Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening houdende algemene regels voor het verlenen van subsidie in de kosten van herstel en instandhouding van gemeentelijke monumenten in de gemeente De Ronde Venen

Geldend van 01-04-1998 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening houdende algemene regels voor het verlenen van subsidie in de kosten van herstel en instandhouding van gemeentelijke monumenten in de gemeente De Ronde Venen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Monument: onroerende zaak die ingevolge de Monumentenverordening De Ronde Venen is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst.

  • b.

    Gemeentelijke monumentenlijst: lijst als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenverordening De Ronde Venen.

  • c.

    Monumentencommissie: adviesorgaan als bedoeld in artikel 1 van de Monumentenverordening De Ronde Venen.

  • d.

    Eigenaar:

    • 1.

      hij die krachtens zakelijk recht, het recht van eigendom heeft;

    • 2.

      hij die krachtens een duurzaam persoonlijk recht het gebruik heeft over een monument;

    • 3.

      de toekomstige eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract, de houder van een recht van opstal, degene die het recht van erfpacht heeft, de houder van een appartementsrecht.

  • e.

    restauratie:

    • 1.

      bouwkundige maatregelen die strekken tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, alsmede tot behoud en herstel van monumentale waarde(n);

    • 2.

      werkzaamheden aan een monument, het normale onderhoud te boven gaand, die voor de instandhouding ervan noodzakelijk zijn.

  • f.

    onderhoud: sober en doelmatig uit te voeren periodieke werkzaamheden, die erop gericht zijn de bouwkundige staat van een monument in stand te houden of toekomstig groot onderhoud of restauratie te voorkomen of uit te stellen, met als doel het wind- en waterdicht houden van een monument.

  • g.

    Bouwkundig inspectierapport: een rapport met betrekking tot een monument dat:

    • 1.

      de technische staat van een monument beschrijft;

    • 2.

      opgesteld is door een door burgemeester en wethouders erkende en onafhankelijke instantie;

    • 3.

      de werkzaamheden beschrijft die verricht moeten worden teneinde het monument in goede staat van onderhoud te houden.

Artikel 2 Subsidie

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie in de restauratie- of onderhoudskosten worden verleend.

  • 2. De subsidie bedraagt 50% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele restauratiekosten, met een maximum van € 12.000 per monument; de goedgekeurde kosten van de te treffen voorzieningen dienen ten minste € 5.000 te bedragen.

  • 3. De subsidie bedraagt 40% van de door burgemeester en wethouders vastgestelde subsidiabele onderhoudskosten, met een maximum van € 6.000 per monument; de goedgekeurde kosten van de te treffen voorzieningen dienen ten minste € 1.500 te bedragen.

  • 4. Bij de bepaling van de subsidiabele restauratiekosten wordt de Leidraad subsidiabele restauratiekosten (BRRM) als uitgangspunt genomen.

  • 5. Bij de bepaling van de subsidiabele onderhoudskosten worden de in bijlage I aangegeven voorzieningen als uitgangspunt genomen.

Artikel 3 Subsidieplafond

De gemeenteraad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1. De aanvraag om subsidie dient door de eigenaar te worden ingediend op een door burgemeester en wethouders vastgesteld formulier en dient vergezeld te gaan van de daarop vermelde gegevens.

  • 2. Aanvragen om subsidie op grond van deze verordening worden in volgorde van binnenkomst behandeld.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de aanvraag op verzoek van de aanvrager opnieuw in behandeling nemen indien de aanvraag moet worden geweigerd vanwege het overschrijden van het subsidieplafond.

Artikel 5 Advisering door monumentencommissie

  • 1. Burgemeester en wethouders vragen advies aan de monumentencommissie voordat zij beslissen op een aanvraag als bedoeld in artikel 4 van deze verordening.

  • 2. Binnen acht weken na ontvangst van het verzoek om advies brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders.

  • 3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van het advies van de monumentencommissie op de aanvraag.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De subsidieverstrekking wordt naast de in artikel 4.25 en artikel 4.35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen geweigerd indien:

    • a.

      met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

    • b.

      de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

    • d.

      voor de betreffende restauratiewerkzaamheden binnen een termijn van 15 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend, subsidie is verleend;

    • e.

      voor de betreffende onderhoudswerkzaamheden binnen een termijn van 5 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend, subsidie is verleend.

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel onder c, d en e.

Artikel 7 Verplichtingen subsidie-ontvanger

Bij de subsidieverlening worden in ieder geval de volgende verplichting opgelegd:

  • 1.
    • a.

      met de uitvoering van de werkzaamheden dient binnen twaalf weken na de datum van het besluit tot toekenning van de subsidie te worden begonnen;

    • b.

      de aanvang van het werk dient tenminste twee weken van tevoren bij burgemeester en wethouders te worden gemel

    • c.

      binnen 24 maanden na de verlening van subsidie dienen de werkzaamheden te zijn voltooid en dient een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te zijn ingediend als bedoeld in artikel 4.44 van de Algemene wet bestuursrecht

    • d.

      aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren dien inzage te worden verleend in de op de werkzaamheden betrekking hebbende gegevens en alle inlichtingen te worden verstrekt die naar hun oordeel nodig zijn om de subsidie vast te stellen

    • e.

      zonder toestemming van burgemeester en wethouders mag niet worden afgeweken van het restauratie- en/of onderhoudsplan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid en in het belang van het monument kunnen aanvullende verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 8

Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften verbinden aan het verlenen van subsidie, die strekken tot bescherming van de belangen van het herstel en de instandhouding van gemeentelijke monumenten.

Artikel 9 Eisen aanvraag en vaststelling van de subsidie

De aanvraag tot vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 7, lid 1 sub c omvat:

  • a.

    een volledig ingevuld formulier dat bij de subsidieverlening is verstrekt;

  • b.

    een kostenoverzicht;

  • c.

    alle originele rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden;

  • d.

    een overzicht van het uitgevoerde meer- en minderwerk.

Artikel 10 Uitbetaling

Binnen drie weken na bekendmaking van de subsidievaststelling vindt betaling van de subsidie plaats.

Artikel 11 Slotbepaling

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 1998”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 januari 1998.

de secretaris, de voorzitter,