Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen De Wolden 2008

Geldend van 28-02-2008 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen De Wolden 2008

Het college van burgemeester en wethouders van De Wolden;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op de betreffende artikelen van de in de gemeente De Wolden geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente De Wolden 2008.

Artikel 1 Algemene bepaling

1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente De Wolden op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

2. Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

3. De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte

1. De belastingplichtige voor:

a. de onroerende-zaakbelastingen;

b. de forensenbelasting;

c. de toeristenbelasting;

d. de rioolrechten;

aan wie niet binnen 13 weken na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die dertien weken bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

2. Als formulier van het aangiftebiljet onroerende-zaakbelastingen wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage OZB1 opgenomen model.

3. Als formulieren van aangiftebiljetten voor toeristische heffingen worden vastgesteld de formulieren welke in overeenstemming zijn met de in bijlage TH1 tot en met TH6 opgenomen modellen .

4. Als formulier van het aangiftebiljet rioolrechten wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage RR1 opgenomen model.

5. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

1. De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

Artikel 5 Rente

1. Het percentage van de invorderingsrente is het percentage dat ingevolge artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

2. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

3. In afwijking van de in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23 niet te boven gaat.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De ' Regeling heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2002', vastgesteld bij besluit van 11 december 2001 inclusief daarop plaatsgevonden wijzigingen wordt ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.

2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. Deze regeling wordt aangehaald als 'Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen De Wolden 2008'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van De Wolden d.d. 19 februari 2008.
secretaris a.i., burgemeester,
R. Vogelzang, P.H. Snijders
 

1

Bijlagen behorende bij de uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen De Wolden 2008

- Bijlage OZB1: model voor het formulier van het aangiftebiljet onroerende-zaakbelastingen

- Bijlage TH1: formulier aangiftebiljet toeristische heffingen recreatiewoningen

- Bijlage TH2: formulier aangiftebiljet toeristische heffingen stacaravans

- Bijlage TH3: formulier aangiftebiljet Bed&Breakfast

- Bijlage TH4: formulier aangiftebiljet toeristen belasting kampeerterreinen

- Bijlage TH5: formulier aangifte recreatieobjecten inwoners

- Bijlage TH6: formulier aangifte o.b.v. kontrole

- Bijlage RR1: formulier aangifte rioolrechten