Nota Kunst en Cultuur De Ronde Venen 2014-2018 Delen beleven

Geldend van 23-06-2015 t/m heden

Intitulé

Nota Kunst en Cultuur De Ronde Venen 2014-2018 Delen beleven

Nota Kunst en Cultuur De Ronde Venen 2014-2018 Delen beleven

NAAR EEN BELEID GERICHT OP ONAFHANKELIJK CULTUREEL ONDERNEMERSCHAP

Samenvatting

Doel

Delen en beleven van kunst en cultuur versterkt de sociale samenhang, draagt bij aan een aantrekkelijk woonklimaat en ontwikkelt talent. Onze gemeente heeft mogelijkheden voor cultuureducatie en cultuurparticipatie voor iedereen die dat wil.

Uitgangspunten

1 Meedoen

In De Ronde Venen krijgt ieder die dat wil de mogelijkheid om zijn of haar talent optimaal te benutten en te ontplooien. Voor kinderen tot 16 jaar van inwoners met een inkomen tot 130% van het minimumloon biedt De Stichting Jongeren Aktief onder voorwaarden gelegenheid deel te nemen aan kunst en cultuur. Inwoners ouder dan 16 jaar met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau kunnen onder voorwaarden een beroep doen op het minimabeleid of de Wmo.

2 Eigen kracht

Versterken van de eigen kracht en cultureel ondernemerschap van kunst- en cultuurorganisaties t.a.v. breed, goed gespreid en zichtbaar cultuuraanbod via faciliteiten als de cultuurconsulent, de vrijwilligersondersteuning en de website www.uitinderondevenen.nl. De basisinfrastructuur voor kunst en cultuur blijft in stand met behulp van financiering door de gemeente. Deze basisinfrastructuur bestaat uit de bibliotheken, de cultuurconsulent, cultuureducatie basisonderwijs en lokale omroep.

3 Eenmalige subsidie voor vernieuwing

Eenmalige subsidie maakt vernieuwing mogelijk. Het wordt ingezet voor nieuwe aansprekende kunst- en cultuurevenementen van samenwerkende kunst- en cultuurorganisaties, nieuw beleid en noodzakelijke investeringen in het kunst- en cultuurveld.

4 Doelmatigheid en doeltreffendheid bevorderen

  • ·

    Administratieve rompslomp en bureaucratie te vermijden, voor kunst en cultuurveld en gemeente.

  • ·

    Een duidelijk aanspreekpunt voor kunst en cultuur te hebben voor kunst en cultuur

  • ·

    Het openbaar kunstbezit goed te onderhouden

  • ·

    Nadere voorwaarden te benoemen voor subsidieverlening:

    • -

      Benoemen van maatschappelijke meerwaarde via prestatie-indicatoren;

    • -

      Stimuleren van zichtbaarheid, goede spreiding, synergievoordelen;

    • -

      Alleen aanvragen kunst- en cultuursubsidies van rechtspersonen in behandeling te nemen;

    • -

      Verlenen van eenmalige subsidie.

Indicatoren

Inleiding

Het College heeft de bestuursopdracht geformuleerd voor het opstellen van een Nota Kunst en Cultuur. Kunst en cultuur dragen bij aan een plezierig en voor velen aantrekkelijk leefklimaat met leuke en interessante kunst- en cultuurbelevenissen: Inspiratie, beleving, individuele ontplooiing, overdracht van waarden en tradities, cultuurdeelname, talentontwikkeling, economische impulsen, een actief verenigingsleven en leefbaarheid.

Cultuur en creativiteit zijn van groot belang voor de moderne kenniseconomie. Naar internationale maatstaven is in Nederland creatief talent volop aanwezig. Een behoorlijk cultureel voorzieningenniveau heeft ook indirecte economische effecten: het draagt bij aan de aantrekkelijkheid van steden voor toeristen en voor de (toekomstige) creatieve klasse, zoals managers, ingenieurs, ondernemers en professionals. Op die manier draagt cultuur bij aan economische groei en werkgelegenheid. Het cultureel ondernemerschap wordt gestimuleerd en gewaardeerd en de maatschappelijke meerwaarde van activiteiten wordt actief ondersteund.

Het nieuwe beleid werkt de nieuwe rol en mogelijkheden van de gemeente uit om ondersteuning te bieden aan bewoners en organisaties, vrijwilligers en professionals, die met hun activiteiten bijdragen aan het culturele leven in gemeente De Ronde Venen. De gemeente is niet langer de volop financierende gemeente, kan dat ook niet meer zijn. De nieuwe rol is veel meer die van facilitator en vraagt nieuw beleidskader. Waar nodig geeft de nota een vertaling van wettelijk kader.

De nota heeft als titel Delen en Beleven. Kunst en cultuur bieden immers heel veel en zeer uiteenlopende belevenissen, die gedeeld met anderen worden genoten. Delen en beleven zit ook aan de kant van de producenten. Gedeelde en afgestemde productie en gedeelde faciliteiten maken ruimte voor het creëren van een meer divers aanbod, dus meer belevenissen. De gemeenteraad vult met de vaststelling van deze kunst- en cultuurnota de ambities en uitgangspunten zoals verwoord in het beleidsplan `Kernachtig Verbinden` en het kernenbeleid – richting een evenwichtige spreiding van passende en bereikbare voorzieningen - verder in. De meest recente kunst- en cultuurnota van onze gemeente werd opgesteld door de gemeente Abcoude in 2008. Het belang tot formuleren van nieuw kunst- en cultuurbeleid werd na de gemeentelijke herindeling van 2011 duidelijk. De gewoonten in cultuurbeleving lagen in de beide oud-gemeenten ver uiteen. Nieuwe, veranderde trends, een andere visie op participatie en verantwoordelijkheid èn bezuinigingen dragen extra bij aan de noodzaak tot nieuw beleid. Het nieuwe kunst en cultuurbeleid geeft een nieuwe invulling aan de gemeentelijke rol hierbij.

De nota ‘Kunst en Cultuur De Ronde Venen 2014-2018: Delen en beleven’ is ontwikkeld na raadpleging van het culturele veld, met daarin uitgangspunten van beleid, visie en ambitie, vertaald naar vijf thema’s: Amateurkunst - kennis en educatie - theaterprogrammering en evenementen – media – (beeldende) kunst.

Commitment van de gemeente, inwoners en raad, bij het belang van kunst en cultuur voor de vitaliteit en leefbaarheid is nodig om in de toekomst voldoende middelen vrij te maken om het gewenste voorzieningenniveau te waarborgen. Vitale organisaties voor kunst en cultuur zijn niet alleen aantrekkelijk voor huidige bewoners, maar juist ook voor nieuwe generaties en nieuwe bewoners om zich bij aan te sluiten.

Leeswijzer

Hoofdstuk 1 geeft inzicht in doel, aanleiding, context, afbakening, evaluatie en monitoring.

Hoofdstuk 2 geeft inzicht in enkele trends en ontwikkelingen

Hoofdstuk 3 geeft u de beleidsuitgangspunten, de speerpunten en wat de gemeente wil gaan doen.

Hoofdstuk 4, de uitvoeringsnota, laat de vertaling van de beleidsuitgangspunten zien naar de vijf beleidsthema’s: amateur- en podiumkunst, cultuureducatie en kennis, theaterprogrammering en evenementen, lokale media, kunst. In dit hoofdstuk leest u per thema wat de afgelopen jaren de verbinding was tussen de gemeente en de organisaties, waar we met ieder beleidsthema heen willen en hoe we daar denken te komen.

Hoofdstuk 5 geeft het financiële kader. Hier wordt weergegeven hoe de beschikbare budgetten worden toegerekend naar de vijf thema’s van Kunst en Cultuur in 2014 en volgende jaren.

Doel en context

Doel

Deze nota formuleert nieuw beleidskader voor verschillende thema’s van kunst en cultuur, geldig voor de periode 2014 tot 2018. De thema’s zijn amateurkunst, kennis en educatie, theaterprogrammering en evenementen, media, kunst.

Nieuw gemeentelijk cultuurbeleid is bescheiden van opzet. In tegenstelling tot veel ander beleid is cultuur niet financieel geborgd met geoormerkte middelen. Toch brengt elke tijd ook kansen voor vernieuwing.

Kunst en cultuur is in De Ronde Venen aantrekkelijk en toegankelijk voor een brede groep van mensen. Bij kinderen zijn de identiteitsvorming en de relatie tussen het lokale cultuuraanbod en de cultuureducatie vanuit de scholen belangrijk. Bij ouderen gaat het om de laagdrempeligheid en de sociale samenhang.

Delen en beleven van kunst en cultuur versterkt de sociale samenhang, draagt bij aan een aantrekkelijk woonklimaat en ontwikkelt talent. Onze gemeente heeft mogelijkheden voor cultuureducatie en cultuurparticipatie voor iedereen die dat wil.

Kunst en cultuur kan alleen duurzaam voortbestaan bij organisaties met een zoveel mogelijk sluitende begroting. Kunst en cultuur spelen op eigen kracht hun rol in de (vrije) tijdsbesteding en talentontwikkeling van de bewoners. Het nieuwe beleid werkt de nieuwe rol en mogelijkheden uit om ondersteuning te bieden aan bewoners en organisaties, vrijwilligers en professionals, die met hun activiteiten bijdragen aan het culturele leven en dus de aantrekkelijkheid van De Ronde Venen.

Samenhangend beleid ondersteunt, stimuleert en bewaakt:

  • een breed, divers cultureel aanbod dat bijdraagt aan sociale samenhang en het aantrekkelijke woonklimaat van De Ronde Venen versterkt;

  • de mogelijkheid tot deelname aan culturele activiteiten voor alle inwoners, naar diversiteit, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het aanbod;

  • de voortzetting van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe culturele uitingen;

  • de eigen kracht van kunst en cultuur, cultureel ondernemerschap.

Cultureel ondernemerschap wordt meer en meer relevant. Bij cultureel ondernemerschap gaat het om het creëren van een stevig maatschappelijk en economisch draagvlak. De provincie Utrecht noemt een viertal voorbeelden om dit draagvlak te creëren: Het vinden van innovatieve financieringsvormen, het creëren van een ‘band met de klant’, het voeren van een doordacht vrijwilligersbeleid en het gezond maken en houden van de bedrijfsvoering.

Er zit meer potentieel in samenwerking binnen het culturele veld. Samenwerking gericht op het genereren van meer zichtbaarheid en afstemmen van aanbod, kennis delen, samen benutten van bronnen, faciliteiten en materialen. Een kenmerk van samenwerking is uiteraard de basis van vrijwilligheid. De gemeentelijke rol wordt faciliterend in aanvulling op en ten dienste van de gemeenschap. De volop organiserende en financierende gemeente is niet langer houdbaar. De algemene middelen moeten doelmatig en doeltreffend worden ingezet en nemen in omvang af, terwijl er meer taken van betaald moeten worden. Bovendien: de expertise op Kunst en Cultuur is in het veld te vinden en niet bij de gemeente. De Nota Kunst en Cultuur geeft richting aan kunst en cultuurbeleid: de keuze voor de beleidsinstrumenten zoals het vaststellen van de basisinfrastructuur, het bieden van beleidskader aan het kunst en cultuurveld, het bieden van ondersteuning en het verlenen van subsidies.

Aanleiding voor nieuw kunst- en cultuurbeleid

Het beleidsveld Kunst en Cultuur kent de volgende verbeterpunten:

  • De amateurkunst werd in de beide oud-gemeenten verschillend gewaardeerd.

  • De Algemene Subsidieverordening 2013 vraagt het ontwikkelen van concrete resultaatmeters (prestatie-indicatoren) waaruit de maatschappelijke meerwaarde blijkt van de activiteiten of initiatieven.

  • Onderbouwing van noodzakelijke besparingen, het stellen van prioriteiten en benoemen van resultaten vereisen een breed draagvlak.

  • Het kunst- en cultuurveld is een kwetsbaar terrein; de bekostiging ervan kent geen wettelijke basis.

  • De organisatiestructuur van het kunst- en cultuurveld is tegelijk sterk en kwetsbaar: Culturele verenigingen en organisaties zijn zo sterk als betrokkenheid, inzet en beschikbaarheid van hun (capabele) leden en vrijwilligers groot is.

  • Het gemeentelijk budget voor kunst en cultuur is na 2011 met 20% gedaald.

  • Alle subsidies en sponsoring staan onder druk.

  • Een blijvend aantrekkelijk cultuur- en kunstaanbod vraagt andere vormen van financiering en organisatie.

Context

Deze nota heeft betrekking op het gehele terrein van kunst en cultuur, met uitzondering van inhoudelijke zaken die direct samenhangen met behoud en bescherming van monumenten en archeologie, alsmede het inrichten van de openbare ruimte. Dit is in onze gemeente het domein van de ruimtelijke ordening. Dit domein kent zijn eigen beleidsregels en juridische kader. De inrichting van de openbare ruimte en de monumenten spelen in deze nota zijdelings een rol, omdat ze cruciaal zijn voor de schoonheid en identiteit van De Ronde Venen en inzet vragen van het kunst- en cultuurveld. Het Regionaal Historisch Centrum in Breukelen verzorgt en ontsluit onze archieven. Ook de bibliotheek en de archeologische werkgroepen in onze gemeenten werken samen aan de presentatie van hun (be)vindingen.

Taakverdeling kunst- en cultuurbeleid hogere en lagere overheden

De overheid voert cultuurbeleid op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. De overheden voeren elk een autonoom beleid, dat door onderlinge samenwerking en afspraken op elkaar wordt afgestemd. De landelijke, provinciale en lokale overheden hebben verschillende verantwoordelijkheden in het cultuurbeleid. De taakverdeling tussen de drie overheden is vastgelegd op basis van de Wet op het specifiek cultuurbeleid (1993). Voor het cultuureducatiebeleid bijvoorbeeld geldt de volgende verdeling:

  • Gemeenten regelen uitvoerende activiteiten op het gebied van cultuureducatie;

  • Provincies verzorgen de ondersteuning hiervan (de directe steunfunctie);

  • Het rijk richt zich op de indirecte steunfunctie, ontwikkeling en experiment.

Het Rijk, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bepaalt de hoofdlijnen van het cultuurbeleid en verdeelt samen met de landelijke cultuurfondsen, de subsidies voor (grote) cultuurinstellingen. De Raad voor Cultuur adviseert de regering over algemeen beleid en regelgeving en over concrete beslissingen zoals de vierjaarlijkse landelijke subsidies. Voor de periode 2013- 2016 gelden de volgende landelijke speerpunten voor het cultuurbeleid:

  • Internationalisering: de culturele sector heeft mogelijkheden om zich internationaal te presenteren, bijvoorbeeld door uitwisseling van kunst of in kunst- en cultuurprogramma's.

  • Cultuureducatie: zo veel mogelijk kinderen en jongeren komen in aanraking met de rijkdom van cultuur.

  • Vernieuwing en talent: kunstinstellingen krijgen de mogelijkheid kunst te ontwikkelen en te laten zien die nog niet bij een breed publiek bekend is.

  • Ondernemerschap: instellingen versterken hun band met (mogelijke) financiers, boren andere inkomstenbronnen aan en zoeken nieuwe markten. Op die manier vergroten zij hun inkomsten. De instellingen krijgen hierbij ondersteuning van het Rijk.

Uitgebreide informatie over het cultuurbeleid staat in de beleidsnota ‘Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid’. De Wet op het specifiek cultuurbeleid geeft onder meer het wettelijk kader voor subsidieverstrekking.

De provincie Utrecht ziet haar rol op het gebied van kunst en cultuur als die van ‘ontwikkelingspartner’. Dit houdt in dat de provincie samen met o.a. de gemeenten projecten wil oppakken die het cultuuraanbod versterken, verbreden en verspreiden. Een belangrijk onderdeel van dit beleid 2012-2015 is het herformuleren van de rol van de provincie, rekening houdend met gewijzigde economische omstandigheden. Ook de provincie heeft minder middelen voor kunst en cultuur en richt zich voor een groot deel op wettelijke taken.

Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om deelname aan kunst en cultuur voor alle inwoners mogelijk te maken. Zij creëren randvoorwaarden voor deelname aan cultuur, zowel actief als receptief, en financieren voorzieningen die hun culturele infrastructuur vormen. De eigen beleidsruimte is daarin groot. De gemeenten bepalen zelf hoe groot de ambitie op cultureel gebied is.

Het domein van het gemeentelijke kunst- en cultuurbeleid onderscheidt zich van veel andere sectoren waarvoor de gemeente beleid moet ontwikkelen: er is sprake van relatief weinig wet- en regelgeving die voorschrijft wat gemeenten moeten doen. De cultuursector is in aanzienlijke mate buiten de ordenende kaders van de rijksoverheid gebleven. Zeker de kunstsector is te beschouwen als één van de laatst overgebleven vrijplaatsen voor autonome gemeentelijke beleidsvorming. De kunsten vormen, heel toepasselijk, een bijzondere enclave te midden van verregaand gereglementeerde en via die weg gefinancierde terreinen als de zorg, het onderwijs en de sociale zekerheid.

Voor kunst- en cultuurbeleid zijn de volgende wetten relevant:

  • De Algemene Wet Bestuursrecht: het wettelijk kader voor subsidieverlening.

  • De Wet op de Archeologische Monumentenzorg 2007 beschermt het bodemarchief

  • de Wet op het specifiek cultuurbeleid 1993 regelt de landelijke Cultuurnotasystematiek en de subsidiëring.

  • de Bibliotheekwet: beschermt de aanwezigheid van de bibliotheek; deze wet is per 2015 aangepast;

  • de Monumentenwet 1988 beschermt onroerend Nederlands cultuurbezit;

  • de Wet tot behoud van cultuurbezit 1985 beschermt roerende cultuurbezit;

  • de Auteurswet 1912 regelt en beschermt intellectueel eigendom van creatieve producten;

  • de Museumwet 1925 wijzigt of ontheft – in het algemeen belang – van bij erfstelling of legaat gestelde voorwaarden;

  • de Archiefwet 1995 legt overheden op goed te zorgen voor hun archiefbescheiden;

  • de Wet Werk en Inkomen Kunstenaars 2004, regelt tijdelijke inkomensondersteuning voor professionele kunstenaars;

  • de Mediawet 1987 stelt regels aan zendmachtiging voor lokale radio en televisie.

Kunst en cultuur in relatie tot andere gemeentelijke beleidsvelden

Kunst en cultuur dragen in grote mate bij aan de leefbaarheid, verbondenheid en algemeen gevoel van welbevinden van inwoners in de dorpen die samen de gemeente De Ronde Venen vormen. Tussen kunst en cultuur en het gemeentelijke kernenbeleid bestaat dus een link.

Kunst en cultuur raken ook aan het beleid op recreatie en groen, en aan het ruimtelijk beleid. Denk aan kunsthistorie, monumenten, kunst in de openbare ruimte, de recreatieve functie van musea. Ook het accommodatiebeleid is voor deze sector relevant, al was het maar omdat een deel van de subsidie, soms een belangrijk deel, in accommodatiekosten zit. Bij de ontwikkeling van deze nota worden ze waar nodig betrokken. De nota Kunst en Cultuur bevat echter geen beleid op deze velden.

Indien er op beleidsonderdelen sprake is van overlappingen, wordt afgestemd met de betrokken afdelingen of beleidsmedewerkers.

De volgende nota’s kennen raakvlakken met cultuurbeleid:

  • Beleidsnota Cultuurhistorie: onder meer via belevenis-gerichte, overtuigende presentatie van de cultuurhistorie in Museum De Ronde Venen en in de bibliotheken

  • Monumentenbeleid: via evenementen rond monumenten

  • Sociaal economisch beleidsplan: een ondernemend kunst en cultuurklimaat voor een goede woonomgeving, een stimulerend ondernemersklimaat en een bevolking die goed zijn weg weet te vinden in nieuwe en oude media, die kan lezen, afwegen, kiezen, oordelen

  • Nota verblijfsrecreatie: verblijfsrecreatie en kunst en cultuur ontmoeten elkaar in routes en belevenissen

  • Toeristisch-recreatieve Visie: Toeristisch Platform: kunst en cultuur kan bijdragen aan onderscheidende zichtbaarheid van onze gemeente via goed neergezette evenementen en goede belevenisgerichte presentatie van cultureel erfgoed

  • Nota Vrijwilligersbeleid: regelt de ondersteuning van vrijwilligers en hun organisaties.

  • Beleidsplan Wmo: Het kunst- en cultuurbeleid richt zich op bevorderen van delen en beleven daarvan door alle inwoners en wil de eigen kracht en autonomie van inwoners aanspreken en ook bevorderen, onder meer door een goede spreiding en toegankelijkheid van voorzieningen, maar ook door prestatie-indicatoren te laten aansluiten bij gesignaleerde behoeften en belangstelling.

  • Participatiebeleid: bibliotheek (alfabetisme en leesvaardigheid) en vrijwilligerstaken (van uitkering naar werk)

  • Onderwijsbeleid: bibliotheek (bibliotheek op school, vroeg- en voorschoolse educatie in de vorm van Boekstart en Boekenpret) en cultuureducatie (Kunst Centraal, muzieklessen door muziekverenigingen).

  • Het kernenbeleid en de nota Kernachtig verbinden werden al eerder genoemd.

  • Participatietraject en planning

Draagvlak is een belangrijke slaagfactor van nieuw beleid. Daarom is de nota opgesteld in overleg met de stakeholders. De gemeente is steeds in dialoog met de vele organisaties die in onze gemeente actief zijn. Ook een aantal kunst- en cultuurorganisaties staat in goed contact met gemeente De Ronde Venen.

Tijdens het participatietraject ‘Bezuinigingen maatschappelijk domein’ in september 2012, was het culturele werkveld betrokken. In november 2012 is gestart met de follow-up gesprekken met een aantal grote partijen uit het culturele werkveld. Op 25 juni 2013 is een informatiebijeenkomst gehouden in Vinkeveen met als doel ideeën die leven in het kunst- en cultuurveld te inventariseren. Dit leverde volop inspiratie op. De aanwezigen gaven aan dat ze verder denken te kunnen komen als de gemeente samenwerking actief stimuleert. Zo is aangegeven de promotie van het totale aanbod te willen verbeteren, minder versnipperd te willen presenteren. Er is geen vaste structuur waarbinnen de cultuur- en kunstactoren elkaar regelmatig ontmoeten, waardoor men als het ware telkens opnieuw moet beginnen. Aangegeven werd dat het cultuurcafé als contactmoment gemist wordt. Ook als het gaat om fondsenwerving, huisvesting, delen van ervaringen en materialen verwachten de organisaties dat samenwerking lucratief, dus kostenbeperkend kan zijn. Eerder al, tijdens de participatiebijeenkomsten, werden synergievoordelen genoemd die bij veel meer samenwerking zouden kunnen ontstaan. De oproep tot meer samenwerking komt dus uit het veld.

In januari 2014 heeft het cultuur- en kunstveld de conceptnota ter kennisneming ontvangen en is een nieuwe bijeenkomst georganiseerd. Ook is (tot 17 februari 2014) gelegenheid gegeven schriftelijk op de nota te reageren. De bijdragen hebben niet tot beleidsaanpassing geleid, wel tot bijstelling van het uitvoeringsdeel:

  • Enkele insprekers vragen zich af of de gemeente regisseur moet zijn of alleen wil faciliteren. Dit laatste is het geval. De nota is op dit punt aangepast (par 1.1 Doel).

  • Toegevoegd is aan par. 4.2.5 dat er een werkgroep is die tot opdracht heeft een beheer-, kunstuitleen- en tentoonstellingsplan te maken waarbij de gemeentelijke kunstcollectie de basis vormt.

  • Het Museum De Ronde Venen heeft een tekstwijziging voorgesteld dat de meest actuele planning van zijn ontwikkelingsplannen weergeeft. Deze planning is overgenomen.

  • De Wmo-raad heeft laten weten af te zien van advisering.

  • De JAC heeft op de sluitingsdatum nog niet geadviseerd.

Juridische aspecten

Indien, als gevolg van nieuwe beleidskeuzes of kaders wijzigingen ontstaan die invloed

hebben op de bijvoorbeeld de financieringswijze, zullen juridische wijzigingen of aanpassingen

worden gedaan op bijvoorbeeld de (subsidie)verordening of op de beleidsregels.

Monitoring en evaluatie

Na vaststelling van de nota blijft regulier contact tussen de organisaties en instellingen en de gemeente, alsmede in het collectief, belangrijk. Daartoe is de culturele ontmoeting die enkele malen per jaar door de cultuurconsulent wordt georganiseerd het platform waar het cultuur- en kunstveld elkaar en de gemeente ontmoet. Daarnaast staat de gemeente altijd open voor ideeën en overleg.

Gesubsidieerde organisaties hebben uit de aard van de subsidie regelmatig contact met de gemeente.

Jaarlijks wordt de subsidiecyclus en de begrotingscyclus van de gemeente aangehouden als evaluatief moment tijdens welke overleg met het kunst- en cultuurveld c.q. individuele onderdelen daarvan plaatsvindt. Tijdens die overleggen wordt de voortgang besproken aan de hand van de afgesproken prestatie-indicatoren en resultaatafspraken c.q. het behalen daarvan. Ook worden eventuele nieuwe (beleids)wensen over en weer uitgewisseld. De evaluatie wordt ingebracht in een door de gemeente op te zetten monitoringsysteem, aansluitend bij de te ontwikkelen prestatie-indicatoren voor kunst en cultuur.

Trends en ontwikkelingen

Kunst en cultuur is niet waardenvrij. Trends en ontwikkelingen beïnvloeden vraag en aanbod op cultureel gebied, ook in De Ronde Venen.

Het digitale tijdperk beïnvloedt ook kunst en cultuur

Steeds meer inwoners – ook ouderen – bestellen hun theaterkaartjes online en verwachten dat informatie over kunst en cultuur en diensten en informatie van de gemeente ook via het internet beschikbaar zijn. Informatiekanalen zoals Twitter en Facebook gaan bij inwoners een belangrijker rol spelen. Omgevingsgericht werken, waarbij de vraag centraal staat en niet het aanbod, wordt meer mogelijk naarmate de sociale media zich ontwikkelen. Dit alles biedt kansen, maar vereist ook aanpassingen, bijvoorbeeld wat betreft promotie en verkoop.

De financiële crisis leidde tot stevig bezuinigen, minder subsidiëren

Dit proces loopt nog enkele jaren door. Bij deze bezuinigingen ontziet de overheid zo veel mogelijk de musea, het culturele erfgoed en topinstellingen. Zo kunnen zij op een hoog niveau blijven presteren. Onder topinstellingen vallen bijvoorbeeld dans- of operagezelschappen die (inter)nationaal succes hebben.

Het cultuuraanbod komt al langer grotendeels zonder subsidie van de overheid tot stand. Vanaf 2013 – het nieuwe rijkscultuurbeleid - richten culturele instellingen zich nog meer op ondernemerschap. Zij moeten meer eigen inkomsten binnenhalen en de band met het publiek versterken.

Effect cultuur op economie

Goede culturele en creatieve voorzieningen dragen bij aan de aantrekkelijkheid van steden voor toeristen, bedrijven en bewoners. In 2005 werkten er meer dan 230.000 mensen in de creatieve sector. De groei van de werkgelegenheid was er enkele jaren bovengemiddeld, al is dit onder druk van de crisis tot staan of zelfs tot krimp gebracht. De creatieve sectoren (onder meer kunst, media en entertainment) voegen waarde toe aan economie, cultuur èn maatschappij. De creatieve industrie (bestaande uit de sectoren creatieve zakelijke dienstverlening, media en entertainment en kunsten) levert een wezenlijke bijdrage aan de Nederlandse economie en maatschappij. Zo draagt zij rechtstreeks bij aan onze welvaartsgroei en verschaft zij substantiële werkgelegenheid. De toegevoegde waarde van de creatieve industrie wordt geschat op 16,9 miljard euro. Dat is ruim 3 procent van het BBP.

Voorzieningenniveau culturele infrastructuur

Bevolkingsomvang en voorzieningenniveau hangen uiteraard samen: Hoe meer mensen, hoe meer gebruik, hoe lager de relatieve kosten en de kans op voldoende opbrengsten. Om gemeenten houvast te geven bij het formuleren van beleid, ook cultuurbeleid, is een zogenaamd ringenmodel ontwikkeld. Dit model deelt de culturele voorzieningen en het bijbehorende cultuurbeleid op in drie ringen, gerelateerd aan het inwonersaantal. Tot 30.000 inwoners met een kernachtig beleid, van 30.000 tot 90.000 inwoners met een uitgebreid beleid en gemeenten boven 90.000 inwoners met een alomvattend beleid. Daarnaast is het van belang te kijken naar het voorzieningenniveau van naburige gemeenten. Zo kan de ligging midden in de Randstad, met al zijn voorzieningen waaronder een overweldigend cultureel aanbod, grote investeringen op cultureel gebied overbodig maken, want er zijn genoeg theaters en musea in de omgeving.

Het cultureel basispakket bestaat uit kernvoorzieningen die in elke gemeente aanwezig zijn.

  • (verenigingen voor) amateurkunst in al zijn uitingsvormen,

  • cultuureducatie (o.a. in het kader van cultuur en school)

  • bibliotheek

  • lokale omroep

  • inrichting van de openbare ruimte,

  • onder- en bovengronds cultureel erfgoed

  • archiefwerk

  • locaties voor podiumkunstvertoning.

Cultuurparticipatie in Nederland

Nederland heeft ongeveer 8 miljoen amateurkunst-beoefenaars van 6 jaar en ouder; 48% van de Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder doet aan actieve kunstbeoefening. In 2010 was dit percentage 52%. Een daling van 4%. De daling van het totaal in 2011 wordt veroorzaakt door de relatief forse daling van muziek (min 5 procentpunten) en dans (min 4 procentpunten). Voor de disciplines beeldend, theater, creatief schrijven en nieuwe media zijn geen significante verschillen ten opzichte van de vorige jaren. Ten opzichte van 2010 is de deelname in alle leeftijdsgroepen licht tot matig gedaald. Indicatief is een lichte verschuiving zichtbaar bij de twee jongste leeftijdgroepen. Het aantal 6-11-jarigen dat actief bezig is met kunst neemt iets af terwijl de groep 12-19-jarigen iets toeneemt. De groep 20-34-jarigen is gelijk gebleven met ongeveer 50% amateurkunstbeoefenaars.

Er is een indicatie dat theater populairder is geworden onder de groep 12-19-jarigen en dat het aantal 6-11-jarigen dat aan theater doet in 2011 minder groot is in vergelijking met 2009. Het aantal 12-19-jarigen is iets gestegen. Bij de jongeren is dus de gemiddelde leeftijd van de amateur-kunstenaar die aan theater doet sinds 2009 gestegen. Een tweede stijger ten opzichte van 2009 onder 12-19-jarigen is beeldende kunst. Daarnaast doet de groep 6-11-jarige amateurkunstenaars nu meer aan dans; hun aandeel stijgt naar 20%.

Waar de verschillen in percentages groot en opmerkelijk zijn, betekent dit niet dat deze ook altijd significant zijn. Met andere woorden: het ‘toeval’ kan niet uitgesloten worden. Dit komt doordat er in de analyse soms wordt gefocust op relatief kleine groepen (bijvoorbeeld 12-19-jarigen die aan theater doen) uit de totale steekproef. De amateurkunstbeoefening door de 35-49-jarigen is redelijk stabiel gebleven. Ook is zichtbaar dat de groep 50-plussers – een derde van de amateurkunstenaars – constant omvangrijk is. Qua tijdsbesteding lijkt er bij alle disciplines weinig te veranderen. De enige uitzondering hierop is theater, waar een grote toename van tijdsinvestering zichtbaar is. Het is niet helemaal verklaarbaar, maar te denken valt aan de toenemende populariteit van muziektheater zoals musicals.

Feiten en cijfers cultureel ondernemerschap

Van de cultuursector wordt verwacht dat zij ondernemend is, inzet op publieksbereik en kinderen en jongeren kennis laat maken met cultuur. Die beweging is duidelijk terug te zien in de besluiten over financiering door het Rijk. Het gaat om een nieuw evenwicht tussen publieke en private financiering. Gemeenten staan voor dezelfde uitdaging als de rijksoverheid: een blijvende betrokkenheid bij cultuur, maar minder publiek geld. Zij willen de betekenis van cultuur voor hun stad of regio vergroten door meer betrokkenheid van publiek en meer samenwerking. Om de betekenis van de cultuursector te begrijpen, heb je niet alleen inspirerende verhalen nodig, maar ook facts en figures. Hoe groot is de cultuursector? Welke bedragen gaan er in om? Welke trends zie je op grond van de cijfers? Het aantal binnenlandse uitvoeringen binnen de Rijks-gesubsidieerde podiumkunsten is gestegen in 2011 (tot ruim 16,6 duizend); het aantal binnenlandse bezoeken is tevens gestegen (tot bijna 4,3 miljoen). Het is vrij gebruikelijk dat het aantal uitvoeringen en bezoeken van instellingen schommelt van jaar tot jaar, afhankelijk van de programmering.

Het aandeel in de bezoekersaantallen voor het gesubsidieerde aanbod (amateur- en professioneel) is landelijk steeds verder teruggelopen. Een indicatie voor de gemiddelde terugloop in cultuur-afname is te zien in het aandeel Nederlanders dat weleens een boek leest. Dat is van 48% in 1980 gedaald naar 31% in 2000. De belangstelling voor traditionele kunsten lijkt stil te staan, die voor populaire muziek is sterk in opkomst. Nieuw is de zogenaamde ‘lifestyle cultuur’ en de aandacht voor het gebruiksgemak: cultuur wordt meer een ‘commodity’ en ‘bite-size’ aangeboden. Cultuur gaat steeds meer ‘het gebouw uit’, en presenteert zich op andere plekken en op andere manieren. Er ontstaan nieuwe vormen van cultuur en (mede daardoor) neemt het aanbod toe. Landelijk is de trend méér festivals, méér zomerprogrammering en meer losse en speciale momenten. Ongeveer 5% van de autochtone bevolking maakt nooit gebruik van het reguliere culturele aanbod. Het cultuurbereik onder inwoners met een niet-westerse afkomst is veel lager: bijna 25% is er niet mee bekend.

Professionalisering en verzakelijking kenmerken de culturele sector

In opdracht van de rijksoverheid bogen verschillende commissies zich over kansen en richtlijnen. Zo is de ‘Code Cultural Governance’ opgesteld die het kader vormt voor goed, verantwoord en transparant bestuur en toezicht in de culturele sector. De code is ontstaan uit het besef dat met goed bestuur betere resultaten worden geboekt, zowel artistiek als zakelijk. De Commissie Cultuurprofijt pleit in haar advies Meer Draagvlak voor Cultuur nadrukkelijk voor het professionaliseren van cultureel ondernemerschap en draagt hiervoor een set beleidsinstrumenten aan. Dit betreft onder meer het maken van afspraken over eigen inkomsten, het opbouwen van eigen vermogen, het vergroten van eigen inkomsten uit niet-publieke gelden, het opbouwen van strategische allianties (met onder meer de publieke omroep) en het oprichten van een publiek-private investeringsmaatschappij.

Coöperatie als springplank voor cultureel ondernemers

In 2013 is onderzoek gedaan naar versterking van cultureel ondernemerschap als antwoord op de bezuinigingen. Culturele instellingen zullen zich in de ‘nieuwe wereld’ na de financiële crisis van 2008 moeten richten op continuïteit, billijke tarieven en gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de stad of streek, en niet op het eigen belang van de organisatie. Veel instellingen en organisaties zijn te klein om kostenefficiënt te opereren.

De onderzoeker komt tot de aanbeveling om theaters, musea en festivals onder te brengen in een plaatselijke ‘Coöperatie Cultureel Ondernemen’. Zo’n coöperatie is gestoeld op onderling vertrouwen en de overtuiging, dat samenwerking een meerwaarde heeft. De coöperatie kan een backoffice en frontoffice hebben waar alle noodzakelijke informatie zoals kaartverkoop, programmering en dergelijke samenkomt. Hij bedient alle aangesloten culturele instellingen en creëert zodoende meer synergie. De kern van de strategie is nieuwe markten te creëren.

Vergroting Ruimtelijke kwaliteit door culturele planologie

Hier gaat het om acties vanuit cultuurbeleid gericht op de ruimtelijke ordening. Ruimtelijke ontwerpopgaven worden cultureel verrijkt door het versterken van de inbreng van architectuur, cultuurhistorie en kunsten. Ruimtelijke veranderingsprocessen profiteren van de lokale geschiedenis van gebouwen, steden en landschappen. De laatste tijd treden provincies bij ruimtelijke ontwikkelingen steeds meer stimulerend en sturend op en nemen daarbij cultuurhistorie en (de mede daardoor bepaalde) belevingskwaliteit als uitgangspunt.

Diversiteit en beleving

Met de term diversiteit wordt steeds meer aandacht gevraagd voor de pluriformiteit van de samenleving. Het gaat niet alleen om bevolkingsgroepen met een andere etnische of culturele achtergrond, maar om de grote verscheidenheid van achtergrond, educatie, interesse en betrokkenheid van mensen. Deze diversiteit vraagt om een goed beeld en een gerichte benadering van de doelgroepen, ook binnen de cultuursector. In het dagelijks leven en in het bijzonder in de vrije tijd is de belevingscomponent enorm toegenomen.

Vrije tijd

De hoeveelheid vrije tijd is in de afgelopen decennia gemiddeld per persoon toegenomen. De druk op de vrije tijd is tegelijkertijd óók verhoogd, want er vinden gemiddeld meer activiteiten plaats in de vrije tijd. Thuis vragen nieuwe media, zorgtaken en vrijwilligerswerk tijd, naast echte vrijetijdsbesteding. Een toename van aanbod zoals pretparken, skihellingen, koopzondagen e.d. maakt bovendien de keuzevrijheid in het vrijetijdsaanbod groter. Stijging van het aantal alleenwonenden verhoogt het belang van een divers aanbod voor vrije tijd en ontmoeting, delen en beleven.

Demografische ontwikkelingen in De Ronde Venen

Naar verwachting stabiliseert de bevolking rond 43.000. De verdeling tussen mannen en vrouwen blijft vrijwel gelijk. De samenstelling verandert waarschijnlijk wel. Er wonen nu ongeveer 7000 kinderen tot 15 jaar: 16,3%. Abcoude is relatief het meest kinderrijk, Vinkeveen het minst. Het percentage jeugd in onze gemeente daalt tot 6000 in 2030 (ontgroening) en ook het aandeel van de bevolkingsgroep 30 t/m 44 jaar neemt relatief gezien sterk af. Daarentegen neemt het aandeel ouder dan 65 de komende jaren nog sterk toe van 7.200 inwoners nu naar 12.400 inwoners in 2030 (vergrijzing), omdat een derde van onze bevolking nu tussen 45 en 65 jaar is. De meeste dorpen zullen de komende jaren iets krimpen, uitgezonderd Vinkeveen en Baambrugge, die licht zullen groeien. Het aantal éénpersoonshuishoudens zal tot 2030 verder stijgen (3.200 in 2000; 5.100 in 2012; 7.100 in 2030). Deze trend zet dus door.

Besteedbaar inkomen

Volgens het Centraal Planbureau is de koopkracht in de afgelopen tien jaar per huishouden gemiddeld gedaald met 0,64% ten opzichte van het jaar ervoor (in de periode 1999-2008). Behalve in de jaren 2003, 2005 en 2008, in die jaren is de gemiddelde koopkracht per huishouden gedaald of gelijk gebleven vergeleken met het jaar ervoor. De meeste recente voorspelling van het CPB is voor twee jaar, voor 2009 en 2010: een gemiddelde stijging van koopkracht per huishouden van 0,25%.

Conclusie

De trend is dat er vanuit de overheid minder geld beschikbaar is voor kunst en cultuur. Hierdoor moeten we kunst en cultuur op een nieuwe manier benaderen. Het effect van kunst en cultuur moet zichtbaar worden. Wanneer leveren kunst en cultuur en de thema’s die daarbij horen maatschappelijke meerwaarde op en wanneer is het maatschappelijk nodig of nuttig dat de overheid hierbij meebetaalt? Er wordt ingezet op cultureel ondernemerschap, daaronder valt het zoeken naar krachtige partners en synergie, verantwoordelijkheid voor de eigen organisatie en het belang van aansluiten bij de wensen en behoeften van het publiek. Deze landelijke trends en ontwikkelingen zien wij ook terug in onze gemeente en zijn aanleiding voor de in deze nota gekozen beleidsrichting.

De demografische ontwikkelingen in de gemeente bieden kansen voor kunst en cultuur. Doordat er steeds meer ouderen wonen in De Ronde Venen, is de kans groot dat er steeds meer vrijwilligers zijn. Deze vrijwilligers kunnen actief zijn in het kunst- en cultuurveld. Deze zelfde ouderen hebben vaak oog en middelen voor cultuurparticipatie. Daarnaast zijn er steeds meer eenpersoonshuishoudens. Deze mensen gaan graag naar plekken waar ze andere mensen kunnen ontmoeten. Dit kunnen plekken zijn met kunst en cultuur.

Delen en beleven

Visie op kunst- en cultuurbeleid

Deze nota formuleert nieuw beleidskader voor verschillende thema’s van kunst en cultuur, geldig voor de periode 2014 tot 2018. De thema’s zijn amateurkunst, kennis en educatie, theaterprogrammering en evenementen, media, beeldende kunst. Nieuw gemeentelijk cultuurbeleid is bescheiden van opzet. In tegenstelling tot veel ander beleid is cultuur niet financieel geborgd met geoormerkte middelen. Toch brengt elke tijd ook kansen voor vernieuwing.

Samenhangend beleid ondersteunt, stimuleert en bewaakt:

  • een breed, divers cultureel aanbod dat bijdraagt aan sociale samenhang en het aantrekkelijke woonklimaat van De Ronde Venen versterkt

  • de mogelijkheid tot deelname aan culturele activiteiten voor alle inwoners, naar diversiteit, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het aanbod

  • de voortzetting van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe culturele uitingen

  • de eigen kracht van kunst en cultuur, cultureel ondernemerschap

Kunst en cultuur is in De Ronde Venen aantrekkelijk en toegankelijk voor een brede groep van mensen. Bij kinderen zijn de identiteitsvorming en de relatie tussen het lokale cultuuraanbod en de cultuureducatie vanuit de scholen belangrijk. Bij ouderen gaat het om de laagdrempeligheid en de sociale samenhang.

Doel van kunst en cultuurbeleid

Delen en beleven van kunst en cultuur versterkt de sociale samenhang , draagt bij aan een aantrekkelijk woonklimaat en ontwikkelt talent . Onze gemeente heeft mogelijkheden voor cultuureducatie en cultuurparticipatie voor iedereen die dat wil.

Dit hoofdstuk werkt – vanuit dat doel - uitgangspunten en indicatoren uit voor het meerjarenbeleid Kunst en Cultuur De Ronde Venen 2014-2018 uit. Het belang van cultuur voor de samenleving is dat het mensen ontwikkelt én verbindt. Wie dat wenst krijgt de gelegenheid mee te doen. De gemeente benoemt geen speciale doelgroepen die op het gebied van cultuurparticipatie een achterstand zouden kennen, al blijft het van belang dit te bewaken, bijvoorbeeld in het kader van Wmo en WWB. De gemeente De Ronde Venen voert een cultuurbeleid dat erop is gericht jong en oud in contact te brengen (en te houden) met kunst en cultuur.

Vier uitgangspunten vormen het beleidskader

1 Meedoen

In De Ronde Venen krijgt ieder die dat wil de mogelijkheid om zijn of haar talent optimaal te benutten en te ontplooien. Voor kinderen tot 16 jaar van inwoners met een inkomen tot 130% van het minimumloon biedt De Stichting Jongeren Aktief onder voorwaarden gelegenheid deel te nemen aan kunst en cultuur. Inwoners ouder dan 16 jaar met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau kunnen onder voorwaarden een beroep doen op het minimabeleid of de Wmo.

2 Eigen kracht

Versterken van de eigen kracht en cultureel ondernemerschap van kunst- en cultuurorganisaties t.a.v. breed, goed gespreid en zichtbaar cultuuraanbod via faciliteiten als de cultuurconsulent, de vrijwilligersondersteuning, en de website www.uitinderondevenen.nl. De Basisinfrastructuur voor kunst en cultuur blijft in stand met behulp van financiering door de gemeente. Deze basisinfrastructuur bestaat uit de bibliotheken, de cultuurconsulent, cultuureducatie basisonderwijs en lokale omroep.

3 Eenmalige subsidie voor vernieuwing

Eenmalige subsidie maakt vernieuwing mogelijk. Het wordt ingezet voor nieuwe aansprekende kunst- en cultuurevenementen van samenwerkende kunst- en cultuurorganisaties, nieuw beleid en noodzakelijke investeringen in het kunst- en cultuurveld.

4 Doelmatigheid en doeltreffendheid bevorderen:

  • Administratieve rompslomp en bureaucratie te vermijden, zowel voor het kunst en cultuurveld als voor de gemeente;

  • Een duidelijk aanspreekpunt voor kunst en cultuur te hebben voor kunst en cultuur;

  • Het openbaar kunstbezit goed te onderhouden;

  • Nadere voorwaarden te benoemen voor subsidieverlening:

    • -

      Benoemen van maatschappelijke meerwaarde via prestatie-indicatoren;

    • -

      Stimuleren van zichtbaarheid, goede spreiding, synergievoordelen;

    • -

      Alleen aanvragen kunst- en cultuursubsidies van rechtspersonen in behandeling te nemen;

    • -

      Verlenen van eenmalige subsidie.

TIEN indicatoren bevorderen de effectiviteit

  • 1

    Bijdrage aan vergroten van de aantrekkelijkheid van onze gemeente

  • 2

    Aansluiting bij de behoefte van het publiek in onze gemeente

  • 3

    Bijdrage aan maatschappelijke effecten zoals sociale samenhang

  • 4

    Bijdrage aan persoonlijke ontwikkeling zoals leesvaardigheid, minder eenzaamheid, bekend maken met muzieksysteem

  • 5

    Spreiding over de gemeente

  • 6

    Zichtbaarheid van het aanbod

  • 7

    Cultureel ondernemerschap

  • 8

    Efficiënte organisatie en kostenstructuur

  • 9

    Samenwerking tussen organisaties in onze gemeente

  • 10

    Tevredenheid accommodaties en faciliteiten

Deze indicatoren worden in de uitvoeringsnota (hoofdstuk 4) uitgewerkt naar een toepassing die aansluit bij de thema’s amateurkunst, kennis en educatie, theaterprogrammering en evenementen, media, beeldende kunst.

Delen en beleven in De Ronde Venen

In dit hoofdstuk wordt uitgewerkt wat - passend bij doel en uitgangspunten - een passend aanbod is, waar dit versterkt of veranderd kan worden en hoe dit de komende jaren vorm krijgt.

Een passend aanbod cultuur en kunst voor gemeente De Ronde Venen met 43.000 inwoners omvat:

  • amateurkunst in al zijn uitingsvormen

  • locaties voor podiumkunsten

  • cultuureducatie

  • bibliotheek

  • lokale omroep

  • inrichting van de openbare ruimte

  • beheer van onder- en bovengronds cultureel erfgoed

  • archiefwerk

Onze gemeente heeft al deze voorzieningen. Onder andere de dorpshuizen in de verschillende kernen bieden een podium voor cultuurbeoefening. Daarnaast is er het Museum De Ronde Venen en zijn er twee theaterorganisatiebureaus. Voor een belangrijk deel wordt het aanbod georganiseerd door verenigingen en andere organisaties; deels wordt dit gedaan door culturele ondernemers en individuen, die zich inzetten voor cultuur en kunst. Koren, toneelverenigingen, dansgroepen, (vrijwillige) theaterorganisaties, muziek-, theater- en dansdocenten, vier bibliotheken, muziekverenigingen, vele kunstenaars, enkele cursusprojecten en een aantal vaste evenementen. Grotendeels bestaat het aanbod aan kunst en cultuur zonder tussenkomst van de overheid. Vrijwilligers, soms ondersteund door een enkele betaalde kracht, dragen de meeste initiatieven. De komende jaren biedt een relatief oudere bevolking aan het kunst- en cultuurveld mooie kansen op relatief veel deskundige, betrokken, geduldige vrijwilligers, ook in het cultuurveld.

Het kunst- en cultuurveld vindt en vond elkaar regelmatig in gezamenlijke projecten, zoals het Stellingfestival, het Straattheaterfestival, de Uitmarkten en de Manifestatie Russische Herfst. Ook is er samenwerking in het kader van kunst- en cultuureducatie, zoals tussen muziekschool en amateurmuziekverenigingen of tussen scholen, Kunst Centraal en het Museum De Ronde Venen. De Kunst- en Cultuurkrant Abcoude/Baambrugge maakt de meerwaarde van samenwerking zichtbaar, De eigen draagkracht van de organisaties valt op. De aanbieders van kunst en cultuur, zoals van cursussen betalen samen deze krant en stellen hem ook samen.

Deze opsomming is niet uitputtend. Voor cultuurliefhebbers is er heel wat te beleven in De Ronde Venen.

Het beleidsveld Kunst en Cultuur kent een aantal deelvelden: Amateur- en Podiumkunst; Kennis en Educatie; Theaterprogrammering en Evenementen; Lokale Media; Beeldende Kunst.

Per deelveld wordt in dit hoofdstuk vanaf par. 4.2 zichtbaar wat de gemeente en de uitvoerende kunst- en cultuurorganisaties hebben gedaan, waar gemeente De Ronde Venen in 2018 wil staan met kunst en cultuur en wat nodig is om daar te komen in de tussenliggende jaren.

Delen en beleven: de gemeente faciliteert kunst en cultuur

Wat hebben wij gedaan?

De gemeente toont betrokkenheid bij kunst en cultuur. Het College woont regelmatig uitingen van kunst en cultuur bij en overlegt ook regelmatig met het veld.

Het gemeentelijke beleidsinstrumentarium bestond uit subsidie. Regie werd met name via dat proces gegeven. Sinds 2011 zijn de overheidsbudgetten, ook die voor kunst en cultuur, steeds verder verlaagd. De nieuwe Algemene Subsidieverordening 2013 biedt het instrumentarium om doelmatiger en doeltreffender met de beschikbare middelen te kunnen sturen. Oude subsidieregelgeving is daarmee definitief afgebouwd.

De nieuwe regels uit de ASV 2013 zijn ontwikkeld om de subsidiemiddelen doelmatiger en doeltreffender aan te kunnen wenden, zoals van de overheid verwacht wordt. De ‘Nadere regels eigen vermogen en reserves subsidieontvangers De Ronden Venen 2013’ vullen de subsidieverordening aan.

De gemeentelijke cultuurconsulent opereert sinds 2008. Jaarlijks legt de cultuurconsulent een werkprogramma ter goedkeuring voor aan de gemeente en doet verslag. Zij is de afgelopen tijd actief geweest bij het organiseren van de website www.uitinderondevenen.nl en verschillende cultuurprojecten, evenals cultuurcafés. De effectiviteit van de cultuurconsulent was goed, het bereik blijft een aandachtspunt. Vooral de aansturing vanuit de gemeente liet te wensen over. Deze voorziening blijft de komende jaren noodzakelijk bij het bereiken van de doelstellingen in onze nota.

Waar staan we in 2018?

De gemeente is tevreden als de doelen en geformuleerde uitgangspunten zijn gerealiseerd.

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

De gemeente voert het beleid uit door:

  • 1

    vast te stellen wat de basisvoorzieningen kunst en cultuur zijn;

  • 2

    in samenspraak met het veld prestatie-indicatoren te ontwikkelen die jaarlijks op effectiviteit getoetst worden;

  • 3

    consistent met het kunst- en cultuurveld te communiceren, niet alleen in relatie tot financiering en in stand houden van een duidelijk aanspreekpunt voor het kunst- en cultuurveld: de beleidsfunctie kunst en cultuur;

  • 4

    het kunst en cultuurveld te vragen actief te sturen op een evenwichtige spreiding van het aanbod over het gebied c.q. de dorpen van De Ronde Venen;

  • 5

    de outcome van zijn beleid jaarlijks te monitoren met behulp van onder meer prestatie-indicatoren;

  • 6

    de komende jaren te heroverwegen of in specifieke relaties sprake is van inkoop van diensten of producten, dan wel van subsidiëren;

  • 7

    inzet van de cultuurconsulent en vrijwilligersondersteuning en maandelijks contact met hen;

  • 8

    regelmatige ontmoetingen van het cultuur- en kunstveld te faciliteren via de inzet van de cultuurconsulent

  • 9

    gevraagde en ongevraagde adviezen uit het veld te wegen betreffende besteding van eenmalige subsidies en andere investeringen in Kunst en Cultuur;

  • 10

    waar nodig de toelatingscriteria van de gemeentelijke vergoedingsregeling Stichting Jongeren Actief resp. het minimabeleid aan te passen voor deelname aan kunst en cultuur.

De cultuurconsulent faciliteert en verbindt het kunst en cultuurveld en maakt kunst en cultuur zichtbaar. Zij biedt deskundige ondersteuning aan de ontwikkeling van het cultureel ondernemerschap en faciliteert organisaties om slagkracht te ontwikkelen, elkaars sterke kanten te benutten, in samenhang het aanbod af te stemmen en de markt voor kunst en cultuur te vinden. Versterking van promotie- en verkoopsystemen zijn een voorbeeld. De inzet van de cultuurconsulent faciliteert het behalen van synergievoordelen en ondersteunt een goede inhoudelijke en geografische spreiding van aanbod.

De vrijwilligersondersteuning faciliteert het kunst en cultuurveld en helpt organisaties om vrijwilligers te vinden en te binden.

Delen en beleven: Uitvoeringsafspraken met het veld

Amateur- en Podiumkunst

De amateurkunst kent dezelfde disciplines als de professionele kunst. Over het algemeen wordt onderscheid gemaakt tussen de podiumkunsten en de niet-podiumkunsten. Onder de podiumkunsten vinden we instrumentale muziek, vocale muziek, dans en toneel. Popmuziek is ook (amateur(podium)kunst, maar kent een heel eigen dynamiek. Zo is er bijvoorbeeld geen strikte scheiding tussen bands met een amateurstatus en (semi-)professionele bands en zijn er veel lossere samenwerkingsverbanden dan in het traditionele verenigingsleven gebruikelijk is. Bij niet-podiumkunsten horen literatuur en alle vormen van beeldende kunst, dus ook fotografie en audiovisuele kunst.

De grote diversiteit aan amateurkunst-verenigingen in onze gemeente is van grote waarde voor het woon- en leefklimaat. Het maakt kunstbeoefening bereikbaar voor een grote groep inwoners, biedt gelegenheid tot talentontwikkeling. Passief of actief bezig zijn met kunst werkt als bindmiddel in de samenleving en draagt bij aan de positieve zichtbaarheid van de gemeente, naar zijn inwoners, naar de regio en daarbuiten.

Wat hebben wij gedaan?

De gemeente heeft zich in toenemende mate terughoudend opgesteld de afgelopen jaren. De meeste amateurkunstverenigingen draaien goed, hebben een gewenst aantal leden, organiseren af en toe een voorstelling en werken met een sluitende begroting, zonder subsidie. Zo kregen toneelverenigingen en zangkoren de afgelopen jaren geen gemeentelijke ondersteuning (meer), met uitzondering van soms een eenmalige subsidie voor een eenmalige activiteit.

De muziekverenigingen staan er goed voor, naar ledental, aantal en diversiteit in activiteiten en orkesten, zowel als naar voorraad instrumenten, bladmuziek en uniformen en ook de financiële positie is goed te noemen. De basis waarop zij de afgelopen jaren subsidie kregen is met de ASV 2013 weggevallen.

Waar staan we in 2018?

  • Het aanbod aan amateurkunstmogelijkheden is aantrekkelijk, sluit aan bij de behoeften onder de bevolking, is zichtbaar en goed gespreid, zoekt synergie, is kostendekkend en draagt bij aan de talentontwikkeling van de bevolking.

  • Er zijn subsidiemogelijkheden op basis van maatschappelijke meerwaarde, waarvoor de prestatie-indicatoren leidend zijn, zoals bijvoorbeeld de positieve invloed die muziek maken heeft op de cognitieve vermogens.

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

  • We nodigen de organisaties uit om in samenspraak met de gemeente prestatie-indicatoren te ontwikkelen, zodat de maatschappelijke meerwaarde van activiteiten vastgesteld kan worden als basis voor mogelijke subsidiëring.

  • Wij vragen de organisaties het aanbod kunst en cultuur, ook amateuristische beoefening, op elkaar en de vraag in de gemeente af stemmen, zodat een volledig aanbod ontstaat dat aansluit bij de behoefte.

  • De muziekverenigingen zijn niet langer verplicht muziekles af te nemen bij de muziekschool.

  • Jaarlijkse subsidies worden toegekend op basis van maatschappelijke meerwaarde.

  • Er is jaarlijks tenminste één maal overleg tussen de beleidsfunctionaris kunst en cultuur, de cultuurconsulent en de amateurkunstorganisaties.

Cultuureducatie en kennis

Via cultuureducatie leren mensen over cultuur. Cultuureducatie kent twee manieren van omgaan met cultuur: kijken, luisteren, ervaren van cultuuruitingen (de receptieve vorm) en zélf een kunstvorm beoefenen (de productieve of actieve vorm). Uit onderzoek blijkt dat cultuureducatie het meest effectief is in de combinatie van doen, ervaren en reflecteren. Leren tekenen is in die optiek zowel veel oefenen als je verdiepen in de voorbeelden van de meesters op dat gebied. Aan de andere kant kan eigen acteerervaring het inzicht in film of theater verhogen. Muziek leren spelen draagt tegelijk bij aan het vermogen tot abstraheren, dat je weer nodig hebt voor exacte vakken. Muziekles op de basisschool heeft zeer veel positieve effecten op cognitie, het brein, de sociale en persoonlijke ontwikkeling, en de motorische ontwikkeling van een kind, zo blijkt uit onderzoek. Zoals een hoger IQ, probleem oplossend vermogen, verbeterd geheugen, multitasken en een beter zelfvertrouwen.

Cultuureducatie vindt binnen en buiten de scholen plaats. Cultuurliefhebbers of mensen met een kunstzinnige hobby hebben diverse mogelijkheden om zich te verdiepen of te bekwamen in een kunst- of cultuurvorm. Op vrijetijdsgebied zijn er allerlei vormen van cultuureducatie, zoals cursussen op een muziekschool of centrum voor kunsten, deskundige ondersteuning voor amateurverenigingen en educatieve programma's bij culturele instellingen en lessen bij particuliere docenten.

Via cultuureducatie op school maakt elk kind kennis met kunst en cultuur, ook degenen die daar van huis uit niet (vaak) mee in aanraking komen. Uit onderzoek blijkt dat kennismaking met cultuur op jonge leeftijd het beste beklijft.

In De Ronde Venen zijn enkele organisaties actief rond kennis en cultuureducatie. Dit zijn de bibliotheek, Cursusproject Abcoude; Cursusproject De Ronde Venen; de Paraplu; Kunst Rond de Venen, voor muziek, dans en theater; de instelling die cultuureducatieprogramma’s ontwikkelt en aanbiedt aan de basisscholen - Kunst Centraal - en Museum De Ronde Venen. De gemeente subsidieert vanuit het Kunst- en Cultuurbudget de activiteiten die behoren tot de basisvoorzieningen. Dit zijn de bibliotheek en cultuureducatie voor het basisonderwijs.

Daarnaast wordt de Kunst Rond de Venen gesubsidieerd voor het organiseren van muziekonderwijs. Gebruikers betalen het muziekonderwijs. Museum De Ronde Venen ontvangt subsidie voor het conserveren en tonen van de collectie.

Wat hebben wij gedaan?

De bibliotheek

De vier bibliotheken in onze gemeente - in Abcoude, Mijdrecht, Vinkeveen en Wilnis - vormen een belangrijk onderdeel van onze maatschappelijke infrastructuur. De subsidierelatie met de bibliotheek is vervat in een prestatieovereenkomst tussen de gemeente en de regionale bibliotheek Angstel, Vecht en Venen. Hierin zijn onder meer afspraken gemaakt over de openingsuren, de omvang van de collectie boeken en niet-boekmaterialen, de tarieven, het aantal gekwalificeerde beroepskrachten, de openingstijden, inspelen op nieuwe ontwikkelingen.

Begrotingtechnisch valt het bibliotheekwerk onder programma 5: Cultuur, recreatie en sport. De betekenis van de bibliotheek voor het kunst en cultuurveld is echter beperkt. Veel groter zijn de effecten op de levens van mensen: De bibliotheek helpt mensen leesvaardig, zelfredzaam, goed geïnformeerd en niet eenzaam te zijn. Deze effecten zijn van belang bij de verantwoordelijkheden rond sociaal beleid, werkgelegenheidsbeleid, onderwijs, inburgering en maatschappelijke ondersteuning. De maatschappelijke opbrengsten in de bibliotheek vinden we maar voor ten hoogste 30% in cultuur en kunst. Het leeuwendeel van de kunst- en cultuurbegroting wordt besteed aan doelen als maatschappelijke ondersteuning, sociaal beleid, werkgelegenheidsbeleid, onderwijs, inburgering.

De bibliotheek werkt met tal van organisaties samen om het lezen en informeren aantrekkelijker maken, ook voor kwetsbare ouderen, kinderen, mensen met leesachterstanden en inburgeraars. Met Tympaan-De Baat is een wekelijkse ontmoeting van ouderen in de bibliotheek tot stand gebracht. De scholen maken gebruik van schoolabonnement en leesbevorderingsactiviteiten door de bibliotheek, zoals Boekenpret. Ook Boekstart is ingevoerd: dit verleidt ouders al heel jong aan hun kind voor te lezen. Dagelijks lezen draagt sterk bij aan de taalvaardigheid en dus aan de zelfredzaamheid en mogelijkheid om verder te komen. De bibliotheken manifesteren zich steeds meer als een centrale plek binnen de lokale gemeenschap, een symbolisch plein waar door iedereen - en in het bijzonder door scholieren en ouderen - veel gehaald wordt. De ondersteuning die de gemeente via de WWB geeft gaat vaak naar inwoners die grote leesachterstand hebben. Mensen met leesachterstanden worden via projecten van de bibliotheek weerbaarder gemaakt. De bibliotheek ondersteunt de scholen bij het leesonderwijs. Een kwartier lezen per dag vergroot de woordenschat gemiddeld met 1000 woorden per jaar. De leestafel draagt voor ouderen sterk bij aan het onderhouden van hun leesvaardigheid, en biedt een bewezen belangrijk ontmoetingspunt. Stichting Regionale Bibliotheek Angstel, Vecht en Venen liet in 2013 in onze gemeente en in Stichtse Vecht onderzoek doen naar deze maatschappelijke effecten voor de aspecten lezen, informatievoorziening, sociale cohesie en maatschappelijke participatie. Daarnaast is aan leden/bezoekers gevraagd naar de algemene bijdrage van de bibliotheek.

Van de respondenten

  • geeft circa 65% aan meer te zijn gaan lezen dan wel over andere onderwerpen te zijn gaan lezen

  • geeft ruim de helft aan door het lezen wijzer te zijn geworden

  • heeft ruim de helft eigen of andermans kinderen aangespoord ook te gaan lezen

  • geeft 18,5% aan door de bibliotheek weer te zijn begonnen met lezen

  • geeft 41% aan familie/vrienden/kennissen te hebben aangespoord (meer) te gaan lezen

  • geeft 58% aan eigen en/of andermans kinderen te hebben aangespoord (meer) te lezen

  • heeft ongeveer een derde informatie gezocht en gekregen over activiteiten en actualiteiten binnen de gemeente waardoor men sneller op de hoogte was van deze specifieke informatie. De bibliotheek heeft een zeer beperkte rol op het terrein van ontwikkelen van kennis bij het gebruik van digitale/sociale media (computer, Facebook, Twitter, etc.)

  • kan bijna 50% zich beter vermaken door het lidmaatschap van of bezoek aan de bibliotheek

  • is 28% zich meer betrokken gaan voelen bij de woonplaats en verdere omgeving

  • 22,3% voelt zich meer betrokken bij de omgeving, 11,4% voelt zich meer opgenomen in de omgeving, 15,3% ervaart meer saamhorigheid

  • geeft 6,5 % aan zich door de bibliotheek minder eenzaam te voelen

  • geeft 9,4% aan actiever in de gemeenschap te participeren

  • geeft ongeveer 17% aan door de bibliotheek meer musea, theater, en meer activiteiten binnen de gemeente te hebben bezocht

De bibliotheek ontwikkelde zich als initiatiefnemer, ondanks de opgelegde forse bezuinigingen in de afgelopen vijf jaar. In 2005 stond nog vooral het uitlenen van materialen centraal. De afgelopen jaren is de bibliotheek van boekenwarenhuis een ontmoetingscentrum geworden voor kennis, informatie, ontwikkeling en educatie.

De culturele promotiewebsite ‘Uitinderondevenen.nl’ wordt gerund door de bibliotheek, net als de culturele databank en de sociale kaart van onze gemeente. De cultuurconsulent opereert vanuit de bibliotheek. De bibliotheek wordt mede mogelijk gemaakt door een grote groep vrijwilligers. De bibliotheek van nu is:

  • een warenhuis van kennis en informatie

  • een centrum voor ontwikkeling en educatie

  • een inspiratiebron voor lezen en literatuur

  • een podium voor ontmoeting en debat

  • een cultuurpunt en intermediair voor het culturele veld via inzet van de cultuurconsulent

Cultuureducatie

  • levert een unieke bijdrage aan het versterken van de creatieve kracht, het biedt mensen de mogelijkheid te leren over zichzelf en hun positie in de wereld om hen heen. Zo draagt het bij aan de vormende taak van het onderwijs, die essentieel is om (kinderen) te leren functioneren in een complexe, pluriforme en snel veranderende maatschappij;

  • legt een fundament voor de culturele ontwikkeling van kinderen; van kennismaking met kunst en cultuur tot het ontwikkelen van eigen talenten;

  • maakt kunst en cultuur toegankelijk voor alle leerlingen, ook zij die dit van huis uit niet meekrijgen;

  • draagt bij aan de ontwikkeling van leergebied overstijgende vaardigheden zoals analyseren, reflecteren en creëren.

Cultuureducatie bestaat in onze gemeente uit:

  • een aanbod aan leerlingen van basisonderwijs op de scholen in De Ronde Venen;

  • aanbod van de Kunst Rond de Venen;

  • cursusaanbod dat door allerlei organisaties, bedrijven en particulieren wordt gegenereerd.

Kunst Centraal organiseerde met subsidie van de gemeente kunst- en cultuuraanbod het zogenaamde Kunstmenu voor de basisscholen. Dit aanbod is steeds goed ontvangen bij de scholen en bij de leerlingen en hun ouders. Er wordt samengewerkt met de scholen en tal van cultuuraanbieders binnen en buiten De Ronde Venen. Centraal hierin staat het leren kijken naar en genieten van professionele kunst. Gedurende de periode waarin een leerling het primair onderwijs doorloopt komt hij in aanraking met alle kunstdisciplines. Aan het Kunstmenu doen alle scholen mee. Sinds het schooljaar 2007 organiseert Kunst Centraal een Cultuurprogramma waarbij de lokale culturele omgeving centraal staat. Elke leerling heeft in dat programma één activiteit per jaar. Kunst Centraal werkt bij deze projecten samen met o.a. de bibliotheek, de harmonie, lokale kunstenaars en Fort Abcoude. Het binnenschoolse aanbod wordt door de gemeente gesubsidieerd.

Daarnaast heeft Kunst Centraal met de scholen een Cultuur Educatie Beleidsplan (CEB) opgesteld.

Kunst Rond de Venen: Muziekschool Kunstencentrum De Hint is per medio 2013 opgeheven. De nieuwe Muziek-, dans- en theaterschool Kunst Rond de Venen is een initiatief van de docenten. Het functioneert als organisatiebureau voor lessen, de docenten zijn zelfstandig. Het aanbod wordt goed zichtbaar en bereikbaar gehouden. Deze nieuwe organisatie krijgt drie jaar de tijd om zijn meerwaarde te bewijzen .

De drie cursusprojecten De Paraplu, Cursusproject Abcoude en Cursusproject de Ronde Venen organiseren al heel lang ieder afzonderlijk een groot aanbod aan cursussen voor volwassenen, dat goed aan lijkt te sluiten bij de wensen onder de bevolking. Daarnaast zijn er in de Ronde Venen heel wat ondernemers die cultuur-georiënteerde cursussen organiseren.

Museum De Ronde Venen oriënteert zich op een omslag naar een meer bezoekersgerichte oriëntatie (tegenover de zeer collectiegerichte oriëntatie nu), welke in gang is gezet door de noodzaak binnen enkele jaren te verhuizen. De gemeente is bereid deze ontwikkeling te steunen maar stelt daartegenover dat het ambitieniveau voor een nieuwe locatie hoog is en daarom uitsluitend realiseerbaar met focus op het aantrekken van veel meer bezoekers en het op een aansprekende presentatie van de collectie, in combinatie met een of meer andere functies.

Waar staan we in 2018?

Bibliotheek

  • Grote bibliotheekvernieuwingen, zoals de nieuwe Bibliotheekwet, bibliotheek in school en de nieuwe effectmetingen en outcome-sturing zijn door de bibliotheek in overleg met de gemeente gerealiseerd.

  • De nieuwe bibliotheek heeft de focus op virtuele dienstverlening en ontmoeting, naast het uitlenen van boeken. De bibliotheek blijft daarbij de drager van de informatieve infrastructuur in onze gemeente, zoals de website ‘uit in de ronde venen’, de sociale kaart De Ronde Venen.

  • De bibliotheek wordt gesubsidieerd op outcome, dus op het bereiken van maatschappelijke effecten zoals tegengaan van analfabetisme en eenzaamheid, vergroten van zelfredzaamheid en maatschappelijke mobiliteit/participatie.

Cultuureducatie

  • Kunst Centraal: blijft een eigentijdse kennismaking bieden met kunst en cultuur voor leerlingen van de basisscholen.

  • De cursusprojecten voor volwassenen worden niet meer gesubsidieerd.

  • Kunst Rond de Venen, een cursusorganisatie en geen basis-infrastructuur, wordt tot 2018 gesubsidieerd.

  • Museum De Ronde Venen heeft een nieuwe start gemaakt, ontvangt jaarlijks 10.000 bezoekers en biedt fysiek ruimte aan organisaties die zich met cultuurhistorie bezig houden – voor zover die dat willen. Er zijn goede prestatie-indicatoren ontwikkeld en prestatieafspraken gemaakt op basis waarvan een jaarlijkse subsidie wordt verleend.

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

  • Wij benoemen in overleg met de producenten prestatie-indicatoren die de maatschappelijke meerwaarde inhoud geven die voor kennis en cultuureducatie gesubsidieerde organisaties moeten leveren.

  • De bibliotheek werkt de komende jaren, in overleg met de gemeente, haar toekomstscenario uit, conform de bibliotheekwet. De bibliotheek is actief op weg naar outcome-sturing. In de nabije toekomst zal de maatschappelijke meerwaarde van de bibliotheek zichtbaar worden via prestatie indicatoren die zichtbaar maken wat de bibliotheek betekent in onze gemeente/gemeenschap. Denk aan het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners (via vergroten van leesvaardigheid en ontsluiten van kennis), het terugdringen van eenzaamheid (via het bieden van laagdrempelige ontmoetingsplaatsen), het bevorderen van de leesvaardigheid, verbeteren van de taalvaardigheid voor nieuwkomers, verbeteren van het leesonderwijs i.s.m. de scholen enz.

  • Kunst Centraal blijft belangrijk voor cultuureducatie in het basisonderwijs; wij blijven het aanbod subsidiëren.

  • Er wordt geen subsidie meer verleend voor de cursusactiviteiten voor volwassenen.

  • De promotie van cursusactiviteiten wordt door de gemeente gefaciliteerd via de website uitinderondevenen.nl, de cultuurconsulent en vrijwilligersondersteuning.

  • Kunst Rond de Venen krijgt tot 2018 de kans zijn maatschappelijke meerwaarde te bewijzen.

  • De gemeente ondersteunt Museum De Ronde Venen bij het uitvoeren van zijn toekomstvisie. Het museum gaat meer bezoekers trekken en draait meer kostendekkend. Hiervoor wordt door het museum een ruimtelijk plan ontwikkeld i.s.m. andere partijen, dat naar verwachting t.z.t. aan de raad zal worden voorgelegd. Van 2014 tot 2017 bereidt het museum de ontwikkeling van een nieuwe locatie voor. Dit proces impliceert een ruimtelijk project. Uitgaande van voortvarende besluitvorming zal 2018 het eerste jaar worden op de nieuwe locatie. Er zijn goede prestatie-indicatoren ontwikkeld. Vanaf 2018 wordt van het museum een groei gevraagd tot 8.000 bezoekers in 2020. Daarna is een verdere groei naar 10.000 bezoekers in 2023 vereist. Wanneer het museum haar toekomstplan voor de locatie Zwarte Schuur niet bereikt wordt het subsidieniveau in overeenstemming gebracht met de dan ontstane situatie.

Theaterprogrammering en Evenementen

Theaterprogrammering

De inwoners van Mijdrecht en Vinkeveen maken gebruik van het theateraanbod dat door Cultura wordt gebracht. Het theateraanbod van Ab-Art in Abcoude sluit goed aan bij de behoefte van het publiek, wat zich vertaalt in een goede verkoop van de voorstellingen. Aanbod en publiek weten elkaar binnen onze gemeente steeds beter te vinden. Ab-Art zet zijn subsidie de laatste jaren vooral in voor minder rendabele activiteiten zoals het jeugdtheater, dat van Theater aan de Angstel werd overgenomen.

Evenementen

Het Straattheaterfestival is een ander jaarlijks terugkerend evenement, georganiseerd door vrijwilligers, ondersteund met gemeentelijke subsidie. De Abcouder Uitmarkt is een evenement ter promotie van theater, cultuur en cursussen. Via Open Monumentendag maakt de gemeente zijn historie zichtbaar in samenwerking met andere cultuuraanbieders. De Oranjevereniging organiseert in de verschillende dorpen een bij de behoefte en gewoonten aansluitend programma voor de Koningsdag en andere nationale feest- en rouwdagen. Via een koepelorganisatie communiceren zij met de gemeente en ontvangen een bescheiden subsidie.

Andere evenementen worden door organisaties of groepen organisaties periodiek of incidenteel georganiseerd, soms ondersteund met een bescheiden eenmalige subsidie. Daarnaast zijn er de nodige sportieve of toeristisch en/of commercieel georiënteerde evenementen.

Troupe A’dour is een belangrijke trekker als het gaat om het ontwikkelen van steeds weer nieuwe evenementen, doorgaans in samenwerking met veel partnerorganisaties en voor meerdere manifestaties. Een uitstekend voorbeeld van cultureel ondernemerschap

Wat hebben wij gedaan tussen 2005 en 2014

De theaterorganisaties Cultura en Ab-Art kregen jaarlijks subsidie. De Oranjevereniging en het Straattheaterfestival ontvangen structureel een jaarlijkse subsidie van de gemeente. Ook een aantal cultureel getinte evenementen, zoals de Uitmarkt in Abcoude, twee atelierroutes, open monumentendag en de Russische Herfst (een project van Troupe Adour) ondersteunde de gemeente met een subsidie. De meeste evenementen kregen geen gemeentelijke (cultuur)subsidie.

Hoe dan ook kwam een belangrijk deel van de inkomsten uit verkoop, sponsoring en subsidie door andere fondsen dan de gemeente.

Wij intervenieerden incidenteel in de organisatie van evenementen via de cultuurconsulent.

Waar staan we in 2018?

  • Theateraanbod en terugkerende evenementen worden zoveel mogelijk kostendekkend aangeboden want de programmering sluit aan bij de behoefte onder de bevolking.

  • De eenmalige subsidie draagt bij aan een levendig productiecircuit voor eenmalige evenementen, verspreid over het hele grondgebied en interessant voor verschillende doelgroepen.

  • Marketingevenementen van individuele ondernemers of organisaties worden niet gesubsidieerd met kunst- en cultuursubsidie.

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

  • Zowel Ab-Art als Cultura blijven we ondersteunen om een goed op het publiek afgestemd jaarlijks theaterprogramma te organiseren met een goede spreiding over het gebied.

  • Wij verlenen onder voorwaarden eenmalige subsidies voor evenementen.

    • -

      Cultuurevenementen die voor eenmalige cultuursubsidie in aanmerking willen komen letten op een goede spreiding van de activiteiten over de hele gemeente

    • -

      Cultuurevenementen die voor eenmalige cultuursubsidie in aanmerking willen komen

      • §

        worden in beginsel voor niet meer dan 25% gesubsidieerd

      • §

        brengen cross-overs tot stand

      • §

        halen 15% van hun inkomsten uit samenwerking met marktpartijen zoals horeca.

Lokale Media

Kunst en cultuur komen meer tot bloei bij de gratie van openheid en communicatie. Daarom worden de media doorgaans ook tot het cultuurbeleid gerekend. Actieve openbaarheid vinden wij belangrijk. Wij subsidiëren de vrijwillige lokale omroep Vereniging De Ronde Venen op basis van een prestatieovereenkomst die waarborgt dat de berichtgeving vanuit het gemeentehuis – zoals verslaan van de raadsvergaderingen – omvat en het verslaan en becommentariëren van gebeurtenissen in onze gemeente, ruchtbaarheid geven aan het cultureel, kunst en sport programma e.d.. Het werk bij deze vereniging wordt vrijwel volledig door vrijwilligers uitgevoerd.

Waar staan we nu ?

De lokale omroep heeft de zendmachtiging voor de gemeente De Ronde Venen en functioneert voor het hele gebied en is met vele vrijwilligers – jong en oud, technisch en/of communicatief goed onderlegd – in staat tot het brengen van een programma – van 10.00 u tot 23.00 u - dat bij steeds meer mensen gehoor/aanzien vindt. Wel vraagt de omvang van de gemeente een kwalitatief goede zender en brengt de omvang van de gemeente en de afspraken bij de fusie hogere kosten met zich mee.

Waar staan we in 2018?

Publieke omroep Ronde Venen is de lokale omroep voor het hele gebied en geniet bekendheid en goed kijk- en luisterbereik. De deskundigheid en andere middelen worden efficiënt en effectief ingezet . Voor lokale promotiefilms en promotieprogramma’s zoekt de lokale omroep betalende opdrachtgevers.

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

De lokale omroep wordt passend ondersteund om de kosten van het verrichten van de basistaken te dekken en vult zijn inkomsten aan met advertenties en verkoop van producten.

(Beeldende) Kunst

Beeldende kunst zien wij vooral als een bedrijfstak of beroepsgroep, die zelf ondernemend en actief is. Incidenteel voegen wij beelden toe aan de openbare ruimte en regelmatig wisselen wij tentoonstellingen af in het gemeentehuis. De Stichting Kunst en Cultuur Abcoude organiseert een uitmarkt waarop ook lokale kunstenaars zich kunnen presenteren. Ab-Art en KunstRondeVenen organiseren twee atelierroutes, elk jaar één. Voor deze evenementen wordt een beperkte gemeentelijke subsidie gegeven.

Gemeentelijk kunstbezit

De gemeente is eigenaar van een behoorlijk aantal kunstwerken, ten dele in gebruik in de ruimten van het gemeentehuis en ten dele opgeslagen in depot. Het merendeel van deze werken is door de gemeente indertijd aangekocht in het kader van de Beeldende Kunstenaars Regeling, die in 1992 buiten werking werd gesteld. De presentatie is summier. In 2013 is de collectie geïnventariseerd. In 2015 zal een besluit gevraagd worden over de toekomst van de collectie. Een werkgroep is heeft de opdracht een beheer- en kunstuitleenplan te maken waarbij de gemeentelijke kunstcollectie de basis vormt.

Kunst in de openbare ruimte

Kunst op straat, kunst in openbare gebouwen, dat is kunst die mensen zien als ze boodschappen doen, de hond uitlaten of een nieuw identiteitsbewijs gaan halen. In de gemeente zijn in de loop van de tijd enkele tientallen kunstwerken geplaatst, zowel door de gemeente als door bedrijven, bijvoorbeeld bij kantoren. Door de jaren heen verandert het idee achter de reden waarom een beeld, gevelsteen of een ander kunstwerk ergens wordt neergezet of opgehangen en hoe het er uit moet zien. Vanaf 2000 wordt kunst in de openbare ruimte meer en meer kunst voor het publiek. De betrokkenheid van de mensen in de omgeving wordt steeds belangrijker. Kunstwerken worden vaker geïnspireerd door de geschiedenis en het gebruik van de plek. De identiteit van een plek moet zichtbaar zijn aan het kunstwerk. Identiteit, plek en kunst kunnen zich zodanig verweven dat we vaak spreken van geïntegreerde kunst. De hoofdrol van de kunstenaar ligt dan in het meedenken over het ruimtelijk ontwerp, zoals bijvoorbeeld bij het Wickelhofpark in Mijdrecht (2008). Meer in uitvoerende zin heeft hij voor dit park de bruggen en inrichtingsmaterialen ontworpen. Kunstenaars kennen we vooral als ruimtelijk ontwerpers en als makers van objecten. Bij nieuwbouwplannen van enig formaat, zoals Wickelhof II en Westerheul IV lag er eerst een onderzoeksopdracht, die resulteerde in een opdracht voor een fysiek object binnen het plangebied. Indien de gemeente wil weten waar in bestaande wijken kunst op zijn plaats is kan dezelfde weg bewandeld worden. Cultureel-stedenbouwkundig de wijken scannen en vervolgens samen met bewoners plekken bepalen. Kunst is echter geen middel om elke plek een toegevoegde waarde te geven. Veel plekken hebben helemaal geen toevoeging nodig. Een kunstobject zou dan een versiering worden, die niet tot zijn recht komt. Wat wel kan is dat een kunstenaar-ontwerper zo’n plek opneemt in een geluidswandeling, om bewoners kennis te laten maken met bouwperioden en bouwstijlen in hun dorp. De toepassing van kunst kent dan ook tal van uitingen.

Voor het onderhoud van de kunstwerken en herdenkingsmonumenten in de openbare ruimte is geen beheerplan.

Overige regelingen

Omgevingsgericht werken is het instrument om samen met bewoners aan kunst te werken en de vereiste middelen beschikbaar te stellen. Bij natuurontwikkeling en gebiedsprocessen heeft kunst een plaats gekregen in Marickenland-oost (platforms-bruggen) en in de Wilnisse Bovenlanden, via een tijdelijk project met betrekking tot landschapsbeleving. In het Gebiedsprogramma Utrecht-West 2012-2015 is kunst echter geen onderwerp meer en zijn er geen budgetten beschikbaar voor andere (gebieds)projecten.

Kunst in de openbare ruimte

Dorpsgericht (cultuur)beleid vraagt niet alleen aandacht voor het in stand houden van voorzieningen, de cultuurhistorie en monumenten, maar ook voor de inrichting van de publieke ruimte. Kunstuitingen op de pleinen en markante punten in de kernen kunnen bijdragen aan herkenbaarheid en aantrekkelijkheid. Dit kan eveneens bijdragen aan het tonen van de rijke beeldende kunsttraditie in een deel van de gemeente. Concrete aanleidingen voor een kunstwerk zijn er genoeg; een groot onderhoudsprogramma voor wegen, riolering en andere infrastructuur zoals aanleg van nieuwe fietspaden, restauratie van de forten, de leegte van bestaande pleinen.

Wat hebben wij gedaan?

  • De gemeentelijke kunstcollecties van oud-Abcoude en oud-Ronde Venen zijn in een traject genomen voor beter beheer en voldoende onderhoud.

  • Wij beschikten over een zeer beperkt budget voor onderhoud van kunst en herdenkingsmonumenten in de openbare ruimte, maar hebben geen beheerplan.

  • Bij de nieuwe Rondweg-rotonde is een kunstwerk geplaatst.

  • Er is geen budget of voeding voor nieuwe kunst in de openbare ruimte.

Waar staan we in 2018?

  • Kunstobjecten en herdenkingsmonumenten in de openbare ruimte worden goed onderhouden.

  • Openbare gebouwen bieden een podium voor beeldende kunst.

  • Er wordt regelmatig nieuwe kunst in de openbare ruimte bijgeplaatst op basis van een passende regeling (budget uit aanleg).

Wat gaan we ervoor doen van 2014 t/m 2018?

  • Over de gemeentelijke kunstcollectie een besluit formuleren waaraan voorafgaand een plan wordt gemaakt voor beheer, tentoonstelling en kunstuitleen en waarbij de gemeentelijke kunstcollectie de basis vormt (2015).

  • Een onderhoudsprogramma opstellen voor kunst in de openbare ruimte (2015).

  • Jaarlijks onderhoud uitvoeren conform onderhoudsprogramma (2015 t/m 2018).

Financieel Beleidskader

Het budget voor programma 5, met de productnummers die betrekking hebben op kunst en cultuur E500, E505, E540 en E545, wordt vooral ingezet voor een aantal basisvoorzieningen, zoals de bibliotheek en de lokale omroep. Daarnaast wordt een budget gerealiseerd voor eenmalige projecten zoals evenementen.

Uitgangspunten

  • Structurele subsidies zijn er alleen voor de basisvoorzieningen bibliotheek, cultuurconsulent, lokale omroep en cultuureducatie in het onderwijs.

  • De basisvoorzieningen werken al enkele jaren met prestatie-indicatoren en resultaatafspraken. Deze zullen de komende jaren meer gericht worden op outcomesturing.

  • Alle gesubsidieerde organisaties voldoen in 2018 aan resultaatafspraken en werken met prestatie-indicatoren.

  • Bij eenmalige subsidies, waarbij tenminste drie partijen samenwerken gelden de volgende uitgangspunten:

    -Bij evenementen vormen inkomsten uit sponsoring en publieksbijdragen bij deze eenmalige evenementen tenminste 15% van de baten; de gemeentelijke subsidie is in de regel niet hoger dan 25%. Bij eenmalige investeringen wordt uitgegaan van maximaal 50% subsidiëring vanuit de gemeente. B & W kunnen besluiten af te wijken van deze uitgangspunten.

  • Nieuw beleid kan alleen gerealiseerd worden bij vrijval van bestaande middelen of wanneer de Raad nieuwe middelen beschikbaar stelt voor specifiek nieuw beleid in programma 5.4 Kunst en Cultuur.

  • Rationalisaties bij subsidieverlening, huisvesting e.d. hebben daarom prioriteit, want deze verbeteren het doelmatig en doeltreffend inzetten van budget binnen de gewenste randvoorwaarden

  • Een belangrijk deel – zo’n tweederde – van de inzet en outcome van de bibliotheek komt ten goede aan onderwijs, maatschappelijke ondersteuning en (arbeids)participatie. Denk aan doelen als leesvaardigheid, participatie, inburgering, tegengaan van eenzaamheid en algemene informatievoorziening. Niettemin is het budget voor de bibliotheek volledig in de kunst- en cultuurbegroting opgenomen.

Toerekening budgetten

Deelvelden

Begroting 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

Begroting 2018

Cultuurconsulent

20.000

20.000

20.000

20.000

20.000

Ondersteuning Kunst- en cultuurveld vanuit de gemeente

pm 

pm

pm

pm

pm

 Vrijwilligersondersteuning

  Wmo

  Wmo

Wmo

Wmo

Wmo

Eenmalige subsidies

6.595

18.310

20.248

20.248

20.248

Amateur- en podiumkunst

47.251

29.021

29.021

29.021

29.021

Kennis en educatie

Bibliotheek*

Cultuureducatie basisonderwijs

Overig

724.888

618.888

618.888

618.888

618.888

21.599

21.599

21.599

21.599

21.599

163.292

161.354

159.416

159.416

159.416

Theaterprogrammering en evenementen

51.567

48.567

48.567

48.567

48.567

 Lokale Media

26.547

35.000

35.000

35.000

35.000

Beeldende Kunst

4.450

4.450

4.450

4.450

4.450

  • ·

    De bibliotheek draagt bij aan diverse doelen zoals leesvaardigheid, participatie, inburgering, tegengaan eenzaamheid, informatievoorziening. De subsidie aan de bibliotheek beslaat een groot deel van de cultuurbegroting, maar betreft gezien de veelheid aan doelen en het algemene belang daarvan slechts voor ongeveer een derde kunst en cultuur.

  • ·

    Bibliotheek, de cultuurconsulent, cultuureducatie basisonderwijs en de lokale omroep behoren tot de basisinfrastructuur.