Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2014

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen.

  • c.

    Compensatieplicht: de plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie,teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • d.

    Aanmelding: de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • e.

    Gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • f.

    Aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze Verordening.

  • g.

    Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • h.

    Psychosociaal probleem: een situatie van gebrek aan zelfstandigheid en, vooral, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt niet door psychiatrische problematiek maar door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • i.

    Algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • j.

    Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet - aanzienlijk - duurder is dan vergelijkbare producten; voor zover deze voorziening beschikbaar, betaalbaar en van kwalitatief aanvaardbaar niveau is.

  • k.

    Collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, in casu het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer.

  • l.

    Voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • m.

    Wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • n.

    Individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.

  • o.

    Gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

  • p.

    Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt.

  • q.

    Persoonsgebonden budget: een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 6 en 6a van de wet, waarmee de belanghebbende een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze Verordening en de Beleidsregels te stellen regels van toepassing zijn.

  • r.

    Financiële tegemoetkoming: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

  • s.

    Mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • t.

    Hoofdverblijf: de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

  • u.

    Zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen om voorzieningen te treffen die maatschappelijke participatie mogelijk maken.

  • v.

    Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven.

  • w.

    Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura (een eigen bijdrage), een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van de Beleidsregels van toepassing zijn;

  • x.

    Instandhoudingkosten: kosten die gemaakt worden om de gebruiksduur van een voorziening te kunnen waarborgen. Deze kosten betreffen uitsluitend kosten van reparatie, onderhoud en zo nodig WA-verzekering van een hulpmiddel;

  • y.

    Leefeenheid: een eenheid bestaande uit:

    • ·

      Gehuwde personen die al dan niet tezamen met een of meer ongehuwd minderjarige of meerderjarige ongehuwde personen duurzaam een huishouden voeren;

    • ·

      Een meerderjarige ongehuwde persoon die met een of meer ongehuwde minderjarige of meerderjarige personen een huishouden voert;

    • ·

      Waarbij onder gehuwde personen ook ongehuwd samenwonenden en andere meerderjarigen dien met elkaar samenwonen worden opgevat.

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2 De te bereiken resultaten

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4 van de wet wordt de belanghebbende door het college gefaciliteerd om in alle redelijkheid te komen tot het behalen van de volgende resultaten:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in en om de woning;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, religieuze of maatschappelijke activiteiten.

Artikel 3 Compensatie van de belemmeringen, het bereiken van de resultaten

  • 1. Een persoon kan aanspraak maken op een individuele voorziening op grond van deze Verordening, voor zover deze langdurig noodzakelijk is om:

    • a.

      een huishouden te voeren;

    • b.

      wonen in een geschikt huis;

    • c.

      zich te verplaatsen in en om de woning;

    • d.

      zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;

    • e.

      medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan of te behouden.

  • 2. Het college onderzoekt op welke wijze de belemmeringen van de belanghebbende kunnen worden gecompenseerd. Daarbij onderzoekt het college, voor zover relevant:

    • a.

      de beperkingen van de belanghebbende en de belemmeringen die hij ondervindt op één of meerdere van de in het eerste lid genoemde onderdelen;

    • b.

      de persoonskenmerken en behoeften van de belanghebbende;

    • c.

      de mogelijkheid van de belanghebbende om door het anders organiseren van zijn leven zijn beperkingen te compenseren;

    • d.

      de woon- en gezinssituatie van de belanghebbende;

    • e.

      de beschikbaarheid van gebruikelijke zorg of mantelzorg en de mogelijkheid van het inschakelen van zijn sociale netwerk;

    • f.

      de mogelijkheid om zijn belemmeringen te compenseren met algemeen gebruikelijke of collectieve voorzieningen of voorzieningen die op grond van een andere wet, die als voorliggende voorziening geldt, kunnen worden verstrekt;

    • g.

      de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.

  • 3. Als het college op grond van het onderzoek tot het oordeel komt dat voor het compenseren van de belemmeringen oftewel het bereiken van de resultaten een individuele voorziening noodzakelijk is, verstrekt het de voorziening die, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst voor de belanghebbende voldoende compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

Artikel 4 Begrenzingen compensatie

Bij het compenseren van beperkingen die een aanvrager ondervindt bij de maatschappelijke participatie wordt rekening gehouden met de keuzes die hij maakt in het leven. Daarbij mag verwacht worden dat een belanghebbende keuzes maakt die horen bij zijn individuele omstandigheden en rekening houdt met zijn beperkingen.

Het college kent, onverlet bijzondere individuele omstandigheden, in ieder geval geen individuele voorziening toe op grond van deze Verordening als:

  • a.

    de belanghebbende, eventueel met gebruikelijke zorg van de mensen die tot zijn leefeenheid behoren of met hulp van zijn sociaal netwerk, de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door het anders organiseren van het dagelijkse leven of het huishouden;

  • b.

    de belanghebbende de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door een algemeen gebruikelijke voorziening;

  • c.

    de belanghebbende de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door gebruik te maken van een collectieve voorziening of een voorziening op grond van een andere wettelijke regeling;

  • d.

    de belanghebbende zich bewust in een situatie heeft gebracht waardoor hij, al dan niet opnieuw, aanspraak moet maken op een voorziening;

  • e.

    deze als gevolg van de beperking van de belanghebbende voor zichzelf of voor derden onveilig is, gezondheidsrisico’s met zich meebrengt of niet bevorderlijk is voor de gezondheid of het functioneren van de belanghebbende;

  • f.

    het een aanvraag voor een voorziening betreft waarin de belanghebbende zelf al heeft voorzien tenzij het college de noodzaak, adequaatheid en passendheid van de voorziening en de gemaakte kosten achteraf nog kan beoordelen;

  • g.

    in verband met de belemmering al een compenserende voorziening is verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor deze voorziening nog niet is verstreken,

    - tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan of niet voldeed als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen;

    - tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan of niet voldeed of niet meer voldoet als gevolg van (gewijzigde) omstandigheden, zoals een verandering in de gezondheidssituatie van belanghebbende die wel aan belanghebbende zijn toe te rekenen en belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoet komt in de veroorzaakte kosten.

  • h.

    een voorziening noodzakelijk is doordat de belanghebbende een eerder verstrekt persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming heeft besteed op een wijze die niet voldeed aan de eisen die aan de verstrekking waren verbonden;

  • i.

    er van de zijde van de belanghebbende geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd;

  • j.

    de beperkingen voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen of de wijze waarop de woning is onderhouden;

  • k.

    belanghebbende niet zijn hoofdverblijf heeft in de gemeente De Ronde Venen.

  • l.

    deze als algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt.

  • m.

    dit niet langdurig noodzakelijk is, tenzij het een voorziening voor hulp bij het huishouden betreft.

  • n.

    indien als gevolg van behandeling de beperkingen zijn opgeheven.

Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 5 Scheiding aanmelding en aanvraag

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

    • a.

      de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

    • b.

      de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

    • c.

      belanghebbende of het college daarom verzoekt.

  • 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid. Dan zal het gesprek tijdens de aanvraagprocedure plaats kunnen vinden als onderdeel van het onderzoek door het college.

Artikel 6 Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij het college of een door het college aangewezen organisatie door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 7 Het gesprek

  • 1. Bij het voeren van het gesprek zal de probleemstelling van de belanghebbende centraal staan. Het gaat dan om welke belemmeringen worden ondervonden ten aanzien van te behalen resultaten en welke oplossingen beschikbaar zijn.

  • 2. Als de aanmelding gedaan is door een mantelzorger dan wordt het gesprek met de mantelzorger en zo mogelijk ook met degene die door de mantelzorger verzorgd wordt, gevoerd. Hierbij wordt geïnventariseerd welke belemmeringen worden ondervonden bij het verlenen van mantelzorg.

Artikel 8 Het verslag

  • 1. Het gesprek wordt afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd. Uitsluitend een door belanghebbende of diens vertegenwoordiger ondertekend verslag kan als aanvraagformulier als bedoeld in artikel 9, lid 3, worden beschouwd.

  • 2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruikmakend van het ondertekende verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

Hoofdstuk 4 De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 9 De aanvraag

  • 1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden.

  • 2. Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt, wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden.

  • 3. Als er al een gesprek zoals gesteld in artikel 7 heeft plaatsgevonden, wordt het verslag hiervan bij de aanvraag betrokken.  

  • 4. Bij het verwerken van de aanvraag zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 10 Het maken van een afweging

  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften, persoonskenmerken en zelfredzaamheid van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat, binnen de gestelde kaders.

  • 2. Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden eerst beoordeeld.

Paragraaf 2 De te bereiken resultaten

Artikel 11 Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de primaire levensruimten; de woonkamer, slaapvertrek(ken), keuken en sanitaire ruimte(n) in het huis waar belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12 Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft. Dit geldt ten aanzien van de elementaire woonfuncties in de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, de berging, de tuin of het balkon.

  • 2. In afwijking van het gestelde in lid 1 kan er voor een belanghebbende, niet zijnde een mantelzorger, die zijn hoofdverblijf heeft in De Ronde Venen, onder bepaalde voorwaarden een woonvoorziening getroffen worden om een ander woning dan zijn hoofdverblijf bezoekbaar te maken. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de Beleidsregels / het Besluit.De maximale hoogte van de kosten om de woning bezoekbaar te maken is vastgelegd in het Besluit.

  • 3. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

    • a.

      verhuizen naar een geschikte woning of makkelijker geschikt te maken woning;

    • b.

      roerende voorzieningen;

    • c.

      onroerende voorzieningen;

    • d.

      onderhoud, keuring en reparatie;

    • e.

      tijdelijke huisvesting;

    • f.

      een uitraasruimte.

  • 4. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag zoals opgenomen in het Besluit van de gemeente De Ronde Venen te boven gaat. In de Beleidsregels zijn over dit ‘primaat van de verhuizing’ verdere bepalingen vastgelegd.

  • 5. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten kan dan wel verstrekt worden. In het Besluit zijn hierover verdere bepalingen vastgelegd.

  • 6. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 12, lid 3 onder f. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van een aantoonbaar aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.

Artikel 13 Uitsluitingen

De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op:

  • a.

    het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen en bij kamerverhuur;

  • b.

    het treffen van voorzieningen in woongebouwen, die specifiek gericht zijn op mensen met beperkingen en waarvan verwacht mag worden dat reeds voorzieningen zijn getroffen in de gemeenschappelijke ruimten of dat voorzieningen bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten kunnen worden meegenomen

Artikel 14 Financiële tegemoetkoming aanpassing woonwagen, woonschip en binnenschip

  • 1. Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen indien:

    • a.

      de technische levensduur van de woonwagen ten tijde van het indienen van de aanvraag nog minimaal 5 jaar is;

    • b.

      de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;

    • c.

      de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeen te op de standplaats stond;

    • d.

      de hoofdbewoner van een woonwagen in het bezit is van een bewoningsvergunning als bedoeld in de Woningwet.

  • 2. Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonschip indien:

    • a.

      de technische levensduur van het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar is;

    • b.

      het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen.

  • 3. Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, wordt een maximum vergoeding gesteld aan de aanpassingskosten zoals vermeld in het Besluit van de gemeente De Ronde Venen.

  • 4. Het college verleent slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987,466), van een binnenschip, dat in het register bedoeld in artikel 781 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek als zodanig te boek is gesteld op de wijze omschreven in de maatregel teboekgestelde schepen 1992 en bedrijfsmatig wordt gebruikt, hetzij voor het vervoer van goederen, daarbij blijkens de meetbrief bedoeld in het metingsbesluit binnenvaartuigen 1978 een laadvermogen van tenminste 15 ton hebbend, of voor het vervoer van meer dan 12 personen buiten de in de aanhef bedoelde.

Artikel 15 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid levensmiddelen, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, evenals het bereiden en aanreiken van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende gebruik kan maken van algemene voorzieningen, zoals een was- en strijkservice of één of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen in het kader van gebruikelijke zorg, wordt dit eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 17 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het - zo nodig tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen - vervangen van de ouder die in hoofdzaak voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor-, tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang, gebruikelijke zorg binnen zijn sociale netwerk, verlof van werk of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Bepalingen over de duur van de te verstrekken zorg kunnen worden opgenomen in de Beleidsregels en/of het Besluit.

  • 5. Voor zover de in het derde lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 18 Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de entree, woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de natte cel, de berging, de tuin of het balkon te kunnen bereiken en er zich zodanig te kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel zoals gedefinieerd in de Beleidsregels voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 19 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een algemeen gebruikelijke vervoersvoorziening, een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 20 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, religieuze of maatschappelijke activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, religieuze of maatschappelijke activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten van de belanghebbende.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve of maatschappelijke activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties of van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool of van Collectief Vraagafhankelijk Vervoer die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat dan worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

  • 5. Indien gehuwde personen - dan wel daarmee gelijkgestelden - beiden aangewezen zijn op een vervoersvoorziening wordt de uitwerking van de hoogte van de vergoeding geregeld in het Besluit gemeente De Ronde Venen.

Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Paragraaf 1 Verstrekking van voorzieningen

Artikel 21 Mogelijke verstrekkingwijze

  • 1. De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

  • 2. Het college bepaalt op welke wijze de compensatie bijdraagt aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke participatie van mensen met een beperking of een chronisch psychisch of psychosociaal probleem.

Paragraaf 2 Verstrekking in natura

Artikel 22 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking ten minste vastgelegd:

    • a.

      welke de te treffen voorziening is;

    • b.

      wat de duur van de verstrekking is;

    • c.

      hoe de voorziening in natura verstrekt wordt;

    • d.

      of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

    • e.

      wat de duur van de afschrijvingstermijn van de voorziening is;

    • f.

      welke regels gelden bij eventuele terugvordering;

    • g.

      op welke wijze de voorziening bijdraagt in de compensatie van de beperkingen van de aanvrager.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 23 Overwegende bezwaren

Het college legt in de Beleidsregels De Ronde Venen vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 24 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking ten minste vastgelegd:

    • a.

      voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden;

    • b.

      wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

    • c.

      wat de omvang is van de eventuele instandhoudingskosten en hoe deze zijn bepaald;

    • d.

      wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is;

    • e.

      welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget;

    • f.

      wat de duur van de afschrijvingstermijn van de voorziening is;

    • g.

      welke regels gelden bij eventuele terugvordering;

    • h.

      op welke wijze de voorziening bijdraagt in de compensatie van de beperkingen van de aanvrager.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college kan in het Besluit nadere regels stellen met betrekking tot vaststelling van de hoogte en met betrekking tot de verantwoording van het persoonsgebonden budget.

Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 25 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking ten minste vastgelegd:

    • a.

      voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

    • b.

      wat de duur van de verstrekking is;

    • c.

      of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

    • d.

      wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is;

    • e.

      welke regels gelden ten aanzien van verantwoording daarvan;

    • f.

      welke regels gelden bij eventuele terugvordering;

    • g.

      op welke wijze de voorziening bijdraagt in de compensatie van de beperkingen van de aanvrager.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college kan in het Besluit de hoogte van financiële tegemoetkomingen voor het behalen van de in artikel 2 bedoelde resultaten vastleggen.

Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 26 Eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    • a.

      een schoon en leefbaar huis;

    • b.

      wonen in een geschikt huis;

    • c.

      beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    • d.

      beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    • e.

      het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    • f.

      zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    • g.

      zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    • h.

      de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2. Het college legt in de Beleidsregels De Ronde Venen vast in welke gevallen de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt opgelegd. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt bepaald en geïnd door het Centraal Administratiekantoor (CAK).

Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 27 Beslistermijn

  • 1. De termijn waarbinnen een besluit moet worden genomen op een aanvraag voor een voorziening is 8 weken.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid is de beslistermijn 12 weken voor aanvragen waarbij bij de beoordeling gebruik moet worden gemaakt van een medisch of een bouwkundig advies.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste en het tweede lid is de beslistermijn 16 weken voor aanvragen waarbij voor de beoordeling gebruik moet worden gemaakt van zowel een medisch als een bouwkundig advies.

Artikel 28 Advisering

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen;

    • b.

      op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:

    • a.

      het een aanvraag betreft van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q. met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 7 is gevoerd en het een voorziening betreft waarvan de kosten naar verwachting het bedrag als genoemd in het Besluit gemeente De Ronde Venen te boven zal gaan;

    • b.

      het een aanvraag betreft van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden;

    • c.

      het college de verwachting heeft dat de gevraagde voorziening om medische redenen zal worden afgewezen;

    • d.

      het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 29 Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze Verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 30 Medewerking

1.De persoon die een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om aan het college des gevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet en deze Verordening. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    het voldoen aan een oproep om op een aangegeven tijdstip en plaats te verschijnen, dan wel een door het college aangewezen persoon op een van te voren medegedeeld moment toegang tot zijn woning te verlenen, mits de benodigde informatie niet op een minder belastende manier te verkrijgen is;

  • b.

    het meewerken aan het onderzoek in het kader van de behandeling van de aanvraag door één of meer daartoe aangewezen deskundigen;

  • c.

    het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de besteding van een verstrekt persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming.

Artikel 31 Heronderzoek

Het college is bevoegd degene aan wie krachtens deze Verordening een voorziening is verstrekt, aan een heronderzoek te onderwerpen teneinde vast te stellen of de verstrekte voorziening voldoet, of de omstandigheden die hebben geleid tot de verlening van de voorziening gewijzigd zijn en belanghebbende nog recht heeft op de voorziening, dan wel vast te stellen of zij op basis van deze Verordening, zoals deze luidt op de dag van het heronderzoek, tot een ander besluit zou zijn gekomen. Op dit heronderzoek zijn de bepalingen van artikel 28 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 32 Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze Verordening geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze Verordening;

    • b.

      beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • c.

      de persoon zijn verplichtingen ingevolge artikel 29 en artikel 30 onvoldoende nakomt en daardoor het recht op of de noodzaak van de gevraagde voorziening niet of niet langer kan worden vastgesteld;

    • d.

      de persoon is overleden of niet langer woonachtig is in de gemeente De Ronde Venen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budgetkan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • 3. De intrekking of wijziging van het besluit werkt terug tot en met het tijdstip waarop de voorziening is verleend of de situatie, bedoeld in het eerste lid, zich heeft voorgedaan, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 33 Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een al uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd. Bij de hoogte van de terugvordering voor een voorziening, niet zijnde hulp bij het huishouden, wordt rekening gehouden met afschrijvingstermijnen.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 34 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze Verordening indien toepassing van de Verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 35 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze Verordening en het op deze Verordening berustende Besluit gemeente De Ronde Venen geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 36 Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens 4 jaar na de inwerkingtreding van de Verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de Verordening in de praktijk.

Artikel 37 Inwerkingtreding

  • 1. Deze Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2. Op dat moment wordt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2011 ingetrokken.

  • 3. Indien een belanghebbende bij of krachtens de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2011 rechten heeft verworven, is de in dit lid genoemde Verordening nog 6 maanden na de inwerkingtreding daar op van toepassing.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen over de toepassing van de termijn, bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat per individueel geval of per doelgroep een afbouwregeling kan worden vastgesteld.

Artikel 38 Citeertitel

Deze Verordening wordt aangehaald als: “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Ronde Venen 2014”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de Gemeente De Ronde Venen op 21 november 2013.
De raadsgriffier De voorzitter