Regeling vervallen per 01-01-2020

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid

Geldend van 08-02-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Uitvoeringsregeling beloningsbeleid

Artikel 1. Jaarlijkse toekenning periodieke verhoging

Op grond van artikel 3:4, lid 4 van de CAR/UWO wordt de jaarlijkse periodieke verhoging in de salarisschaal toegekend op 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar.

Artikel 2. Extra periodieke verhoging van het salaris

Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, een extra periodieke salarisverhoging toekennen op grond van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris.

Artikel 3. Geen periodieke verhoging

  • 1. Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de ambtenaar kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat ten aanzien van de ambtenaar salarisverhogingen, als bedoeld in artikel 3:4 CAR, achterwege worden gelaten;

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen nadien bepalen dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend;

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 4. Inpassing

  • 1. Benoeming in de aanloopschaal tot schaal 6 vindt in beginsel voor 6 maanden plaats;

  • 2. Benoeming in de aanloopschaal vanaf schaal 6 vindt in beginsel voor 1 jaar plaats.

Artikel 5. Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • 1. Wanneer voor de ambtenaar een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximum salaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten. Het bepaalde in artikel 1 kan hierbij onverminderd van toepassing zijn;

  • 2. Met bevordering, als bedoeld in het vorige lid, is de 75% regeling van toepassing. Dit betekent dat de ambtenaar bij bevordering er ten minste 75% van een reguliere periodieke verhoging in de oude schaal op vooruit gaat;

  • 3. In afwijking van lid 1 bedraagt de vooruitgang in salaris ten gevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris niet minder dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 1 in de schaal waarin de ambtenaar is ingedeeld.

Artikel 6. Functioneringstoelage

  • 1. Wanneer de leidinggevende vindt dat de ambtenaar op grond van artikel 3:8 van de CAR/UWO in aanmerking komt voor een functioneringstoelage wordt een voorstel voor toekenning ter instemming voorgelegd aan het DirectieManagementTeam (DMT). Het advies van de leidinggevende wordt voorzien van een medeadvies van HRO. Het Individueel Werkplan (hierna IWP) en de beoordeling zijn de basis voor het voorstel. Het DirectieManagementTeam beoordeelt het voorstel van de leidinggevende waarin onder andere de hoogte van de toelage wordt bepaald en toetst of sprake is van zeer goede of uitstekende functievervulling;

  • 2. Wanneer de leidinggevende de functioneringstoelage wil verlengen met eenzelfde periode wordt opnieuw een voorstel zoals genoemd in het vorige lid ter instemming voorgelegd aan het DirectieManagementTeam;

  • 3. Wanneer uit minimaal twee IWP-gesprekken blijkt dat sprake is van zeer goede of uitstekende functievervulling ontvangt de medewerker een tijdelijke toelage voor één jaar, als het maximum van de functieschaal is bereikt. De maximaal toe te kennen toelage kan maximaal 10% van het salaris bedragen;

  • 4. Wanneer opnieuw uit minimaal twee IWP-gesprekken blijkt dat sprake is van zeer goede of uitstekende functievervulling kan de tijdelijke toelage worden verhoogd. De maximaal toe te kennen toelage inclusief eventuele verhogingen kan maximaal 10% van het salaris bedragen;

  • 5. Wanneer er geen recht meer bestaat op een functioneringstoelage wordt de toelage ingetrokken;

  • 6. De functioneringstoelage vervalt wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een hogere functieschaal;

  • 7. Ambtenaren die voor 1 januari 2016 zijn bevorderd naar de prestatieschaal kunnen geen aanspraak maken op een functioneringstoelage.

Artikel 7. Prestatieschaal

  • 1. De prestatieschaal is de naast hogere schaal, volgend op de functieschaal die voor alle ambtenaren geldt;

  • 2. Ambtenaren die voor 1 januari 2016 recht hebben op een prestatieschaal behouden hun rechten;

  • 3. De prestatieschaal vervalt wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een hogere functieschaal of als er geen aanspraak meer op kan worden gemaakt.

Artikel 8. Waarnemingstoelage

Bij gedeeltelijke waarneming wordt het aantal uren waarneming omgerekend naar een percentage van de waarnemingstoelage zoals genoemd in artikel 3:10 van de CAR/UWO.

Artikel 9. Inconveniëntentoelage

  • 1. Het DirectieManagementTeam wijst de functies aan waarvoor significant verzwarende werkomstandigheden van toepassing zijn.

  • 2. Als een ambtenaar naar het oordeel van het DirectieManagementTeam is belast met werkzaamheden waarvoor verzwarende werkomstandigheden (niet vermijdbare zwaar, vuil of onaangenaam werk) gelden, dan wordt hem daarvoor een inconveniëntentoelage toegekend van 6.75% van het bruto salaris, tenzij de ambtenaar is geplaatst in salarisschaal 7 of hoger.

Artikel 10. Salaris

  • 1. Ambtenaren die ge- of herplaatst worden ten gevolge van een organisatiewijziging of uitbesteding houden een garantie op de huidige salarisschaal en het middels een beschikking geboden salarisperspectief.

  • 2. Het toekennen van een hogere periodiek vindt plaats conform het lokale beleid voor beloning van de gemeente waar de ambtenaar voor zijn (her)plaatsing was aangesteld.

Artikel 11. Toelagen, toeslagen en vergoedingen

  • 1. Ambtenaren die ge- of herplaatst worden ten gevolge van een organisatiewijziging of een uitbesteding behouden toegekende garantietoelagen en garantietoeslagen.

  • 2. De eventuele voorwaarden waaronder de toelagen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel zijn verstrekt blijven onverkort gelden.

  • 3. Wordt de ambtenaar ge- of herplaatst in een hogere salarisschaal dan wel na de (her)plaatsing bevorderd, dan worden deze toelagen en toeslagen voor zover mogelijk geïncorporeerd in de nieuwe salarisschaal. Voor het niet in te passen bruto bestanddeel wordt een vaste bruto garantietoelage toegekend.

  • 4. Van de ambtenaar die wordt ge- of herplaatst ten gevolge van een organisatiewijziging of uitbesteding vervallen de tijdelijk toegekende persoonlijke en/of functiegebonden toelagen of toeslagen als bedoeld in artikel 3:1:1 tot en met artikel 3:3:1 alsmede 3:7:8 CAR-UWO, tenzij aan de functie waarop de ambtenaar wordt (her)plaatst deze toelagen of toeslagen ook zijn verbonden.

  • 5. Definitief aan de ambtenaar toegekende toelagen of toeslagen, zulks blijkend uit een beschikking en welke niet langer verbonden zijn aan de functie waarop de ambtenaar wordt geplaatst, worden gegarandeerd middels een blijvende garantietoelage.

  • 6. Indien aan de functie waarop de ambtenaar wordt (her)plaatst ook functiegebonden toelagen of toeslagen zijn verbonden, dan wordt vanaf het moment van (her)plaatsing de hoogte van de toelage of toeslag aangepast aan de situatie die op dat moment geldt.

  • 7. Aan de ambtenaar van wie de bezoldiging door het vervallen of verminderen van toelagen of toeslagen een blijvende verlaging ondergaat van 3% of meer, wordt een aflopende compensatie met een maximale duur van vier jaar toegekend.

  • 8. De ambtenaar van wie structurele onkostenvergoedingen of tegemoetkomingen (zoals woon-werkverkeer, kledingvergoeding en dergelijke) vervallen of verminderen dan wel bij continuering deze onvoldoende zijn om de werkelijke kosten daarvan te dekken, heeft recht op compensatie daarvan gedurende maximaal vier jaar.

  • 9. Aflopende en/of tijdelijke compensaties als bedoeld in het zesde en achtste lid van dit artikel worden bij voorkeur in een bedrag bij de ambtenaar afgekocht, tenzij de ambtenaar een aannemelijk en aanzienlijk belang heeft, blijkend uit een verzoek1 van de ambtenaar, het dienstbelang of enig wettelijk voorschrift zich daartegen verzet.

  • 10. Ter uitvoering van het gestelde in dit artikel worden in het Georganiseerd Overleg nadere afspraken gemaakt. Deze afspraken worden als supplement(en) toegevoegd aan het sociaal statuut.

Artikel 12. Ambtsjubileumgratificatie

  • 1. Bij 12,5 jaar gemeentelijke diensttijd ontvangt de ambtenaar een bos bloemen ter waarde van € 25,-.

  • 2. gemeentelijke diensttijd is de diensttijd bij de gemeente De Ronde Venen met inbegrip van de doorgebrachte diensttijd bij de voormalige gemeenten Abcoude, Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen/ Waverveen.

  • 3. Wanneer de ambtenaar die op 31 december 2015 in dienst is bij de gemeente De Ronde Venen en binnen 5 jaar (kortom: uiterlijk 31 december 2020) recht zou hebben op een ambtsgratificatie zoals genoemd in het eerste lid, krijgt een bos bloemen ter waarde van € 25,- .

Artikel 13. Bijzondere prestaties

Wanneer aan een ambtenaar of een groep ambtenaren op grond van artikel 3:20 van de CAR/UWO een beloning wordt toegekend vanwege uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties wordt voor het bepalen van de hoogte van de beloning gebruikgemaakt van ‘Richtlijnen gratificaties’.

Artikel 14. Reiskosten woon-werkverkeer

Voor de reiskosten woon-werkverkeer wordt verwezen naar de artikelen 2 tot en met 7 van de Regeling Reiskosten van gemeente De Ronde Venen.

Artikel 15. Dienstreizen en verblijfskosten

Voor dienstreizen en verblijfskosten wordt verwezen naar artikel 8 van de Regeling Reiskosten van gemeente De Ronde Venen.

Artikel 16. Overgangsrecht

  • 1. Wanneer de ambtenaar, die op 31 december 2015 in dienst is bij de gemeente De Ronde Venen, op basis van het overgangsrecht behorende bij hoofdstuk 3 CAR recht heeft op een structurele toelage overgangsrecht deze toelage éénmalige af te kopen voor 5 jaar en deze toelage uit te betalen in december 2016.

  • 2. Wanneer de ambtenaar, die op 31 december 2015 in dienst is bij de gemeente De Ronde Venen, op basis van het overgangsrecht behorende bij hoofdstuk 3 CAR recht heeft op een éénmalige afkoop van 5 jaar wordt deze toelage uitbetaald in december 2016.

Artikel 17. Hardheidsclausule

Daar waar de artikelen uit het nieuwe hoofdstuk 3 CAR per 1 januari 2016 en de aanvullende beleidsafspraken zoals genoemd in deze regeling (Uitvoeringsregeling beloningsbeleid) niet voorzien in voorkomende situaties, worden nadere afspraken gemaakt in de lijn met deze regeling. De bevoegdheid hiertoe ligt bij de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

Artikel 18. Slotbepalingen

De regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de op 15 december 2015 vastgestelde " Uitvoeringsregeling beloningsbeleid".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Ronde Venen op 28 augustus 2018,

Lilian Schreurs,

secretaris

Maarten Divendal,

burgemeester


Noot
1

Hoewel het primair de verantwoordelijkheid van de ambtenaar is om een dergelijk verzoek in te dienen, zijn partijen(werknemer en werkgever) overeengekomen hierin nauw met elkaar samen te werken op deze wijze de wederzijdse belangen optimaal te borgen.