Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregel vrijlating onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ

Geldend van 01-12-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregel vrijlating onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ

Beleidsregel vrijlating onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk in het kader van de WWB/IOAW/IOAZ

Binnen het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) gelden vrijlatingbedragen m.b.t. de onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk.

In onderstaande beleidsregel wordt aangegeven op welke wijze de verschillende vrijlatingbedragen m.b.t. de onkostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk worden gehanteerd binnen de gemeente Delft.

Artikel 1. Begrippenlijst

“De Wet”, zoals aangehaald in deze beleidsregel omvat:

  • ·

    De WWB: Wet werk en bijstand

  • ·

    De IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

  • ·

    De IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Alle overige begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand.

Artikel 2. Vrij te laten bedragen

2.1. De Wet kent verschillende maximale vrijlatingbedragen m.b.t. kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk.

2.2. Het deel van de kostenvergoeding, dat hoger is dan de wettelijke normbedragen wordt gekort op de uitkering.

2.3. Uitkeringsgerechtigden tot 27 jaar kunnen geen aanspraak op maken op de vrij te laten bedragen m.b.t. kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk.

Artikel 3. Vrijwilligerswerk als vorm van reïntegratie

De gemeente Delft beschouwt elke vorm van vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden als een vorm van reïntegratie, zoals bedoeld in de Wet.

Artikel 4. Voorwaarden aan vrijwilligerswerk als vorm van reïntegratie

4.1. Het vrijwilligerswerk mag niet bedrijfs- of beroepsmatig (niet concurrentievervalsend) zijn.

4.2. De gemeente Delft kan kwaliteitseisen stellen aan het vrijwiligerswerk.

Artikel 5. Verplichtingen

5.1. De belanghebbende is verplicht om aanvaard vrijwilligerswerk te melden op de door de gemeente vastgestelde wijze.

5.2. De belanghebbende is verplicht maandelijks de onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk te melden. Indien gevraagd, dient belanghebbende bewijsstukken hiervan te overleggen. Er hoeft niet aangetoond te worden of de onkosten waarvoor een vergoeding is verstrekt daadwerkelijk gemaakt zijn.

5.3. Alle in het kader van de Wet opgelegde verplichtingen blijven onverminderd van kracht.

Artikel 6. Arbeidsplicht

De werkzaamheden mogen geen belemmering vormen voor het verwerven van algemeen geaccepteerde arbeid. Uitgezonderd zijn de situaties dat belanghebbende vrijgesteld is van de verplichting tot aanvaarding van algemeen geaccepteerde arbeid.

Artikel 7: Ingangsdatum

Deze beleidsregel gaat in vanaf 1 december 2011

Artikel 8: Citeertitel

De gemeente spreekt ook wel over “Beleidsregeling vrijlating vrijwilligerswerk”, als het om deze beleidsregel gaat.

Deze beleidsregel is gepubliceerd op d.d. ………………..in de Stadskrant, is te lezen bij Stadswinkel Delft en kan men online lezen op www.delft.nl

Toelichting

Enkele jaren geleden is besloten de vrijlating m.b.t. reïntegratie niet toe te passen in Delft, omdat het vrijwilligerswerk niet gezien werd als onderdeel van een reïntegratietraject. Bovendien werd ervan uitgegaan dat we de mogelijkheid hadden om iedere bijstandsgerechtigde, die daartoe in staat was, een reïntegratietraject te bieden.

Inmiddels is de situatie veranderd:

  • -

    in de praktijk blijkt een aantal klanten weinig tot geen kans op betaald werk te hebben. Toeleiding naar vrijwilligerswerk is in deze gevallen soms wel een optie. Een voorbeeld daarvan zijn de oudere bijstandsgerechtigden;

  • -

    de overheid heeft fors bezuinigd op het participatiebudget. Daardoor hebben we keuzes moeten maken in het aanbieden van reïntegratie- trajecten.

Daarom is voorgesteld alle vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden te beschouwen als een vorm van reïntegratie/ participatie en vanaf 1 december 2011 de wettelijke normbedragen te hanteren m.b.t. de kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk.

Artikelsgewijze toelichting

ARTIKEL 1.

In dit artikel wordt gedefinieerd welke wetten vallen onder het, in deze beleidsregel gebruikte, begrip “De Wet”.

ARTIKEL 2.

Dit artikel geeft de wettelijke maximum vrijlatingbedragen aan m.b.t. de kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk. Momenteel (per 1-7-2011) gelden de volgende bedragen:

  • -

    maandelijks vrij te laten bedrag: € 95,00

  • -

    jaarlijks vrij te laten bedrag € 764,00

Indien het vrijwilligerswerk gericht is op reïntegratie (bijvoorbeeld in een traject):

  • -

    maandelijkse vrijlating: € 150,00

  • -

    jaarlijkse vrijlating: €1.500,00

Deze bedragen zijn vastgesteld op basis van een ministeriële regeling zoals bedoeld in artikel 31, tweede lid onder k van de WWB en artikel 2:8 en 2:9 van het Inkomensbesluit Volksverzekeringen en sociale voorzieningen voor wat de betreft de IOAW en IOAZ.

Doordat elke vorm van vrijwilligerswerk gezien wordt als een vorm van reïntegratie, wordt met betrekking tot uitkeringsgerechtigden feitelijk alleen de norm, die gericht is op reïntegratie gehanteerd.

ARTIKEL 3.

Voor de groep bijstandsgerechtigden, die geen traject meer aangeboden krijgt, blijft activering echter van groot belang. Ervaring opdoen in vrijwilligerswerk vergroot de kans op participatie. Het opbouwen van een CV vergroot bovendien de kans om op een gegeven moment wel voor een reïntegratietraject of betaald werk in aanmerking te komen.

Het doen van vrijwilligerswerk kan tevens gezien worden als een vorm van wederkerigheid; iets terugdoen voor je uitkering.

ARTIKEL 4.

4.1. Het is aan de beoordeling van de consulent om te bepalen of er feitelijk sprake is van bedrijfs- of beroepsmatig werk.

4.2. Het is desgewenst aan de gemeente om te bepalen aan welke minimum kwaliteitseisen het vrijwilligerswerk dient te voldoen. De gemeente behoudt de ruimte hierop nader beleid worden te ontwikkelen.

ARTIKEL 5.

5.1. Momenteel wordt voor de melding van aanvaard vrijwilligerswerk het Statusformulier of het wijzigingsformulier gebruikt.

5.2. Dit artikel spreekt voor zich.

5.3. Het gaat hier om alle wettelijke verplichtingen zoals de informatieplicht (zoals opgenomen in het verificatieplan) , de meewerkingsplicht en de re-integratieplicht. Deze laatste is vastgelegd in de Wet en gemeentelijke reïntegratieverordening.

ARTIKEL 6.

Bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk verrichten behouden hun arbeidsplicht, tenzij ze hiervan ontheven zijn.

ARTIKEL 7.

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

ARTIKEL 8.

Dit artikel spreekt voor zichzelf.