Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van brug- en sluisgelden 2019

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van brug- en sluisgelden 2019

De raad van de gemeente De Fryske Marren;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2018, nummer 2018/100;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van brug- en sluisgelden 2019

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder een pleziervaartuig een voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig ongeacht het type of de wijze van voortstuwing met een romplengte van 2,5 tot 24 meter gemeten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘brug- en sluisgelden’ wordt een recht geheven voor het van gemeentewege openen en geopend houden van, dan wel de bediening van:

  • 1.

    de Flevobrug te Lemmer, hierbij inbegrepen de bediening van de Blokjesbrug en van de Lemstersluis te Lemmer, ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig komende uit westelijke richting;

  • 2.

    de Lemstersluis, hierbij inbegrepen de bediening van de Blokjesbrug en de Flevobrug te Lemmer, ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig komende uit zuidelijke richting.

  • 3.

    de Rengersbrug te Lemmer ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig;

  • 4.

    de Pier Christiaanbrug te Echtenerbrug ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig;

  • 5.

    de ophaalbrug te Sloten ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig;

  • 6.

    de ophaalbruggen te Balk ten behoeve van de doorvaart van een pleziervaartuig.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene op wiens verzoek de in artikel 2 bedoelde dienst wordt verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven van:

  • 1.

    een roeivaartuig, behorende tot de uitrusting van een ander pleziervaartuig, waarvoor de brug of de sluis tegelijkertijd geopend of opengehouden is.

  • 2.

    vaartuigen van deelnemers en volgschepen tijdens de in de gemeente De Fryske Marren te houden kampioenschappen van de S.K.S. (Sintrale Kommisje Skûtsjesilen) en de I.F.K.S. (Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen).

Artikel 5 Tarief

Het recht bedraagt voor de doorvaart bij:

  • 1.

    De Flevobrug als bedoeld in artikel 2, lid 1 € 5,00

  • 2.

    De Lemstersluis als bedoeld in artikel 2, lid 2 € 5,00

  • 3.

    De Rengersbrug als bedoeld in artikel 2, lid 3 € 2,00

  • 4.

    De Pier Christiaanbrug als bedoeld in artikel 2, lid 4 € 2,00

  • 5.

    De ophaalbrug te Sloten als bedoeld in artikel 2, lid 5 € 2,00

  • 6.

    Beide ophaalbruggen te Balk als bedoeld in artikel 2, lid 6 € 2,00

Artikel 6 Abonnement

  • 1.

    Belastingplichtigen kunnen op aanvraag zich op het verlenen van de in artikel 2 bedoelde diensten abonneren. Het recht bedraagt per kalenderjaar voor de diensten bedoeld in:

    • a.

      artikel 2, lid 1 en lid 2 € 65,00

    • b.

      artikel 2, lid 3, lid 4, lid 5 en lid 6 € 40,00

  • 2.

    De abonnementen, genoemd in het voorgaande lid, zijn gekoppeld aan het vaartuig dat in eigendom of beheer is van de belastingplichtige.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het recht genoemd in artikel 5 wordt geheven bij wege van bekendmaking middels op de of nabij de bruggen of de sluis geplaatste publicatieborden.

  • 2.

    Het recht genoemd in artikel 6 wordt geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving.

Artikel 8 Tijdstip van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht, genoemd in artikel 5, terstond op aanvraag worden voldaan.

  • 2.

    Het recht, genoemd in artikel 6, moet worden voldaan binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het vorige lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de brug- en sluisgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening brug- en sluisgelden 2018 van de gemeente De Fryske Marren, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening brug- en sluisgelden 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2018.

De griffier, De voorzitter,

H.A. van Dijk-Beekman F. Veenstra