Beleidsregels stoken van Paasvuren in de gemeente De Fryske Marren

Geldend van 14-12-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels stoken van Paasvuren in de gemeente De Fryske Marren

Burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren,

overwegende,

dat het maken van open vuur verboden is;

dat het verboden is om zich van afvalstoffen te ontdoen door deze buiten een inrichting te verbranden;

dat zowel het milieu, de openbare orde en de veiligheid gebaat zijn bij duidelijke regelgeving;

dat Burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van voornoemde verboden;

dat Burgemeester en wethouders in principe bereid zijn een ontheffing te verlenen, mits het om een paasvuur gaat;

dat de raad een ruimhartig beleid wenst, zoals verwoord in de motie van 28 oktober 2015;

besluiten:

met toepassing van de artikelen 108 en 149 Gemeentewet, artikel 5:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening en de artikelen 10.2 en 10.63 lid 1 van de Wet Milieubeheer (Wm), de volgende beleidsregels vast te stellen voor het stoken van paasvuren:

1. Mogelijkheden te verlenen ontheffingen

  • Per dorp of stad, binnen de gemeente, kunnen (indien aangevraagd) meerdere ontheffingen voor een paasvuur (een open vreugdevuur die voor publiek toegankelijk is) worden verleend.

  • Er kunnen alleen ontheffingen verleend worden voor het ontsteken en branden van een paasvuur op eerste of tweede Paasdag tussen 18.00 en 00.00 uur.

  • Het voortbestaan van bestaande paasvuren wordt gewaarborgd, ook wanneer er gedurende een jaar geen ontheffing aangevraagd mocht worden.

2. Voorwaarden waaraan minimaal voldaan moet worden bij het indienen van een aanvraag (indieningsvereisten)

locatiekeuze in het kader van veiligheid en milieu, middels een kaart bij de aanvraag door aanvrager aan te tonen.

  • De paasbult moet buiten de bebouwde kom liggen.

  • De paasbult mag niet op grond in eigendom van de gemeente liggen.

  • De paasbult moet op een overzichtelijk terrein opgebouwd worden.

  • De paasbult moet te allen tijde goed bereikbaar zijn voor de hulpdiensten.

  • De paasbult mag een maximale omvang hebben van 500 m3.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 5 meter van oppervlaktewater (binnen een beschermingszone) liggen.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 20 meter van een (spoor) weg liggen.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 40 meter van en hoogspanningstracé liggen.

Indien de afstand minder dan 500 meter bedraagt dient melding gedaan te worden bij de netbeheerder.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 50 meter van een bouwwerk liggen.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 100 meter van bos, heide, veen of ander natuurgebied liggen.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 200 meter van rietgedekte bebouwing liggen.

  • De paasbult moet op een afstand van meer dan 500 meter van een provinciale weg (N-weg) of rijksweg (A-weg) liggen.

3. Overgangsbeleid

  • De ontheffingen worden vanaf 2017 verleend wanneer voldaan wordt aan de hierboven onder 1 en 2 genoemde omstandigheden en voorwaarden, dit naast de in de ontheffingen op te nemen nadere voorschriften.

  • In afwijking hiervan kan ten behoeve van (uitsluitend) het dorp Echten een ontheffing worden verleend in afwijking van de in artikel 1 genoemde ontbrandingstijden.

4. Bijzondere omstandigheden

Indien bijzondere omstandigheden hiertoe aanleiding geven kan gemotiveerd worden afgeweken van de beleidsregels.

5. Inwerkingtreding beleid

Het beleid treedt in werking de dag na publicatie.

Voorschriften stoken van Paasvuren in De Fryske Marren

Op te leggen voorschriften bij ontheffingen (ex artikel 5:34 APV en 10.63 Wm) voor het ontsteken van Paasvuren binnen de gemeente De Fryske Marren.

De voorschriften hebben betrekking op de aspecten veiligheid, openbare orde, overlast, milieu, flora en fauna en kunnen indien nodig tussentijds worden aangepast.

Algemeen

• Het aanleggen, hebben en stoken van een paasbult mag geen gevaar opleveren voor de omgeving.

• De ontheffingshouder dient op aanvraag van een toezichthouder van de gemeente, brandweer/veiligheidsregio en/of van de politie een exemplaar van de ontheffing te kunnen tonen.

• Eventuele aanwijzingen c.q. bevelen van de politie, brandweer/veiligheidsregio en/of de toezichthouder van de gemeente, gegeven in het belang van de openbare orde of de veiligheid, dienen door de ontheffingshouder meteen en stipt te worden opgevolgd.

• De kosten welke gemaakt worden door de brandweer ten gevolge van een overtreding van de ontheffingsvoorschriften kunnen op de veroorzaker worden verhaald.

Aansprakelijkheid

• De ontheffingshouder is verplicht de schade, die door het gebruik van de ontheffing wordt toegebracht aan eigendommen van de gemeente De Fryske Marren, naar genoegen van de gemeente De Fryske Marren te herstellen of aan de gemeente te vergoeden.

• De gemeente De Fryske Marren is niet aansprakelijk voor schade, die de ontheffingshouder of derden bij het gebruik van de ontheffing mochten lijden. De ontheffingshouder vrijwaart de gemeente voor alle aanspraken van derden over schade uit welke hoofde dan ook, direct of indirect voortvloeiende uit het gebruik van de ontheffing.

• De ontheffing sluit de aansprakelijkheid en verplichtingen krachtens andere wettelijke regelingen niet uit.

Opbouw en ontsteken paasbult

• De paasbult moet aaneengesloten en stabiel worden opgebouwd.

• Het tijdstip van ontsteken van de paasbult dient vooraf te worden gemeld aan de Regionale brandweer (Veiligheidsregio) alarmcentrale Drachten, telefoonnummer 088 0230804.

• De paasbult mag niet worden ontstoken bij mist

• De paasbult mag niet worden ontstoken bij windkracht 5 of meer (=krachtige wind).

• De paasbult mag niet worden ontstoken, of de ontbranding ervan moet worden beëindigd, wanneer de windrichting zodanig is, dat derden of het verkeer op de openbare weg en/of een spoorweg hinder ondervinden van rookontwikkeling of vliegvuur.

• Tijdens de opbouwwerkzaamheden aan de paasbult, tijdens het ontsteken en zo lang deze blijft branden moeten ten minste twee meerderjarige personen namens de organisatie aanwezig zijn bij de paasbult. Deze personen dienen op de hoogte te zijn van de voorschriften in de ontheffingen.

• Bij het verlaten van het terrein moet het vuur zijn geblust, zodat geen gevaar bestaat voor doorsmeulen of wederom opvlammen van brandbare stoffen.

Milieu (voorschriften op grond van de Wm)

• De te verbranden materialen mogen uitsluitend bestaan uit organische materialen, te weten schoon snoeihout.

• Het verbranden van bouw- en sloophout en/of riet dat van daken afkomstig is, is niet toegestaan.

• De te verbranden organische materialen mogen niet bewerkt zijn met oliën, chemische producten zoals verf, lak, impregneermiddelen en dergelijke.

• De paasbult mag alleen ontstoken worden met milieuvriendelijke materialen. Onder milieuvriendelijke materialen wordt in elk geval niet verstaan vloeibare aardolieproducten zoals benzine, terpentine, etc.

• Op aanwijzing van de gemeente moeten bodem beschermende maatregelen worden getroffen.

Opruimen (restanten) paasbult

• De ontheffingshouder dient er voor te zorgen dat, binnen vier dagen, na het ontsteken van de paasbult de restanten van de paasbult grondig zijn opgeruimd, zodanig dat er geen milieuschade aan bodem en water kan ontstaan.

• De as- en verbrandingsresten dienen na afloop afgevoerd te worden naar een daartoe erkende afvalinzamelaar.

• Mocht om wat voor reden dan ook de paasbult niet kunnen worden ontstoken op eerste of tweede Paasdag, dan dient de ontheffingshouder binnen 1 week na deze datum de paasbult te verwijderen en af te voeren naar een erkende verwerker. De kosten van het verwijderen komen voor rekening van de ontheffingshouder.