Verordening op de behandeling van klachten

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de behandeling van klachten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      klachtenfunctionaris: degene die is benoemd in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b.

      bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of een commissie, waaraan op grond van artikel 83 van de Gemeentewet bevoegdheden van de gemeenteraad dan wel op grond van artikel 84 van de Gemeentewet bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester zijn toegekend;

    • c.

      gedraging: het handelen of nalaten te handelen jegens een natuurlijke persoon of rechtspersoon door een bestuursorgaan, een daarvan deel uitmakend lid of een daaraan ondergeschikte dan wel een onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon. Voor de toepassing van dit artikelonderdeel wordt onder lid van de gemeenteraad mede begrepen:

    • a.

      de voorzitter;

    • b.

      leden van de raadscommissies, die geen raadslid zijn.

    • d.

      klager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een klacht heeft ingediend overeenkomstig artikel 6;

    • e.

      wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Klachtenfunctionaris

  • 1. Er is een gemeentelijke klachtenfunctionaris voor de behandeling van klachten in de zin van artikel 9:14 van de wet.

  • 2. De klachtenfunctionaris wordt op voordracht van het college van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad benoemd. De benoeming vindt plaats voor een periode van vier jaar, na ommekomst waarvan de klachtenfunctionaris terstond wordt herbenoemd, behoudens ontslag op de gronden als bedoeld in het vierde lid van dit artikel.

  • 3. Tot klachtenfunctionaris zijn niet benoembaar de personen, die deel uitmaken van een bestuursorgaan of daaraan ondergeschikt zijn aan dan wel onder verantwoordelijkheid daarvan bezoldigd of onbezoldigd werkzaam zijn.

  • 4. De raad ontslaat de klachtenfunctionaris:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • c.

      bij de aanvaarding van een volgens deze verordening met het ambt van klachtenfunctionaris onverenigbaar ambt of onverenigbare betrekking;

    • d.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld of ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld;

    • e.

      wanneer hij naar het oordeel van de gemeenteraad door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem te stellen vertrouwen.

  • 5. De klachtenfunctionaris is niet ondergeschikt aan enig gemeentelijk bestuursorgaan of gezag.

Artikel 3 Taak klachtenfunctionaris

  • 1. De klachtenfunctionaris onderzoekt ingediende klachten over gedragingen en beoordeelt of de gedraging behoorlijk is geweest.

  • 2. De klachtenfunctionaris houdt een in nader overleg met burgemeester en wethouders in te richten periodiek spreekuur voor mondelinge klachten.

  • 3. Tijdens het in het vorige lid bedoelde spreekuur ingediende klachten worden door de klachtenfunctionaris op schrift gesteld en als schriftelijke klacht behandeld, tenzij de klager heeft verklaard dat van verdere behandeling kan worden afgezien. De klachtenfunctionaris kan, indien de aard of omvang van de klacht daartoe aanleiding geeft de klager verzoeken de klacht alsnog schriftelijk in te dienen.

Artikel 4 Ondersteuning

Burgemeester en wethouders verschaffen de klachtenfunctionaris de middelen die nodig zijn voor een goede uitoefening van de functie.

Artikel 5 Bezoldiging

De klachtenfunctionaris geniet voor het als zodanig verrichten van werkzaamheden een nader met burgemeester en wethouders overeen te komen bruto uurvergoeding op declaratiebasis.

Artikel 6 Schriftelijke klachten

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9:4, van de wet bevat een schriftelijke klacht de gronden van de klacht.

  • 2. De wijze van inzending van een klacht wordt geregeld door burgemeester en wethouders, waarbij ook rekening wordt gehouden met rechtstreekse toezending van een klacht naar het postadres van de klachtenfunctionaris.

  • 3. In het geval een klacht op het postadres van de gemeente wordt ontvangen, wordt deze binnen vijf werkdagen doorgestuurd naar de klachtenfunctionaris. Het bestuursorgaan geeft toepassing aan artikel 9:6 en 9:15 van de wet.

  • 4. Indien een klacht aan het postadres van de gemeente wordt gestuurd met de aantekening “persoonlijk”, wordt de klacht binnen twee werkdagen ongeopend doorgestuurd aan de klachtenfunctionaris.

  • 5. Bij rechtstreekse toezending van een klacht aan het postadres van de klachtenfunctionaris of in de situatie van het vierde lid, wordt het verzenden van een bevestiging van ontvangst als bedoeld in artikel 9:6 van de wet en de mededeling als bedoeld in artikel 9:15, eerste lid, van de wet, verricht door de klachtenfunctionaris.

Artikel 7 Niet in behandeling nemen van een klacht

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 9:8 van de wet neemt de klachtenfunctionaris een klacht niet of niet verder in behandeling nemen, indien de klager een ander is dan degene jegens wie de gedraging heeft plaatsgevonden, behoudens vertegenwoordiging.

  • 2. De klachtenfunctionaris is niet bevoegd klachten in behandeling te nemen, die betrekking hebben op algemeen verbindende voorschriften of op algemeen beleid.

  • 3. Indien de klachtenfunctionaris op grond van de voorgaande leden geen of geen verder onderzoek instelt of mag instellen, doet hij daarvan schriftelijke mededeling aan de klager en het orgaan of de persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft, onder vermelding van de redenen.

Artikel 8 Verwijsfunctie

Indien de klachtenfunctionaris op grond van artikel 6 of op enige andere grond een klacht niet in behandeling neemt of mag nemen, verwijst hij de klager zoveel mogelijk naar de instantie, waar bezwaar kan worden ingediend of administratief beroep kan worden ingesteld, naar de rechterlijke of beroepsinstantie dan wel naar de maatschappelijke dienstverlening of andere daarvoor in aanmerking komende instanties.

Artikel 9 Hoor en wederhoor

  • 1. Het horen als bedoeld in artikel 9:10 van de wet vindt plaats in elkaars tegenwoordigheid. Ambtshalve of op verzoek kunnen de klager of degenen, op wiens gedraging de klacht betrekking heeft afzonderlijk worden gehoord, alsindien aannemelijk is, dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren.

  • 2. Indien de klacht betrekking heeft op een gedraging van een collegiaal bestuursorgaan, dan wordt dit bestuursorgaan vertegenwoordigd door zijn voorzitter.

  • 3. De klachtenfunctionaris kan, indien dat voor de beoordeling van de klacht noodzakelijk wordt geacht, ook anderen in de gelegenheid stellen van de klacht kennis te nemen en daaromtrent mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen.

Artikel 10 Verstrekken van inlichtingen

  • 1. De klachtenfunctionaris is bevoegd aan de bestuursorganen, de leden daarvan of de daaraan onderschikte of onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde of onbezoldigde personen, alle inlichtingen te vragen dan wel bescheiden op te vragen of in te zien, die hij voor het onderzoek van de klacht nodig acht.

  • 2. De bestuursorganen en personen, als bedoeld in het vorige lid zijn, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid, verplicht binnen de door de klachtenfunctionaris aangegeven termijn, te voldoen aan een verzoek als bedoeld in het vorige lid.

  • 3. Bestuursorganen kunnen bepalen, dat inlichtingen, waarvan naar het oordeel van het bestuursorgaan om gewichtige redenen geheimhouding is geboden, slechts worden verstrekt aan de klachtenfunctionaris onder de voorwaarde dat het geheime karakter daarvan door de ombudsman wordt gehandhaafd.

    Zodanige gewichtige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voor zover dat bestuursorgaan op grond van een wettelijk voorschrift verplicht is aan een verzoek om inlichtingen te voldoen.

  • 4. Ambtenaren kunnen, naar aanleiding van een aan hen gericht verzoek om inlichtingen, uitsluitend een beroep doen op een verschoningsrecht voor zover het verstrekken van de verlangde inlichtingen in strijd is met enige wettelijke bepaling.

Artikel 11 Rapportage

  • 1.

    De klachtenfunctionaris deelt alvorens het onderzoek te beëindigen, zijn bevindingen mee aan het bestuursorgaan of de persoon op wiens gedraging de klacht betrekking heeft en aan de klager, die daarbij in de gelegenheid worden gesteld binnen een door de klachtenfunctionaris aangegeven termijn hun zienswijze omtrent deze bevindingen naar voren te brengen.

  • 2.

    Na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn sluit de klachtenfunctionaris het onderzoek en stelt een rapport als bedoeld in artikel 9:15, vierde lid, van de wet op.

  • 3.

    Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek van de klachtenfunctionaris en de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 5.

    Een afschrift van de kennisgeving als bedoeld in het vorige lid zendt het bestuursorgaan aan:

    • a.

      de gemeenteraad, indien de klacht betrekking had op een gedraging van een door haar op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ingestelde commissie of een lid daarvan, op een gedraging van het college van burgemeester en wethouders of van een lid daarvan, van de burgemeester als zelfstandig bestuursorgaan, dan wel van de gemeentesecretaris;

    • b.

      het college van burgemeester en wethouders, indien de klacht betrekking had op een gedraging van een op grond van artikel 84 van de Gemeentewet ingestelde commissie of een lid daarvan;

    • c.

      de gemeentesecretaris, indien de klacht betrekking had op een gedraging van een aan het college onderschikte of onder diens directe verantwoordelijkheid werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon. Indien het rapport betrekking heeft op een gedraging van een onderschikte of een onder directe verantwoordelijkheid van het college werkzame bezoldigde of onbezoldigde persoon, niet zijnde een afdelingshoofd, stelt de gemeentesecretaris het hoofd van de afdeling, waartoe betrokkene behoort van de afdoening in kennis.

  • 4.

    Indien het rapport betrekking heeft op een beklaagde gedraging van de gemeenteraad, wordt dit rapport geagendeerd voor een eerstvolgende openbare raadsvergadering, met dien verstande, dat het recht van belanghebbenden op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer wordt gerespecteerd.

  • 5.

    De vorige leden zijn zoveel mogelijk ook van toepassing indien de klachtenfunctionaris zich geen oordeel heeft kunnen vormen.

Artikel 12 Verslag

De klachtenfunctionaris brengt jaarlijks aan de gemeenteraad schriftelijk verslag uit van zijn werkzaamheden en neemt daarbij het recht van belanghebbenden op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer in acht. Het verslag wordt algemeen verkrijgbaar gesteld.

Artikel 13

  • 1.

    Tegen de afdoening van een klacht overeenkomstig het bepaalde in de wet en hoofdstuk III van deze verordening kan de klager een klacht indienen bij de gemeentelijke ombudsman te Groningen.

  • 2.

    De in artikel 81v van de Gemeentewet bedoelde vergoeding en tegemoetkoming in de kosten wordt vastgelegd in een tussen de gemeente Groningen en De Marne te sluiten overeenkomst, welke overeenkomst na sluiting of wijziging ter kennis wordt gebracht aan de gemeenteraad.

Artikel 14 Citeertitel, inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening klachtbehandeling gemeente De Marne ".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op dag, waarop de benoeming van de klachtenfunctionaris ingaat, met uitzondering van artikel 13, dat inwerking treedt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen datum.