Regeling vervallen per 01-01-2011

Algemene subsidieverordening welzijn gemeente De Ronde Venen, maart 2005

Geldend van 03-03-2005 t/m 31-12-2010

Intitulé

Algemene subsidieverordening welzijn gemeente De Ronde Venen, maart 2005

Hoofdstuk 1 Definities en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a.

Instelling:

een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie die zonder winstoogmerk, als hoofddoel stelt de behartiging van de belangen op één of meer terreinen van welzijn waarvoor deze verordening van toepassing is en daarvoor krachtens deze verordening subsidie wenst te ontvangen;

b.

Subsidie:

de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten;

c.

Welzijn:

activiteiten of voorzieningen op het gebied van zorg, educatie en recreatie welke van belang geacht worden voor het geestelijk, lichamelijk en sociaal welbevinden van de inwoners van de gemeente;

d.

Activiteiten-plan:

een overzicht van activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeld per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiele middelen;

e.

Activiteitenverslag:

Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten, waarvoor subsidie werd verleend en bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen;

f.

Begroting:

Een overzicht van de voor het boekjaar geraamde inkomsten en uitgaven van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd;

-De begrotingsposten worden ieder afzonderlijk van een toelichting voorzien,

-Tenzij voor de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft nog niet eerder subsidie werd verstrekt, behelst de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende boekjaar en de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar , voorafgaand aan het boekjaar

g.

Subsidieplafond:

het door de gemeenteraad vast te stellen bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie;

h.

Egalisatiereserve

een egalisatiereserve als bedoeld in art. 4:72 (4.2.8.4.5) Awb;

i.

Voorziening

een voorziening als bedoeld in art. 374 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

j.

Gemeente:

de gemeente De Ronde Venen;

k.

Burgemeester en wethouders:

het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen;

l.

Raad:

de gemeenteraad van De Ronde Venen;

m.

Awb:

De Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiering van activiteiten en voorzieningen van instellingen op het terrein van het welzijn die van belang worden geacht voor de gemeente.

  • 2. De raad kan voor de toepassing van deze verordening een natuurlijk persoon of een groep natuurlijke personen gelijk stellen met een instelling.

  • 3. Slechts activiteiten en voorzieningen die passen binnen het geformuleerde welzijnsbeleid van de gemeente kunnen worden gesubsidieerd.

  • 4. Slechts activiteiten en voorzieningen die gericht zijn op of aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente kunnen worden gesubsidieerd, met uitzondering van jubilea van personen of instellingen.

Artikel 3 Deelverordeningen

  • 1. De raad kan ter aanvulling of nadere specificatie van deze verordening, deelverordeningen vaststellen voor bepaalde beleidsterreinen.

  • 2. Een deelverordening regelt tenminste welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen, welke grondslagen worden gehanteerd voor de berekening van de subsidie en welke specifieke voorschriften van toepassing zijn.

Artikel 4 Categorieën subsidies

1.Subsidies, als bedoeld in artikel 1, onder b, worden onderscheiden in:

a.

Waarderingssubsidie:

een subsidie waarmee de gemeente aangeeft bepaalde

activiteiten van belang te vinden voor het welzijn, zonder deze naar aard of inhoud te willen beïnvloeden en het al dan niet continueren van de activiteiten van subsidiering afhankelijk te maken. Deze subsidie wordt maximaal voor drie op eenvolgende jaren toegekend.

b.

Budgetsubsidie:

een subsidie gebaseerd op een budget, waarbij de instelling

zich verplicht de subsidie aan te wenden binnen de door de instelling en gemeente gezamenlijk gestelde doelstellingen.

c.

Exploitatiesubsidie:

een subsidie waarmee de gemeente een zodanig deel van het

exploitatietekort van activiteiten op het terrein van het welzijn bekostigt, dat deze met inachtneming van de door de gemeente gestelde voorwaarden redelijkerwijs kan worden voortgezet.

d.

Eenmalige subsidie:

een subsidie die de gemeente toekent voor de uitvoering van

bepaalde activiteiten op het terrein van het welzijn, die een eenmalig karakter hebben danwel een nieuwe opzet of werkwijze beogen.

e.

Investeringssubsidie:

een subsidie voor de bekostiging van de bouw, verbouw,

aanpassing of aankoop van een accommodatie en/of terrein, alsmede de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen ten behoeve van de uitvoering van activiteiten op het terrein van het welzijn.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. De raad kan voor eenmalige subsidies en/of voor groepen subsidies verleend krachtens deze verordening jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen na de vaststelling van het subsidieplafond voor een groep hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 3. Bij de bepaling van de verdeling van het bedrag, als bedoeld in het tweede lid, houden burgmeester en wethouders de volgende verdeelregels in acht:

    • a.

      als een datum is aangegeven waarvoor subsidieaanvragen moeten worden ingediend, krijgen bij het verdelen van het beschikbare bedrag, als bedoeld in het eerste lid, de activiteiten voorrang die het meeste bijdragen aan de doelstelling van de subsidie, blijkend uit de subsidieverordening, het gemeentelijk beleidsplan, relevante beleidsnota´s en eventuele nadere beleidsregels;

    • b.

      voor het overige vindt het verdelen plaats in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Een aanvraag wordt in deze volgorde opgenomen als zij volledig is.

Hoofdstuk 2. Voorwaarden en bepalingen inzake subsidieverlening

Artikel 6 Aanvullende voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieverlening aanvullende voorwaarden verbinden met betrekking tot:

  • a.

    de kwaliteit van accommodaties waar gesubsidieerde activiteiten worden uitgevoerd;

  • b.

    de samenwerking met andere instellingen;

  • c.

    het aantal uren dat een instelling is opengesteld voor leden/deelnemers;

  • d.

    de groepsgrootte;

  • e.

    de eigen bijdrage die de instelling verlangt van gebruikers/deelnemers;

  • f.

    het eigen vermogen van de instelling (inclusief reserves)

  • g.

    het vormen van voorzieningen;

  • h.

    het democratisch functioneren van de instelling.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De subsidie kan naast de in de Algemene wet bestuursrecht genoemde gevallen worden geweigerd indien:

  • a.

    de instelling niet voldoet aan de bepalingen, gesteld bij of krachtens deze verordening, die op haar van toepassing zijn.;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de aanvrager criteria hanteert, waarmee deelnemers op grond van hun ras, sekse, godsdienst, levensbeschouwing, politieke overtuiging en dergelijke geweerd kunnen worden;

  • f.

    de instelling uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is ten dienste van of verbonden is met een levensbeschouwelijke instelling, politieke partij of vakorganisatie;

Artikel 8 Mededelingsplicht

  • 1. Een instelling brengt een voornemen tot wijziging in de statuten en/of reglementen en/of wijziging in de samenstelling van het bestuur binnen vier weken ter kennis van burgemeester en wethouders.

  • 2. De instelling brengt het voornemen tot ontbinding van de instelling onverwijld ter kennis van burgemeester en wethouders.

  • 3. De instelling brengt het voornemen tot het geheel of gedeeltelijk staken van haar activiteiten en een voorgenomen vervreemding of bestemmingswijziging van haar eigendommen onverwijld ter kennis van burgemeester en wethouders.

  • 4. De instelling meldt onverwijld wijziging in de gegevens, voor zover deze van invloed zijn geweest op de besluitvorming over de toekenning van de subsidie, schriftelijk aan het college.

  • 5. De instelling brengt aanmerkelijke verschillen die ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke lasten en baten en de begrote lasten en baten onverwijld ter kennis van het college, onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 9 Bepalingen inzake personeel en accommodaties

  • 1. Indien een instelling activiteiten laat uitvoeren of begeleiden door beroepskrachten, beschikken deze over een zodanige kennis en/of ervaring dat een verantwoorde uitvoering van hun functie gewaarborgd is.

  • 2. Een instelling waarborgt dat de arbeidsvoorwaarden van beroepskrachten overeenkomen met hetgeen gebruikelijk is en dat de wettelijke bepalingen en voor de werksoort relevante CAO-bepalingen worden nageleefd.

  • 3. Een instelling verleent aan burgemeester en wethouders alsmede aan daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren toegang tot haar accommodaties.

Artikel 10 Verzekering

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen, dat de instelling haar roerende en onroerende zaken voldoende verzekert tegen de schade van brand, storm en inbraak

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat nog andere risico's worden verzekerd, zoals schade voortvloeiend uit aansprakelijkheid en fraude.

Artikel 11 De administratie

  • 1. De administratie van de instelling moet zo zijn ingericht dat op eenvoudige wijze een overzicht kan worden verkregen van de bezittingen, vorderingen en schulden van de instelling en van haar exploitatieresultaten.

  • 2. De instelling verleent aan burgemeester en wethouders of aan door hen aangewezen personen inzage in de administratie en andere bewijsstukken die aan de subsidieverstrekking ten grondslag liggen en verstrekt de inlichtingen welke voor de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie van belang kunnen zijn.

  • 3. De instelling volgt de aanwijzingen op welke haar in het belang van een doelmatig beheer en goede administratie betreffende de verleende subsidie door burgemeester en wethouders worden gegeven.

  • 4. De instelling houdt de bescheiden, als bedoeld in het tweede lid, tenminste gedurende 7 jaar na vaststelling van de subsidie, beschikbaar voor controledoeleinden.

Artikel 12 Onderzoek op het terrein van het welzijn

Indien door of namens de rijksoverheid na overleg met het gemeentebestuur, of indien door of namens het gemeentebestuur onderzoeken op het terrein van het welzijn worden uitgevoerd, verleent de instelling daaraan zijn medewerking.

Hoofdstuk 3. De aanvraag, verlening en vaststelling van subsidies met uitzondering van eenmalige- en waarderingssubsidies.

Artikel 13 De subsidieaanvraag

  • 1. Een subsidieaanvraag dient voor 1 april voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie gevraagd wordt schriftelijk te worden ingediend bij de raad, tenzij het gaat om aanvragen van eenmalige subsidies.

  • 2. Bij een subsidieaanvraag dient te worden overlegd:

    • a.

      de stichtingsakte, de statuten en/of het reglement van de instelling, tenzij burgemeester en wethouders hierover reeds beschikken;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling op het moment van de aanvraag;

    • c.

      een activiteitenprogramma voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      een begroting voor het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft, tenzij burgemeester en wethouders hebben aangegeven hierover niet te hoeven beschikken.

  • 3. De instelling verstrekt binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn nadere gegevens indien burgemeester en wethouders dat nodig achten voor de beoordeling van de subsidieaanvraag.

Artikel 14 Besluit op de subsidieaanvraag

  • 1. De raad neemt een besluit op de aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 13 uiterlijk 31 december voorafgaande aan het jaar waarop het betrekking heeft.

  • 2. De raad kan besluiten subsidies direct vast te stellen.

Artikel 15 In kennisstelling besluit op de aanvraag

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie-aanvrager binnen acht weken in kennis van het raadsbesluit als bedoeld in artikel 14. Indien het raadsbesluit een subsidieverlening inhoudt geven zij daarbij in ieder geval aan:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b.

      het subsidiebedrag dat is toegekend aan de onder a bedoelde activiteiten;

    • c.

      het tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend;

    • d.

      de aan de subsidie verbonden aanvullende voorwaarden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen het in kennis stellen als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting welke nog niet definitief is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder het voorbehoud dat voldoende middelen ter beschikking worden gesteld. Een beroep op dit voorbehoud wordt door burgemeester en wethouders binnen vier weken na vaststelling van de begroting gedaan.

  • 4. Indien door de raad toepassing is gegeven aan artikel 14, lid 2 geven burgemeester en wethouders dit bij de kennisgeving als bedoeld in het eerste lid aan.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van de verlening van een budgetsubsidie een overeenkomst in de zin van artikel 1, sub i sluiten met de instelling.

Artikel 16 De aanvraag om vaststellen subsidie

  • 1. Een instelling waaraan subsidie is verleend voor een kalenderjaar, dient voor 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar waarover subsidie is verleend, bij burgemeester en wethouders een activiteitenverslag in

  • 2. Een instelling waaraan subsidie is verleend voor een kalenderjaar, dient vervolgens voor 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar waarover subsidie is verleend bij burgemeester en wethouders schriftelijk een aanvraag voor vaststelling in, tenzij toepassing is gegeven aan art. 14, lid 2.

  • 3. Een aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van:

    • a.

      een door of namens het bestuur van de organisatie getekende financieel verslag; Het financieel verslag sluit aan op de begroting waarvoor subsidie is verleend en behelst een vergelijking met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het jaar, voorafgaand aan het boekjaar

    • b.

      andere door burgemeester en wethouders nodig geachte bescheiden.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen verlangen dat het financieel verslag als bedoeld in het derde lid, onder a, vergezeld gaat van een verklaring en/of rapport van een registeraccountant.

  • 5. In ieder geval wordt bij een subsidiebedrag gelijk aan of hoger dan € 25.000,- bij het financieel verslag een accountantsverklaring en –rapport vereist van een registeraccountant.

Artikel 17 De subsidievaststelling

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen binnen zes maanden na ontvangst van de overgelegde gegevens als bedoeld in artikel 16 en naar aanleiding van eventuele waarnemingen gedurende het subsidiejaar vast of de instelling de activiteiten zowel naar aard, omvang als intensiteit heeft uitgevoerd zoals deze zijn vastgelegd in de subsidieverlening.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde termijn met ten hoogste drie maanden verdagen.

  • 3. Indien de activiteiten zijn uitgevoerd zoals deze zijn vastgelegd in de subsidieverlening en indien aan de eventueel gestelde voorwaarden is voldaan, stellen burgemeester en wethouders de subsidie definitief vast op maximaal het toegezegde subsidiebedrag.

  • 4. Indien de activiteiten zoals die zijn vastgelegd in de subsidieverlening niet of in mindere mate zijn uitgevoerd danwel de instelling zich niet of niet geheel heeft gehouden aan de eventueel gestelde voorwaarden, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast met inbegrip van een korting.

Hoofdstuk 4 Betaling van subsidies

Artikel 18 Uitbetaling subsidies en voorschotten

  • 1. Het subsidiebedrag wordt, onder verrekening van betaalde voorschotten, binnen 8 weken na subsidievaststelling betaalbaar gesteld.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie in de regel bij wijze van voorschot betaalbaar.

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen de hoogte van het voorschot en het aantal termijnen en tijdstippen waarop dit betaalbaar gesteld wordt.

  • 4. Indien het vastgestelde subsidiebedrag over een subsidiejaar lager is dan het totaal van de over dat jaar verleende voorschotten, wordt het verschil door burgemeester en wethouders teruggevorderd van de subsidie-ontvanger.

Artikel 19 Bepalingen bij liquidatie en ontbinding

  • 1. Bij liquidatie en ontbinding van de instelling zijn de voorschriften omtrent de administratie alsmede die betreffende vaststelling van subsidie en verrekening van voorschotten van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Indien subsidiering door de gemeente heeft geleid tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot een batig saldo, is de instelling bij liquidatie en ontbinding aan de gemeente een vergoeding verschuldigd welke na overleg met de instelling door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Vermogensvorming

Artikel 20 Egalisatiereserve

  • 1. Instellingen mogen een egalisatiereserve en een bestemmingsreserve vormen.

  • 2. Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3. Ten aanzien van de egalisatiereserve gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      De egalisatiereserve voor een instelling met een subsidie tot € 7.000 per jaar nooit hoger is dan € 1.000;

    • b.

      Voor een instelling met een subsidie boven € 7.000 de egalisatiereserve nooit hoger is dan 15% van het in dat jaar verstrekte subsidie;

    • c.

      Het restant boven de grens van egalisatiereserve wordt verrekend met het subsidie voor de eerst volgende periode.

  • 4. Ten aanzien van een bestemmingsreserve gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      het vormen van een bestemmingsreserve is alleen toegestaan met voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders;

    • b.

      de hoogte van de bestemmingsreserve mag niet meer zijn dan noodzakelijk is voor het realiseren van de doelen;

    • c.

      het vormen van de bestemmingsreserve mag niet leiden tot exploitatietekorten,

    • d.

      het doel van de bestemmingsreserve moet overeenkomen met de doelstelling van de instelling.

Artikel 21 Voorziening

Het is toegestaan dat Instellingen een deel van het vermogen afzonderen conform artikel 374 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Burgemeester en wethouders kunnen nadere richtlijnen stellen over de aard en hoogte van de voorziening. De voorziening dient van een toelichting te worden voorzien in de begroting en in het financieel verslag.

Hoofdstuk 6 De aanvraag, verlening en vaststelling van eenmalige subsidies

Artikel 22 De aanvraag van eenmalige subsidies

  • 1. Een aanvraag om de verlening van een eenmalige subsidie dient uiterlijk 12 weken voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Bij een subsidie-aanvraag dient te worden overlegd:

    • a.

      de stichtingsakte, de statuten en/of het reglement van de instelling, tenzij burgemeester en wethouders hierover reeds beschikken;

    • b.

      een opgave van de bestuurssamenstelling op het moment van de aanvraag;

    • c.

      een omschrijving van de beoogde activiteiten;

    • d.

      een begroting.

  • 3. De instelling verstrekt binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn nadere gegevens indien burgemeester en wethouders dat nodig achten voor de beoordeling van de subsidie-aanvraag.

Artikel 23 De verlening van eenmalige subsidies

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten over subsidie-aanvragen als bedoeld in artikel 18 binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen het besluit als bedoeld in het vorige lid met ten hoogste 12 weken verdagen.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om bij de verlening van een eenmalige subsidie deze direct vast te stellen.

Artikel 24 De vaststelling van eenmalige subsidies

  • 1. Een instelling waaraan een eenmalige subsidie is verleend, dient binnen 10 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit schriftelijk een aanvraag bij burgemeester en wethouders voor vaststelling in.

  • 2. Een aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van:

    • a.

      een door of namens het bestuur van de instelling getekende exploitatierekening van de gesubsidieerde activiteit;

    • b.

      een verslag van de gesubsidieerde activiteit;

    • c.

      andere door burgemeester en wethouders nodig geachte bescheiden.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen binnen drie maanden na ontvangst van de bescheiden als bedoeld in het tweede lid de subsidie vast.

  • 4. Indien de activiteiten zijn uitgevoerd zoals deze zijn vastgelegd in de subsidieverlening en indien aan de eventueel gestelde voorwaarden is voldaan, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast op het verleende subsidiebedrag.

  • 5. Indien de activiteiten zoals die zijn vastgelegd in de subsidieverlening niet of in mindere mate zijn uitgevoerd danwel de instelling zich niet of niet geheel heeft gehouden aan de eventueel gestelde voorwaarden, stellen burgemeester en wethouders de subsidie vast met inbegrip van een korting.

Hoofdstuk 7 De aanvraag, verlening en vaststelling van waarderingssubsidies

Artikel 25 De aanvraag van waarderingssubsidies

  • 1. Een aanvraag om de verlening van een waarderingssubsidie dient uiterlijk 12 weken voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.

  • 2. Het subsidie is een bijdrage in de kosten van de activiteit, continuering ervan is niet van het subsidie afhankelijk.

  • 3. Bij een subsidie-aanvraag dient te worden overlegd:

    • a.

      een omschrijving van de beoogde activiteiten;

    • b.

      een begroting.

  • 4. De instelling verstrekt binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen termijn nadere gegevens indien burgemeester en wethouders dat nodig achten voor de beoordeling van de subsidie-aanvraag.

Artikel 26 De verlening van waarderingssubsidies

  • 4. Burgemeester en wethouders besluiten over subsidie-aanvragen als bedoeld in artikel 18 binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen het besluit als bedoeld in het vorige lid met ten hoogste 12 weken verdagen.

Artikel 27 De vaststelling van waarderingssubsidies

6.Burgemeester en wethouders stellen een waarderingssubsidie vast bij de verlening ervan.

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 28 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, treffen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen en/of nemen zij de nodige beslissingen, een en ander in overleg met de betrokken instelling.

Artikel 29 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen een of meer bepalingen van deze verordening niet van toepassing te verklaren.

Artikel 30 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Algemene subsidieverordening welzijn gemeente De Ronde Venen, 2005”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Op subsidies verleend en aangevraagd voor inwerkingtreding van deze verordening is de “Algemene subsidieverordening welzijn gemeente De Ronde Venen, herziene versie” (november 2002) van toepassing.

  • 4.

    Met ingang van de inwerkingtreding vervalt de “Algemene subsidieverordening welzijn gemeente De Ronde Venen Herziene versie” vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2002.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Ronde Venen op 24 februari 2005.

Griffier, voorzitter,

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Definities en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Reikwijdte

Artikel 3 Deelverordeningen

Artikel 4 Categorieën subsidies

Artikel 5 Subsidieplafond  

Hoofdstuk 2. Voorwaarden en bepalingen inzake subsidieverlening

Artikel 6 Aanvullende voorwaarden

Artikel 7 Weigeringsgronden

Artikel 8 Mededelingsplicht

Artikel 9 Bepalingen inzake personeel en accommodaties

Artikel 10 Verzekering

Artikel 11 De administratie

Artikel 12 Onderzoek op het terrein van het welzijn  

Hoofdstuk 3. De aanvraag, verlening en vaststelling van subsidies met uitzondering van eenmalige- en waarderingssubsidies.

Artikel 13 De subsidieaanvraag

Artikel 14 Besluit op de subsidieaanvraag

Artikel 15 In kennisstelling besluit op de aanvraag

Artikel 16 De aanvraag om vaststellen subsidie

Artikel 17 De subsidievaststelling  

Hoofdstuk 4 Betaling van subsidies

Artikel 18 Uitbetaling subsidies en voorschotten

Artikel 19 Bepalingen bij liquidatie en ontbinding  

Hoofdstuk 5 Vermogensvorming

Artikel 20 Egalisatiereserve

Artikel 21 Voorziening  

Hoofdstuk 6 De aanvraag, verlening en vaststelling van eenmalige subsidies

Artikel 22 De aanvraag van eenmalige subsidies

Artikel 23 De verlening van eenmalige subsidies

Artikel 24 De vaststelling van eenmalige subsidies  

Hoofdstuk 7 De aanvraag, verlening en vaststelling van waarderingssubsidies

Artikel 25 De aanvraag van waarderingssubsidies

Artikel 26 De verlening van waarderingssubsidies

Artikel 27 De vaststelling van waarderingssubsidies  

Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 28 Gevallen waarin deze verordening niet voorziet

Artikel 29 Hardheidsclausule

Artikel 30 Citeertitel en inwerkingtreding