Regeling vervallen per 30-06-2011

Beleidsregels Toekennen huisnummers

Geldend van 28-05-2009 t/m 29-06-2011

Intitulé

Beleidsregels Toekennen huisnummers

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleidsregels Toekennen huisnummers

A.Objecten die in aanmerking komen voor nummering

De volgende zaken komen in aanmerking voor toekenning van een huisnummer:

Object een verblijfsobject, ligplaats of standplaats.

Verblijfsobject een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat rechtstreeks vanaf de openbare weg, via het eigen erf of een gemeenschappelijke ruimte toegankelijk is en waarbinnen alle ruimtes met elkaar in verbinding staan.

Ligplaats: een deel van het openbare water dat bestemd en/of in gebruik is voor het permanent afmeren van een vaartuig.

Standplaats: een kavel, die bestemd en/of in gebruik is voor het plaatsen van een woonwagen.

Een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt (afgebakend terrein) krijgt geen nummering. Ook aan lantaarnpalen, kasten van nutsbedrijven, geldautomaten, parkeerplaatsen, en dergelijke, mag geen nummering worden toegekend.

Aan grote verblijfsobjecten of complexen als ziekenhuizen, verzorgingshuizen en bejaardenhuizen wordt één nummer toegekend. Dit heeft te maken met de vele mutaties die kunnen voorkomen in dergelijke verblijfsobjecten. Daarboven is het voor de postverzorgende bedrijven ondoenlijk de post per individuele kamer of unit te bezorgen.

De richtlijn in dergelijke gevallen is dat indien het gebouw een beheerder/postkamer heeft, dan krijgt het hele gebouw één nummering. De (interne) nummering van de verschillende kamers/units/kantoren wordt dan door de beheerder zelf uitgevoerd.

BSituaties voor het toekennen van huisnummers

De hoofdregels voor het toekennen van huisnummers is: het adres volgt het object.

Het adres is een kenmerk van een object. Het adres is nodig om het object te kunnen identificeren en om het te kunnen vinden. Als het object verdwijnt, verdwijnt ook het adres. Een nieuw object krijgt een nieuw adres, dat echter in de benaming hetzelfde kan zijn als het oude adres.

In de navolgende situaties wordt een huisnummer verstrekt:

  • 1.

    Nieuwbouw: er is sprake van een nieuw object, waardoor een nieuw huisnummer moet worden toegekend.

  • 2.

    Sloop: een bestaand object verdwijnt, waardoor het bestaande huisnummer moet worden ingetrokken.

  • 3.

    Splitsing: één object wordt gesplitst in meerdere objecten waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en meerdere nieuwe nummers moeten worden toegekend.

  • 4.

    Samenvoeging: meerdere objecten worden samengevoegd tot één object, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken en er één nieuw huisnummer wordt verstrekt.

  • 5.

    Vernummering: meerdere objecten krijgen een nieuw huisnummer, waardoor de oude huisnummers moeten worden ingetrokken.

  • 6.

    Nummering op verzoek: op verzoek van belanghebbenden of derden, indien de noodzaak daarvoor in verband met gewijzigde of te wijzigen omstandigheden is aan te tonen, kan een bestaand nummer (of adres) wijzigen, waardoor het oude nummer moet worden ingetrokken en een nieuw nummer moet worden toegekend.

Het intrekken en toekennen van nieuwe huisnummers geschiedt door middel van nummerbeschikkingen. Deze worden afgegeven door de afdeling Vergunningen en Toezicht.

C.Wijze van nummeren

De volgende regels gelden bij het toekennen van het nummer zelf.

  • 1.

    Het nummer kan alleen worden toegekend binnen een officiële naamgeving. Als er nog geen straatnaam is vastgesteld dient dit eerst te gebeuren

  • 2.

    Het nummer bestaat eerst uit een getal;

  • 3.

    Indien nodig wordt het nummer gevolgd door een hoofdletter (niet een I, J, 0 of Q in verband met verwarring met cijfers en andere letters);

  • 4.

    Indien nodig wordt ad 3. gevolgd door een toevoeging en een volgnummer.

  • 5.

    Een eventueel bij een getal gebuikte lettercombinatie mag geen betekenis kennen

  • 6.

    De nummering is opgebouwd uit de combinatie cijfers — letters — toevoeging — volgnummer.

  • 7.

    Bij het toekennen van nummers bij bestaande situaties, gelden de volgende regels (afhankelijk van de bestaande situatie):

    • ·

      De nummers lopen op vanuit het centrum van de woonplaats, of vanuit een voor dit doel vast te stellen centraal punt.

Op wegen die loodrecht op deze richting liggen, nummeren volgens de richting met de wijzers van de klok mee.

In deze situatie moeten de nummers aan de ene kant oneven en aan de andere kant even zijn. Dit geldt eveneens voor het geval dat de weg slechts aan één zijde wordt bebouwd, en voor gebouwen die niet direct aan de weg zijn gelegen. Een gekozen systeem dient zo goed mogelijk consequent te worden doorgevoerd. Bij

doodlopende wegen dient de nummering vanaf de aangrenzende weg aan te vangen.

  • ·

    De nummers lopen op van noord via oost naar zuid en van west via noord naar oost. Op de tussengelegen wegen moet van de twee richtingen de dichtstbijgelegen richting worden aangehouden. Bij precies in een richting van 45° gelegen wegen ten opzichte van de noord-zuidas, moet van noord naar zuid worden genummerd.

  • ·

    De nummering geschiedt in overeenstemming met de rangorde van wegen. Deze nummering is alleen geschikt voor nieuwe wijken die ten opzichte van de bestaande bebouwde omgeving afgezonderd zijn gesitueerd.

Bij bovenstaande wijze van toekennen van nummers, geldt dat altijd bij de per kern gehanteerde methode van nummering wordt aangesloten

  • 8.

    Wanneer een weg begint of eindigt met, dan wel onderbroken wordt door een plein dat dezelfde naam draagt als die weg, moet worden doorgenummerd alsof het plein een onderdeel van die weg is.

  • 9.

    Bij gebouwen met meer dan één hoofdtoegang dient het gebouw denkbeeldig in zoveel delen te worden verdeeld als er hoofdtoegangen zijn. Elk deel moet afzonderlijk van een nummer of een nummerreeks worden voorzien.

  • 10.

    Gebouwen met toegangen aan verschillende wegen moeten worden genummerd volgens de nummering zoals deze plaats vindt langs de weg of straat waaraan de (hoofd)toegangen gelegen zijn.

  • 11.

    Het nummeren van gebouwen met meer dan één bouwlaag waarin meer nummers vereist zijn, moet worden begonnen bij de onderste bouwlaag met voor verblijf van mensen bestemde ruimten. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet om zowel in horizontale als verticale richting te nummeren dan dient steeds eerst te worden gekozen voor horizontaal in richting van nummering en vervolgens verticaal in klimrichting. Wanneer de klimrichting tegengesteld is aan de richting van de nummering, dient steeds eerst te worden gekozen voor de klimrichting.

  • 12.

    Bij sterk wisselende bebouwing moeten even en oneven nummers aan elkaar worden gerelateerd.

  • 13.

    Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, moet het maximaal te verwachten aantal huisnummers worden gereserveerd.

  • 14.

    Voor zover niet in deze regels opgenomen, gelden de bepalingen van de NEN normen 1773 en 1774

D.Afhandeling van kosten die ontstaan door het toekennen van nieuwe huisnummers

Als de gemeente genoodzaakt is objecten te vernummeren, veroorzaakt dat overlast en financieel nadeel voor de eigenaars of gebruikers van die objecten. Hierbij valt te denken aan kosten van verhuisberichten, veranderen van briefpapier, advertenties, reclames, opdrukken en dergelijke. Deze kosten worden gezien het evenredigheidsbeginsel niet afgewend op de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object. Er zal in zo'n geval kostenvergoeding moeten worden toegepast.

Deze kostenvergoeding is een standaardregeling die in de overgrote meerderheid van de gevallen de geleden schade compenseert en voorkomt discussies over al dan niet werkelijk gemaakte kosten, het verzamelen en controleren van bonnetjes en nota's en dergelijke.

De volgende situaties zijn denkbaar:

1.Vernummering van het eigen object op verzoek eigenaar/gebruiker

Indien aan een verzoek om het vernummeren van een object van de eigenaar of gebruiker van dat object tegemoet gekomen wordt, worden de kosten die dit met zich meebrengt niet door de gemeente vergoed. De wijze van vergoeding van die kosten wordt tijdens de bouwvergunningprocedure of in het exploitatieplan aanvullend geregeld.

  • 2.

    hernummering op initiatief van de Gemeente de Bilt

  • 2.

    1 Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1. kan door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden op een standaardbedrag aan kostenvergoeding van € 250,- voor particulieren, per te vernummeren object;

  • 2.

    2 Bij vernummeringen anders dan bedoeld onder 1 kan door de eigenaar/gebruiker van het te vernummeren object aanspraak gemaakt worden op een vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten voor bedrijven per te vernummeren object;

  • 2.

    3 Alleen de kosten die gepaard gaan met de opmaak van nieuw briefpapier, reclameuitingen, visitekaartjes, verhuisberichten en portokosten komen voor vergoeding als genoemd in 1.2. in aanmerking. Personeelskosten vallen hier niet onder;

  • 2.

    4 Onder bedrijven worden tevens verstaan: verenigingen, stichtingen, tandartspraktijken, fysiotherapiepraktijken en instellingen

De toepassing van de beleidsregels over kostenvergoeding is gemandateerd aan de afdelingsmanager van de afdeling Vergunningen en Toezicht. In de huisnummerbeschikking wordt, indien van toepassing, tevens over de kostenvergoeding voor de aanvrager besloten.

E.Plaats en zichtbaarheid van de huisnummers

1.Zichtbaarheid

Huisnummers moeten zo dicht mogelijk bij de toegangen van het gebouw, of anderszins volgens 1, worden aangebracht op een vanaf de weg zichtbare plaats. In situaties waarbij deze directe zichtbaarheid niet aanwezig of voor handen is, moet een tweede huisnummer zodanig worden aangebracht, dat dit vanaf de weg zichtbaar is.

2.Hoogte

De afstand tussen de onderzijde van het huisnummer en het bij de toegang van het gebouw aansluitende niveau dient niet minder dan 1,75 m en niet meer dan 2,25 m te zijn. Voor aan te brengen verzamel- of verwijsborden dient een daarmee overeenkomende plaatsing te worden aangehouden.

3. Verzamel- en verwijsborden

In de situatie die op onoverzichtelijke wijze op de weg aansluiten, dienen zich verzamel- en/of verwijsborden te bevinden. De aanduidingen dienen duidelijk zichtbaar te zijn.

Verzamelborden dienen te worden aangebracht nabij één van de volgende plaatsen:

  • -

    de (openbare) weg;

  • -

    de toegang van een (openbare) bij een gebouw behorende parkeergelegenheid of parkeergarage; - de toegang van een afzonderlijk voetpad;

  • -

    de hoofdtoegang van een gebouw;

  • -

    de toegang van een galerij, gang e.d.;

  • -

    een trap of lifthal;

  • -

    een lift.

Op "verzamelborden" kan worden volstaan met het vermelden van het laagste en het hoogste nummer bijv.: 2 — 24 35

4.De kleur van de bordjes bedraagt wit, de cijfers zwart.