Beleidsregels vergoeding reiskosten ten gevolge van het re-integratieproces van uitkeringsgerechtigden

Geldend van 28-12-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels vergoeding reiskosten ten gevolge van het re-integratieproces van uitkeringsgerechtigden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden;

gelet op artikel 24 van de Re-integratieverordening De Wolden 2015;

overwegende dat het noodzakelijk is regels vast te stellen voor het vergoeden van reiskosten ten gevolge van het re-integratieproces van uitkeringsgerechtigden;

besluit:

vast te stellen de navolgende Beleidsregels Vergoeding reiskosten ten gevolge van het re-integratieproces van uitkeringsgerechtigden.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • *

    Belanghebbende: de persoon die aanspraak maakt op een vergoeding conform deze beleidsregel;

  • *

    Loonkostensubsidie: de subsidie zoals bedoeld in artikel 21 van de

  • *

    Lump sum: een bedrag ineens, zonder nadere specificatie waarvoor geen gespecificeerde verantwoording achteraf nodig is;

  • *

    Plaatsingssubsidie: de subsidie zoals bedoeld in artikel 22 van de Re-integratieverordening De Wolden 2015.

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2

Artikel 2 Belanghebbende

de gemeente kent een vergoeding voor gemaakte reiskosten toe aan inwoners van De Wolden die hun feitelijke verblijfplaats in De Wolden hebben en die

  • a.

    een uitkering van de gemeente ontvangen in het kader van de Participatiewet, of

  • b.

    met inzet van een loonkostensubsidie of plaatsingssubsidie vanuit de uitkering een baan hebben verworven, of

  • c.

    met inzet van een loonkostensubsidie of plaatsingssubsidie direct aansluitend op PrO- of VSO-onderwijs een baan hebben verworven

Artikel 3 Beschikbaarheid

de vergoeding is alleen beschikbaar ter compensatie van

  • a.

    reiskosten die worden gemaakt in het kader van het re-integratietraject, of

  • b.

    de noodzakelijke reiskosten naar en van de arbeidsplaats.

Artikel 4 Grondslag

de vergoeding wordt vastgesteld op basis van het geldende tarief van het reguliere openbaar vervoer.

Als er geen regulier openbaar vervoer is tussen de feitelijke verblijfplaats van de belanghebbende en de arbeidsplaats dan wordt de vergoeding vastgesteld op basis van de UWV-tabel voor reiskostenvergoeding.

Artikel 5 Eigen bijdrage

  • a.

    Van de belanghebbende wordt een eigen bijdrage gevraagd die gelijk is aan het bedrag dat, overeenkomstig met wat er in artikel 3. is bepaald, voor 8 kilometer enkele reis geldt.

  • b.

    De eigen bijdrage wordt niet gevraagd voor reiskosten die in artikel 2a van deze beleidsregel zijn bedoeld.

Artikel 6 Bijdrage werkgever

Van de werkgever wordt een bijdrage in de reiskosten gevraagd overeenkomstig de regeling die de werkgever daarvoor heeft opgenomen in de algemene arbeidsvoorwaarden.

Artikel 7 Hoogte en beschikbaarstelling van de vergoeding

  • a.

    De hoogte van de vergoeding wordt bepaald aan de hand van artikel 3.

  • b.

    Aan de vergoeding reiskosten door de gemeente is een limiet gesteld.

    Deze limiet bedraagt € 10.000,00 per jaar. Bij een gebroken jaar wordt de limiet naar boven afgerond op perioden van 3 kalendermaanden.

  • c.

    Het vastgestelde bedrag wordt lump sum beschikbaar gesteld zonder dat een nadere verantwoording wordt gevraagd. De betaling vindt maandelijks in gelijke delen plaats. Ieder jaar vindt per januari en 1 juli een herberekening plaats.

  • d.

    Lid b) en lid c) van dit artikel gelden niet voor reiskosten die in artikel 2a van deze beleidsregel zijn bedoeld.

  • e.

    Gewijzigde omstandigheden zijn een reden voor een tussentijdse herberekening.

Artikel 8 Looptijd

Het recht op een vergoeding voor reiskosten bestaat zolang de belanghebbende werkzaam is met inzet van de loonkostensubsidie of plaatsingssubsidie.

Het recht op een vergoeding voor reiskosten bestaat ook zolang de belanghebbende actief een re-integratietraject volgt.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere omstandigheden besluiten toch een (hogere) vergoeding toe te kennen die niet overeenstemt met wat in de artikelen 3, 4 en 6 is bepaald.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2017.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels Vergoeding reiskosten, gemeente De Wolden 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Wolden, op 19 december 2017.
De secretaris, De burgemeester,
T.N. Kramer R.T. de Groot

Toelichting bij de Beleidsregels Vergoeding reiskosten, gemeente De Wolden 2017

Algemeen

De strekking van deze beleidsregel is dat mensen met een bijstandsuitkering en mensen die vanuit de bijstand met ondersteuning middels subsidie een baan hebben gevonden er, doordat zij onvermijdelijke reiskosten moeten maken, niet aanzienlijk op achteruit gaan met hun reëel besteedbaar inkomen.

Met deze beleidsregel is aansluiting gezocht bij wat op de arbeidsmarkt gebruikelijk is.

Artikel 1.

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 2.

Mensen die wel in De Wolden verblijven maar daar niet zijn geregistreerd als inwoner komen niet voor de regeling in aanmerking.

Mensen die in De Wolden zijn geregistreerd als inwoner maar die daar niet hun feitelijke verblijfplaats hebben komen niet voor de regeling in aanmerking.

Lid c.

Met betrekking tot deze categorie wordt soepel omgegaan met het begrip ‘direct aansluitend’. Het mag niet worden uitgesloten dat een belanghebbende uit deze doelgroep na het eindigen van de opleiding niet direct een uitkering aanvraagt terwijl er geen sprake is van betaalde arbeid. Wanneer aannemelijk is dat er in de periode tussen het einde van de opleiding en het begin van de betaalde baan geen structurele inkomsten uit arbeid zijn geweest, komt de belanghebbende wel in aanmerking voor de deze regeling.

Artikel 3.

Geen nadere toelichting nodig.

Artikel 4.

Met regulier openbaar vervoer wordt bedoeld het op basis van een dienstregeling georganiseerd vervoer en op afroep georganiseerd vervoer (‘belbus’). Vervoer per taxi valt hier dus niet onder.

Wanneer het door de uiterste vertrektijden van het openbaar vervoer voor de belanghebbende beslist niet mogelijk is om op tijd op het werk te komen of om na afloop van het werk nog thuis te kunnen komen, wordt er geacht dat er geen regulier openbaar vervoer beschikbaar is.

Artikel 5.

Dit betreft de feitelijke reisafstand per werkdag, ongeacht het aantal te werken uren op die dag.

Lid b): voor inwoners die alleen een re-integratietraject volgen en die geen dienstverband zoals aangegeven in artikel 1, lid b) en lid c) worden de werkelijke reiskosten die zijn gemaakt in het kader van het re-integratietraject, vergoed. In de regel is er dan namelijk sprake van onregelmatig reisgedrag.

Artikel 6.

Dit is alleen van toepassing wanneer er sprake is van een dienstverband.

Artikel 7.

Met dit artikel wordt voor de belanghebbende de optimale ruimte geschapen om diens vervoer naar eigen inzicht te regelen.

De rekenformule voor de maandelijkse uitbetaling is:

Het vastgestelde jaarbedrag gedeeld door het aantal kalendermaanden waarop dit bedrag is gebaseerd.

Bij een volledig kalenderjaar is het aantal kalendermaanden 12.

De halfjaarlijkse herberekening is ingesteld om tariefsveranderingen op te vangen.

Lid c): Hierdoor heeft de belanghebbende de mogelijkheid om het vervoer helemaal naar eigen inzicht te regelen. Kosten die boven het berekende subsidiebedrag uitkomen zijn voor rekening van de belanghebbende.

Lid d): zie de toelichting bij artikel 4, lid b).

Lid e): reden voor een tussentijdse herberekening (anders dan op 1 januari en 1 juli) zijn o.a.

  • *

    Verhuizing van de belanghebbende

  • *

    Verandering van werkplaats

  • *

    Verandering in de mogelijkheden van regulier openbaar vervoer

  • *

    Uitbreiding of inkrimping van het aantal werkdagen per week 

Artikel 8.

De vergoeding reiskosten is onlosmakelijk verbonden aan de zwakke positie die de belanghebbende op de arbeidsmarkt inneemt. Wanneer de inzet van de loonkostensubsidie of de plaatsingssubsidie niet meer aan de orde is mag er van uit worden gegaan dat die positie zover is verbeterd dat er geen aanzienlijk verschil meer is ten opzichte van de gemiddelde werknemer.

 

Artikel 9.

Dit artikel wordt met grote terughoudendheid toegepast. Gezien de doelgroep van deze beleidsregel mag echter niet worden uitgesloten dat zich een omstandigheid voordoet waarin niet is voorzien. Zo is het, bijvoorbeeld, voorstelbaar dat iemand ondanks dat er regulier openbaar vervoer beschikbaar is, daar vanwege persoonlijke omstandigheden geen gebruik van kan maken.

Voordat dit artikel kan worden toegepast moeten alle denkbare alternatieven zijn onderzocht en aantoonbaar ongeschikt zijn gebleken.

Artikel 10.

Geen nadere toelichting nodig.

 

Artikel 11.

Geen nadere toelichting nodig.