en het aanbod van de markt moeten aansluiten bij het aanbod in het winkelgebied. Door een goede keuze van locatie en omvang, kan de wisselwerking zo optimaal mogelijk zijn; er is dan sprake van complementariteit in plaats van verdringing.

    Met de komst van de warenmarkt op de Planetenbaan in 1997 is met al deze aspecten rekening gehouden.

    • 1.

      2 Regelgeving

Ingevolge artikel 160, lid 1 onder h van de Gemeentewet is het college van burgemeester en wethouders bevoegd jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen.

Artikel 149 van de Gemeentewet bepaalt dat de raad als enig bestuursorgaan van de gemeente de bevoegdheid heeft verordeningen vast te stellen op basis waarvan strafrechtelijke sancties (boetes) kunnen worden opgelegd. Op basis hiervan worden de algemene regels in een (Markt)verordening vastgelegd en de details in de toelichting en nadere regels.

De huidige Marktverordening gemeente De Bilt 2003 is thans aan herziening toe vanwege de Wet dualisering gemeentebestuur. Ook het systeem van de wachtlijst is aan verandering toe.

De gemeente De Bilt kiest voor een beleid met een aantrekkelijke markt voor het publiek en een goede en prettige werkplek voor de kooplieden. Zo zijn er heel wat regels en voorschriften waaraan de kooplieden zich dienen te houden. Op het niet naleven daarvan kunnen sancties volgen.

Het gaat bij het goed functioneren van een warenmarkt om de organisatie van de dagelijkse gang van zaken op de markt zelf. Ook gaat het over zaken die op lange termijn spelen, bijvoorbeeld het gezamenlijk nadenken over de toekomst van de markt.

1.3 Ambtelijke capaciteit

In een goede administratie van marktzaken moeten in elk geval de basisgegevens van alle vaste standplaatshouders zijn vastgelegd. Ook anciënniteitgegevens, wachtlijstgegevens, verzoeken voor plaatsverbetering en brancheringsgegevens moeten eenduidig zijn vastgelegd om de markt goed te kunnen besturen. Daarnaast is het van belang dat de aanlevering en toetsing van de gegevens voldoen aan de eisen van eenduidigheid, onafhankelijkheid en functiescheiding.

Een goed marktbeheer staat of valt bij een behoorlijke marktadministratie!

Tot en met 2006 wordt vanuit het cluster Eigendommen administratieve en juridische ondersteuning gegeven aan de praktische uitvoering van het marktbeleid in de vorm van o.a.:

  • -

    vergunningverlening;

  • -

    correspondentie met de kooplieden;

  • -

    beheer van presentielijsten en bijhouden wacht-/meeloperslijst;

  • -

    deelname aan de vergaderingen van de marktcommissie;

  • -

    controleren van nota’s en het bijhouden van de betalingsdiscipline;

  • -

    optreden bij eventuele calamiteiten.

Met de hiervoor genoemde taken is aan ambtelijke capaciteit in totaal 0,5 fte opgenomen. Dit is inclusief de inzet van de marktmeester.

1.4Marktcommissie

De Gemeentewet bepaalt o.a. dat het college een commissie van advies kan instellen die tot taak heeft hem te adviseren inzake marktaangelegenheden. Voorts kan het college regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

De in de gemeente De Bilt gevormde marktcommissie komt ongeveer drie maal per jaar bijeen om de lopende en toekomstige zaken te bespreken, waaronder de inrichting en de opstelling van de markt, de brancheverdeling etc. Het verkrijgen van draagvlak voor de uitwerking van de adviezen is zeer belangrijk.

De communicatie tussen de partijen is gericht op het functioneren van de markt en het oplossen van knelpunten en problemen. Een goede afweging tussen de belangen van verschillende partijen, met name ambulante handel en gevestigde ondernemers en ambulante handelaren en de gemeente, is noodzakelijk. Over zaken als bereikbaarheid en parkeergelegenheid, de opstelling van de markt, de situering van het marktterrein, openingstijden, veiligheid en branchering wordt een continue dialoog gehouden.

Tevens is het voor de gemeente van belang om voldoende en accurate informatie te verkrijgen indien er problemen met de inrichting van de markt bestaan. Hier ligt een belangrijke taak voor de marktcommissie, die door middel van gesprekken met consumenten en kooplieden informatie over problemen c.q. verbetermogelijkheden moet verzamelen. In de gemeente De Bilt is sprake van een goede en constructieve samenwerking met de marktcommissie.

De commissie vergadert onder voorzitterschap van de portefeuillehouder Economische Aangelegen-heden en bestaat uit de ambtelijk secretaris en de marktmeester.

Daarnaast zijn in de commissie benoemd twee personen namens de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, twee vertegenwoordigers van de vaste vergunninghouders, twee leden van de reclamecommissie en de voorzitter van de winkeliersvereniging Planetenbaan.

1.5Reclamecommissie

Reclame vergroot de bekendheid van de markt en wekt de interesse van de consument. Reclame voor de markt is een van de activiteiten waarin de ambulante handelaren een belangrijke rol spelen. Om dit te kunnen realiseren is een adequate organisatie van de promotie van de markt van belang.

Dit houdt in dat afspraken moeten worden gemaakt over de soort promotie, de wijze van financieren van promotie en de eventuele verplichte deelname aan promotionele activiteiten.

In de gemeente De Bilt draagt iedere standplaatshouder bij in de promotiekosten van de markt.

Met ingang van januari 2006 wordt elke laatste marktdag van de maand van alle kooplieden een financiële bijdrage van € 5,-- gevraagd om acties op de markt in De Bilt te organiseren.

In de loop van 2006 zijn op Goede Vrijdag aan de bezoekers paaseieren en rond moeder- en vaderdag flesjes wijn uitgedeeld. Daarnaast ligt het in de bedoeling om Sinterklaas en Zwarte Piet op de markt te laten komen, uiteraard met medeneming van kleine presentjes.

Het streven is erop gericht om jaarlijks een activiteitenprogramma op te stellen. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om tijdig inzicht te krijgen in de te voeren promoties. Dit zal zowel de naamsbekendheid als het aantal bezoekers van de markt in De Bilt sterk bevorderen.

Uiteraard zullen de acties tevoren worden aangekondigd in de Biltse en Bilthovense Courant en Vierklank.

Voorbeeld mond tot mond reclame

Hoofdstuk 2 Organisatie

2.1 Locatie van de markt op de Planetenbaan

Sinds 1968 kent de gemeente De Bilt een warenmarkt die wekelijks op vrijdag plaatsvindt. De markt vond eerst in de Dorpsstraat plaats en vanaf 3 oktober 1997 op de Planetenbaan in Bilthoven.

Het marktterrein op de Planetenbaan is omsloten door diverse gebouwen; een flat, twee kinderdagverblijven, een basisschool, een overdekt winkelcentrum en een losstaand winkelbedrijf.

De bewoners en ondernemers hebben in overleg met de gemeente aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de ligging van de markt, maar gaven wel te kennen zo goed mogelijk bereikbaar te zijn, ook op vrijdag wanneer de markt plaatsvindt. Hieraan is in de loop der jaren gevolg gegeven.

Vanaf 1997 tot 24 juni 2005 vond de markt plaats van (aanvankelijk 11.00 uur) 10.30 tot 16.00 uur.

Per laatstgenoemde datum wordt de markt gehouden van 09.00 uur tot 15.00 uur. Hierdoor kon worden bereikt dat de verkeersveiligheid werd bevorderd, de marktopbouw vlotter verliep en er een breed draagvlak ontstond bij zowel kooplieden, winkeliers, school en kinderdagverblijven.

Toekomstige ontwikkelingen in de nabije omgeving kunnen een goed verloop wel beïnvloeden. Het project Melkweg is daar gelegen.

2.2 De opbouw van de markt

In de periode tot 24 juni 2005 deden zich regelmatig fricties voor omdat er een overlap was in de tijd dat de markt werd opgebouwd en gewoon verkeer van de weg in casu het marktterrein gebruik maakte. Door vroeger te beginnen en het tijdstip van afsluiting van de Planetenbaan te veranderen (van 07.00 tot 16.30 uur) is de verkeersveiligheid bevorderd.

Met het sluiten van een overeenkomst met de kramenexploitant firma L.A. Hannisse is gewaarborgd dat de vergunninghouders die kramen afnemen, verzekerd zijn van deugdelijk materiaal.

Het opbouwen van de kramen en het leveren van de rolzeilen, die voldoen aan de norm DIN 4102/

B1-B2 of M1-M2, vinden plaats in overleg met de marktmeester. De kramen hebben een hoogte van 2 meter en vijf centimeter. Deze opbouwwerkzaamheden moeten elke vrijdag vóór 07.30 uur zijn afgerond.

Het afbreken van het geplaatste kramenmateriaal gebeurt vanaf 15.30 uur en is uiterlijk om 16.30 uur gerealiseerd. In die periode wordt ook het marktterrein schoongemaakt, zowel handmatig als met behulp van een veegmachine. Ook deze werkzaamheden dienen om uiterlijk 16.30 uur te zijn afgerond.

2.3 Inrichting van de markt

Volgens artikel 3, lid 1, van de nieuwe Marktverordening bepaalt het college ten aanzien van de markt:

  • a.

    het aantal standplaatsen;

  • b.

    de afmetingen van de standplaatsen;

  • c.

    de opstelling en indeling van de markt;

  • d.

    welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats;

  • e.

    welke gedeelten van het marktterrein of welke standplaatsen bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

  • f.

    welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van eigen materiaal (verkoopwagens etc.);

  • g.

    het maximum aantal plaatsen dat mag worden ingenomen met eigen materiaal, waarbij een onderverdeling wordt gemaakt in standplaatsen voor de verkoop van aan bederf en niet aan bederf onderhevige waren.

Het vaststellen van het aantal standplaatsen heeft als doel het aantrekkelijk maken van de markt voor de consumenten. Het aantal branches is in principe onbeperkt. Door middel van een nummering op de indelingsplattegrond worden het aantal standplaatsen en de standwerkersplaats aangegeven.

In de huidige opstelling van de weekmarkt kunnen theoretisch maximaal 71 standplaatsen van 4 meter uitgegeven worden, exclusief 1 standwerkersplaats.

Een andere opstelling of uitbreiding van het aantal standplaatsen naar bijv. het pleintje bij het winkelcentrum en/of in de richting van de Plutolaan is vooralsnog niet aan de orde, aangezien de bestrating van het pleintje ontoereikend is om zware voertuigen en/of verkoopwagens aldaar te plaatsen. Vanwege de vastgestelde brancheringsaantallen is uitbreiding van de markt op termijn naar de Plutolaan eveneens niet waarschijnlijk.

Met betrekking tot de afmeting van de standplaatsen wordt een standaardmaat gehanteerd van 4 meter frontbreedte of een veelvoud daarvan. Het merendeel bestaat uit standplaatsen met een afmeting van 8 meter frontbreedte, terwijl er ook standplaatsen zijn uitgegeven voor 12 meter. Enkele plaatsen hebben zelfs een nog grotere afmeting dan 12 meter.

De opstelling en de indeling van een markt kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid voor de consument. Consumenten geven aan dat een grote mate van variatie de aantrekkelijkheid van de markt positief beïnvloedt. Dit betekent dat de kooplieden afwisselend geplaatst moeten worden, zodat bijvoorbeeld niet alle fruitkooplieden naast elkaar staan. Dit bevordert bovendien de doorstroming op de markt.

Tegenwoordig zijn veel kooplieden, onder meer uit hygiënische overwegingen, op een verkoopwagen aangewezen. Het toelaten van verkoopwagens op een markt is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om deze goed te kunnen laten functioneren. Het gebruik van verkoopwagens draagt voor een belangrijk deel bij aan het gemak van de koopman (hij of zij kan efficiënt werken), zorgt ervoor dat er geen belemmeringen ontstaan voor het wenselijk te voeren assortiment (bijvoorbeeld dat bepaalde producten niet kunnen worden gevoerd uit hygiënische overwegingen) en draagt bij aan een professionele uitstraling van de markt.

De ruimtelijke indeling van de markt qua branche dient zo optimaal mogelijk te geschieden. Uitgangspunt is dat de kooplieden uit de diverse branches elkaar aanvullen en elkaar niet tot last zijn. Voorkomen moet worden dat bijvoorbeeld een textielhandelaar naast een visboer komt te staan. Ook de consument zal deze nabijheid niet hooglijk waarderen.

Het is daarom handig om op de markt te werken met vaste standplaatsen voor specifieke branches, zodat overlast tussen kooplieden onderling beperkt wordt. Bij een systeem met vaste standplaatsen kan tevens rekening worden gehouden met branche-specifieke eisen, bijv. als het gaat om de branches waarin veel afvalwater vrijkomt, zoals bloemen, vis en vergelijkbare kramen. Deze kramen dienen dan bij voorkeur op het laagste punt van de markt of bij een afvalput te worden geplaatst.

Een ander argument om met vaste standplaatsen te werken, is dat de consument gewend raakt aan de opstelling. Wisselende standplaatsen hebben het effect van een supermarkt die maandelijks de opstelling in de winkel aanpast. De consument, en met name de consument die doelgericht naar de markt komt om op efficiënte wijze een aantal boodschappen te doen, wil continuïteit in het aanbod en de locatie ervan.

De marktmeester kan door middel van een passend beheer de bezetting van de markt reguleren.

Lege plaatsen doen immers afbreuk aan het aanzicht van de markt. Een hoge bezettingsgraad is wenselijk voor een goede uitstraling van de markt. Om dit te realiseren verdient het de voorkeur de standplaatsen grotendeels uit te geven als vaste plaatsen.

Kooplieden die op een wacht-/meeloperslijst staan, kunnen een plaats krijgen indien vaste standplaatshouders zijn verhinderd (bijvoorbeeld door vakantie of ziekte of bij leegstand van kramen als gevolg van opzeggingen). Wel zal in dit verband met de vastgestelde branche-indeling rekening worden gehouden.

2.4 Veiligheid van de markt en omgeving

Het voldoen aan de brandveiligheidsvoorschriften vindt de gemeente De Bilt zeer belangrijk, zeker gezien de cafébrand in Volendam en de brand op 22 juli 2004 op de markt in de gemeente Houten.

In dit verband heeft het college op 17 augustus 2004 de notitie Brandpreventiebeleid Evenementen vastgesteld. Deze is bekend gemaakt in de Biltse en Bilthovense Courant van 19 januari 2005.

In die notitie wordt in hoofdstuk 4.1, lid 1 t/m 11 (Algemeen, waaronder bereikbaarheid/opstelling) een aantal voorwaarden genoemd waaraan de stands en/of marktkramen (dus ook verkoopwagens) dienen te voldoen. Alle kramen dienen minimaal 5 meter van een gevel geplaatst te worden. Er mag geen voertuig tussen gevel en kraam/verkoopwagen worden geplaatst.

Op vrijdag 27 augustus 2004 is door de Brandweer en de toenmalige afdeling Milieu voor het eerst een gezamenlijke controle op de markt uitgevoerd. Tijdens die controle is met name de veiligheid van de gasinstallaties bij de diverse marktkramen gecontroleerd.

Ook heeft de Brandweer met behulp van een blusvoertuig de bereikbaarheid van de diverse locaties op de markt en de omliggende panden onderzocht.

Dit heeft uitgewezen dat er tussen de kramen op het hoofdpad minimaal een ruimte moet resteren van 4 meter. Vervolgens is een veiligheidsoverleg opgestart met diverse gemeentelijke disciplines. Niet alleen aan de brandveiligheid is uitvoerige aandacht geschonken, maar ook aan de diverse verkeersveiligheidsaspecten op en rond het marktterrein.

Daarnaast is ten behoeve van de veiligheid van kooplieden en bezoekers medio 2005 besloten om grondankers te plaatsen. Met behulp van spanbanden kunnen de kooplieden hun kramenmateriaal hieraan bevestigen. Vooral bij ongunstige weersomstandigheden, waaronder storm, wind en regen, leidt dit ertoe dat de kooplieden tot sluitingstijd van de markt hun plaatsen kunnen blijven innemen.

De vergunninghouders die hun voorraadauto’s in het verleden parkeerden achter hun standplaatsen tegen het winkelcentrum Planetenbaan hebben tot ultimo 2005 ontheffing gekregen van de verplichting om de voorraadauto’s achter de ingenomen standplaatsen te verwijderen. Vanaf dat tijdstip parkeren zij hun voertuigen elders.

Het is de bedoeling om minimaal twee maal per jaar een controle door de Brandweer te laten uitvoeren. Recentelijk is nog op 15 september 2006 een controle gehouden.

2.5 Stroomvoorziening

Voor de stroomvoorziening van marktkramen en verkoopwagens zijn zeven stroomkasten aanwezig met elk vier contacten. Tegen het aangrenzende flatgebouw staat de hoofdschakelkast opgesteld.

Stroom wordt gebruikt voor verlichting, koeling, vriezen, bakken, grillen en in toenemende mate bij het afrekenen van de goederen. Vooral voor het bakken en grillen is veel stroom nodig.

Vanwege de komst van steeds meer verkoopwagens met een maximale capaciteit en het ontbreken van krachtstroom kan dit betekenen dat bepaalde branches niet aanwezig kunnen zijn, omdat zij niet kunnen voldoen aan de wettelijke vereisten voor de verkoop van hun waren of omdat zij niet zonder dergelijke voorzieningen willen werken. Omdat het meerdere keren is voorgekomen dat de stroom uitviel omdat de stroomkasten de vraag naar stroom niet aankonden, was een oplossing het aanbrengen van krachtstopcontacten.

Op basis van een uitgewerkt plan heeft het college van burgemeester en wethouders op 19 juli 2005 ingestemd met het aanbrengen van een viertal krachtstroomvoorzieningen. Eind december 2005 zijn vervolgens deze krachtstroomcontacten aangelegd. Van deze nieuwe aansluitingen maken inmiddels diverse kooplieden gebruik. Inmiddels is gebleken dat de huidige te leveren capaciteit niet voldoende is om aan de vraag van de gezamenlijke standplaatshouders te voldoen. Aan een technisch installatiebedrijf is verzocht om een vrijblijvende offerte op te stellen met als uitgangspunt het verzwaren van de elektra-aansluitingen in de kasten ten behoeve van de weekmarkt.

2.6 Afval

De marktkooplieden zijn verplicht hun marktafval mee naar huis te nemen. De in de nabijheid gelegen drie ondergrondse vuilcontainers, die zijn bestemd voor de bewoners van het aanliggende flatgebouw, mogen niet door de kooplieden worden benut. Deze containers worden door de marktmeester vóór aanvang van de markt gesloten en na afloop (zodra alle kooplieden weer zijn vertrokken) weer geopend.

De sanctiebepaling op het niet schoon achterlaten van de standplaats is het al dan niet voorwaardelijk intrekken van de vergunning voor een vaste plaats of de inschrijving op de wachtlijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen intrekken.

Tot op heden is van deze sanctiemogelijkheid geen gebruik gemaakt.

2.7 Toezicht en handhaving

Er zijn veel factoren die van invloed zijn op het functioneren van de weekmarkt. De weekmarkt moet zowel voor de marktkooplieden als voor de consument het nodige te bieden hebben. De marktmeester vormt daarin een belangrijke schakel.

De primaire functie die de marktmeester uitoefent is die van gemeentelijk vertegenwoordiger en toezichthouder. Als toezichthouder draagt de marktmeester zorg voor het toewijzen van de marktplaatsen aan de kooplieden, de controle van de vergunningen en de handhaving van de openbare orde, waaronder het vrijhouden van looppaden voor het publiek.

Verder let de marktmeester erop dat de markt er gedurende de gehele dag netjes en ordelijk uitziet, dat de marktkooplieden op tijd de markt verlaten en dat zij hun marktplaats schoon opleveren. Ook houdt hij toezicht op het nakomen van de verplichtingen die de marktkooplieden hebben en is hij vraagbaak en eerste aanspreekpunt voor marktbezoekers, burgers, consumenten, politie, controlerende instanties en kooplieden met betrekking tot alle aangelegenheden op de markt.

Hoofdstuk 3 Administratie

3.1 Branche-indeling

Het kan zinvol zijn regels te stellen die tot doel hebben het aanbod op de markt te reguleren.

Het doel is een zo breed mogelijk aanbod aan de consumenten te garanderen en de kooplieden, ook op langere termijn, een stukje zekerheid te geven in de broodwinning. Hierdoor wordt een regelmatige bezetting van de markt bevorderd zonder al te sterke wisselingen zodat de relatie consument-verkoper duidelijker wordt.

Anderzijds moet - indien mogelijk in het licht van de omvang en draagvlak van de markt - worden gestreefd naar het plaatsen van meerdere van dezelfde artikelengroepen. Dit geeft gezonde concurrentie op brancheniveau en bevordert de prijsregulerende functie van de markt.

Branchering mag uitsluitend gebaseerd zijn op basis van publieke ordening en nimmer op basis van economische motieven. De NMA (Nederlandse Mededingingsautoriteit) accepteert geen inmenging van een publiek orgaan zoals de gemeente inzake concurrentieverhoudingen van ondernemers op de markten. Ordening op basis van ruimtelijke ordening, veiligheid, hygiëne en bereikbaarheid van hulpdiensten is uitgangspunt.

In de gemeente De Bilt is een branche-indeling opgesteld om een zeker evenwicht te garanderen.

De branche-indeling is opnieuw door het college op 28 februari 2006 vastgesteld en is als bijlage bij deze notitie toegevoegd.

Het hoofdonderscheid ligt hier bij een scheiding in de food en de non-food sector.

3.2Wachtlijst

De wachtlijst is bedoeld voor ambulante handelaren die graag een vaste plaats op de markt willen verwerven, maar aan wie op het moment dat zij aanvraag doen geen plaats kan worden toegewezen.

Tot nog toe gebruikt de gemeente een wachtlijst om de markt zo goed mogelijk te vullen.

Het systeem van de wachtlijst werkt als volgt:

Indien blijkt dat het te voeren artikel reeds op de markt aanwezig is en het maximale aantal van de desbetreffende branche is bereikt, dan kan betrokkene op de wachtlijst worden geplaatst.

Voorwaarde om op deze lijst te worden geplaatst is het jaarlijks voldoen van een bedrag aan leges op grond van de tarieventabel, behorende bij de Legesverordening.

De inschrijving op de wachtlijst blijft dan gehandhaafd t/m 31 december van het desbetreffende jaar.

Teneinde de inschrijving na die datum te continueren dient in de maand november een schriftelijk verzoek te worden gedaan om de gegevens op de wachtlijst te handhaven.

Indien voor de datum van 15 december van elk jaar geen bericht is ontvangen wordt aangenomen dat men niet meer in aanmerking wil komen voor een vaste standplaats op de markt. De naam op de wachtlijst wordt dan doorgehaald.

Indien men wel voldoet aan de jaarlijkse verlenging, dan is het nog maar de vraag wanneer een vaste plaats kan worden verkregen, immers alsdan zal moeten worden gewacht totdat een vaste standplaatshouder uit dezelfde branche zijn standplaats opzegt. Dit hele proces kan soms jaren in beslag nemen, zonder dat uitzicht bestaat op daadwerkelijke inname van een plaats.

Hierbij speelt tevens een rol dat de vaste standplaatsvergunning kan worden overgeschreven op o.a. (achterblijvende) echtgenoot, geregistreerde partner of een andere (achterblijvende) persoon, onder wie werknemer, indien hij tenminste drie jaar onafgebroken in het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt. Zodoende wordt de kans dat iemand op de wachtlijst een vaste standplaats kan innemen erg klein.

Dit is dan ook de reden dat o.a. de CVAH (Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel) heeft geadviseerd om geen wachtlijsten meer aan te leggen, de huidige lijsten af te schaffen, een openvallende plaats eerst te beoordelen op de noodzaak, de kwaliteitseisen, branche en inpasbaarheid.

Hieruit komt een duidelijk beeld naar voren wat de beste invulling voor die plaats is en kan er via de vakbladen een openbare inschrijving gedaan worden voor de kooplieden die menen aan die eisen te kunnen voldoen. Bij meerdere inschrijvingen kan er openbaar geloot worden. De adviezen in deze kunnen door de marktcommissie gegeven worden.

3.3 Overgangssituatie

De gemeente De Bilt opteert voor het per 1 januari 2007 afschaffen van de huidige wachtlijst.

In de plaats hiervan zal dan een gecombineerde wacht-/meeloperslijst worden gehanteerd.

Bij de opstelling van de nieuwe Marktverordening is met dit aspect rekening gehouden.

Degenen, die staan ingeschreven op de huidige wachtlijst, worden schriftelijk van dit voornemen op de hoogte gesteld.

De voordelen van het afschaffen van de wachtlijst en het instellen van een gecombineerde

wacht-/meeloperslijst zijn o.a. de volgende:

  • -

    het niet meer jaarlijks verlengen van de aanvraag;

  • -

    het niet meer jaarlijks betalen van een bepaald legesbedrag;

  • -

    vermindering van administratieve handelingen door de gemeente.

Teneinde de rechten van de kandidaten op de wachtlijst te respecteren wordt van de kant van de gemeente voorgesteld om een zgn. “uitsterfconstructie” toe te passen. Dit houdt in dat degenen op de wachtlijst hun rechten blijven behouden, mits zij zich conformeren aan de meldingsplicht, zoals opgenomen in de nieuw in te stellen gecombineerde wacht-/meeloperslijst.

3.4Wacht-/meeloperslijst

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen (meeloper) dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien identiteitsbewijs. Dit bewijs moet op eerste aanvraag worden getoond.

Bij het aanmelden als meeloper wordt door de marktmeester op een daartoe aangelegde lijst een datum van inschrijving gehanteerd, die bepalend is voor de plaatsing van de artikelen.

Een nog niet op de markt vertegenwoordigd artikel geniet de voorkeur boven een artikel dat reeds vertegenwoordigd is.

Uiteraard worden de aantallen genoemd in de vastgestelde brancheringslijst niet overtroffen.

Een meeloper kan incidenteel een opengevallen plaats van een vaste standplaatshouder innemen.

Het is in “marktland” gebruikelijk dat op deze opengevallen plaats niet hetzelfde artikel wordt geplaatst.

Teneinde de wachtlijst te doen slinken wordt voorgesteld een meldingsplicht in te voeren. Inherent hieraan is dat een gegadigde zich minimaal eenmaal per drie weken moet melden zonder dat hij zekerheid heeft dat hij op de markt kan staan. Indien een plaats of meerdere plaatsen beschikbaar zijn, moet de meeloper deze accepteren en daadwerkelijk standplaats innemen.

In de non-food sector behoeft dit geen onoverkomelijke bezwaren op te leveren; anders is het bij verse en bederflijke waren. Derhalve wordt voorgesteld voor deze laatste categorie (lees de food-sector) alleen een meldingsplicht van eenmaal per drie weken in te voeren, zonder dat zij ook daadwerkelijk een standplaats moeten bezetten.

Van de meldingen wordt aan de meeloper een registratiekaart ter beschikking gesteld, zodat ook deze kan nagaan of aan de verplichtingen op het gebied van de meldingsplicht is voldaan.

Hoofdstuk 4 Financiën

In 1997 heeft de gemeenteraad een besluit genomen voor een gefaseerde verhoging van de tarieven voor de weekmarkt. De opbrengsten van de markt waren namelijk niet voldoende om de kosten te dekken. Desondanks wordt ernaar gestreefd om de markt op zo kort mogelijke termijn kostendekkend te maken door middel van geleidelijk door te voeren verhogingen van marktgelden.

Met ingang van het jaar 2005 is getracht om de kosten inzichtelijk te maken en deze te verlagen met de ambtelijke inzet en het in rekening brengen van de werkelijke verbruikte elektrakosten aan de kooplieden.

De ambtelijke inzet is als volgt verminderd:

  • -

    tot medio 2005 beleidsmedewerker C voor 5 uur per week;

    administratief-juridisch medewerker voor 3 uur per week;

    marktmeester voor 12 uur per week.

  • -

    vanaf medio 2005 beleidsmedewerker C voor circa 1 uur per week;

gecombineerde functie marktmeester/administratief-juridische werkzaamheden voor ca. 16 uur per week.

Met ingang van laatstgenoemde datum verricht de marktmeester in feite de gehele administratieve en juridische afhandeling van marktzaken. De beleidsmedewerker stuurt aan. Omdat het takenpakket grotendeels wordt vervuld door de marktmeester beperken de werkzaamheden voor de beleidsmedewerker zich tot een minimum van circa 0,5 tot 1 uur per week.

Voor de jaren 2006 en volgende zullen de inkomsten, net als voorgaande jaren, gefaseerd worden verhoogd, en wordt op de onderdelen inzet buitendienstpersoneel en schoonmaken markt bekeken of vermindering van kosten mogelijk is.

Voor een goed functionerende warenmarkt is het noodzakelijk dat de gemeentelijke marktbegroting openbaar is en dat de cijfers tijdig bekend worden gemaakt. Daarnaast moet de begroting helder zijn opgesteld, en moet er duidelijkheid zijn over de doorberekening van verschillende kosten. Het moet vastliggen welke posten in de begroting worden opgenomen.

Een overzicht van opbrengsten en uitgaven is als bijlage bij deze notitie gevoegd.

Hoofdstuk 5 Besluitvormingsprocedure en communicatie

Dit ontwerp-beleid (met bijbehorende bijlagen) is in augustus 2006 voor nader commentaar voorgelegd aan medewerkers van de afdelingen BOR (Beheer Openbare Ruimte), VTO, (Vergunningen, Toezicht, Ondersteuning), Concernstaf, Brandweer en de wijkagent.

Daarna is dit concept aan de marktcommissie en de winkeliersvereniging Planetenbaan voorgelegd tijdens de vergadering van 25 september 2006. Deze hebben instemmend gereageerd.

Het college stelt het beleid vast en de nieuwe Marktverordening wordt ter besluitvorming naar de raad gestuurd.

Na vaststelling in de raad wordt het beleid bekend gemaakt in de Biltse en Bilthovense Courant en Vierklank, evenals de Marktverordening 2007 met de daarbij behorende toelichting en nadere regels.

Een brochure wordt opgesteld en via de website van de gemeente De Bilt is speciale aandacht voor de markt aan de Planetenbaan.

Procedure:

? Advies marktcommissie (25 september 2006)

?

? Besluit college

?

? Gemeenteraad

Hoofdstuk 6 Evaluatie

Het marktbeleid is voortdurend aan evaluatie onderhevig. Na twee jaar zal in elk geval een moment worden ingebouwd waarop dit beleid in overleg met de marktcommissie wordt geëvalueerd.