Nadere regels voor de warenmarkt in de gemeente De Ronde Venen 2009

1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

• b.

  een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

• c.

  de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

• d.

  het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

• e.

  de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

• f.

  dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

• g.

  de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

• h.

  welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

• i.

  welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.

1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien:

• a.

  hij voldoet aan de in artikel 7 van de Marktverordening gemeente De Ronde Venen 2009 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen;

• b.

  in dezelfde branche nog geen andere koopman op de wachtlijst staat ingeschreven.

2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

• a.

  de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

• b.

  de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

• c.

  de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;

• d.

  de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.

4. De inschrijving op de wachtlijst geschiedt op volgorde van betaling van de legeskosten.

1. Indien de vergunninghouder is overleden, blijvend arbeidsongeschikt raakt of zijn bedrijf beëindigt kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven.

2. In geval van overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid wordt een aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden ingediend na datum overlijden of datum vaststelling blijvende arbeidsongeschiktheid. In geval van bedrijfsbeëindiging wordt een aanvraag tot overschrijving uiterlijk twee maanden voor de geplande bedrijfsoverdracht ingediend. Bij overschrijving van de vergunning vervalt de positie op de anciënniteitlijst.

3. Het college kan op schriftelijk verzoek in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2.

1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste standplaats wordt ingenomen.

2. De dagplaats wordt toegewezen op volgorde van aanmelden bij de marktmeester.

1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

4. Aan de standwerker met artikelen waarvoor de branche-indeling geldt, zal boven het toegewezen aantal standplaatsen van de branche-indeling geen standwerkersplaats worden toegewezen.

1. De vergunninghouder is persoonlijk verantwoordelijk voor de standplaats die hem is toegewezen.

2. De vergunninghouder mag zich op zijn standplaats doen bijstaan.

3. De vergunninghouder mag zich op zijn standplaats laten vervangen door een met name genoemde persoon.

1. De vergunninghouder van een vaste standplaats is verplicht op marktdagen zijn standplaats in te nemen, dan wel te laten innemen door zijn vervanger, behoudens wanneer toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in lid 2 of 3.

2. Het college kan op schriftelijk verzoek toestaan dat de vergunninghouder per kalenderjaar gedurende vier achtereenvolgende marktdagen wegens vakantie zijn standplaats niet inneemt. Het schriftelijke verzoek wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan en maakt melding van de duur van de vakantie.

3. Plotselinge verhindering vanwege bijzondere omstandigheden is toegestaan mits dit mondeling of telefonisch aan de marktmeester wordt gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich op eerste aanvraag van de marktmeester te legitimeren.

2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven.

1. De markt vangt aan om 12:30 uur en eindigt om 17:00 uur.

2. Het is verboden voor de vergunninghouder, of diens vervanger, op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

3. Het is verboden voor de vergunninghouder, of diens vervanger, om op marktdagen vóór 12:30 uur goederen te verkopen.

4. Indien de vergunninghouder, of diens vervanger, zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 12:30 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

5. De vergunninghouder of diens vervanger is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt in te nemen. Het college kan hiervan ontheffing verlenen.

1. De vergunninghouder, of diens vervanger, is verplicht de aanwijzingen van de marktmeester over het feitelijk innemen van een standplaats op te volgen.

2. De vergunninghouder, of diens vervanger, is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, zulks ter beoordeling van de marktmeester. Het inzamelen van afval en verpakkingsmateriaal komt voor rekening van de vergunninghouder of diens vervanger.

3. De vergunninghouder, of diens vervanger, is verplicht na afloop van de markt zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren.

4. De vergunninghouder aan wie tevens vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, of diens vervanger, is verplicht bij zijn verkoopgelegenheid korven of bakken te plaatsen ten behoeve van het deponeren van afval.

1. Het is verboden op het marktterrein eigen kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

2. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, evenals elektrische energie te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

3. Het is verboden op een standplaats verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

4. Het college kan op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de in lid 1,2 en 3 gestelde verboden.

1. Het is verboden artikelen, die krachtens een besluit van het college niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

2. Het college kan, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

3. Het is verboden op de markt een artikel aan te prijzen als een geneesmiddel, bedoeld in artikel 1 lid 1 onder e van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening.

1. Het is verboden op marktdagen tussen 12:30 en 17:00 uur:

• a.

  op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

• b.

  bij de standplaats achtergrondmuziek op hinderlijke wijze ten gehore te brengen, dit ter beoordeling van de marktmeester.

2. Het college kan ontheffing van de in lid 1 gestelde verboden verlenen.