Regeling vervallen per 01-01-2012

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2005

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2011

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2005

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich, dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente De Ronde Venen een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Voorkeursvolgorde

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      • 1.

        de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      • 2.

        de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder of bovengrondse leidingen heeft;

      • 3.

        de erfpachter;

    • 2.

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 3.

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.

      indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente De Ronde Venen wonen of gevestigd zijn:

      • 1.

        degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      • 2.

        degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

      • 3.

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 4.

        een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 5.

        bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 6.

        degene die als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 7.

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 2.

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente De Ronde Venen wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

      • 1.

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.

        een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

      • 3.

        bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 4.

        degene die als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 5.

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    • 3.

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

      • 1.

        degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.

        degene die als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 3.

        de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden.

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen en de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten die worden geheven van gebruikers en de forensenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • 2.

      de oudste in leeftijd;

    • 3.

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • 4.

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting wordt de aanslag ten name gesteld van degene die met betrekking tot de onroerende zaak waar de hond wordt gehouden, met toepassing van onderdeel 3 als de gebruiker wordt aangemerkt.

  • 5.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 1.

      ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 2.

      ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen.

  • 6.

    onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    • 1.

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 2.

      bij het bureau financiële administratie en belastingen bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur.

  • 11.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2005.

  • 2.

    De instructies inzake “het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2004” van 30 oktober 2003, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 4.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2005”.

De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar,

handtekening, datum,