Regeling vervallen per 24-02-2021

Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening

Geldend van 01-04-2015 t/m 23-02-2021

Intitulé

Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening

Het college van burgemeester en wethouders besluit, gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, vast te stellen:

Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening

Artikel 1. Begripsbepaling

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      De wet: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs);

    • b.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Friese Meren, ieder hun bevoegdheid uitoefenend voor respectievelijk de gemeente De Friese Meren;

    • c.

      Aanvrager: een inwoner van de gemeente De Friese Meren die een beroep doet op de wet en tot de doelgroep behoort.

  • 2.

    Voor de vormen waarin schuldhulpverlening kan plaatsvinden wordt aangesloten bij de begrippen en producten, zoals omschreven in de Gedragscode Schuldregeling (NVVK), de Gedragscode Budgetbeheer (NVVK) en NEN 8048-1:2013 (NEN).

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Inwoners van de gemeente De Friese Meren van 18 jaar en ouder, die op het moment van aanvraag ingeschreven staan in de wet basisregistratie personen van deze gemeente.

Artikel 3. Aanbod van schuldhulpverlening

  • 1.

    Het college verleent aan aanvrager schuldhulpverlening indien het college dit noodzakelijk acht.

  • 2.

    De vorm waarin het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Aanvrager is aan de gemeente verplicht op verzoek of uit eigen beweging onverwijld en rechtstreeks mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag om schuldhulpverlening als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Aanvrager is verplicht alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is, zowel bij de aanvraag om schuldhulpverlening als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.

  • De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken;

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan;

    • c.

      meewerken aan (schuld)hulpverlening;

    • d.

      het zich houden aan de bepalingen van het schuldhulpverleningstraject.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan

wel te beëindigen.

Artikel 6. Beëindiginggronden

Onverminderd de overige bepalingen in dit besluit, besluit het college tot beëindiging van de

schuldhulpverlening indien:

  • a.

    het schuldhulpverleningstraject succesvol is afgerond;

  • b.

    aanvrager zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldhulpverleningstraject, zeer ernstig misdraagt;

  • c.

    de geboden schuldhulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager, niet (langer) passend is;

  • d.

    het college de schuldhulpverlening niet langer noodzakelijk acht;

  • e.

    aanvrager niet langer woonachtig is in de gemeente.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1.

    Het college kan een aanvraag schuldhulpverlening weigeren indien verzoeker minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, een traject schuldhulpverlening succesvol heeft doorlopen (minnelijk en/of wettelijk).

  • 2.

    Het college weigert een aanvraag schuldhulpverlening indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend:

    • a.

      een traject schuldhulpverlening tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk);

    • b.

      ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd;

    • c.

      schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub b.

  • 3.

    Het college werkt bij een weigering als bedoeld in de leden 1 en 2 wel mee aan het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking per 1 april 2015.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als “Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening”.

Ondertekening

Toelichting

Inleiding algemeen

Op 23 juni 2013 heeft de Raad het beleidsplan 2013-2017 Schuldhulpverlening vastgesteld voor een periode van 4 jaar. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van schuldhulpverlening. Onderhavige regeling is gebaseerd op het beleidsplan te weten: het opstellen van regels over toelating, recidive en het stellen van voorwaarden.

Op grond van de wet moeten er heldere spelregels worden opgesteld: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schuldhulpverlening en waaraan hij zich dient te houden. De gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schuldhulpverlening kan weigeren of beëindigen.

Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schuldhulpverleningspraktijk vanaf het moment dat

de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking trad (op 1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) komt te vallen. Het is van belang om heldere regels over toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp op te stellen.

De schuldhulpverlening in onze gemeente is globaal als volgt: de poortwachtersfunctie wordt ingevuld door het sociaal wijkteam (incl. financieel advies en preventie). Het feitelijke schuldenregelen wordt op dit moment uitgevoerd door Kredietbank Nederland.

De verplichtingen die een aanvrager heeft op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening of op grond van dit besluit gelden voor de verzoeker dus ook richting sociaal wijkteam en Kredietbank Nederland.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

Daarnaast wordt verwezen naar de gedragscodes en protocollen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) en het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN).

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Conform de visie staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente van 18 jaar en ouder. Uiteraard horen ook gezinnen met minderjarige kinderen tot de doelgroep van de gemeentelijke schuldhulpverlening.

Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek te regelen, blijft schuldhulpverlening. Anderzijds wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schuldhulpverlening selectief en gericht ingezet dient te worden.

Lid 2:

Dit artikel toont de kern van schuldhulpverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Dit zijn een aantal van de factoren die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

  • a.

    zwaarte, aard en/of omvang van de schulden;

  • b.

    psychosociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de aanvrager (motivatie);

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Dit is geen limitatieve opsomming.

Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare aanvrager, kan een aanvraag worden geweigerd. Bijvoorbeeld bij een verslaafde die niet bereid is om zijn verslaving aan te pakken, zal schuldhulpverlening zinloos zijn: nieuwe schulden zullen vrijwel zeker ontstaan. Of aan een aanvrager die een forse, recente fraudeschuld heeft of een andere niet-saneerbare schuld zal geen schuldhulpverlening worden aangeboden. Ook is het noodzakelijk dat de schuldenaar beschikt over inkomen, dat voor een schuldregeling in aanmerking is te nemen (bijv. studiefinanciering, in geval een echtscheidingsprocedure). Kan betrokkene de dienstverlening tot het oplossen van schulden zelf bekostigen (inkomenstoets), dan wordt men geacht deze dienstverlening zelf te betalen (eigen kracht).

Het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing blijft wel altijd mogelijk.

Artikel 4. Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de aanvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.

Artikel 5. Weigeren en beëindigen

Indien aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht wordt aanvrager eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit besluit bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Komt aanvrager ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.

Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

Artikel 6. Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening wordt beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast. Onder de term ‘ernstig misdragen’ kunnen diverse vormen van agressie worden verstaan, zie hiervoor het agressieprotocol van de gemeente. Er moet sprake zijn van gedrag:

  • dat verwijtbaar is, en

  • dat in het normale menselijke verkeer in alle gevallen als onacceptabel wordt beschouwd, en

  • waarvan aangifte is gedaan.

Van de 4 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder c. en d. bijzondere aandacht. Daar waar de gemeente wil staan voor een selectieve en gerichte toepassing van schuldhulpverlening, kan dat betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van schuldhulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager. Zie in dat licht ook een duidelijk link met artikel 3 van dit besluit. Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk. Dit dient goed gemotiveerd te worden in de beschikking. Dit kan van toepassing zijn in het geval de schuldenaar de beschikbare afloscapaciteit niet wil inzetten voor aflossing van schulden.

Ook kan worden beëindigd indien een schuldenaar is toegelaten op grond van, zo later is gebleken, onjuiste gegevens, die tot een andere beslissing zouden hebben geleid.

Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van dit besluit mee.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling

op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.

Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) en/of onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling. Daar waar bijvoorbeeld jonge kinderen in het gezin betrokken zijn én er ernstige gevolgen te verwachten zijn, terwijl de ouder(s) verwijtbaar gedrag vertonen, kan worden besloten om toch schuldhulpverlening in te zetten.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit besluit treedt per 1 april 2015 in werking en citeertitel is ‘Besluit Beleidsregels Schuldhulpverlening’.