Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017

Geldend van 01-09-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017

De raad van de gemeente De Ronde Venen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 april 2017;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

artikel 47 van de Participatiewet;

artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

en artikel 2.10 van de Jeugdwet;

gezien het advies van de commissie SI van 12 juni 2017

overwegende dat de Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015 op een aantal punten aanpassing behoeft;

besluit

vast te stellen de Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017.

Artikel 1. Participatieplatform

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet en de personen die betrokken zijn bij de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of de Jeugdwet, worden bij de uitvoering van deze wet betrokken door een Participatieplatform.

  • 2. De leden van het Participatieplatform worden geselecteerd, benoemd, geschorst en ontslagen door het college. Het Participatieplatform kan kandidaten voordragen. De selectiecriteria voor kandidaten worden in overleg met genoemde leden vastgesteld, waarbij een minimumleeftijd van 16 jaar wordt gehanteerd. Ook wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging uit de kernen.

  • 3. Bij een vacature voor het Participatieplatform zal een actieve werving plaatsvinden via de gemeentelijke website, huis-aan-huis-bladen en via het huidige netwerk.

  • 4. Het Participatieplatform is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat het een afspiegeling is van bij de uitvoering van de in het eerste lid genoemde wetten betrokken personen, waarbij sprake is van een evenwichtige verdeling.

  • 5. Het Participatieplatform bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste twaalf personen.

  • 6. Het Participatieplatform benoemt uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.

  • 7. De zittingsduur van de leden van het Participatieplatform is vier jaar. Deze periode kan eenmaal worden verlengd met vier jaar.

  • 8. Het Participatieplatform komt ten minste zes maal per kalenderjaar in vergadering bij elkaar.

  • 9. De Jongerenadviescommissie is agendalid en kan 1 of maximaal twee afgevaardigde(n) laten deelnemen aan het Participatieplatform.

  • 10. Het college kan een lid van het Participatieplatform ontslaan:

    • a.

      Op voorstel van het Participatieplatform wegens disfunctioneren van het lid, indien dit voorstel bij meerderheidsbesluit van de aanwezige leden van het Participatieplatform en met reden omkleed wordt genomen;

    • b.

      Vanwege zwaarwegende redenen.

  • 11. De leden van het Participatieplatform zijn verplicht tot geheimhouding van niet-openbare gegevens, totdat het college deze gegevens openbaar heeft gemaakt. Zie artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. De leden tekenen hiertoe een integriteitsverklaring.

Artikel 2. Taken van gemeentebestuur

  • 1. Het gemeentebestuur vraagt over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de secretaris advies aan het Participatieplatform op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 2. Van een tijdstip als bedoeld in het eerste lid is sprake als de adviesaanvraag aan het Participatieplatform wordt toegezonden uiterlijk zes weken voorafgaand aan de datum waarop het college voornemens is het beleid vast te stellen of voornemens is een voorstel voor te leggen aan de gemeenteraad over het te nemen besluit.

  • 3. Het gemeentebestuur zorgt ervoor dat het Participatieplatform wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling op het sociale domein.

Artikel 3. Ondersteuning Participatieplatform

  • 1. Een ambtenaar vormt de schakel tussen de gemeenteraad en het college en het Participatieplatform. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Hiertoe wordt – op voordracht van de ambtenaar - een jaarplanning opgesteld.

  • 2. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van het Participatieplatform. Hiertoe:

    • a.

      stelt het een vergaderruimte ter beschikking;

    • b.

      geeft het de leden van het Participatieplatform toegang tot kantoormiddelen zoals een kopieermachine en een printer;

    • c.

      zorgt het ervoor, met inachtneming van artikel 5, derde lid, dat adviesaanvragen en conceptbeleid het Participatieplatform tijdig bereiken;

    • d.

      stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als daarom door het Participatieplatform is verzocht;

    • e.

      zorgt het ervoor dat aan het Participatieplatform de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van het Participatieplatform;

    • f.

      verstrekt het de informatie, bedoeld onder e, op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming;

    • g.

      indien van toepassing, ziet het erop toe dat het Participatieplatform wordt geïnformeerd over de redenen van afwijking van het door het Participatieplatform gevraagd of ongevraagd gegeven advies;

    • h.

      wijst het een ambtenaar aan als contactpersoon die zorgt dat a t/m g geregeld zijn.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform

  • 1. Het Participatieplatform brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college of aan de gemeenteraad.

  • 2. Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk tien werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht.

  • 3. Het Participatieplatform heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

  • 4. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen. Dit dient te geschieden uiterlijk tien werkdagen voorafgaand aan de vergadering door toezending aan de secretaris of voorzitter.

  • 5. Het Participatieplatform kan twee thema- en voorlichtingsavonden per jaar organiseren voor alle inwoners van de gemeente. Onderwerpen met betrekking tot het Sociaal Domein worden besproken met de inwoners, zodat de inwoners actief worden betrokken om advies te geven en hun bevindingen te kunnen delen. Het advies wordt via het Participatieplatform meegenomen naar het college en de gemeenteraad.

  • 6. Het Participatieplatform kan zich opsplitsen in subwerkgroepen voor het voorbereiden van een advies.

  • 7. Het Participatieplatform is verantwoordelijk voor het maken van een besluitenlijst en een actielijst van elke vergadering. De besluitenlijst en actielijst worden gelijktijdig met de uitnodiging van de volgende vergadering aan de leden verzonden.

Artikel 5. Taken van de secretaris

De secretaris:

  • 1.

    stelt voor aanvang van het kalenderjaar in overleg met de voorzitter een vergaderkalender samen;

  • 2.

    stelt in overleg met de voorzitter voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;

  • 3.

    verzendt de uitnodigingen en, indien van toepassing, conceptbeleid en adviesverzoeken, uiterlijk vijf werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt aan de leden;

Artikel 6. Budget Participatieplatform

  • 1. Ten behoeve van het Participatieplatform wordt jaarlijks een budget in de gemeentebegroting opgenomen voor presentiegelden, deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, onkosten en reiskostenvergoeding. In het budget zijn organisatiekosten opgenomen om twee thema- en voorlichtingsavonden te kunnen organiseren voor inwoners van De Ronde Venen. Jaarlijks voor 1 oktober, dient het Participatieplatform bij het college een werkplan in met begroting voor het komende jaar.

  • 2. Jaarlijks voor 1 maart brengt het Participatieplatform aan het college verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gesteld budget.

Artikel 7. Vergoeding aan de leden

  • 1. De leden van het Participatieplatform ontvangen per maand een bedrag van € 72 als onkostenvergoeding voor deelname aan de vergadering en voor de overige werkzaamheden ten behoeve van het Participatieplatform. Daaraan gekoppeld ontvangt de secretaris van het Participatieplatform per maand een extra bedrag van € 72 als vergoeding voor de taken genoemd in artikel 5. Deze onkostenvergoedingen worden uitgekeerd als vrijwilligersvergoeding.

  • 2. Er is een budget voor vergaderingen gereserveerd gebaseerd op 12 leden en maximaal 12 vergaderingen.

  • 3. Voor onkostenvergoeding, lidmaatschap, contributiekosten en reiskostenvergoeding is een bedrag van maximaal € 2.500 gereserveerd. De leden kunnen deze vergoedingen aanvragen bij de gemeente. De leden kunnen tevens bepaalde onkostenvergoedingen aanvragen, die relevant zijn om de taken genoemd in artikel 4 naar behoren te kunnen uitvoeren. De reiskostenvergoeding bedraagt per vergadering per kilometer vanaf de woonplaats gerekend: het bedrag per kilometer, zoals in artikel 2 van de reiskostenregeling binnenland. Zowel de reiskostenvergoeding als de onkostenvergoeding worden via een declaratieformulier ingediend.

  • 4. Er is € 1.200,- van het budget gereserveerd voor het organiseren van de thema- en voorlichtingsavonden. Dit kan het Participatieplatform aanvragen bij de gemeente.

Artikel 9 Intrekken oude verordening

De Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 september 2017.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Sociaal Domein De Ronde Venen 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2017

De voorzitter

De griffier

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 150 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3, derde lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna Wmo 2015) en artikel 2.10 van de Jeugdwet. Deze artikelen draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:

  • -

    die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering;

en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Voor de Wmo 2015 gaat het ingevolge artikel 2.1.3 Wmo 2015 en voor de Jeugdwet ingevolge artikel 2.10 van de Jeugdwet om ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers.

Om een goede werking van het Participatieplatform te waarborgen worden de leden van het Participatieplatform ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1. Participatieplatform

Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een Participatieplatform samen te stellen dat bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de cliëntenraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen, de doelgroepen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Jeugdwet.

Tweede lid

De leden van het Participatieplatform worden benoemd door het college. Het platform stelt in haar overleg selectiecriteria vast voor kandidaten en kan kandidaten voordragen voor lidmaatschap van het Participatieplatform (eerste lid). Het college zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.

Zesde lid

Er is uitdrukkelijk voor gekozen om het Participatieplatform de cliëntenraad uit zijn midden de voorzitter te benoemen. Daarmee wordt gewaarborgd dat ook de voorzitter voor en namens de benoemde doelgroep handelt.

Artikel 2. Taken van het gemeentebestuur

Het gemeentebestuur zal over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college via de secretaris advies vragen aan het Participatieplatform op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Als de adviesaanvraag uiterlijk zes weken voorafgaand aan de datum waarop het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen, wordt toegezonden aan het Participatieplatform, dan kan het advies van het platform van wezenlijke invloed zijn op het door de gemeenteraad of het college te nemen besluit.

Derde lid

Het wordt belangrijk geacht dat het Participatieplatform tijdig wordt betrokken bij de totstandkoming van beleid zodat het uitoefenen van invloed op het beleid op die wijze mogelijk is. Daarom is in het derde lid bepaald dat het college ervoor zorgt dat het Participatieplatform wordt betrokken bij de beleidsontwikkeling.

Artikel 3. Ondersteuning Participatieplatform

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat het Participatieplatform wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van het Participatieplatform. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtenaar aangewezen, die de communicatie tussen college en gemeenteraad enerzijds en het Participatieplatform anderzijds kan stroomlijnen.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden van het Participatieplatform

Eerste lid

Het Participatieplatform is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid.

Tweede lid

Het advies wordt uiterlijk 10 werkdagen voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht door toezending aan de daartoe aangewezen ambtenaar.

Derde lid

Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat het Participatieplatform geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.

Vijfde lid

Om de belangen van inwoners te kunnen vertegenwoordigen is het belangrijk te weten wat er onder hen leeft. Om die reden kan het Participatieplatform twee thema- en voorlichtingsavonden organiseren. Ook belangenorganisaties kunnen hierbij betrokken worden.

Zevende lid

Het Participatieplatform is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van besluitenlijst en actielijst. Het Participatieplatform kan ervoor kiezen vanuit het budget waar onkostenvergoeding onder valt, deze vergoeding aan te spreken om de besluitenlijst en actielijst te laten opstellen of om een notulist aan te trekken.

Artikel 5. Taken van de secretaris

De secretaris is (mede) belast met de agendering en verzendt de uitnodigingen. De secretaris verzendt de uitnodigingen aan de leden uiterlijk vijf werkdagen voordat de vergadering plaatsvindt.

Artikel 6. Budget Participatieplatform

Het budget is ter vrije besteding van het Participatieplatform. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging, het organiseren van thema- en voorlichtingsavonden en organisatiekosten (tweede lid). Deze kosten kunnen uitsluitend ten laste van het budget worden gebracht indien deze zijn beoordeeld en goedgekeurd door het college. Het ligt voor de hand dat het college dit beoordeelt voordat de kosten worden gemaakt. Het Participatieplatform zal daarom vooraf om goedkeuring moeten vragen.

Het Participatieplatform moet jaarlijks voor 1 september een begroting ter goedkeuring indienen. Ook moet het Participatieplatform jaarlijks achteraf verantwoording afleggen over de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het tweede lid.

Artikel 7. Vergoeding aan de leden

Voor de vergoeding is tot nu toe aangesloten bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De vergoeding voor commissieleden is presentiegeld en is gerelateerd aan het bijwonen van de eigen vergaderingen (10 keer per jaar). In de praktijk verrichten leden veel andere activiteiten (zoals vooroverleggen, bijwonen informatiebijeenkomsten, stukken lezen en schrijven) die gericht zijn op het adviseren van het college en daarom is een onkostenvergoeding beter op zijn plaats. Deze onkostenvergoeding wordt verstrekt als vrijwilligersvergoeding en is tot een bedrag van €1500 per jaar onbelast.

De onkostenvergoeding voor de leden van het Participatieplatform is €72 per persoon per deelgenomen vergadering. Dit bedrag is gebaseerd op gemiddeld 4 uur per week voor deelname aan de vergaderingen en voor het verrichten van andere activiteiten voor het platform.

De secretaris heeft naast het lid zijn van het Participatieplatform extra taken zoals genoemd in artikel 5 en bereidt daarnaast ook de begroting en de jaarlijkse verantwoording ten behoeve van de voorzitter. Ook zijn er taken op het gebied van coördinatie van de planning, contacten met externe organisaties en burgers en schrijft de secretaris het merendeel van de adviezen. De vergoeding voor de secretaris wordt daarom gebaseerd op het gemiddeld 8 uur per week verrichten van activiteiten voor het platform.