Nadere regels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van de gemeente De Ronde Venen 2013

Geldend van 15-03-2013 t/m heden

Intitulé

Nadere regels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van de gemeente De Ronde Venen 2013

Burgemeester en wethouders van gemeente De Ronde Venen:

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening De Ronde Venen 2013;

Overwegende dat:

·het ter uitvoering van de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2013 wenselijk is nadere regels vast te stellen, waarbinnen organisaties vermogen kunnen vormen vanuit beschikbaar gestelde gemeentelijke subsidiemiddelen, zodat wordt voorkomen dat gemeenschapsmiddelen worden gebruikt voor overmatige reservevorming;

● het wenselijk is regels vast te stellen over de wijze waarop feiten (bewijsstukken) worden verzameld voor een zorgvuldige besluitvorming over het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvanger bij de subsidievaststelling;

● het wenselijk is regels vast te stellen over de wijze waarop wordt omgegaan met de afweging van belangen bij het nemen van beslissingen over eigen vermogen en reserves; en

● het wenselijk is te bepalen welke grens wordt geaccepteerd bij de vermogensvorming door een instelling;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende:

Nadereregels ten aanzien van het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvangers van gemeente De Ronde Venen 2013.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Eigen vermogen: het vermogen van een organisatie, vermeld op de balans van een organisatie, niet zijnde vreemd vermogen en voorzieningen, onder aftrek van bestemmingreserves, maar inclusief egalisatiereserves;

  • b.

    Egalisatiereserve: reserve waarvan ten gunste onderscheidenlijk ten laste het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, komt. Ook wel schommelreserve genoemd;

  • c.

    Bestemmingsreserve: reserve ter dekking van een vooraf vastgestelde bestemming, passend binnen de doelstelling van de organisatie;

  • d.

    Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2013.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze nadere regel heeft betrekking op het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvanger die een subsidie boven de € 5.000 ontvangt.

Artikel 3 Verwijzing

Ter motivering van een besluit dat door of namens het college is genomen, kan worden volstaan met een verwijzing naar deze nadere regel.

Artikel 4 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger geeft inzicht in zijn eigen vermogen, bestemmingsreserves en egalisatiereserves.

  • 2. De subsidieontvanger heeft toestemming van het college nodig om reserves te vormen en/of de bestemming van een reserve te wijzigen.

Artikel 5 Bescheiden

  • 1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient de subsidieontvanger een financieel verslag of een jaarrekening in en tevens een bestedingsplan van bestemmingsreserves en een vermelding van de omvang van een egalisatiereserve.

  • 2. In een bestedingsplan staan in ieder geval vermeld: de bestemming, de onttrekkingen en/of toevoegingen, de omvang van de reserve per 31 december van voorgaand jaar en de voorgenomen bestedingsdatum.

Artikel 6 Gebruik subsidiegelden

  • 1. De verleende subsidie wordt gebruikt voor de uitvoering van de afgesproken activiteiten en/of prestaties.

  • 2. Na afloop van de subsidieperiode kunnen kleine restanten van subsidiegelden met toestemming van het college worden gebruikt voor de vorming van of toevoeging aan bestemmingsreserves of voor een egalisatiereserve.

  • 3. De bepalingen in de Algemene subsidieverordening en de Awb worden hierbij in acht genomen.

Artikel 7 Omvang eigen vermogen

  • 1. Indien de subsidieontvanger zelf over voldoende eigen vermogen voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, beschikt, wordt de subsidie geweigerd.

  • 2. Bij de beoordeling of sprake is van voldoende eigen vermogen, speelt de omvang van het eigen vermogen zonder bestemmingsreserves, maar met egalisatiereserve een belangrijke rol.

Artikel 8 Toestemming bestemmingreserves

  • 1. De toestemming om reserves te vormen en/of de bestemming te wijzigen kan worden aangevraagd op het aanvraagformulier subsidieverlening.

  • 2. De subsidieontvanger kan ook per brief een verzoek daartoe aan het college doen.

  • 3. Bij het verzoek wordt een bestedingsplan van de bestemmingsreserves toegevoegd. Hierin wordt in ieder geval opgenomen: a. welke bestemmingsreserves, met welke oogmerken gevormd zijn of gevormd worden; b. de gewenste maximale omvang per bestemmingsreserve; c. de verwachte storting of onttrekking uit iedere bestemmingsreserve.

  • 4. Voorafgaand aan de vorming of bestemmingswijziging van een bestemmingsreserve dient toestemming te worden verkregen van het college.

  • 5. De toestemming wordt schriftelijk verleend of geweigerd.

  • 6. Reeds gevormde bestemmingsreserves worden geaccepteerd tot de bedragen en de daarbij behorende termijn, zoals vermeld in de laatste beschikking tot subsidievaststelling van de subsidieontvanger.

  • 7. Als een instelling zonder toestemming bestemmingsreserves vormt met (restanten van) van verleende subsidiegelden dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).

Artikel 9 Vereisten bestemmingsreserves

  • 1. De bestemming van een reserve of de wijziging van een bestemming past binnen de doelstellingen van de subsidieontvanger, zoals vermeld in de statuten of notariële akten van de instelling.

  • 2. De bestemming van een reserve of de wijziging van een bestemming heeft een direct verband of een directe relatie met de afgesproken activiteiten en/of prestaties van de instelling.

  • 3. Voor bestemmingsreserves, die niet aan deze vereisten voldoen, wordt geen toestemming verleend.

Artikel 10 Vrije of verplichte egalisatiereserve

  • 1. Een subsidieontvanger is vrij in het vormen van een egalisatiereserve.

  • 2. Het college kan een subsidieontvanger verplichten een egalisatiereserve te vormen, indien de exploitatie-uitgaven van de subsidieontvanger de afgelopen twee jaren voortdurend schommelden en/of de subsidiegelden niet volledig besteed behoeven te worden ter bekostiging van de afgesproken activiteiten en/of prestaties.

  • 3. Een reeds gevormde egalisatiereserve wordt geaccepteerd tot de bedragen en de daarbij behorende termijn, zoals vermeld in de laatste beschikking tot subsidievaststelling van de subsidieontvanger.

Artikel 11 Vereisten egalisatiereserve

  • 1. De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve mag ten hoogste 10% van de laatstelijk vastgestelde subsidie bedragen.

  • 2. De hoogte van de egalisatiereserve mag maximaal 15% van de laatstelijk verleende subsidie bedragen.

  • 3. Als een instelling een hogere egalisatiereserve vormt dan 15% van het laatstelijk verleende subsidiebedrag of de jaarlijkse toevoeging meer dan 10% bedraagt dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan afwijken van deze nadere regel, indien het handelen conform deze nadere regel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding met de tot de nadere regel te dienen doelen.

Artikel 13 Werking

Deze nadere regel geldt voor aanvragen voor jaarlijkse en incidentele subsidies en voor besluiten door of namens het college genomen naar aanleiding van die subsidieaanvragen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en publicatie

Deze nadere regel treedt in werking op dezelfde dag dat de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2013 in werking treedt.