Regeling vervallen per 11-01-2024

Verordening regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

Geldend van 01-01-2016 t/m 10-01-2024

Intitulé

Verordening regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

De raad van de gemeente De Fryske Marren;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van De Fryske Marren, nummer 2015/092;

gelet op artikel 10.23, eerste lid van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    wet: Wet milieubeheer;

  • c.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • d.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende per-soon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde of aangewezen plaats, waarbij de daadwerkelijke overdracht plaatsvindt op het moment dat de afvalstoffen in het inzamelmiddel of -voorziening zijn gebracht;

  • e.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- en/of bewaarmiddel, bijvoor-beeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box, big-bag ten behoeve van één huishouden;

  • f.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

  • g.

    milieupas: een identificatiemiddel met een uniek, digitaal pasnummer voor de individuele registratie en afrekening van het afvalaanbod;

  • h.

    inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • i.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • j.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • k.

    gestapelde bouw: een woongebouw dat uit meer dan één bouwlaag bestaat en bestemd is voor bewoning door meer dan één huishouden, bijvoorbeeld een flat, een appartementencomplex, boven- en benedenwoningen en maisonnettes;

  • l.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • m.

    wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • n.

    buitengebied: het gebied gelegen buiten de bebouwde kom, waarvan de gemeenteraad de grenzen heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 20a, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994;motorrijtuigen: alle voertuigen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

Hoofdstuk 2. Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 2. Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1. Het college wijst de inzameldienst aan die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet op de aanwijzing, als bedoeld in de leden 1 en 2 van dit artikel, van toepassing.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • ·

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • ·

      klein chemisch afval;

    • ·

      (verpakkings)glas;

    • ·

      oud papier en karton;

    • ·

      textiel;

    • ·

      puin, bouw- en sloopafval;

    • ·

      verduurzaamd hout;

    • ·

      grof tuinafval;

    • ·

      asbest en asbesthoudend afval;

    • ·

      grof huishoudelijk afval;

    • ·

      huishoudelijk restafval;

    • ·

      elektrische en elektronische apparatuur, waaronder verlichtingsapparatuur;

    • ·

      metaal;

    • ·

      banden;

    • ·

      schone grond

    • ·

      drukhouders (gasflessen);

    • ·

      fietswrakken.

  • 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet door de inzameldienst verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5. Frequentie van inzamelen bij elk perceel

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste eenmaal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste eenmaal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 3. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 wordt huishoudelijk restafval en groente-, fruit- en tuinafval nabij elk perceel ingezameld in de delen van de gemeente waar door het college de ondergrondse container, de verzamelcontainer, de aanbiedplaats dan wel een andere vergelijkbare inzamelvoorziening is aangewezen voor de gebruikers van een aantal percelen.

  • 5. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals praktische belemmeringen in verband met de verkeersveiligheid, de bereikbaarheid van de inzamelvoorziening door het inzamelvoertuig, de aanwezigheid van kabels en leidingen en de aanwezigheid van andere objecten in de openbare ruimte, kan door of namens het college bepaald worden dat de afstand tussen de inzamelvoorzieningen, bedoeld in lid 4, en de perceelsgrens van de betreffende percelen maximaal 125 meter bedraagt.

Artikel 6. Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 3. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzamel-dienst, andere inzamelaars of aan de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8. Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval bij gebruikers van:

    • a.

      percelen die deel uitmaken van een gestapelde bouw en ten behoeve waarvan geen inzamelmiddelen zijn verstrekt;

    • b.

      percelen die zijn gelegen in gebieden die door het college zijn aangewezen.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1. Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 4. Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 5. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere plaatsen en andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als be-doeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4. Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel die de in lid 1 bedoelde categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbiedt, verboden afvalstoffen toe te voegen aan en ter inzameling aan te bieden met die van voornoemde gebruiker.

Artikel 12. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 13. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Hoofdstuk 4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Artikel 14. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 15. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 14 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

  • 3. Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 14 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 14 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 16. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Hoofdstuk 5. Zwerfafval

Artikel 17. Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 18. Achterlaten van straatafval

  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen ten behoeve van de opvang van afval.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen, tenzij het afval betreft waarvoor speciale bakken, manden of soortgelijke voorwerpen zijn geplaatst.

Artikel 19. Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken, te verspreiden of te verplaatsen.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen, in brand te steken of anderszins te behandelen waardoor zwerfafval kan ontstaan.

Artikel 20. Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kun-nen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkom-stig, wordt opgeruimd.

Artikel 21 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of ander promotiemateriaal onder het publiek ver-spreidt, is verplicht deze en/of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 22. Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werk-zaamheden.

Hoofdstuk 6. Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 23. Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een in-richting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijk afvalstoffen.

Artikel 24. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

Artikel 25.Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen

Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of gebruiker ervan duidelijk heeft kenbaar gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk.

Artikel 26. Verbod voor niet-inwoner om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden

Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente De Fryske Marren hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 27. Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel

Onderwerp

Artikel 6

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 7

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 8

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

Artikel 9

Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 11

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

Artikel 12

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 15

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 16

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 17

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 18

Achterlaten van straatafval

Artikel 19

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereedstaande afvalstoffen

Artikel 20

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 21

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 22

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 23

Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 24

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 25

Verbod ongewenst drukwerk te bezorgen

Artikel 26

Verbod voor niet-inwoner om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden

Artikel 28. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.

Artikel 29. Inwerkingtreding nieuwe en intrekken oude verordeningen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

  • 2. De volgende verordeningen worden per 1 januari 2016 ingetrokken:

    • a.

      de Afvalstoffenverordening van de gemeente Skarsterlân 2010, vastgesteld d.d. 29 september 2010;

    • b.

      de Afvalstoffenverordening gemeente Gaasterlân-Sleat 2010, vastgesteld d.d. 22 december 2009;

    • c.

      de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Lemsterland, vastgesteld d.d. 23 april 2009;

    • d.

      de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Boarnsterhim, vastgesteld d.d. 1 maart 2011, voor het gebied dat tot de gemeente De Fryske Marren behoort.

Artikel 30. Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen verleend krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2. Ontheffingen verleend krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag be-schouwd als een aanvraag tot aanwijzing als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag be-schouwd als een aanvraag tot ontheffing als bedoeld in deze verordening

  • 6. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste of tweede lid , dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het derde lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in de verordeningen bedoeld in artikel 29, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende bezwaar- of beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid.

  • 7. De intrekking van de verordeningen bedoeld in artikel 29, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordeningen genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 31. Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente De Fryske Marren.

Ondertekening

Vastgesteld in de raadsvergadering van 15 december 2015,
de griffier, de voorzitter,
H.A. van Dijk-Beekman F. Veenstra