Regeling vervallen per 02-02-2024

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente De Ronde Venen 2019

Geldend van 14-12-2019 t/m 01-02-2024

Intitulé

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente De Ronde Venen 2019

De burgemeester van gemeente De Ronde Venen;

Gelet op de artikelen 11a, 13b Opiumwet en 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Overwegingen;

een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet geeft de burgemeester de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen indien in woningen of lokalen dan wel in, op of bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst l of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;

van artikel 13b van de Opiumwet gebruikgemaakt kan worden wegens het ernstige vermoeden van drugshandel, al dan niet in georganiseerd verband;

met ingang van 1 januari 2019 is artikel 13b van de Opiumwet gewijzigd, waardoor de burgemeester sluitingsbevoegdheid heeft gekregen in het geval er sprake is van zogeheten voorbereidingshandelingen;

onder voorbereidingshandelingen wordt verstaan het voorhanden hebben van een voorwerp of een stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3, of artikel 11a van de Opiumwet;

het gelet hierop wenselijk is deze nieuwe bevoegdheid op te nemen in het Damoclesbeleid, waarbij voor het inzetten van deze bevoegdheid wordt aangesloten bij de bestuurlijke maatregelen die gelden in het geval van handel in soft- en harddrugs;

de burgemeester op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht beleidsregels kan vaststellen ten aanzien van de toepassing van de bevoegdheid neergelegd in artikel 13b van de Opiumwet;

het verdient aanbeveling een beleidsregel vast te stellen omtrent de toepassing van bestuursdwang op basis van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet ter bevordering van de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid;

besluit vast te stellen de volgende:

‘Beleidsregels artikel 13b Opiumwet De Ronde Venen 2019’

Deze beleidsregels zien op de bevoegdheid tot het sluiten van woningen door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs of voorbereidingshandelingen daartoe, vanuit woningen of al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en daarbij behorende erven. De maatregel die voortvloeit uit deze bevoegdheid is een herstelsanctie en is niet bedoeld als straf. Sluiting is gericht op het herstel van de situatie en het weren en terugdringen van drugshandel in georganiseerd verband in en vanuit panden. Het belang dat hiermee wordt gediend, is de bescherming van de openbare orde en veiligheid, het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid. Het doel van de maatregel is erop gericht om bekendheid van het pand als drugspand te doorbreken en/of bekendheid van het pand in het drugscircuit teniet te doen en/of te verhinderen dat het pand (weer) wordt gebruikt ten behoeve van het drugscircuit en de georganiseerde drugshandel en herhaling van de verstoring van de openbare orde alsmede verdere aantasting van het woon- en leefklimaat te voorkomen. De toepassing van artikel 13b van de Opiumwet is gericht op het pand (locatie) en niet op de persoon of belanghebbende.

Aanpak drugspanden De Ronde Venen

Vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, het beschermen van het woon- en leefklimaat en de volksgezondheid treedt de gemeente De Ronde Venen streng op tegen verkoop, aflevering, verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs, of voorbereidingshandelingen daartoe1. Om de effecten op de veiligheid en leefbaarheid aan te pakken kan de gemeente De Ronde Venen gebruik maken van de instrumenten uit de Wet Victoria, de Wet Damocles en de Wet Victor.

  • -

    Artikel 174a Gemeentewet (Wet Victoria) geeft de burgemeester mogelijkheid om een woning of lokaal te sluiten wegens verstoring van de openbare orde of ernstige vrees daarvoor indien er sprake is van illegale verkoop van drugs. Er zijn echter panden van waaruit in drugs wordt gehandeld zonder dat dit voor verstoring van de openbare orde zorgt. Daar voorziet artikel 13b Opiumwet in.

  • -

    Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles) stelt de burgemeester in de mogelijkheid om bestuurlijk te handhaven tegen verkooppunten van drugs vanuit woningen of lokalen dan wel in of op bij woningen of zodanige lokalen behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Het aantonen van overlast is geen voorwaarde bij het toepassen van artikel 13b Opiumwet.

  • -

    Artikel 11a Opiumwet stelt de voorbereiding strafbaar van teelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, dan wel de voorbereiding van teelt van een grote hoeveelheid.

  • -

    Art. 14 Woningwet (Wet Victor) regelt het na-traject na sluiting van een pand en maakt het mogelijk om het beheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet).

Met de invoering van het vernieuwde artikel 13b Opiumwet per november 2007 kunnen alle drugspanden aangepakt worden, dus ook woningen. De burgemeester kan bestuursdwang toepassen als drugs wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is, vanuit woningen of lokalen en daarbij behorende erven. Het aantonen van overlast is geen voorwaarde bij het toepassen van artikel 13b Opiumwet; de toepassing van artikel 13b Opiumwet kan wel leiden tot vermindering van overlast.

Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om de zinsnede ‘daartoe aanwezig is’ in artikel 13b eerste lid Opiumwet zo uit te leggen dat de burgemeester al bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen indien in een pand een handelshoeveelheid drugs aanwezig is. Om te bepalen wanneer sprake is van een ‘handelshoeveelheid’ wordt aangesloten bij de door het Openbaar Ministerie toegepaste criteria, waarbij een hoeveelheid harddrugs van maximaal 0,5 gram en een hoeveelheid softdrugs van maximaal 5 gram als hoeveelheden voor eigen gebruik worden aangemerkt2. Bij overschrijding van de hoeveelheid die bestemd is voor eigen persoonlijk gebruik, wordt aangenomen dat de drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking dan wel daartoe voorhanden zijn. Het tegendeel dient aannemelijk te worden gemaakt.

Overigens is voor de toepassing van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet niet vereist dat zich daadwerkelijk druggerelateerde overlast in de omgeving voordoet, nu deze bepaling primair ziet op het tegengaan van drugshandel.

Met ingang van 1 januari 2019 is artikel 13b van de Opiumwet gewijzigd, waardoor de burgemeester sluitingsbevoegdheid heeft gekregen in het geval er sprake is van zogeheten voorbereidingshandelingen.

Deze voorbereidingen waren reeds strafbaar gesteld in de Opiumwet, nu kan de burgemeester dus ook bestuurlijke maatregelen treffen wanneer voorbereidingshandelingen plaatsvinden in een woning of lokaal dan wel op daarbij behorende erven.

Onder voorbereidingshandelingen wordt verstaan het voorhanden hebben van een voorwerp of een stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3, of artikel 11a van de Opiumwet.

Die bepalingen vereisen dat degene die het voorwerp of de stof in de woning of het lokaal of op het erf voorhanden heeft, weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat het voorwerp of de stof bestemd is voor onder meer het bereiden, bewerken, of vervaardigen van harddrugs, respectievelijk voor grootschalige en/of professionele hennepteelt. De situatie zal van dien aard moeten zijn dat redelijkerwijs moet worden aangenomen dat het om strafbare voorbereidingshandelingen gaat.

Afbakening en afstemming

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening door de burgemeester van de in artikel 13b Opiumwet neergelegde bevoegdheid tot het sluiten van woningen door de burgemeester bij verkoop, aflevering of verstrekking dan wel aanwezig zijn van drugs, ten aanzien van:

  • -

    voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven;

  • -

    niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven en;

  • -

    woningen en bijbehorende erven.

Deze beleidsregels zijn niet van toepassing voor zover het coffeeshops betreft. Ten aanzien van coffeeshops kent de gemeente De Ronde Venen gemeentelijk coffeeshopbeleid.

Tweesporenbeleid: strafrechtelijk én bestuursrechtelijk

Bij de aanpak van handel, in het bezit zijn van en het gebruik van drugs worden naast

Strafrechtelijke maatregelen ook bestuursrechtelijke maatregelen ingezet (tweesporenbeleid).

Strafrechtelijke sancties richten zich op de bij de verkoop betrokken personen. Het beëindigen of het opheffen van de illegale verkooppunten wordt daarmee niet per definitie bereikt. Bestuursrechtelijke maatregelen richten zich op bij overtreding van de Opiumwet betrokken woningen of lokalen, waardoor beëindigen of het opheffen van de illegale situatie kan worden bereikt.

Het moment van inbeslagname van drugs en het effectueren van de bestuursrechtelijke maatregelen kan enige tijd uit elkaar liggen, nu de eisen van zorgvuldigheid bij het toepassen van bestuursdwang in acht genomen moeten worden. Dit betekent niet dat er na inbeslagname geen reden meer is bestuursrechtelijke maatregelen, zoals een last onder bestuursdwang, op te leggen.

De burgemeester is bevoegd

De bevoegdheid van de burgemeester tot toepassen van artikel 13b Opiumwet betreft een discretionaire bevoegdheid. Dat wil zeggen dat deze bevoegdheid gebruikt wordt na een belangenafweging. In deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de burgemeester met zijn discretionaire bevoegdheid om gaat.

Het kan zijn dat zich omstandigheden voordoen waarin het volgen van het beleid onredelijke gevolgen heeft. In die gevallen kan de burgemeester gemotiveerd afzien van het toepassen van de beleidsregels. Er kan ook sprake zijn van verzwarende omstandigheden, die aanleiding geven om eerder over te gaan tot het opleggen van een last onder bestuursdwang inhoudende een sluiting. Indien er verzwarende omstandigheden zijn, is het aannemelijk dat er sprake is van een ernstige situatie, bijvoorbeeld als aanwijzingen zijn dat de aangetroffen drugs voor drugshandel in georganiseerd verband bestemd zijn. Zie hiervoor de jurisprudentie van de Raad van State3. De belangrijkste feiten en omstandigheden die kunnen worden aangemerkt als verzwarende omstandigheden, staan vermeld in de indicatorenlijst op pagina 6 van het handhavingsarrangement.

Last onder bestuursdwang

Het opleggen van een last onder bestuursdwang op basis van artikel 13b Opiumwet is nader uitgewerkt in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht, en betreft een herstelsanctie. Een herstelsanctie, in dit geval het opleggen van last onder bestuursdwang, is een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding (artikel 5:2, eerste lid onder b Awb).

Voordat de burgemeester daadwerkelijk overgaat tot sluiten van een woning of lokaal wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen op het voorgenomen besluit. Alleen als de situatie dermate spoedeisend is dat het bestuursorgaan de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, dan moet de opschriftstelling zo spoedig mogelijk plaatsvinden nadat de bestuursdwang is toegepast (art. 5:31 lid 2 Awb).

Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang wordt een termijn gegeven waarbinnen de overtreder de woning of het lokaal kan ontruimen en sluiten. De termijn is gesteld op 48 uur om de ontruiming uit te voeren en de handel te stoppen. Indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd, zal de burgemeester overgaan tot feitelijk handelen door te ontruimen en sluiten. Door zelf uitvoering te geven aan de last onder bestuursdwang kan de overtreder slechts voorkomen dat de burgemeester feitelijke bestuursdwang toepast. De sluitingsbevoegdheid wordt niet aangetast. De sluiting is feitelijk van aard, en brengt met zich mee dat de woning of lokaal door niemand mag worden betreden.

Uitgangspunt van dit beleid is sluiting

In de gemeente De Ronde Venen wordt er in beginsel voor gekozen het gehele pand (woning of lokaal) te sluiten, omdat zo direct een einde wordt gemaakt aan de illegale situatie. Een eventuele uitzondering wordt gemaakt in geval van kamerverhuur. Tevens wordt door sluiting bekendheid van het pand in het drugscircuit doorbroken. Bij het sluiten van woningen dient in de belangenafweging meegenomen te worden dat de maatregel van sluiting er niet toe mag leiden dat het recht op respect voor het privéleven, het familie- en gezinsleven en woning onevenredig wordt aangetast (Artikel 8 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, hierna te noemen ‘EVRM’). Hierin wegen de belangen van de bewoner zwaar mee. Voor bewoner(s) kan sluiting van een woning een aantasting van een fundamenteel grondrecht zijn. Anderzijds moet ook bedacht worden dat juist als het om woningen gaat, de impact van drugshandel op de omgeving/ omwonenden groot is en een dergelijke inmenging in de persoonlijke levenssfeer gerechtvaardigd is indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van strafbare feiten en het herstel van het woon- en leefklimaat van omwonenden. Toepassing van de maatregel moet zorgvuldig gebeuren, zeker als sprake is van (mogelijk) verblijf van minderjarige(n) in de woning. Minderjarige(n) dienen ook beschermd te worden tegen blootstelling aan dergelijke situaties, daarom zal in gevallen dat er minderjarige(n) betrokken zijn een zorgmelding worden gedaan bij de Raad voor de kinderbescherming. Gezien de effecten van de handel in en het gebruik van drugs vanuit een pand op het openbare leven, geniet feitelijk handelen de voorkeur boven het opleggen van een last onder dwangsom.

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB)

Het besluit tot sluiting van een woning of lokaal op grond van artikel 13b Opiumwet wordt geregistreerd en gepubliceerd in de zin van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB). Het WKPB-register houdt deze publiekrechtelijke beperking bij. Indien de sluiting wordt opgeheven, wordt dit ook aangepast in het WKPB-register.

Na traject

Na afloop van de sluitingstermijn vindt in overleg met de eigenaar en bewoners een overdracht van de woning of het lokaal plaats. Is er ernstige vrees voor herhaling van de verstoring van de openbare orde dan komt het betreffende pand in aanmerking voor een verlenging van de duur van de sluiting. De betrokkenen worden bij mogelijke verlenging opnieuw gehoord. Een andere mogelijkheid is het opleggen van een preventieve last onder dwangsom indien de gerechtvaardigde vrees op herhaling bestaat.

Soms is sluiting niet voldoende en zijn aanvullende maatregelen nodig om de leefbaarheid rond het gesloten pand te herstellen. De Wet Victor regelt het na traject van onder andere een sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet. De Wet Victor maakt het mogelijk om het beheer van een pand over te nemen (artikel 14 Woningwet) en daarna eventueel te onteigenen (artikel 77 Onteigeningswet). Het besluit tot beheer wordt genomen door het college van burgemeester en wethouders.

HANDHAVINGSARRANGEMENT

Rolverdeling handhaving (niet limitatief)

De regie van de bestuursrechtelijke handhaving en de coördinatie van de uitvoering daarvan ligt bij de gemeente.

De gemeente heeft bestuursrechtelijk de volgende taken:

  • 1.

    Het uitvoeren van de handhavingsrichtlijn;

  • 2.

    Het toepassen van bestuursdwang indien opportuun;

  • 3.

    Het sluiten en verzegelen van het object.

De regie op de strafrechtelijke handhaving ligt bij het Openbaar Ministerie en kan deze handhaving toepassen:

  • 1.

    Bij voldoende bewijskracht in het proces-verbaal en indien het opportuun is kan vervolging van strafbare feiten plaatsvinden;

  • 2.

    Wanneer dwangmiddelen (doorzoekingen of voorlopige hechtenis) worden toegepast indien dit opportuun is en er wettelijke bevoegdheden zijn;

  • 3.

    Bij het leiden van opsporingsonderzoeken.

De politie heeft bij constatering de volgende taken:

  • 1.

    Constatering overtreding;

  • 2.

    Opmaken proces-verbaal;

  • 3.

    Melding aan burgemeester + verstrekken van schriftelijke informatie door de politie (zoals het toesturen van een bestuurlijke rapportage, Hennep Informatie Bericht of algemeen informatierapport).

Harddrugs dan wel softdrugs in een handelshoeveelheid, dan wel voorbereidingshandelingen daartoe in een al dan niet voor het publiek toegankelijk lokaal (niet zijnde een woning):

Constatering

1e overtreding

2e overtreding binnen 5 jaar

3e overtreding binnen 5 jaar

Verkoop van dan wel aanwezigheid van meer dan 5 gram softdrugs of 5 hennepplanten in een lokaal en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 6 maanden

Sluiting voor een periode van 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Verkoop van dan wel aanwezigheid van meer dan 0,5 gram harddrugs in een lokaal en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

N.v.t.

Harddrugs dan wel softdrugs in een handelshoeveelheid, dan wel voorbereidingshandelingen daartoe in een niet bewoonde woning:

In dit beleid wordt aangemerkt als een niet bewoonde woning:

Een woning waarbij het aannemelijk is dat een van onderstaande ruimten niet als zodanig is te gebruiken:

  • -

    Slaapkamer

  • -

    Toilet

  • -

    Badkamer

  • -

    Keuken

  • -

    Woonkamer

Constatering

1e overtreding

2e overtreding binnen 5 jaar

3e overtreding binnen 5 jaar

Verkoop van dan wel aanwezigheid van meer dan 5 gram softdrugs of 5 hennepplanten in een lokaal en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 3 maanden

Sluiting voor een periode van 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Verkoop van dan wel aanwezigheid van meer dan 0,5 gram harddrugs in een lokaal en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 6 maanden

Sluiting voor een periode van 12 maanden

Sluiting voor onbepaalde tijd

Harddrugs dan wel softdrugs in een handelshoeveelheid, dan wel voorbereidingshandelingen daartoe in een woning:

Constatering

1e overtreding

2e overtreding binnen 5 jaar

3e overtreding binnen 5 jaar

4e overtreding binnen een periode van 5 jaar

Verkoop van dan wel aanwezigheid van 5-500 gram softdrugs of 5-200 hennepplanten in een woning en, of op een bijbehorend erf

Schriftelijke waarschuwing

Sluiting voor een periode van 3 maanden

Sluiting voor een periode van één jaar

Sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van de wet Victor, artikel 14 Woningwet)

Verkoop van dan wel aanwezigheid van meer dan 500 gram softdrugs of meer dan 200 hennepplanten in een woning en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 3 maanden

Sluiting voor een periode van één jaar

Sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van de wet Victor, artikel 14 Woningwet)

Sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van de wet Victor, artikel 14 Woningwet)

Verkoop van dan wel aanwezigheid van 0,5 gram harddrugs in een woning en, of op een bijbehorend erf

Sluiting voor een periode van 3 maanden

Sluiting voor een periode van één jaar

Sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van de wet Victor, artikel 14 Woningwet)

Sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van de wet Victor, artikel 14 Woningwet)

Feiten en omstandigheden kunnen aanleiding geven hiervan af te wijken en direct tot sluiting over te gaan. De burgemeester motiveert in dat geval waarom wordt afgeweken van het beleid.

De belangrijkste feiten en omstandigheden, staan in onderstaande indicatorenlijst vermeld. De indicatorenlijst heeft een alternatief en geen cumulatief karakter. De indicatorenlijst is nadrukkelijk een hulpmiddel. Voor toepassing van de maatregel moet uiteraard altijd eerst gekeken worden of voldaan wordt aan de criteria van artikel 13b Opiumwet en de voorwaarden zoals gesteld in dit beleid.

Indicatorenlijst

Indien uit feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt kan worden dat een van onderstaande indicatoren aanwezig is bij een overtreding van de Opiumwet, kan de burgemeester deze gebruiken als motivatie om af te wijken van zijn beleid. De indicatoren zijn in gedeeld in twee categorieën: één categorie beschrijft reguliere indicatoren, de andere categorie bevat indicatoren die een zwaardere maatregel rechtvaardigen, mogelijk zelfs een spoedsluiting (Artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Op de lijst van deze tweede categorie staan de meest ingrijpende indicatoren vermeld (wapens, andere drugs, openbare orde delicten). Deze indicatoren hebben stuk voor stuk een grote impact op de openbare orde, de veiligheid van de locatie en de omgeving.

Reguliere indicatoren:

  • Er is een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten (hierbij moet met name gedacht worden aan antecedenten t.a.v. de Opiumwet of de Wet Wapens en Munitie, maar ook antecedenten op het gebied van geweld jegens personen of zaken, zoals mishandeling, bedreiging, vernieling of diefstal e.d. kunnen een rol spelen);

  • De mate van gevaar voor de omgeving, mate van risico voor omwonenden;

  • De mate van overlast;

  • De professionele verhuurder/eigenaar heeft reeds eerder, al dan niet op dezelfde locatie, te maken gehad met een overtreding van de Opiumwet en heeft onvoldoende toezicht gehouden;

  • Het aantreffen van een (grote) hoeveelheid contant geld, waarvan de herkomst niet te achterhalen is en/of waarvan de eigenaar/bewoner de herkomst niet van kan aantonen;

  • Signalen die duiden op beroeps- of bedrijfsmatigheid, zoals de mate van professionaliteit van de inrichting. (Bijvoorbeeld blijkende uit de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal, droognetten, weegschaal, CO2 toevoeging e.d.).

Extra verzwarende indicatoren:

  • De mate waarin de woning gebruikt wordt bij de drugshandel in georganiseerd verband en/of andere strafbare feiten of overige feiten of omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband;

  • Er is sprake van gewelds- of andere openbare orde delicten;

  • Er is sprake van een of meer (vuur)wapen(s)/verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie;

  • Er is sprake van een combinatie van middelen als bedoeld in lijst I en lijst II Opiumwet;

  • Aannemelijkheid dat behalve de woning of het daarbij behorende erf nog een of meer locaties betrokken is/zijn bij drugshandel in georganiseerd verband of als aanwezigheid van drugs hierop duidt;

  • Er is sprake van een extra hoog risico op gebied van brandveiligheid.

Hardheidsclausule

In beginsel wordt er overeenkomstig de bovenstaande beleidsregels besloten. De burgemeester kan op basis van feiten en omstandigheden in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de maatregelen zoals deze zijn vastgesteld in het onderhavig beleid.

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente De Ronde Venen 2019.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 3 december 2019 door de burgemeester van gemeente De Ronde Venen,

M. Divendal

Toelichting behorende bij ‘Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente De Ronde Venen’

Onderscheid lokalen en woningen

Doordat de sluiting bij woningen ernstiger ingrijpt op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene(n), wordt in het handhavingsarrangement onderscheid gemaakt tussen woningen en lokalen. Het recht op ongestoord woongenot (artikel 8 ‘EVRM’) rechtvaardigt een minder vergaande aanpak ten aanzien van woningen.

Lokalen

Lokalen zijn alle niet voor woning bestemde gebouwen en ruimten met bijbehorende erven, een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning, zowel voor publiek toegankelijke lokalen en niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven. Bij lokalen waar drugs is gevonden, wordt na de eerste overtreding direct overgegaan tot het toepassen van een last onder bestuursdwang.

Woningen

De wetgever heeft ervan afgezien het begrip woning in de Opiumwet te definiëren. De burgemeester verstaat in het kader van onderhavige beleidsregels onder woning een voor bewoning gebruikte ruimte (onder andere blijkend uit de Basisregistratie Personen (BRP)). Hieronder worden bijvoorbeeld ook recreatiewoningen, stacaravans, woonschepen, woonwagens, etc. verstaan. Een persoon die incidenteel overnacht in een woning en niet op dit adres in de BRP staat ingeschreven, wordt niet aangemerkt als bewoner.

Overige bewoners

Als er sprake is van een woning waarin kamerverhuur plaatsvindt en de handel in drugs in een van de verhuurde kamers is geconstateerd dan kan een gedeeltelijke sluiting van de woning worden overwogen. Gelet op het bepaalde in artikel 8 van het EVRM (recht op ongestoord woongenot) zal er, indien tot een sluiting wordt besloten, tevens aandacht dienen te zijn voor de vraag of voor een bewoner (huurder) vervangende woonruimte aangeboden dient te worden. Gelet op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind behoeft dit extra aandacht indien er kinderen bij de situatie betrokken zijn.

Binnentreden

Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist. Op basis van de Awb is het bestuursorgaan dat een last onder bestuursdwang toepast bevoegd tot het geven van een dergelijke machtiging. In het geval van artikel 13b Opiumwet is aan de burgemeester de bevoegdheid toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De burgemeester kan een schriftelijke machtiging verlenen.

Niet betreden

Na de sluiting is het verboden de woning of het lokaal te betreden op basis van artikel 2:41, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening De Ronde Venen 2018.

Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan het besluit tot toepassing van een last onder bestuursdwang worden betrokkenen (bewoner en eigenaar) in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. De burgemeester maakt van zijn bevoegdheid tot sluiten pas gebruik als er geen ander, minder ingrijpend, middel voorhanden is om de overlast te bestrijden. Een adviseur openbare orde en veiligheid vervult een coördinerende rol in het proces van het aanpakken van drugspanden. De adviseur houdt een dossier bij over het pand ten aanzien waarvan situaties zijn geconstateerd waarop deze beleidslijn ziet. Bij het inzetten van de procedure op basis van artikel 13b Opiumwet, voert de adviseur nauw overleg met de politie ten aanzien van het dossier. De politie zorgt vervolgens voor het aanleveren van een dossier aan de burgemeester met het verzoek tot sluiting van het drugspand.

Handelshoeveelheid drugs

Lijst I van de Opiumwet bevat een overzicht van harddrugs (amfetaminen, ketaminen, cocaïne, heroïne, etc.). Het bezit van meer dan 0,5 gram harddrugs wordt aangemerkt als een handelsvoorraad en is strafbaar gesteld als een misdrijf.

Lijst II van de Opiumwet bevat een overzicht van softdrugs (hennep, hasjiesj, paddo’s, etc.). Bezit van softdrugs is tot 30 gram een overtreding, maar minder dan 5 gram wordt gedoogd. Bezit van meer dan 30 gram softdrugs wordt aangemerkt als handelsvoorraad en is een misdrijf. In dit beleid wordt een onderscheid gemaakt tussen een kleine en een grote handelshoeveelheid softdrugs. Van 5-500 gram softdrugs of 5-200 hennepplanten wordt aangemerkt als een kleine handelshoeveelheid. Meer dan 500 gram softdrugs of meer dan 200 hennepplanten wordt gezien als een grote handelshoeveelheid. Afhankelijk van de omvang van de handelshoeveelheid softdrugs wordt de te nemen maatregel bepaald, zoals is vastgelegd in het handhavingsarrangement.

Overtreder betaalt

Ingevolge artikel 5:25 van de Awb geschiedt de toepassing van een last onder bestuursdwang op kosten van de overtreder. In de last onder bestuursdwang wordt dit aan de overtreder medegedeeld. De kosten van voorbereiding van de last onder bestuursdwang zijn ook verschuldigd, voor zover als gevolg van het alsnog uitvoeren van de last onder bestuursdwang geen last onder bestuursdwang is toegepast. Het kan voorkomen dat zaken worden meegevoerd en opgeslagen om de last onder bestuursdwang toe te kunnen passen, als bedoeld in artikel 5:29 van de Awb. Zolang de verschuldigde kosten niet zijn voldaan, kan de teruggave van deze zaken opgeschort worden.

Bijzondere gevallen

Indien zich een spoedeisende situatie voordoet, kan de burgemeester besluiten bestuursdwang toe te passen zonder voorafgaande last, zie hiervoor artikel 5:31, eerste lid, van de Awb. Artikel 5:31, tweede lid, van de Awb geeft het geval dat zelfs een situatie zo spoedeisend is dat een besluit niet kan worden afgewacht. In dat bijzondere geval wordt zo spoedig mogelijk nadien alsnog een besluit bekend gemaakt.


Noot
1

Conform het gemeentelijk coffeeshopbeleid is het onder strikte voorwaarden wel toegestaan om softdrugs te verkopen vanuit één coffeeshop (gevestigd in Mijdrecht).

Noot
2

Gelet op de ‘Aanwijzing Opiumwet’ wordt onder een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik van de middelen vermeld op lijst I (harddrugs) verstaan: een hoeveelheid/dosis die doorgaans wordt aangeboden als gebruikershoeveelheid. Hierbij kan worden gedacht aan bv. één bolletje, één ampul, één pil/tablet (in elk geval een aangetroffen hoeveelheid van maximaal 0,5 gram); een consumptie-eenheid van 5 ml GHB. Voor middelen vermeld op lijst II, zijnde hennepproducten, wordt een hoeveelheid van maximaal 5 gram als hoeveelheid voor eigen gebruik aangemerkt.

Noot
3

Jurisprudentie Raad van State: ECLI:NL:RVS:2012:BY5106, zaaknummer 201112900/1/A3