Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen

Geldend van 28-02-2008 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen

Het college van burgemeester en wethouders van  De Wolden;

gelet op het bepaalde in:

- artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen;

- artikel 2 van de Verordening forensenbelasting;

- artikel 2 van de Verordening rioolrechten;

- artikel 2 van de Verordening afvalstoffenheffing;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie

Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende zaak of perceel).

In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente De Wolden een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Artikel 1 Voorkeursvolgorde

Onderdeel 1

Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die wordt geheven van gebruikers wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

1.1 degene, die bij de Kamer van Koophandel als gebruiker wordt aangemerkt/staat ingeschreven.

1.1.1 degene die als zakelijk gerechtigde ook als gebruiker valt aan te merken.

1.1.2 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Onderdeel 2

Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen die wordt geheven van eigenaren wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

2.1 degene die in de kadastrale registratie als 'voornaamst zakelijk gerechtigde' wordt aangemerkt.

2.1.1 bij overlijden van de 'voornaamst zakelijk gerechtigde' wordt de aanslag gesteld:

a. op naam van de erven.

b. op verzoek op naam van de in leven zijnde echtgeno(o)t(e> in geval van onverdeeld eigendom.

2.1.2 degene, die op een andere wijze als genothebbende naar voren komt.

Onderdeel 3

Met betrekking tot de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van de feitelijk gebruiker van een perceel waarvoor de gemeente een ophaalverplichting heeft als bedoeld in arti¬kel 10.11 en 10.12 van de Wet milieubeheer.

Als feitelijk gebruiker wordt aangemerkt degene, die: 

3.1 in de gemeentelijke basisadministratie wordt aangemerkt als hoofdbewoner.

3.1.1 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt

Onderdeel 4

Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers van woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Als gebruiker wordt aangemerkt degene, die:

4.1 in de gemeen¬telijke basisadministratie wordt aangemerkt als hoofdbe¬woner.

4.1.1 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt

Onderdeel 5

Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers van niet woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

Als gebruiker wordt aangehouden degene, die:

5.1 bij de Kamer van Koophandel als gebruiker wordt aangemerkt/ staat ingeschreven.

5.1.1 degene, die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Onderdeel 6

Met betrekking tot de forensenbelasting, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van degene die;

6.1 een aangiftebiljet heeft ingevuld en ondertekend waaruit de belastingplicht blijkt.

6.1.1 degene die in de kadastrale registratie als 'voornaamst zakelijk gerechtigde' wordt aangemerkt.

6.1.2 bij overlijden van de 'voornaamst zakelijk gerechtigde' wordt de aanslag gesteld:

a. op naam van de erven.

b. op verzoek op naam van de in leven zijnde echtgeno(o>t(e> in geval van onverdeeld eigendom.

6.1.3 degene, die op een andere wijze als genothebbende naar voren komt.

Artikel 2 Overige bepalingen

1. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

a. ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

b. ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

c. ingevolge onderdelen 4 en 5 kan worden aangewezen.

2. De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:

- de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

- bij de afdeling IED bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

3. Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

4. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

5. Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

6. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (Beroep bij de rechter is mogelijk.)

7. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 6 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels aanwijzing belastingplichtigen’

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van De Wolden d.d. 19 februari 2008.
Secretaris a.i., burgemeester,
R. Vogelzang, P.H. Snijders