Regeling vervallen per 02-06-2016

Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente De Ronde Venen 2013

Geldend van 06-05-2016 t/m 01-06-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2015

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente De Ronde Venen 2013

De raad van de gemeente De Ronde Venen;

gelezen het voorstel van het presidium van 15 maart 2013.

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de rekenkamercommissie voor de gemeente De Ronde Venen 2013;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    extern lid: lid van de rekenkamercommissie niet zijnde raadslid;

  • e.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente De Ronde Venen;

  • g.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en raadsbesluiten;

  • h.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • i.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening.

  • 3. De commissie kan de raad gevraagd en ongevraagd adviseren.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming leden

  • 1. De raad benoemt drie externe leden van de rekenkamercommissie. Deze leden mogen geen lid van de raad zijn en niet actief zijn binnen fracties of politieke partijen. Deze externe leden worden voor een periode van vier jaar aangewezen, met een optionele, éénmalige verlenging van wederom vier jaar. De externe leden worden benoemd door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie. De voordracht gaat gepaard met de mededeling dat de kandidaat een benoeming als lid zal aanvaarden en een overzicht van de openbare betrekkingen die de kandidaat bekleedt.

  • 2.

    • a.

      De rekenkamercommissie benoemt de voorzitter uit de externe ledenvan de rekenkamercommissie, alsmede de plaatsvervangend voorzitter. De voorzitter heeft stemrecht in de commissie.

    • b.

      De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de plaatsvervangend voorzitter op als voorzitter.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen;

    • f.

      indien een lid naar oordeel van de gemeenteraad door handelen of nalaten het aanzien van de commissie heeft geschaad.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

    • a.

      De voorzitter van de rekenkamercommissie ontvangt een vergoeding voor zijn werkzaamheden van €190,-- per vergadering

    • b.

      de overige externe leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding van € 140, -- per persoon vergadering

    • c.

      Onder een vergadering als bedoeld onder punt a enb wordt verstaan het als lid van de rekenkamercommissie bijwonen van de volgende bijeenkomsten:

      • ·

        vergaderingen van de rekenkamercommissie

      • ·

        het bijwonen van interviews in het kader van een onderzoek

      • ·

        specifieke begeleiding van onderzoek door een derde, door een lid van de rekenkamercommissie

      • ·

        het bijwonen van relevante bijeenkomsten/congressen van de NVRR

      • ·

        het bijwonen van vergaderingen van de raad en raadscommissies voor zover sprake is van een presentatie of bespreking van een rapport van de rekenkamercommissie

      • ·

        vergaderingen met college en presidium, daar waar de positie van de rekenkamercommissie aan de orde is.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van derekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie kan besluiten de raad tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 10. Na publicatie van een onderzoeksrapport wordt het rapport aangeboden en informatief behandeld in een van de raadscommissies, afhankelijk van het onderwerp van het rapport. De rekenkamercommissie kan tijdens deze vergadering een toelichting geven op het rapport. De periode tussen de publicatie van een onderzoeksrapport en de agendering in een raadscommissie mag maximaal 8 weken bedragen. Aansluitend aan de behandeling wordt door de commissie geadviseerd of de rapportage, ter bekrachtiging van de daarin opgenomen aanbevelingen, wordt geplaatst op de raadsagenda.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de externe leden:

    b. de ambtelijke secretaris;

    c. interne onderzoeksmedewerkers;

    d. externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld:

    e. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak;

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2013

  • 2. Op dat tijdstip worden ingetrokken de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie De Ronde Venen 2011

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie gemeente De Ronde Venen 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen van 28 maart 2013,
De raad voornoemd,
de griffier de voorzitter

Toelichting op artikelen

Verordening rekenkamercommissie De Ronde Venen 2013

Toelichting Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid aan te laten sluiten bij de definities die zijn opgenomen in de verordening artikel 212.

Toelichting Artikel 2 Rekenkamercommissie

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externen. De voorzitter wordt uit de externe leden gekozen. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben.

Toelichting Artikel 3 Samenstelling en benoeming leden

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden en leden van andere commissies deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Indien de rekenkamercommissie uit twee of meer leden bestaat, benoemt de rekenkamercommissie uit de externe leden de voorzitter van de rekenkamer. Uit oogpunt van onafhankelijkheid kan er voor gekozen worden dat niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. In het derde lid is een termijn van zes jaar genoemd om de continuïteit bij raadswisseling / vacatures te waarborgen.

Toelichting Artikel 4 Eed

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

Toelichting Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden

In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd. Daarnaast is ter voorkoming van onduidelijkheid over het begrip vergadering exact aangegeven wat in het kader van de rekenkamercommissie onder dit begrip wordt verstaan.

Toelichting Artikel 7 Ambtelijk secretaris

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 8 Reglement van orde

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding, volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Toelichting Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Toelichting Artikel 10 Werkwijze

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren.

Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

Toelichting Artikel 11 Budget

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.