Regeling vervallen per 03-10-2018

Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad De Wolden

Geldend van 12-02-2015 t/m 02-10-2018

Intitulé

De raad van de gemeente De Wolden;

gelezen het advies van burgemeester en griffier van 16 januari 2015;

gelet op artikel 16 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen

het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad De Wolden

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • b.

    subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • c.

    motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • d.

    initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel.

Artikel 2 De voorzitter

  • 1. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

  • 2. Bij verhindering van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door de vice-voorzitter of de plaatsvervangend vice-voorzitter van de raad. Zij worden door de raad op voorstel van een door de raad in te stellen selectiecommissie benoemd.

Artikel 3 De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in elke vergadering van de raad en het presidium.

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen deelnemen.

Artikel 4 Het presidium

  • 1. De raad heeft een presidium.

  • 2. Het presidium bestaat uit de voorzitter van de raad en de voorzitters van de in de raad vertegenwoordigde fracties.

  • 3. Het presidium heeft de volgende taken:

    • -

      bevorderen functioneren gemeenteraad;

    • -

      bewaken van de relatie raad-college;

    • -

      behandelen van vertrouwelijke zaken;

    • -

      aansturen van de agendacommissie als bedoeld in artikel 5;

    • -

      voorbereiden van de lange termijn agenda van de raad;

    • -

      presidium en griffier fungeren over en weer als klankbord.

  • 4. De voorzitter kan voorstellen de secretaris uit te nodigen voor het presidium.

  • 5. Indien een fractievoorzitter afwezig is wordt hij/zij vervangen door diens plaatsvervanger.

  • 6. Elk lid heeft één stem in het presidium.

  • 7. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

     

Artikel 5 De agendacommissie

  • 1. De raad heeft een agendacommissie.

  • 2. De agendacommissie bestaat uit twee leden: de voorzitter van de raad en de vice- voorzitter van de raad. De griffier of diens vervanger is secretaris van de agendacommissie.

  • 3. De gemeentesecretaris is adviseur en woont de vergaderingen van de agendacommissie ook bij.

  • 4. Indien de vice-voorzitter van de raad afwezig is, wordt hij/zij vervangen door de plaatsvervangend vice-voorzitter van de raad.

  • 5. De agendacommissie heeft de volgende taken:

    • -

      opstellen voorlopige agenda van de raad;

    • -

      bepalen procedurevoorstel met betrekking tot ingekomen stukken;

    • -

      bepalen afhandelingvoorstel raadsstukken.

  • 6. Elk lid heeft één stem.

  • 7. Bij het staken van de stemmen wordt het onderwerp aan het presidium voorgelegd.

Artikel 6 De werkgeverscommissie

De raad heeft een werkgeverscommissie. De taak en samenstelling van de werkgeverscommissie staan in het ‘Reglement werkgeverscommissie’ van de raad.

Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1. Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde leden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 8 Benoeming wethouders

Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

Artikel 9 Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan

    optreden of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3 van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

Hoofdstuk 2 Raadsvergaderingen

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 10 Frequentie en Oproep

  • 1. De vergaderingen van de raad vinden in de regel plaats op de tweede donderdag en de laatste donderdag van de maand, beginnen om 19.30 uur, eindigen uiterlijk om 23.00 uur en worden gehouden in het gemeentehuis.

  • 2. De voorzitter zendt ten minste 13 dagen voorafgaand aan een raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

Artikel 11 Agenda

  • 1. Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de agendacommissie de voorlopige agenda van de vergadering vast. Afhankelijk van de onderwerpen volgt de agendacommissie de structuur zoals verwoord in lid 2.

  • 2. De agenda kent de volgende structuur:

    • -

      vragenhalfuur voor de burgers;

    • -

      vragenhalfuur voor de raad;

    • -

      besluitvormende onderwerpen (bespreekstukken);

    • -

      besluitvormende onderwerpen (hamerstukken);

    • -

      opiniërende onderwerpen.

  • 3. Bij aanvang van de raadsvergadering stelt de raad de agenda vast.

    • a.

      Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter, kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen van de agenda afvoeren. Voor een beslissing hiertoe is de goedkeuring van minimaal twee fracties nodig. Een agendapunt kan slechts eenmaal door minimaal 2 fracties van de agenda worden afgevoerd. Bij de tweede keer zal het opnieuw afvoeren slechts mogelijk zijn als de meerderheid van de raad hiertoe besluit.

    • b.

      Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter, kan de raad bij de vaststelling van de agenda voor een onderwerp een andere wijze van behandeling kiezen. Voor een beslissing hiertoe is de goedkeuring van minimaal twee fracties nodig. Een agendapunt kan slechts eenmaal door minimaal 2 fracties een andere wijze van behandeling krijgen. Bij de tweede keer zal het opnieuw op andere wijze behandelen slechts mogelijk zijn als de meerderheid van de raad hiertoe besluit.

    • c.

      Indien een lid van de raad voorstelt om van een onderwerp de behandelvorm “besluitvormend/bespreekstuk” een “besluitvormend/hamerstuk” te maken, vereist de wijziging, in afwijking van het vorige lid, unanieme goedkeuring.

    • d.

      Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. Voor een beslissing hiertoe is de goedkeuring van minimaal twee fracties nodig. De volgorde van behandeling van de agendapunten kan slechts eenmaal door minimaal 2 fracties worden gewijzigd. Bij de tweede keer zal het opnieuw wijzigen van de volgorde slechts mogelijk zijn als de meerderheid van de raad hiertoe besluit.

Artikel 12 Aanvullende agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering, aan de leden gezonden.

  • 3. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de raadsstukken digitaal in de groene raadsmappen op de raadsapp geplaatst

  • 2. De agenda met bijbehorende stukken worden digitaal aan een ieder ter inzage gesteld. De raadsleden worden per e-mail op de hoogte gebracht en kunnen de raadsbundel downloaden op de raadsapp. Met uitzondering van de geheime stukken worden alle stukken openbaar gemaakt op de gemeentelijke website.

  • 3. Ook wordt voor een ieder de volledige raadsbundel in het gemeentehuis en de bibliotheken van de gemeente op papier ter inzage gelegd.

  • 4. Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 14 Openbare kennisgeving

  • 1. De raadsvergaderingen worden door aankondiging in De Wolder Courant en door plaatsing op de website van de gemeente ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 20.

Paragraaf 2 Orde van de vergadering

Artikel 15 Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van

    raadsvergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 6. De wijze van beraadslaging over informerende en opiniërende onderwerpen wordt per onderwerp vastgesteld.

Artikel 17 Voorstellen van orde

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

Artikel 18 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad, de wethouder, de secretaris, de griffier en de voorzitter, deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of één der leden van de raad genomen, alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een begin wordt gemaakt.

Artikel 19 Collegevoorstel

Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Paragraaf 3 Inspraak burgers

Artikel 20 Spreekrecht burgers

  • 1. Voorafgaand aan een agendapunt, met inachtname van artikel 20a, kunnen aanwezige burgers het woord voeren over dit agendapunt. Mochten er meerdere woordvoerders zijn bij één dan wel bij meerdere agendapunten, dan kan de inspreektijd gezamenlijk maximaal 30 minuten bedragen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar bij het betreffende bestuursorgaan of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • c.

      over benoemingen, keuzes, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor het begin van de vergadering aan de griffier. Hij/zij vermeldt daarbij het onderwerp waarover hij/zij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem/haar dit heeft verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 20a Spreekrecht burgers bij bestemmingsplannen en verordeningen

  • 1. Burgers worden in de gelegenheid gesteld om het woord te voeren over een bestemmingsplan resp. een verordening bij het vragenhalfuur van de raad.

  • 2. Dit vragenhalfuur wordt gehouden twee weken voor de raadsvergadering waarin het bestemmingsplan resp. de verordening wordt vastgesteld.

  • 3. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 4. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 5. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem/haar dit heeft verleend.

Artikel 21 Vragenhalfuur burgers

  • 1. Voor het begin van de vergadering kunnen burgers zakelijk en beknopt het woord voeren over niet reeds op de agenda vermelde onderwerpen en ideeën over gemeentelijk beleid. De inbreng moet een relatie met onze gemeente hebben.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar bij het betreffende bestuursorgaan of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • c.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde personen die van het vragenhalfuur gebruik willen maken, melden dit voor de vergadering bij de griffier.

  • 4. De totaal beschikbare spreektijd bedraagt maximaal 30 minuten. Zij die zich als spreker hebben aangemeld krijgen van de voorzitter en in een door hem bepaalde volgorde, gedurende maximaal 5 minuten het woord. Indien zich meer dan zes sprekers hebben aangemeld, wordt de totaal beschikbare spreektijd evenredig over hen verdeeld.

  • 5. Vervolgens kan de voorzitter aan de leden het woord verlenen om aan de vragensteller, vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 6. De wijze van afdoening wordt door de voorzitter bepaald.

Paragraaf 4 Stemmingen

Artikel 22 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

Artikel 23 Beslissing

  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 24 Stemming

  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. De voorzitter doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 24a Hoofdelijke stemming

  • 1. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 2. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 3. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 4. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen

    verandering in de uitslag van de stemming.

  • 5. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. De voorzitter doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 25 Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1. Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 26 Stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter een stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij niet aan stemming deelnemen.

  • 3. Er vinden zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

Paragraaf 5 Verslaglegging; ingekomen stukken

Artikel 27 Besluitenlijst en samenvatting in De Wolder Courant

  • 1. De griffier draagt zorg voor een besluitenlijst en toezeggingenlijst van de raadsvergadering alsmede een audio/videoverslag. Dit audio/videoverslag wordt toegankelijk gemaakt via de gemeentelijke website.

  • 2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:

    • a.

      De namen van de voorzitter, de griffier, secretaris, wethouders en raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de leden die afwezig waren en overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest en de genomen besluiten;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      als bijlage de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, moties, amendementen en subamendementen;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 18 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

    • g.

      toezeggingen die tijdens de raadsvergadering door het college aan de raad zijn gedaan.

  • 3. Na afloop van een raadsvergadering verschijnt in De Wolder Courant een korte  samenvatting van de genomen besluiten. Dit artikel wordt de dag na vergadering ook op de website van de gemeenteraad geplaatst. Ook worden de besluiten op de website van de gemeenteraad zo spoedig mogelijk na afloop van de raadsvergadering openbaar gemaakt.

  • 4. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst toegevoegd aan de stukken voor de eerstvolgende raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 5. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

Artikel 28 Ingekomen stukken

Bij de raad ingekomen stukken worden middels de raadsapp aan de raadsleden toegezonden en/of op een lijst geplaatst en tijdens een raadsvergadering vergezeld van een procedurevoorstel aan de raad aangeboden.

Paragraaf 6 Besloten raadsvergaderingen

Artikel 29 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing, voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 30 Verslag besloten vergadering

  • 1. Conceptverslagen en/of -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2. Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.

  • 3. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 31 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Paragraaf 7 Toehoorders en pers

Artikel 32 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijk geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden, instrumenten raadsleden

Artikel 33 Amendementen en subamendementen

  • 1. Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2. Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3. Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk/digitaal bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 34 Moties

  • 1. Raadsleden dienen moties schriftelijk/digitaal in bij de voorzitter.

  • 2. De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 35 Initiatiefvoorstel

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk/digitaal in bij de voorzitter.

  • 2. Deze voorstellen worden op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 36 Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk/digitaal in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 37 Schriftelijke vragen

  • 1. Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd.

  • 2. De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4. Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 5. De vragensteller kan bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 37a Vragenhalfuur

  • 1. Op de tweede en laatste donderdag van de maand om 19.30 uur is er een vragenhalfuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenhalfuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenhalfuur eindigt.

  • 2. Raadsleden die tijdens het vragenhalfuur vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van het onderwerp ten minste 30 uur voor aanvang van het vragenhalfuur bij de voorzitter. De voorzitter kan na overleg met het presidium, weigeren een onderwerp tijdens het vragenhalfuur aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 3. De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenhalfuur aan de orde worden gesteld.

  • 4. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor de wethouders, burgemeester en overige leden van de raad.

  • 5. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 6. Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 7. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden van de raad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 8. Tijdens het vragenhalfuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

  • 9. Alle onderwerpen, van de aangemelde vragen voor het vragenhalfuur, worden op de dag voor de raadsvergadering voor 18.00 uur ter kennis gebracht van de raadsleden.

Artikel 38 Inlichtingen

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk/digitaal in bij de griffier.

  • 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende raadsvergadering gegeven.

  • 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 39 Uitleg reglement

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 40 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van De Wolden.

  • 2. Dit reglement treedt in werking op 12 februari 2015.

  • 3. Op dat tijdstip vervalt het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente De Wolden, vastgesteld bij raadsbesluit 31 januari 2013.

Ondertekening

Zuidwolde, 29 januari 2015
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
drs. I.J. Gehrke, R.T. de Groot