Regeling vervallen per 20-10-2017

Financiële verordening gemeente De Wolden 2015

Geldend van 10-03-2017 t/m 19-10-2017

Intitulé

Financiële verordening gemeente De Wolden 2015

De raad van de gemeente De Wolden;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2015;

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor hetfinancieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van degemeente De Wolden.

Hoofdstuk 1. Begroting en verantwoording

Artikel 1. Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode eenprogramma-indeling vast.

  • 2.

    De raad stelt per programma vast:

    a. Wat willen we?

    b. Wat gaan we doen?

    c. Wat mag het kosten?

  • 3.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma relevante indicatoren vastvoor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijkeproductie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van hetgemeentelijk beleid.

  • 4.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast over welke onderwerpen hij inextra paragrafen naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening wilworden geïnformeerd.

Artikel 2. Producten

  • 1.

    Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedelingvan de producten aan de programma's.

  • 2.

    De onderverdeling van de programma's in producten staat voor de raadsperiodevast, tenzij er dringende redenen zijn tot het wijzigen daarvan. Wijzigingen wordenbij de begroting expliciet gemeld.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting worden onder elk van de programma's de lasten en baten weergegeven en bij de jaarstukken worden elk van de programma's de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 15 mei een voorjaarsnota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

  • 2.

    De raad stelt deze nota uiterlijk 30 juni vast.

Artikel 5. Autorisatie en investeringskredieten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lastenper programma.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringenhij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van hetinvesteringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij debegrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positiegeautoriseerd.

  • 3.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad doet het collegevoorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en deinvesteringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 4.

    Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen vande begroting is geautoriseerd, legt het college vooraf aan het aangaan vanverplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen vaneen investeringskrediet aan de raad voor.

Artikel 6. Tussentijdse rapportages

  • 1.

    Het college informeert de raad de eerste tussentijdse rapportage uiterlijk de laatsteraadsavond voorafgaand aan het zomerreces door middel van een tussentijdserapportage over de eindejaarsverwachting van de uitvoering van degemeentebegroting van het lopende boekjaar. Deze rapportage is gebaseerd op deperiode tot en met 30 april.

  • 2.

    Het college informeert de raad in de tweede tussentijdse rapportage uiterlijk 31oktober over de eindejaarsverwachting van de uitvoering van de gemeentebegrotingvan het lopende boekjaar. Deze rapportage is gebaseerd op de periode tot en met 31augustus.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling vande begroting.

  • 4.

    De rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten en de lasten, dekwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en als daar aanleiding voor is, demaatschappelijke effecten. Daarnaast wordt ingegaan op de raming en realisatie vande investeringskredieten.

  • 5.

    In de tussenrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van debaten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 25.000toegelicht.

  • 6.

    Overheveling van incidentele budgetten geschiedt zo minimaal mogelijk en slechts 1keer.

Artikel 7. Jaarstukken

  • 1.

    Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma's. In de verantwoording geeft het college aan:

    a. wat is bereikt;

    b. welke goederen en diensten zijn geleverd;

    c. wat de kosten zijn;

    d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 2.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 2. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Materiële vaste activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrekvan bijdragen van derden geactiveerd.

  • 2.

    Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnenzoals vermeld in de bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

  • 3.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatiegebracht.

  • 4.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief volgende afschrijvingsmethode van het betreffende actief.

  • 5.

    Een saldo voor agio of disagio wordt lineair in ten hoogste vijf jaar afgeschreven.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    De kaderstelling ten aanzien van reserves en voorzieningen vindt plaats in de notareserves en voorzieningen.

  • 2.

    De nota reserves en voorzieningen wordt periodiek geactualiseerd.

  • 3.

    De nota behandelt:

    a. de vorming en besteding van reserves;

    b. de vorming en besteding van voorzieningen;

    c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en voorzieningen.

  • 4.

    Bij een voorstel voor de instelling van een bestemmingsreserve voor eeninvesteringsvoornemen wordt minimaal aangegeven:

    a. het specifieke doel van de reserve;

    b. de voeding van de reserve;

    c. de maximale hoogte van de reserve; en

    d. de maximale looptijd.

  • 5.

    Indien een bestemmingsreserve voor een investeringsvoornemen binnen deaangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot een investering, valt debestemmingsreserve vrij en wordt deze aan de algemene reserve toegevoegd.

Artikel 10. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten van de gemeente wordteen systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening wordennaast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreekssamenhangen met de door de gemeente geleverde producten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen vanvoorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, dekapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing enafvalstoffenheffing de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW)en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald doorhet rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgesteldegecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

  • 4.

    Voor de inzet van materiele activa worden naast directe kosten, indirecte kosten enafschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Dezerente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen.De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van debegroting vastgesteld.

  • 5.

    Voor de omslagrente en of vaste rente wordt jaarlijks bij begroting een vastrentepercentage vastgesteld. Dit vaste percentage wordt tevens voor de jaarrekeninggebruikt. Incidenteel kan bij verstrekkingen vaste percentages worden toegepast.

  • 6.

    Invoer rente/afschrijving (nieuwe) investeringen:Bij het invoeren van rente enafschrijving van (nieuwe) investeringen wordt bij het vaststellen van de begrotinghet rentepercentage van het betreffende jaar vastgesteld. Er wordt alleen renteberekend over de situatie op 1 januari van het betreffende jaar. Afschrijvinggeschiedt vanaf het eerste jaar na realisatie.

Artikel 11. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze 4 activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3.

    Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4.

    Raadbesluiten met de motivering van het publiekbelang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    a. leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    b. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    c. een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    d. een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    e. een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    f. een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    g. een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 12. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Artikel 13. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de volgendekaders in acht:

    a. voor het aantrekken van financieringen met een looptijd van langer dan één jaarworden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingengevraagd; en

    b. er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1onder c van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekkenvan risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

  • 3.

    Bij het verstrekken van een garantie wordt een voorziening ten laste van debegroting gevormd ter grootte van het risico dat de gemeente met de garantie loopt.Als in de begroting niet is voorzien in budget voor deze voorziening dan doet hetcollege vooraf aan de garantieverlening een voorstel aan de raad voor eenbegrotingswijziging.

  • 4.

    Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste en tweedelid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, deverantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in eentreasurystatuut.

Hoofdstuk 3. Paragrafen

Artikel 14. Paragrafen

  • 1.

    Bij de begroting verstrekt het college in de betreffende paragrafen de informatie als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 16 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 2.

    Indien gewenst kan de raad bepalen dat hij over aanvullende zaken in de paragrafen wordt geïnformeerd.

Hoofdstuk 4. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 15. Administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente;

    b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vasteactiva, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten eninvesteringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    d. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot degemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijkeeffecten van het gemeentelijke beleid;

    e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en dedoeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gesteldebeleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

    f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraanontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, dedoelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot degestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • 2.

    Onder administratie wordt verstaan het systematisch verzamelen, vastleggen,verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen,functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoordingdie daarover moet worden afgelegd.

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke financiële organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van de interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productenraming en de producten realisatie;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;

opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 17. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De "Financiële verordening gemeente 2007 De Wolden" wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting en met inachtneming van het bepaalde in lid 3.

  • 2.

    De "Financiële verordening gemeente 2007 De Wolden" blijft van toepassing op besluiten die in eerdere jaren genomen zijn, maar doorwerken na januari 2015.

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Financiële verordening gemeente De Wolden 2015”.

Ondertekening

Zuidwolde, 26 maart 2015
De raad voornoemd,
griffier, voorzitter,
drs. I.J. Gehrke R.T. de Groot

Bijlage afschrijvingsbeleid bij artikel 8

Bijlage bij artikel 8, afschrijvingsbeleid