Verordening Wmo-raad De Ronde Venen 2011

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

• b.

  Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

• c.

  Wmo-raad: orgaan, zoals bedoeld in deze verordening;

• d.

  doelgroep:de personen/groepen, die vallen onder de werkingsfeer van de Wmo;

• e.

  prestatievelden: de negen beleidsterreinen, zoals omschreven in artikel 1, eerste lid, onder g van de Wmo;

• f.

  klankbordgroep: een brede groep van gebruikers en belangenorganisaties van gebruikers van maatschappelijke ondersteuning.

2. Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo.

1. Het doel van de Wmo-raad is om binnen gemeente De Ronde Venen de belangen van de doelgroepen die behoren bij de prestatievelden te behartigen.

2. Met de instelling van een Wmo-raad wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening binnen gemeente De Ronde Venen bij het maken van Wmo beleid en de uitvoering van de Wmo.

1. De Wmo-raad heeft tot taak het college en gemeenteraad gevraagd en ongevraagd te adviseren over onderwerpen die de vorming, vaststelling, uitvoering en jaarlijkse evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Wmo betreffen.

2. De Wmo-raad oriënteert zich actief op ontwikkelingen en signaleert knelpunten die ervaren worden door de doelgroepen in de De Rondeveense samenleving waar het de uitvoering van de Wmo betreft en doet hieromtrent zo nodig voorstellen tot wijziging en/of vernieuwing van gemeentelijk beleid.

3. De Wmo-raad informeert de klankbordgroep over de ontwikkeling en praktische uitvoering van gemeentelijk beleid en regelingen op het gebied van de Wmo en de gemeente faciliteert deze activiteiten.

4. De Wmo-raad consulteert, indien mogelijk en gewenst, groepen van inwoners of belanghebbenden dan wel vertegenwoordigers van de vragers naar maatschappelijke ondersteuning betrokken bij het prestatieveld waarover de gemeente een schriftelijk advies vraagt, alvorens zij dit uitbrengt.

1. De Wmo-raad bestaat uit maximaal 11 leden.

2. In de Wmo-raad hebben zitting:

• a.

  belangenbehartigers van groepen in De Ronde Venen uit de negen prestatievelden;

• b.

  betrokken inwoners die affiniteit hebben met de vraag naar maatschappelijke ondersteuning.

3. De samenstelling van de Wmo-raad dient zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de in het vorige lid genoemden.

4. De Wmo-raad benoemt uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

5. Leden van het college, de gemeenteraad, ambtenaren, fractieassistenten en steunfractieleden van gemeente De Ronde Venen kunnen geen lid zijn van de Wmo-raad.

1. De Wmo-raad verzorgt de selectie en voordracht tot benoeming van kandidaat leden.

2. Het college benoemt de leden van de Wmo-raad op voordracht van de Wmo-raad.

3. Het college kan een lid van de Wmo-raad ontslaan:

• a.

  op voorstel van de Wmo-raad wegens disfunctioneren van het lid, indien dit voorstel bij meerderheidsbesluit en met reden omkleed wordt genomen;

• b.

  vanwege zwaarwegende redenen.

4. De zittingsduur van de leden van de Wmo-raad is vier jaar, welke periode maximaal eenmaal verlengd kan worden.

5. Een lid van de Wmo-raad kan zijn lidmaatschap tussentijds middels een schriftelijke kennisgeving aan het college beëindigen. Een afschrift daarvan gaat aan de voorzitter van de Wmo-raad.

6. De Wmo-raad voorziet bij het aftreden van leden in de voordracht van vervangende leden.

7. Aftredende leden blijven, zo mogelijk, hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Dit geldt niet ingeval van ontslag op grond van disfunctioneren.

8. Om leden van plaatselijke organisaties, vertegenwoordigers van niet- georganiseerde doelgroepen en betrokken burgers de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen voor de Wmo-raad wordt een oproep geplaatst op de pagina met gemeentelijke informatie in een periodiek te verschijnen huis-aan-huisblad.

1. De Wmo-raad komt maximaal tien maal per jaar in vergadering bijeen, de z.g. overlegvergadering, al dan niet in aanwezigheid van de verantwoordelijk wethouder en/of beleidsmedewerker(s).

2. Het college betrekt de Wmo-raad in een zo vroeg mogelijk stadium, maar ten minste na het vaststellen van een startnotitie of vergelijkbaar document, bij de totstandkoming en wijziging van beleid en regelingen betreffende de uitvoering van de Wmo.

3. Ten minste eenmaal per jaar vindt een overlegvergadering plaats met de verantwoordelijk wethouder, waarbij deze, in afwijking van artikel 6, vierde lid, concept agendapunten mede kan voorstellen.

4. De Wmo-raad stelt de concept agenda van haar overlegvergaderingen op en publiceert deze in een periodiek te verschijnen huis-aan-huisblad.

5. De overlegvergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar, tenzij de Wmo-raad, bij gewone meerderheid van stemmen, besluit een onderwerp in besloten vergadering te behandelen.

6. De gemeentelijk beleidsmedewerker(s) draagt (dragen) er zorg voor dat de secretaris van de Wmo-raad uiterlijk vijf werkdagen voor aanvang van de overlegvergadering in het bezit is van alle voor de behandeling van de door de gemeente ingebrachte concept agendapunten relevante vergaderstukken, die noodzakelijk zijn voor het constructief en productief bijwonen van de overlegvergadering.

7. De secretaris van de Wmo-raad draagt er zorg voor dat de gemeentelijke beleidsmedewerker(s) en, ingeval artikel 6, derde lid, van toepassing is, de verantwoordelijk wethouder, uiterlijk vijf werkdagen voor aanvang van de overlegvergadering in het bezit is (zijn) van alle voor de behandeling van de door de leden van de Wmo-raad ingebrachte concept agendapunten relevante vergaderstukken, die noodzakelijk zijn voor het constructief en productief bijwonen van de overlegvergadering.

8. Bij aanvang van de overlegvergadering kunnen leden van de Wmo-raad voorstellen de in artikel 6, vierde lid, genoemde concept agenda te amenderen en/of te wijzigen, waarna deze, indien de meerderheid van de in de overlegvergadering aanwezige leden daarmee instemt, definitief wordt vastgesteld.

1. Het college legt de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, middels een schriftelijke adviesaanvraag voor aan de Wmo-raad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.

2. De Wmo-raad brengt binnen drie weken na ontvangst van de adviesaanvraag schriftelijk en gemotiveerd advies uit aan het college.

• a.

  Het besluit omtrent de advisering wordt bij meerderheid van stemmen genomen.

• b.

  Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.

• c.

  Minderheidsstandpunten kunnen op verzoek van de betreffende leden apart worden vermeld.

3. Indien het college het advies van de Wmo-raad niet overneemt, deelt het dat met redenen omkleed schriftelijk binnen drie weken mee aan de Wmo-raad.

4. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit, met redenen omkleed, bij het voorstel vermeld.

1. De secretaris van de Wmo-raad stelt in overleg met de voorzitter de concept agenda op voor de overlegvergaderingen. Wmo-raad leden en het college kunnen agendapunten inbrengen en toevoegen.

2. De secretaris van de Wmo-raad draagt zorg, bijgestaan door een notulist, voor het notuleren van de overlegvergaderingen.

3. De secretaris van de Wmo-raad draagt er zorg voor dat de adviezen van de Wmo-raad ter kennis worden gebracht van het college.

1. De Wmo-raad kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen. De bevindingen van de werkgroepen worden aan de Wmo-raad voorgelegd.

2. De Wmo-raad kan deskundigen uitnodigen om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

3. De Wmo-raad kunnen derden, waaronder de gemeenteraad, raadplegen/ adviseren over de aangelegenheden waarmee de Wmo-raad te maken krijgt.

1. Voor het uitvoeren van de taken van de Wmo-raad wordt in de gemeentelijke begroting een budget opgenomen voor:

• a.

  kosten van deskundigheidsbevordering;

• b.

  presentiegelden (het maximumbedrag genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden) voor de leden van de Wmo-raad met een maximum van tien overlegvergaderingen per jaar;

• c.

  kosten voor ondersteuning bij de uitvoering van de taken van de Wmo-raad, zoals raadplegen derden, secretariële ondersteuning en huur zaalruimte;

• d.

  alle reiskosten, met uitzondering van die reizen welke onder een totale reisafstand van 10 km (vice versa) van en naar het huisadres blijven;

• e.

  kleine kosten.

2. Jaarlijks, in november, dient de Wmo-raad een werkplan met begroting in voor het komende jaar.

3. Over de besteding van het budget als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks door de Wmo-raad schriftelijk verantwoording afgelegd.

1. De leden van de Wmo-raad zullen in de contacten met de gemeente De Ronde Venen voordelen noch nadelen ondervinden vanwege het lidmaatschap van de Wmo-raad.

2. De Wmo-raad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken, voor zover die op individuele cliënten betrekking hebben. Evenmin heeft de Wmo- raad adviesrecht inzake het personeels- en organisatiebeleid van de gemeente. De Wmo-raad mag geen individuele cliënten bijstaan in rechtprocedures inzake de Wmo.

3. Klachten over de wijze waarop door een persoon die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college uitvoering wordt gegeven aan deze verordening worden behandeld overeenkomstig hoofdstuk negen van de Algemene wet bestuursrecht.

4. De Wmo-raad maakt geen onderwerpen, waarvan het vertrouwelijk karakter in woord en/of geschrift duidelijk is aangegeven, aan derden openbaar.

5. De Wmo-raad stelt ten dienste van haar functioneren een huishoudelijk reglement op waarin in ieder geval zal worden geregeld:

• a.

  taken, rechten en verplichtingen van leden, voorzitter, secretaris en penningmeester;

• b.

  het instellen van permanente of tijdelijke werkgroepen;

• c.

  het spreekrecht van bij vergaderingen aanwezig publiek.