Interne klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente De Fryske Marren

Geldend van 02-11-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2016

Intitulé

Interne klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente De Fryske Marren

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren

besluit:

• gelet op het gestelde in de Arbeidsomstandighedenwet;

• gelet op verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d. 17 oktober 2016;

tot het vaststellen van de navolgende

Interne klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente De Fryske Marren

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever:Burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren.

  • b.

    Medewerker:De werknemer met een aanstelling of arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht bij gemeente De Fryske Marren op grond van artikel 1:1, lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • c.

    Ongewenst gedrag:Gedrag dat valt binnen de begrippen seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld, wat door de medewerker als ongewenst of ongewild wordt ervaren.

  • d.

    Seksuele intimidatie: Seksueel getinte aandacht binnen of in verband met de werksituatie, wat tot uiting komt in verbaal, fysiek of ander non-verbaal gedrag, die ongewenst of ongewild is of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd.

  • e.

    Discriminatie:Ongewenst gedrag op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook, dat van zodanige aard is, dat de waardigheid en/of lichamelijke integriteit van een medewerker wordt aangetast of zo wordt ervaren door de medewerker die er persoonlijk mee wordt geconfronteerd.

  • f.

    Pesten:Alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter, van één of meerdere medewerkers gericht tegen een medewerker of groep medewerkers die zich niet kan of kunnen verdedigen tegen dit gedrag.

  • g.

    Agressie en geweld:Voorvallen waarbij een medewerker psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid.

  • h.

    Klacht:Een door de klager ondertekend en van naam- en adresgegevens voorzien geschrift waarin het jegens hem ongewenste gedrag waarop de klacht betrekking heeft is omschreven.

  • i.

    Klager:Een medewerker die werkzaam is of werkzaam is geweest bij de gemeente De Fryske Marren en een klacht over ongewenst gedrag indient.

  • j.

    Aangeklaagde:Een medewerker die werkzaam is of werkzaam is geweest bij de gemeente De Fryske Marren en over wiens gedrag geklaagd wordt.

  • k.

    Vertrouwenspersoon:Een door een arbodienst aangewezen (vertrouwens)persoon die als aanspreekpunt optreedt voor medewerkers die geconfronteerd worden of zijn met seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld en hen ondersteunt en begeleidt.

  • l.

    Klachtencommissie:De Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid.

Artikel 2 Taken vertrouwenspersoon

  • 1. De vertrouwenspersoon heeft tot taak:

    • a.

      het opvangen van de medewerker die in zijn werk is geconfronteerd met ongewenst gedrag;

    • b.

      het informeren van de medewerker over de verschillende wegen die openstaan om het probleem op te lossen of over hoe een klacht in te dienen;

    • c.

      het begeleiden van de medewerker als deze de zaak wil laten bemiddelen of een klacht wil indienen bij de ¬klachtencommissie;

    • d.

      het eventueel doorverwijzen van de medewerker naar andere hulpverlenende instanties;

    • e.

      het registreren van meldingen (aard en omvang) en het jaarlijks geanonimiseerd rapporteren hierover aan de werkgever en de Ondernemingsraad voor zover de geheimhoudingsplicht dit toelaat.

    • f.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren van de werkgever of andere personen binnen de organisatie over preventie en bestrijding van ongewenst gedrag;

  • 2. De vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht en neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de uitoefening van zijn taak.

Artikel 3 De klachtencommissie

  • 1. De werkgever is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de decentrale overheid.

  • 2. Voor de behandeling van klachten is de “Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid” van toepassing. Deze regeling is als bijlage bij deze regeling toegevoegd.

Artikel 4 Taak klachtencommissie

De klachtencommissie heeft als taak de klacht te onderzoeken en daarover advies uit te brengen aan de werkgever.

Artikel 5 Het indienen van een klacht

  • 1. Iedere medewerker heeft het recht zich met een klacht direct tot de klachtencommissie te wenden. Aan medewerkers wordt verzocht zich in eerste instantie te wenden tot een vertrouwenspersoon om:

    • a.

      te voorkomen dat een klacht door de klachtencommissie niet in behandeling kan worden genomen. De reden kan zijn dat er sprake is van een klacht die door een andere instantie in behandeling moet worden genomen.

    • b.

      te voorkomen dat er klachten worden ingediend, die intern ook opgelost hadden kunnen worden door inschakeling van de vertrouwenspersoon.

  • 3. In de “Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid” (zie bijlage) is de procedure voor het indienen van een klacht opgenomen.

Artikel 6 De werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie

  • 1. In de “Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid” (zie bijlage) zijn de werkwijze en bevoegdheden van de klachtencommissie opgenomen.

  • 2. De werkgever stelt de klager en aangeklaagde in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 3. Andere medewerkers kunnen gehoord worden, indien de klachtencommissie dit voor het onderzoek noodzakelijk acht. De werkgever stelt deze medewerkers, indien zij werkzaam zijn bij gemeente De Fryske Marren, in de gelegenheid te worden gehoord.

Artikel 7 Besluitvorming door de werkgever

  • 1. De werkgever kan, terwijl het onderzoek bij de klachtencommissie naar een geval van seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld aanhangig is, tijdelijke maatregelen nemen.

  • 2. De werkgever neemt op basis van het advies van de klachtencommissie binnen twee weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie een besluit over de te nemen maatregelen. Deze termijn kan, indien met redenen onderbouwd, eenmaal verlengd worden met vier weken.

Artikel 8 Geheimhouding

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze regeling en daarbij de beschikking heeft over de gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs vermoedt, is verplicht tot geheimhouding daarvan.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de “Interne klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente De Fryske Marren”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 juli 2016.

Ondertekening

Joure, 24 oktober 2016.
Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,
de secretaris, de burgemeester,
L.Maarleveld F. Veenstra

Toelichting “Interne klachtenregeling ongewenst gedrag gemeente De Fryske Marren”

Artikel 1 Begripsomschrijving

Artikel 1, sub i Klager

De medewerkers die een beroep kunnen doen op de klachtenregeling dienen werkzaam te zijn of werkzaam te zijn geweest bij de gemeente De Fryske Marren. Het gaat hier om ambtenaren (artikel 1:1, lid 1, sub a CAR/UWO), politieke ambtsdragers, externe medewerkers die werkzaam zijn voor het sociaal wijkteam, stagiairs, gedetacheerden, personeel werkzaam op basis van inhuur, uitzendkrachten en vrijwilligers.

Artikel 1, sub j Aangeklaagde

Onder de aangeklaagde worden dezelfde medewerkers verstaan, als beschreven onder artikel 1, sub i van deze toelichting.

Artikel 7 Besluitvorming door de werkgever

Artikel 7, lid 1

De werkgever kan, terwijl het onderzoek bij de klachtencommissie naar een geval van ongewenst gedrag aanhangig is, tijdelijke maatregelen nemen. Dit kunnen praktische maatregelen zijn, zoals het geven van een andere werkruimte en dergelijke.

Artikel 7, lid 2

De werkgever neemt op basis van het advies van de klachtencommissie een besluit over de te nemen maatregelen. Een maatregel kan zijn dat aan de medewerker die zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenst gedrag, een disciplinaire straf wordt opgelegd. Dit op grond van de CAR/UWO. Er moet sprake zijn van evenredigheid tussen de opgelegde straf en de ernst van het plichtsverzuim.