Regeling vervallen per 23-11-2018

Beleidsregels artikel 13 b Opiumwet

Geldend van 29-11-2016 t/m 22-11-2018

Intitulé

Gemeente De Fryske Marren Beleidsregels artikel 13 b Opiumwet

De burgemeester van de gemeente De Fryske Marren,

Gelet op artikelen 13b Opiumwet jo. 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat:

Voor het toepassen van artikel 13b Opiumwet beleidsregels wenselijk worden geacht;

Beluit vast te stellen:

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet

Op basis van artikel 2 jo. 3 Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben en te vervaardigen.

Op grond van artikel 13b, eerste lid, Opiumwet is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I en, of, II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is.

Op grond van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht wordt door vaststelling van deze beleidsregels invulling gegeven aan de bevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet.

Artikel 1 Doelstellingen

Dit beleid kent de volgende doelstellingen:

  • a.

    Inzichtelijk maken op welke manier de burgemeester zal optreden krachtens artikel 13b Opiumwet;

  • b.

    Het zichtbaar onttrekken van een woning of lokaal aan het illegale circuit;

  • c.

    Wegnemen van de bekendheid van een woning of lokaal als zijnde locatie waar drugs verkregen kan worden;

  • d.

    Leveren van een bijdrage aan het terugdringen van de criminaliteit die direct dan wel indirect in relatie staat tot de overtreding van de Opiumwet;

  • e.

    Samenwerking en afstemming tussen partners, waar nodig verbeteren, wanneer het gaat over de aanpak van overtredingen van de Opiumwet waarvoor artikel 13b Opiumwet ingezet kan worden.

Artikel 2 Uitgangspunten van het beleid

In beginsel zal worden opgetreden door over te gaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang op grond van artikel 13b Opiumwet, inhoudende een sluiting van een woning of lokaal. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan een bestuurlijke waarschuwing worden afgegeven.

Artikel 3 Reikwijdte

Het begrip woning omvat in ieder geval:

  • a.

    Woningen;

  • b.

    Woonwagens;

  • c.

    Woonschepen;

  • d.

    Woonketen;

  • e.

    Bijbehorende erven.

Het begrip lokalen omvat panden die niet de bestemming woning hebben, zoals:

  • a.

    Loodsen;

  • b.

    Winkels;

  • c.

    Bedrijfsruimten.

Sluiting van de woning of lokaal geldt in beginsel voor de gehele woning of lokaal.

Bij het begrip woning of lokaal kan worden afgeweken indien zich bijvoorbeeld de situatie voordoet waarin sprake is van kamerverhuur, waarbij een gedeelte van de woning of lokaal wordt afgesloten.

HANDHAVING OVERTREDING ARTIKEL 13b OPIUMWET

Artikel 4 Handhavingsuitgangspunten

Bij de overweging of zal worden overgegaan tot sluiting van een woning of lokaal wordt gekeken naar:

  • a.

    de handelshoeveelheid;

  • b.

    de ernst van het geval;

  • c.

    de omstandigheden van het geval;

  • d.

    de betrokken belangen;

  • e.

    gezinssamenstelling;

  • f.

    de mate van professionaliteit.

Artikel 5 Handelshoeveelheid

Bij de aanwezigheid van een middel zoals genoemd in lijst I en, of, lijst II van de Opiumwet in een pand die groter is dan een hoeveelheid voor eigen gebruik is in beginsel aannemelijk dat hier sprake is van een handelshoeveelheid bestemd voor verkoop, aflevering of verstrekking. Panden waarin geen handelshoeveelheid van een middel zoals genoemd in lijst I en/of lijst II wordt aangetroffen, maar aannemelijk is dat deze wordt gebruikt ten behoeve van productie en, of, handel kan worden overgegaan tot sluiting.

Artikel 6 Handhavingsrichtlijn

De regie van de bestuurlijke handhaving en de coördinatie van de uitvoering hiervan ligt bij de gemeente.

De taken van de politie zijn:

  • a)

    Constatering overtreding

  • b)

    Opmaken proces-verbaal

  • c)

    Melding aan burgemeester + verstrekken van schriftelijke informatie door de politie (zoals het toesturen van een bestuurlijke rapportage).

De taken van het Openbaar Ministerie zijn:

  • a)

    bij voldoende bewijskracht in proces-verbaal en indien opportuun, vervolgen van strafbare feiten

  • b)

    toepassen van dwangmiddelen (zoals doorzoekingen of voorlopige hechtenis, indien opportuun en daartoe wettelijke bevoegdheden zijn)

  • c)

    leiden van opsporingsonderzoeken

De taken van de gemeente zijn:

  • a)

    uitvoeren handhavingsrichtlijn

  • b)

    Indien opportuun, toepassen van bestuursdwang

  • c)

    Indien niet door eigenaar tot sluiting wordt overgegaan, sluiten en verzegelen van object

Handhavingsrichtlijn in geval van aanwezigheid van een middel genoemd in lijst I en, of, lijst II van de Opiumwet in een lokaal en of behorende erven:

  • a.

    1e Constatering verkoop van of aanwezigheid van een middel zoals genoemd in lijst I en of lijst II in een lokaal en of behorende erven leidt tot last onder bestuursdwang op grond van artikel 13b Opiumwet inhoudende sluiting van 3 maanden

  • b.

    2e constatering verkoop van of aanwezigheid van een middel zoals genoemd in lijst I en of lijst II in een lokaal en of behorende erven leidt tot last onder bestuursdwang op grond van artikel 13b Opiumwet inhoudende sluiting van 6 maanden

Handhavingsarrangement in geval van aanwezigheid van een middel genoemd in lijst I en, of, lijst II van

de Opiumwet in een woning en, of, behorende erven:

  • a.

    1e Constatering verkoop van of aanwezigheid van een middel genoemd in lijst I, en of, lijst II van de Opiumwet <50 gram, <5 ml vloeistof, dan wel >5 – 20 hennepplanten leidt tot een waarschuwing tenzij sprake is van een ernstige situatie zoals bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregels.

  • b.

    2e Constatering binnen twee jaar na eerste constatering leidt tot last onder bestuursdwang op grond van artikel 13b Opiumwet inhoudende een sluiting van minimaal 3 maanden en maximaal 12 maanden. Daarbij dient de ernst van de situatie zoals bedoeld in artikel 7 van deze beleidsregels meegewogen te worden.

Artikel 7 Ernst van de situatie

Bij het constateren van verkoop van of aanwezigheid van een middel genoemd in lijst I, en of, lijst II van de Opiumwet kan sprake zijn van een ernstige situatie. Indien sprake is van een ernstige situatie kan de burgemeester besluiten direct over te gaan tot sluiting van een lokaal en of behorende erven dan wel de woning en of behorende erven.

Van een ernstige situatie wordt in elk geval uitgegaan bij harddrugs, meer dan 30 gram softdrugs of meer dan 20 hennepplanten.

Van een ernstige situatie kan tevens sprake zijn indien een of meer van de, niet limitatieve en niet cumulatief bedoelde, onderstaande indicatoren zich voordoen:

Indicatorenlijst:

  • a)

    De hoeveelheid aangetroffen middelen als bedoeld in lijst I of lijst II van de Opiumwet. Daarbij ligt de grens bij de hoeveelheid die volgens het Openbaar Ministerie als voorraad voor eigen gebruik kan worden aangemerkt. Dit is voor harddrugs één bolletje, één pil, 0,5 gram of 5 ml vloeistof. Voor softdrugs is dit maximaal 5 gram en voor hennep betreft dit maximaal 5 hennepplanten. Indien meer dan dergelijke hoeveelheden wordt aangetroffen, kan op grond van de jurisprudentie aangenomen worden dat het gaat om handel en hoeft er geen sprake te zijn van daadwerkelijke verkoop, aflevering of verstrekking. Daarnaast kan er sprake zijn van andere signalen die duiden op beroeps- of bedrijfsmatigheid, zoals de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal, grote som(men) geld, weegschaal, etc.

  • b)

    De mate waarin de woning of niet voor het publiek toegankelijk lokaal betrokken is bij de drugshandel in georganiseerd verband.

  • c)

    Er is sprake van gewelds- of andere openbare orde delicten.

  • d)

    Er is sprake van één of meer (vuur) wapen (s)/verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie.

  • e)

    Er is een vermoeden van verwijtbaarheid van de bewoner(s)/betrokkenen.

  • f)

    Er is een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkenen verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten, of zelf antecedenten heeft (hierbij moet met name worden gedacht aan antecedenten t.a.v. de Opiumwet of de Wet Wapens en Munitie, maar ook antecedenten op het gebied van geweld jegens personen of zaken, zoals mishandeling, bedreiging, vernietiging of diefstal e.d. kunnen een rol spelen.

  • g)

    Er is sprake van recidive.

  • h)

    Er is sprake van een combinatie van middelen als bedoeld in lijst I en lijst II Opiumwet.

  • i)

    De mate van gevaar voor in de omgeving, mate van risico voor omwonenden.

  • j)

    De mate van overlast.

  • k)

    Aannemelijkheid dat de woning of niet voor het publiek toegankelijke lokaal niet overeenkomstig de (woon)functie wordt gebruikt.

  • l)

    Aannemelijkheid dat behalve de woning, het niet voor het publiek toegankelijke lokaal of het daarbij behorende erf nog één of meer locaties betrokken is/zijn bij drugshandel in georganiseerd verband of als aanwezigheid van drugs hierop duidt.

  • m)

    Overige feiten of omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

Artikel 8 Huurovereenkomst

Indien de gemeente verhuurder is geldt bij een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet dat in beginsel wordt overgegaan tot ontbinding van de huurovereenkomst.

Artikel 9 Vervangende woonruimte

In beginsel wordt bij het sluiten van een woning geen vervangende woonruimte aangeboden.

Artikel 10 Moment oplegging last onder bestuursdwang: sluiting

Indien wordt beslist om over te gaan tot sluiting zal in beginsel, indien geen ander tijdstip is vastgesteld in de last onder bestuursdwang, 72 uur na bekendmaking van de last onder bestuursdwang worden overgegaan tot sluiting.

Artikel 11 Opheffen sluiting

Door een belanghebbende kan een schriftelijk verzoek aan de burgemeester worden gericht om de sluiting op te heffen. In het verzoek dient gemotiveerd te worden aangegeven dat op basis van nieuwe feiten en omstandigheden het aannemelijk is dat niet opnieuw de Opiumwet wordt overtreden.

Artikel 12 Communicatie

De sluiting wordt geregistreerd in het WKPB – register zoals dat is voorgeschreven in de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke beperkingen.

Na de verloop van de sluitingstermijn wordt de beperking uitgeschreven uit het WKPB - register.

Artikel 13 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als beleidsregels artikel 13b Opiumwet De Fryske Marren.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente De Fryske Marren op 23 november 2016.
de burgemeester,
F.Veenstra