Speelautomatenverordening

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Speelautomatenverordening

Speelautomatenverordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    speelautomatenbesluit : het speelautomatenbesluit 2000;

  • c.

    speelautomaat : een automaat als bedoeld in artikel 30, onder a. van de wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat : een speelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder b van de wet;

  • e.

    kansspelautomaat : een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d van de wet;

  • g.

    laagdrempelige inrichting : een inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e van de wet;

  • h.

    aanwezigheidsvergunning : een vergunning als bedoeld in artikel 30c, lid 1 onder a en b van de wet

  • i.

    exploitatievergunning : een vergunning als bedoeld in artikel 30h van de wet

  • j.

    ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon, die een inrichting exploiteert als bedoeld in artikel 30c lid 1 onder a of b van de wet.

Artikel 2 Aanwezigheidsvergunning

De burgemeester kan per inrichting slechts vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van maximaal twee speelautomaten, met dien verstande dat;

  • -

    voor hoogdrempelige inrichtingen voor maximaal twee kansspel- of behendigheidsautomaten vergunning kan worden verleend;

  • -

    voor laagdrempelige inrichtingen alleen voor maximaal twee behendigheidsautomaten vergunning kan worden verleend;

Artikel 3 Aanvraag

  • 1. De ondernemer dient de aanwezigheidsvergunning aan te vragen door middel van een door de burgemeester goedgekeurd aanvraagformulier.

  • 2. Indien de aanvraag een behendigheidsautomaat voor een laagdrempelige inrichting betreft, dient de ondernemer, ingeval hij geen houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet, een kopie van het inschrijvingsbewijs van het Bedrijfschap Horeca en Catering bij de aanvraag te overleggen.

Artikel 4 Tenaamstelling

  • 1.

    De aanwezigheidsvergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar;

  • 2.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt de naam van de ondernemer alsmede het adres van de inrichting vermeld;

  • 3.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt opgenomen dat op of aan de speelautomaat een waarschuwing wordt opgenomen tegen gokverslaving en overige risico's van overmatig gokken. De vorm van deze waarschuwing dient te voldoen aan de door de burgemeester te stellen eisen.

  • 4.

    Paragraaf 4.3.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing

Artikel 5 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Speelautomaten mogen alleen worden opgesteld als zij het eigendom zijn van personen die daarvoor een exploitatievergunning bezitten

  • 2. De kansspelautomaat dient duidelijk in het zicht geplaatst te worden

  • 3. Het is de vergunninghouder verboden personen beneden de achttien jaar een kansspelautomaat te laten bespelen

  • 5. De personen die daadwerkelijk de dagelijkse gang van zaken in het bedrijf bepalen, dienen te voldoen aan de zedelijkheidseisen zoals gesteld in artikel 4 van het Speelautomatenbesluit

  • 6. Beheerders en bedrijfsleiders dienen te beschikken over voldoende kennis over en inzicht in het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico’s van gokverslaving

  • 7. De aanwezigheidsvergunning dient ter plaatse van de speelautomaat aanwezig te zijn

  • 8. Als de omstandigheden ter plaatse daartoe aanleiding geven, ten aanzien van de wijze van werving en reclame die gericht zijn tot de speler, wordt per vergunning bepaald of aanvullende voorschriften nodig zijn.

Artikel 6 Beslissing

De Burgemeester beslist binnen twee maanden na de datum waarop hij de volledige aanvraag heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twee maanden worden verdaagd. De ondernemer wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.

HOOFDSTUK 2 WEIGERINGS- en INTREKKINGSGRONDEN

Artikel 7 Weigeringsgronden

De vergunning kan worden geweigerd indien:

  • a.

    De aanvrager de bij of krachtens Titel VA van de wet vastgestelde bepalingen heeft overtreden in de drie jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag van de vergunning;

  • b.

    Indien de vrees gewettigd is, dat het verlenen van de vergunning ernstig gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

Artikel 8 Intrekkinggronden

  • 1. De vergunning kan worden ingetrokken indien:

    • a.

      Onjuiste gegevens zijn verstrekt voor de aanvraag van een vergunning;

    • b.

      Niet langer wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag;

    • c.

      De vergunninghouder de in de wet vastgestelde bepalingen heeft overtreden.

  • 2. Alvorens de vergunning in te trekken kan de burgemeester de vergunninghouder in de gelegenheid stellen binnen twee weken tot naleving van de bij of krachtens de wet vastgestelde bepalingen of de aan de vergunning verbonden voorschriften over te gaan;

  • 3. Tevens kan de vergunning worden ingetrokken indien de vrees gewettigd is dat het van kracht blijven van de vergunning ernstig gevaar kan opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 4. Intrekking van de vergunning geschiedt niet voordat de burgemeester van zijn voornemen daartoe de vergunninghouder bij aangetekende brief onder opgave van redenen, mededeling heeft gedaan en hem in de gelegenheid heeft gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door hem of door een hem aangewezen ambtenaar te doen horen.

  • 5. In het geval bedoel in het derde lid en indien dringende omstandigheden zulks vorderen, kan de vergunning onmiddellijk worden ingetrokken.

HOOFDSTUK 3 STRAF- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 10

  • 1. Zo dikwijls als dat voor de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde vereist is, wordt de bevoegdheid ten allen tijde een hoog- of laagdrempelige inrichting desnoods tegen de wil van de rechthebbende of gebruiker, te betreden verleend aan:

    • a.

      die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      die en voor zover zij door het bevoegd bestuursorgaan belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

    • c.

      die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde last is ten allen tijde uitvoerbaar.

Artikel 11

De personen bedoeld in artikel 13 van deze verordening zijn bevoegd tot het verlangen van de noodzakelijke inlichtingen en inzage van stukken voor zover zulks redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

Artikel 12

Overtredingen van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008. Tevens zal op deze datum het Speelautomatenbesluit, vastgesteld bij collegebesluit van 18 januari 1994, worden ingetrokken. De op basis van het Speelautomatenbeleid verleende aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten die voldoen aan de bepalingen van dit beleid, worden geacht te zijn verleend op grond van deze verordening.

Artikel 14 Overgangsbepaling

De speelautomatenaanvragen, die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding, worden afgehandeld volgens het Speelautomatenbeleid gemeente De Marne dat van kracht was voorafgaande aan deze verordening.

Artikel 15 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Speelautomatenverordening 2007’ gemeente De Marne.