Regeling vervallen per 30-03-2019

Verwervingskosten Participatietrajecten.

Geldend van 14-03-2017 t/m 29-03-2019

Intitulé

Verwervingskosten Participatietrajecten.

Kosten die verband houden met participatie worden verwervingskosten genoemd. Het gaat om kosten die gemaakt worden om je beroep te kunnen uitoefenen zoals: reiskosten (woon-werkverkeer) of kosten die het gevolg zijn van het verwerven of aanvaarden van werk.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Doelgroep

  • 1. Doelgroep: Personen zoals genoemd in artikel 7 lid 1 onder a van de Participatiewet.

    Voor het hoofdstuk reiskosten wordt deze doelgroep uitgebreid met de doelgroep genoemd in artikel 3 lid 1 van de Inburgeringswet.

  • 2. Ondersteuning: een noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals bedoeld in artikel 10 en 10a van de Participatiewet.

Artikel 2 Kosten die voor vergoeding in aanmerking komen

De volgende kosten worden tot de verwervingskosten gerekend

  • 1.

    kleding

  • 2.

    woon-werkverkeer

  • 3.

    overige beroepskosten

  • 4.

    oppaskosten en kinderopvangkosten.

Artikel 3 Bekostiging

  • 1. De vergoeding voor verwervingskosten bekostigd vanuit het re-integratiebudget.

  • 2. De eventuele kosten voor een niet-uitkering ontvanger (NUO) maken deel uit van de totale kosten van het traject.

Hoofdstuk 2 Kleding

Artikel 4 Voorwaarden kledingvergoeding

  • 1. Vergoeding is mogelijk voor representatieve kleding en bedrijfskleding inclusief werkschoenen ten behoeve van:

    • a.

      noodzakelijke scholing en/of werk in het kader van een re-integratietraject;

    • b.

      werkzaamheden bij het aanvaarden van een nieuwe dienstbetrekking.

  • 2. Onder kleding wordt tevens verstaan kosten voor het bezoek kapper ten behoeve van representatieve functie.

Artikel 5 Hoogte kledingvergoeding

  • 1. De vergoeding is éénmalig en bedraagt € 100,00 (forfaitair).

  • 2. Een eventuele vergoeding van derden (bijvoorbeeld werkgever of belastingdienst) wordt in mindering gebracht op de kosten.

  • 3. Is de vergoeding van derden hoger dan de werkelijke kosten dan wordt de eventuele hogere vergoeding vrijgelaten.

Hoofdstuk 3 Reiskosten

Artikel 6 Soort reizen

  • 1. Een vergoeding kan verstrekt worden voor reiskosten ten behoeve van:

    • a.

      noodzakelijke scholing en/of (vrijwilligers)werk in het kader van een reintegratietraject, een activeringstraject of een inburgeringstraject.

    • b.

      woon-werkverkeer indien er geen reiskosten door de werkgever worden verstrekt

Artikel 7 Reiskostenvergoeding

  • 1. De reiskosten worden vergoed op basis van gebruik van het openbaar vervoer.

    • a.

      De vergoeding wordt, als er sprake is van een structureel reisdoel, verstrekt in de vorm van een openbaar vervoerpas van vervoerder Arriva, de “Voor Elkaar Pas”.

    • b.

      Bij vermissing van de Voor Elkaar Pas wordt de kostprijs van de vervangende pas ad. € 15,00 in rekening gebracht bij de gebruiker.

  • 2. Wanneer uit medisch advies blijkt dat reizen met openbaar vervoer onmogelijk is, wordt een kilometervergoeding verstrekt voor eigen vervoer.

    • a.

      de vergoeding is gelijk aan de onbelaste vergoeding die de belastingdienst hanteert voor kosten van eigen vervoer (momenteel € 0,19 per kilometer).

    • b.

      een eventuele vergoeding van derden (bijvoorbeeld werkgever of belastingdienst) wordt in mindering gebracht op de kosten.

  • 3. Er wordt geen vergoeding verstrekt als het reisdoel met betrekking tot de Participatiewet of de Inburgeringswet in de eigen woonplaats is.

Hoofdstuk 4 Overige beroepskosten

Artikel 8 beroepskosten

  • 1. Een vergoeding kan verstrekt worden voor overige beroepskosten ten behoeve van onder andere (opsomming is niet limitatief):

    • a.

      inschrijving beroepsvereniging

    • b.

      verklaring goed gedrag

    • c.

      medische keuring

    • d.

      gereedschap of apparatuur om het beroep te kunnen uitoefenen

  • 2. De te maken kosten zijn, naar het oordeel van de consulent of coach, noodzakelijk. De noodzakelijkheid moet door de belanghebbende worden aangetoond.

Artikel 9 Hoogte vergoeding beroepskosten

  • 1. De vergoeding is éénmalig en bedraagt € 100,00 (forfaitair).

  • 2. Een eventuele vergoeding van derden (bijvoorbeeld werkgever of belastingdienst) wordt in mindering gebracht op de kosten. Is de vergoeding van derden hoger dan de werkelijke kosten dan wordt de eventuele hogere vergoeding vrijgelaten.

Hoofdstuk 5 Oppaskosten / kinderopvangkosten

De vergoeding wordt afzonderlijk geregeld in beleidsregels “tegemoetkoming eigen bijdrage

kinderopvang”.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 april 2017 onder intrekking van de beleidsregels Verwervingskosten re-integratie vastgesteld op 5 februari 2015.

  • 2.

    De beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels verwervingskosten Re-integratietrajecten.

Ondertekening

Aldus vastgesteld d.d. 21 februari 2017.
Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,
de secretaris, de burgemeester,
L.Maarleveld F. Veenstra