Regeling vervallen per 01-01-2016

Beleidsregels voor het bepalen van de heffingsmaatstaf van de rioolheffing (gebruikersdeel) 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2015

Intitulé

Beleidsregels voor het bepalen van de heffingsmaatstaf van de rioolheffing (gebruikersdeel) 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

Gelet op het bepaalde in artikel 12 van de Verordening rioolheffing 2015;

besluit:

vast te stellen de volgende

Beleidsregels voor het bepalen van de heffingsmaatstaf van de rioolheffing (gebruikersdeel) 2015

Algemeen

De rioolheffing (gebruikersdeel) wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater (in)direct op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De heffing wordt geheven naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd, met dien verstande dat het aantal kubieke meters afvalwater gesteld wordt op het aantal kubieke meters water dat naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt. Hiervoor wordt met name gebruik gemaakt van de door het drinkwaterbedrijf Vitens verstrekte watergebruiken.

Om te komen tot een consequente, doelmatige en een zo rechtvaardig mogelijke uitvoering van de wettelijke regels, is het wenselijk met betrekking tot het bepalen van de heffingsmaatstaf beleidsregels te formuleren. Het kan namelijk voorkomen dat, hoewel vanuit een eigendom feitelijk water wordt afgevoerd, met betrekking tot het eigendom geen waterverbruik bekend is.

Ook is het van belang eenduidig te regelen hoe omgegaan moet worden met kubieke meters water die feitelijk niet geloosd worden op de gemeentelijke riolering, zoals lekkages in de waterleiding en gebruik van water in het productieproces bij bedrijven.

Bepalingen van de heffingsmaatstaf

De rioolheffing bestaat uit een vast tarief en een variabel tarief. Het vaste tarief wordt geheven bij een waterverbruik van 300m³ of minder (eigenaar). Indien het waterverbruik meer dan 300m³ bedraagt, wordt voor dit zogenaamde meerverbruik een afzonderlijke aanslag opgelegd, gelet op artikel 7 van de Verordening rioolheffing.

  • A.

    Bij het bepalen van de heffingsmaatstaf wordt met de niet op de gemeentelijke riolering afgevoerde kubieke meters water geen rekening gehouden tenzij:

    • 1.

      Belastingplichtige een correctienota van het waterleidingbedrijf overlegt, waaruit blijkt dat vanwege lekkage toegevoerde kubieke meters water niet op de gemeentelijke riolering zijn afgevoerd;

    • 2.

      Belastingplichtige door middel van een tussenmeter kan aantonen dat toegevoerde kubieke meters water niet op de gemeentelijke riolering zijn afgevoerd;

    • 3.

      Bescheiden, onderbouwd met feiten, worden overgelegd waaruit afgeleid kan worden welke hoeveelheid toegevoerde kubieke meters water vanwege bedrijfsuitoefening niet op de gemeentelijke riolering is afgevoerd.

Of en in hoeverre de overgelegde gegevens aannemelijk zijn, wordt door de heffingsambtenaar beoordeeld

  • B.

    Bij het bepalen van de heffingsmaatstaf wordt:

    • 1

      Indien meerdere eigendommen één gezamenlijk watermeter hebben het aantal toegevoerde kubieke meters water naar evenredigheid van het aantal gebruikers van de eigendommen berekend;

    • 2

      Indien geen gegevens bekend zijn over het aantal toegevoerde kubieke meters water vanuit een woning, dan wel indien meerdere woningen één gezamenlijke watermeter beschikken, wordt het aantal afgevoerde kubieke meters water gesteld op 44 kubieke meter water per bewoner van de betreffende woning. Hierbij wordt uitgegaan van het aantal op 1 januari van het belastingjaar in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven personen.

Indien een belastingplichtige stelt dat op grond van het vorenstaande een onjuiste hoeveelheid water in de heffing is betrokken, dan dient deze belastingplichtige aannemelijk te maken hoeveel water er daadwerkelijk op het gemeentelijke riool is geloosd, dan wel dient belastingplichtige aannemelijk te maken hoeveel afvalwater niet via het gemeentelijke riool is afgevoerd.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. De “Beleidsregels voor het bepalen van de heffingsmaatstaf van de rioolheffing (gebruikersdeel)” van de gemeente De Ronde Venen van 29 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van het in het eerste lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3. Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels rioolheffing (gebruikersdeel)”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 november 2014
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
De burgemeester, De secretaris,