Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

Geldend van 10-05-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Legesverordening Delft 2012

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Middelen en Economie;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012

(Legesverordening Delft 2012).

Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221);

  • b.

    Algemene termijnenwet: de Algemene termijnenwet (Stb. 1964, 314);

  • c.

    Faillissementswet: de wet van 30 september 1893 (laatst gew. Stb. 2007, 192).

Artikel 2 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT

Onder de naam "leges"worden rechten geheven voor:

  • 1.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • 2.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 BELASTINGPLICHT

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 GRONDSLAG, MAATSTAF VAN HEFFING EN TARIEVEN

  • 1. De leges worden geheven naar de grondslagen, maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

  • 3. Indien de heffing van de leges geschiedt bij wijze van abonnement, zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel, wordt bij opzegging van het abonnement voordat de helft van de geldigheidsduur is verstreken, ontheffing verleend tot de helft van de verschuldigde leges.

  • 4. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door de Minister van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie;

  • 5. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van de besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid van de Crisis- en herstelwet.

Artikel 5 BELASTINGJAAR

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 WIJZE VAN HEFFING

De leges worden geheven bij wege van aanslag of mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de leges worden betaald:

    • a.

      ingeval van mondelinge kennisgeving: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      ingeval van schriftelijke kennisgeving of aanslag: op het moment van uitreiken;

    • c.

      ingeval van toezending: binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving of aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 8 VRIJSTELLING

De leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • b.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;

  • c.

    het afgeven van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, nodig voor de aanvraag van een gerechtelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en volgend op een verklaring ex. artikel 285 Faillissementswet;

  • d.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van gemeentelijke belastingen, dan wel het eenmalig afgeven van een duplicaat van een aanslagbiljet;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissingen op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    het in behandeling nemen van bouwvergunningaanvragen door of (mede) vanwege de gemeente, waarbij de bouwkosten uitstijgen boven € 30 miljoen en waarvoor op andere wijze betaling van met de vergunningverlening verbandhoudende kosten geschiedt;

  • g.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald;

  • h.

    het oprichten of veranderen, of het veranderen van de werking, of het in werking hebben van een (milieu)inrichting of mijnbouwwerk (art. 2.1,lid1 onder e Wabo).

Artikel 9 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 10 CITEERTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening gemeente Delft 2012".

Artikel 11 INWERKINGTREDING

  • 1.

    De Legesverordening gemeente Delft 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2011.

mr. drs. G.A.A. Verkerk ,burgemeester.

R.H. van Luyk ,griffier.

Bekendgemaakt 27 november 2011.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2011. Bekendgemaakt 23 december 2011.

Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 26 april 2012. Bekendgemaakt 9 mei 2012.

TARIEVENTABEL LEGES DELFT 2012

Inhoudsopgave

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 8 Huisvestingswet / Huisvestingsverordening

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

Hoofdstuk 10 Marktstandplaatsen

Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 12 Kansspelen

Hoofdstuk 13 Telecommunicatie

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 15 VOGD

Hoofdstuk 16 APV-vergunningen

Hoofdstuk 17 Huisnummering

Hoofdstuk 18 Milieuvergunningen

Hoofdstuk 19 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevings-vergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingverordening

Hoofdstuk 6 Reclamevergunningen

Algemeen

De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door de Minister van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie.

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1

Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk, het registreren van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op andere tijd of andere wijze dan waarop deze ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand kosteloos plaatsheeft

1.1.1.1

op maandag tot en met donderdag,

tussen 09.00 en 12.00, en tussen 14.00 en 16.30 uur

394,75

1.1.1.2

op vrijdag tussen 09.00 en 19.30 uur

€ 

475,00

1.1.1.3

op zaterdag om 09.00, 10.15, 11.30, 12.45, 14.00, 15.15, 16.30, 17.45 en 19.00 uur

976,15

1.1.1.4

op zon- en algemeen erkende feestdagen om 12.45, 14.00, 15.15, 16.30, 17.45 en 19.00 uur

1.818,65

1.1.1.5

Op maandag tussen 09.00 uur en 10.30 uur wordt gelegenheid gegeven tot kosteloze huwelijksvoltrekking, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek

336,60

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het annuleren of verzetten van een reeds gereserveerde huwelijksvoltrekking, registratie van partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

58,15

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij een huwelijksvoltrekking of het opmaken van een akte van geregistreerd partnerschap

35,20

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van

1.1.5.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

18,35

1.1.5.2

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

37,75

1.1.5.3

Voor een gekalligrafeerde versie van het trouwboekje of partnerschapboekje wordt het tarief verhoogd met

22,45

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed uur of gedeelte daarvan

56,60

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2

Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

48,70

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1(zakenpaspoort)

48,70

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

48,70

1.2.1.4

tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

9,35

1.2.1.5

tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingsticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3

21,

1.2.1.6

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd tot en met dertien jaar

9,20

1.2.1.7

tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van veertien jaar en ouder

€ 

43,85

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

30,00

1.2.2.2.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1

40,05

1.2.3

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

45,90

1.2.4

Het tarief genoemd in 1.2.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4 slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.5

Het tarief genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingsticker van

21,83

1.2.6

Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een reisdocument het reeds eerder verstrekte reisdocument niet of niet compleet kan worden overgelegd, worden de daarvoor verschuldigde leges verhoogd met

28,45

Hoofdstuk 3

Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

39,45

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

 €

33,50

1.3.3

Voor de afgifte van het formulier Eigen verklaring (voor Verklaring van geschiktheid) wordt het door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen in overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat vastgestelde bedrag in rekening gebracht.

Hoofdstuk 4

Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan het leveren van één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

9,20

1.4.2.2

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1

voor 100 verstrekkingen

785,50

1.4.2.2.2

voor 500 verstrekkingen

3.033,50

1.4.2.2.3

voor 1.000 verstrekkingen

4.790,00

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de gemeentelijke basisadministratie, per ieder daaraan besteed uur

55,50

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens langs geautomatiseerde weg

1.4.4.1.1

per persoon

0,30

met een minimum van

143,50

1.4.4.1.2

per tape

0,05

met een minimum van

22,50

1.4.4.1.3

per plaketiket

0,05

met een minimum van

22,50

1.4.4.2

tot het verstrekken van gegevens per fax

1.4.4.2.1

per eerste 3 vellen A4

1,80

1.4.4.2.2

per ieder volgend vel A4

0,70

Hoofdstuk 5

Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens

1.5.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geldt het maximumtarief zoals dat is opgenomen in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp

1.5.2

Voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wbp geldt het maximumtarief zoals dat is opgenomen in het Besluit kostenvergoeding rechten betrokkene Wbp

Hoofdstuk 6

Vastgoedinformatie

1.6

Het tarief voor het verlenen van

1.6.1

inzage van de kadastrale registratie via het kadastrale netwerk (Kadaster on-line) bedraagt per kadastrale informatie het tarief zoals dat laatstelijk door het Rijkskadaster is vastgesteld. Het betreft de producten:

a.Hypothecair bericht object

b.Kadastraal bericht object

c.Uittreksel kadastrale kaart.

1.6.2.1

inzage of schriftelijke informatie in stukken betreffende een bestaand bouwwerk, bestemmingsplan of bouwvoorschriften voor elk bouwwerk, indien gewenst, inclusief mondelinge bouwkundige toelichting per ½ uur of deel daarvan benodigd voor het leveren van deze informatie (exclusief kosten kopieerwerk)

41,40

1.6.2.2

Leges als bedoeld in 1.6.2.1. zijn niet verschuldigd

ingeval van inzage ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek door een student, die een geldige collegekaart op eigen naam toont.

1.6.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om bodeminformatie, zijnde een uittreksel uit het gemeentelijk bodeminformatiesysteem betreffende de milieuhygiënische bodemgesteldheid van onroerende zaken binnen de gemeente Delft, per adres

47,50

1.6.3.2

Leges als bedoeld in 1.6.3.1. zijn niet verschuldigd voor het verstrekken van mondelinge informatie, het bekijken van bodemrapporten en andere informatie uit het bodemarchief.

Hoofdstuk 7

Overige publiekszaken

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.7.1.1

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

9,20

1.7.1.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

9,20

1.7.1.3

tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift of stuk

9,20

1.7.1.4

tot het verstrekken van een ambtelijke verklaring

9,20

1.7.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een verklaring omtrent gedrag geldt het tarief zoals dat is opgenomen in de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen.

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

1.7.3.1

een besluit als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Lijkbezorging

46,00

1.7.3.2

een zogenaamd laissez-passer voor lijken als bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst inzake het vervoer van lijken, Straatsburg 26-10-1973, Trb, 1975, 95

25,50

Hoofdstuk 8

Huisvestingswet / Huisvestingsverordening

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.8.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet

54,75

1.8.2

Het tarief genoemd in 1.8.1 wordt niet geheven van degene, die als gevolg van door de overheid getroffen maatregelen verplicht wordt naar een andere woongelegenheid te verhuizen.

1.8.3

tot het verkrijgen van een voorrangsverklaring (urgentie) op grond van de Regionale Huisvestingsverordening van het stadsgewest Haaglanden

36,10

Hoofdstuk 9

Leegstandswet

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

1.9.1

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte, als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

80,90

1.9.2

verlenging van de onder 1.9.1 genoemde vergunning

van het tarief zoals genoemd onder 1.9.1

50%

Hoofdstuk 10

Marktstandplaatsen

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.10.1

een standplaatsvergunning als bedoeld in de Warenmarktverordening Delft

€ 

171,30

1.10.2

overschrijving van de standplaatsvergunning op naam van een ander als bedoeld in artikel 13 lid 4 tot en met 7 van de Warenmarktverordening Delft

84,00

1.10.3

voor enig ander vergunning- of ontheffingplichtig feit

65,05

Hoofdstuk 11

Winkeltijdenwet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

voor een vergunning of ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

97,60

Hoofdstuk 12

Kansspelen

1.12.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen

1.12.1.1

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

226,50

1.12.1.2

voor twee speelautomaten, welke vergunning geldt voor onbepaalde tijd

317,00

1.12.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de Kansspelen (loterijvergunning)

47,60

Hoofdstuk 13

Telecommunicatie

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet

1.13.1

van 1 tot en met 100 strekkende meter sleuf

273,00

1.13.2

per strekkende meter sleuf boven de 100 strekkende meter

1,15

1.13.3

Het tarief wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechtelijke vergoeding voor beheerskosten in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat de uitkomst van de vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

Hoofdstuk 14

Verkeer en vervoer

1.14

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

1.14.1

een ontheffing als bedoeld in de Verordening ontheffingen artikel 87 RVV voor Delft

1.14.1.1

voorzover de ontheffing geldig is op één dag,

uitgezonderd exceptioneel transport

29,05

1.14.1.2

voorzover de ontheffing, langer geldig dan één dag,

wordt verleend aan een bewoner

69,80

1.14.1.3

op grond van artikel 10 van de genoemde verordening

0,00

1.14.1.4

voor overige ontheffingen,

uitgezonderd exceptioneel transport

113,20

1.14.1.5

in geval van vervanging van het voorwerp in de zin van artikel 7, lid 10 onder c van deze verordening

5,60

1.14.1.6

In afwijking van 1.14.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing milieuzonering op basis van artikel 87 juncto artikel 62 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, per dagontheffing

€ 

25,00

1.14.2

een ontheffing als bedoeld in de Verordening ontheffingverlening autoluwplusgebied

1.14.2.1

op grond van artikel 7 van deze verordening

80,80

1.14.2.2

op grond van artikel 6 van deze verordening

0,00

1.14.2.3

in geval van vervanging van het voorwerp in de zin van artikel 2, lid 14 onder 2 van deze verordening

5,60

1.14.3

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) of de Regeling gehandicaptenparkeerkaart of de Regionale gehandicaptenparkeerregeling:

1.14.3.1

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij medisch onderzoek noodzakelijk is

187,00

1.14.3.2

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij dossieronderzoek noodzakelijk is

129,55

1.14.3.3

voor een landelijke of regionale gehandicaptenparkeerkaart waarbij geen medisch of dossieronderzoek noodzakelijk is

46,60

1.14.3.4

in geval van vervanging van de gehandicaptenparkeerkaart

11,20

1.14.4

een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen Delft

1.14.4.1

op grond van artikel 3 lid 3 onder a, b, c of d van deze verordening (parkeervergunning of bezoekerskaart)

9,50

1.14.4.2

op grond van artikel 3 lid 3 onder a, b, c of d van deze verordening (parkeervergunning of bezoekerskaart) via internet aangevraagd

4,80

1.14.4.3

op grond van artikel 3 lid 3 onder e van deze verordening (kraskaart)

9,50

1.14.4.4

op grond van artikel 3 lid 3 onder e, van deze verordening (kraskaart) via internet aangevraagd

4,80

1.14.4.5

op grond van artikel 7 lid 4 van deze verordening, tenzij voor het gebruik van de grond precariobelasting verschuldigd is en het belastingbedrag gelijk is aan het legestarief of dit te boven gaat

8,55

1.14.4.6

een wijziging of vervanging van een parkeervergunning op grond van artikel 6 van deze verordening

9,50

1.14.4.7

een wijziging of vervanging van een parkeervergunning op grond van artikel 6 van deze verordening via internet aangevraagd

3,35

1.14.4.8

een dagkaart vergunninghouderplaats zoals bedoeld in artikel 1 onder k van deze verordening

5,60

1.14.4.9

een dagkaart vergunninghouderplaats zoals bedoeld in artikel 1 onder k van deze verordening via de parkeerautomaat of internet

0,00

1.14.4.10

het onttrekken van een weg of weggedeelte aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 11 van de Wegenwet

1.207,65

1.14.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.14.5.1

het aanleggen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken bij een woon- of werkadres

264,70

1.14.5.2

het wijzigen van de locatie van de gehandicaptenparkeerplaats

€ 

209,70

1.14.5.3

het vervangen van een kentekenbord als gevolg van het wijzigen van het kenteken

€ 

69,95

1.14.5.4

Indien de aanvraag wordt geweigerd, worden de verschuldigde leges zoals genoemd in 1.14.5.1 t/m 1.14.5.3 verminderd met

75%

1.14.6

Bij gelijktijdige aanvraag van meerdere vergunningen als bedoeld in 1.14.1 bedraagt de leges voor de aanvraag van een tweede en volgende vergunning

van de leges genoemd in 1.14.1

50%

Hoofdstuk 15

VOGD

1.15.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing als bedoeld in de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft:

1.15.1

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4 tweede lid

52,00

1.15.2.

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 5 lid 2

52,00

1.15.3

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6 lid 2:

1.15.3.1

voor een recreatief schip als bedoeld in artikel 9

34,70

1.15.3.2

voor een schip langer dan 12 meter als bedoeld in artikel 10

34,70

1.15.3.3

voor een dekschuit als bedoeld in artikel 12

52,00

1.15.3.4

voor een terrasboot als bedoeld in artikel 13

104,05

1.15.3.5

voor een terrasboot als bedoeld in artikel 14

69,35

1.15.3.6

voor een woonschip als bedoeld in artikel 15

104,05

1.15.4

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 8 lid 4:

1.15.4.1

van het bepaalde in artikel 8 lid 2

52,00

1.15.4.2

om een vaartuig af te meren aan, of door middel van, andere dan de daarvoor bestemde voorwerpen als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub a

52,00

1.15.4.3

om een vaartuig onder, dan wel in de onmiddellijke nabijheid van een brug af te meren dan wel neer te leggen als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub b

52,00

1.15.4.4

om een vaartuig af te meren op een afmeerplaats waarvoor aan een ander ontheffing is verleend als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub c

69,35

1.15.4.5

om een vaartuig af te meren dat niet voorzien is van een deugdelijk kenmerk dan wel van een deugdelijke naamaanduiding en indien uitgereikt van de jaarsticker als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub d

104,05

1.15.4.6

om in het belang van het aanzien van de gemeente, een vaartuig af te meren dat in kennelijk verwaarloosde toestand verkeert als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub e

69,35

1.15.4.7

om met uitzondering van de Nieuwe Haven twee of meer vaartuigen naast elkaar af te meren als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub f

52,00

1.15.4.8

anders dan op of aan het terrein van een scheepswerf een vaartuig geheel of gedeeltelijk te bouwen, te verbouwen, te slopen, of meer dan routinematig onderhoud te verrichten als bedoeld in artikel 8 lid 3 sub h

69,35

1.15.5

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 16 lid 2

104,05

1.15.6

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 17 lid 2:

1.15.6.1

om te baggeren, te dreggen, of te steken in de waterbodem als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub a

104,05

1.15.6.2

om veranderingen te brengen in of aan kaden, bermen, groenstroken, beschoeiingen, glooiingen, jaagpaden, ed., in eigendom van of beheer bij de gemeente, grenzend aan openbaar gemeentewater als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub b

104,05

1.15.6.3

om in, of langs of boven openbaar gemeentewater een aanleg-, los- of laadplaats, paal, damwand, trap, stoep, steiger, voetpad, oprit, leuning, ed. te maken, te hebben, te veranderen of op te ruimen als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub c

52,00

1.15.6.4

om schade toe te brengen aan de vegetatie op, of in het water of aan de kademuren als bedoeld in artikel 17 lid 1 sub j

69,35

1.15.7

voor een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 2

52,00

Hoofdstuk 16

APV-vergunningen

1.16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

1.16.1

voor een bouwplaatsinrichting

68,15

1.16.2

voor het plaatsen van een container, keet, mobiel toilet, steiger etc., niet behorend bij een bouwplaatsinrichting

€ 

68,15

1.16.3

vervallen

1.16.4

voor de uitstalling winkelgoederen/opslag goederen

€ 

53,95

1.16.5

voor een reguliere standplaats voor maximaal 5 jaar

241,10

1.16.5.1

voor een reguliere standplaats op niet-gemeentegrond

278,50

1.16.6

voor een tijdelijke standplaats ten behoeve van de verkoop van oliebollen, kerstbomen of andere activiteiten

43,15

1.16.7

voor het plaatsen van winkelwagentjes op de openbare weg

77,60

1.16.8

voor het parkeren van grote voertuigen of caravans, kampeerwagens e.d., of voor het te koop aanbieden van voertuigen

60,90

1.16.9

voor een openbare inzameling van geld of goederen, of het daartoe aanbieden van een intekenlijst (collecte) (art. 5:11 APV)

49,75

1.16.10

voor enig ander vergunning- of ontheffingplichtig feit, niet vallend onder een specifiek artikel van deze tabel

66,40

1.16.11

Het tarief als bedoeld in dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag wordt ingediend nadat de voorziening is uitgevoerd of activiteit is gestart verhoogd met

50%

Hoofdstuk 17

Huisnummering

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om wijziging of afgifte van één of meer huisnummer(s), behoudens intrekking van één of meer huisnummer(s), per huisnummer

€ 

168,30

1.17.2

Indien het verzoek meer dan 10 huisnummers betreft, bedraagt het tarief

1.683,00

Hoofdstuk 18

Milieuvergunningen

18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een

18.1.1

ontheffing afvalwater niet-inrichtingen als bedoeld in artikel 10.63 van de Wet Milieubeheer

112,20

18.1.2

ontheffing route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

276,65

Hoofdstuk 19

Diversen

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.19.1

tot het verstrekken van gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per afschrift

5,30

1.19.2

tot het verstrekken van afschriften, gedrukte stukken, fotokopieën, doorslagen en dergelijke, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,

1.19.2.1

per pagina formaat A4

0,40

1.19.2.2

per pagina formaat A4 in kleur

0,70

1.19.2.3

per pagina formaat A3

0,60

1.19.2.4

per pagina formaat A2

8,00

1.19.2.5

per pagina formaat A1

9,00

1.19.2.6

per pagina formaat A0

10,00

1.19.3

tot het verstrekken van een gunstige of niet geheel afwijzende beschikking op een verzoekschrift, een vergunning, dan wel een ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per beschikking, vergunning of stuk

5,30

1.19.4.1

nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 3 van de Algemene nadeelcompensatieverordening Delft

150,00

1.19.4.2

Indien de aanvraag nadeelcompensatie wordt gehonoreerd, wordt aan de aanvrager teruggaaf verleend van het volledige legesbedrag.

1.19.5

tot het verkrijgen van op speciale aanvraag verzamelen of samenstellen van statistische gegevens voor ieder hieraan besteed

1.19.5.1

uur

79.70

1.19.5.2

half uur of een gedeelte van een half uur

39,90

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevings-vergunning

Hoofdstuk 1

Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.1.5

Het college van burgemeester en wethouders kan de bij aanvraag opgegeven aanleg-, bouw- of sloopkosten ambtshalve aanpassen, indien de opgegeven kosten kennelijk niet overeenstemmen met de werkelijke kosten zoals genoemd in art 2.1.1.1 t/m 2.1.1.3.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2

Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag vooroverleg aangaande één of meer activiteiten als bedoeld in de WABO

€ 

125,00

Hoofdstuk 3

Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen:

0,00

vermeerderd met:

3,00 %

van de bouwkosten;

met een minimum van:

€ 

100,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

4.000,00

vermeerderd met:

2,60 %

van de bouwkosten;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 5.000.000 tot € 20.000.000 bedragen:

26.500,00

vermeerderd met:

2,15 %

van de bouwkosten;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 20.000.000 tot € 50.000.000 bedragen:

66.500,00

vermeerderd met:

1,95 %

van de bouwkosten;

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 50.000.000 of meer bedragen:

391.500,00

vermeerderd met:

1,30 %

van de bouwkosten, met een maximum van:

1.100.000,00

Extra welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:

284,60

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

284,60

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.6.1 en 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit of sloopactiviteit:

15%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Niet van toepassing

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

500,80

2.3.2.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, ter bescherming van de archeologische waarden, bedraagt het tarief:

500,80

2.3.2.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, met betrekking op sloopwerkzaamheden, bedraagt het tarief:

500,80

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

284,60

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

505,90

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

7.381,00

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

505,90

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

505,90

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

505,90

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

505,90

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

505,90

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

284,60

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

505,90

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

7.381,75

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

505,90

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

505,90

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

505,90

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

505,90

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

505,90

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1

voor inrichtingen met een oppervlak van 0 tot 500 m2:

376,40

vermeerderd per m2 met

1,24

2.3.5.2

voor inrichtingen met een oppervlak van 500 tot 2.000 m2:

1.027,15

vermeerderd per m2 met

0,46

2.3.5.3

voor inrichtingen met een oppervlak van 2.000 tot 5.000 m2:

1.945,15

vermeerderd per m2 met

0,16

2.3.5.4

voor inrichtingen met een oppervlak boven 5.000 m2:

2.760,40

vermeerderd per m2 met

0,06

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2009 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

1,00%

van de som van sloop- en bouwkosten, met een minimum van

100,00

en een maximum van

150.000,00.

2.3.6.1.2

Niet van toepassing

2.3.6.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

1,5%

van de sloopkosten, met een minimum van

145,00

en een maximum van

€ 

150.000,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

491,00

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op ghrond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,

1,5%

van de sloopkosten, met een minimum van:

145,00

en een maximum van:

150.000,00

Asbesthoudende materialen

2.3.7.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indie de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

165,00

2.3.7.3

voor een doorlopende asbestsloopvergunning als bedoeld in 2.3.7.1.1 en 2.3.7.1.2, uitsluitend ten behoeve van toegelaten instellingen in de zin van artikel 70 van de Woningwet en voor asbestgecertificeerde bedrijven, bedraagt het tarief:

249,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:8 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

500,80

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

68,35

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 1 van de Bomenverordening Delft 2008 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 

125,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

500,80

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

112,20

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

Niet van toepassing

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Niet van toepassing

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

112,20

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

112,20

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

112,20

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

112,20

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

284,60

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

284,60

2.3.17

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

284,60

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

112,20

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

284,60

Hoofdstuk 4

Vermindering

2.4.1

Vervallen

2.4.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

1%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

4%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5

Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 3 weken na het in behandeling nemen ervan

55%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 5 weken na het in behandeling nemen ervan

35%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6, of 2.3.7 waarbij de beschikking, onherroepelijk en zonder mogelijkheid van herziening van dit besluit, is vernietigd bij rechterlijke uitspraak, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.4.1

Als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, buiten behandeling wordt gesteld, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

2.5.5

Bedrag voor teruggaaf

2.5.5.1

Bij teruggaaf als bedoeld in 2.5.1 tot en met 2.5.4.1 blijft tenminste verschuldigd het minimumbedrag van

125,00

2.5.6

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.3, 2.3.4, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6

Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

122,40

Hoofdstuk 7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: de voor de oorspronkelijke bouwactiviteit geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in hoofdstuk 3 onder 2.3.1, met een minimum van:

168,30

Hoofdstuk 8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Onverminderd de kosten die krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) worden verhaald, bedraagt het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

1.149,50

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

284,60

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek betreffende de gebruiksbepalingen volgens het functielimiteringssysteem

168,30

Hoofdstuk 9

Sloopmelding

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

0,00

Hoofdstuk 10

In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

505,90

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1

Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

3.1.1.1

een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

767,00

3.1.1.2

een wijziging in een reeds verleende vergunning als bedoeld in 3.1.1

84,35

3.1.1.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

67,50

3.1.2

een ontheffing of verlof als bedoeld in artikel 4 of 5 van de Drank- en horecaverordening

182,60

3.1.3.1

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als het horecabedrijf een coffeeshop is.

895,00

3.1.3.2

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor onbepaalde tijd verleend kan worden.

199,90

3.1.3.3

een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft als aan het horecabedrijf een terras is verbonden en de vergunning voor bepaalde tijd verleend kan worden.

247,00

3.1.3.4

een wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 2:27 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

180,00

3.1.3.5

een voorschrift als bedoeld in 2:28 a, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

470,00

3.1.3.6

een ontheffing als bedoeld in artikel 2:28 b, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

22,15

Hoofdstuk 2

Organiseren evenementen

3.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement, indien het betreft:

3.2.1

een groot evenement als bedoeld in artikel 2:17, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

670,00

3.2.2

een evenement als bedoeld in artikel 2:17, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

420,00

3.2.3

Vervallen

Hoofdstuk 3

Prostitutiebedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft voor een periode van 12 maanden

497,00

3.3.2

Indien de vergunning wordt geweigerd, wordt een teruggaaf verleend van 50% op de op grond van 3.3.1 betaalde leges.

Hoofdstuk 4

Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van

een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 26 van de Huisvestingsverordening stadsgewest Haaglanden

3.4.1

per door de splitsing te creëren woning, appartement of eenheid, bij minder dan 11 te creëren woningen, appartementen of eenheden

544,70

3.4.2

per door de splitsing te creëren woning, appartement of eenheid, bij meer dan 10 en minder dan 31 te creëren woningen, appartementen of eenheden

332,50

3.4.3

per door de splitsing te creëren woning, appartement of eenheid, bij meer dan 30 en minder dan 61 te creëren woningen, appartementen of eenheden

201,95

3.4.4

per door de splitsing te creëren woning, appartement of eenheid, bij meer dan 60 en minder dan 120 te creëren woningen, appartementen of eenheden

106,10

3.4.5

bij 120 of meer te creëren woningen, appartementen of eenheden, per aanvraag

€ 

12.729,60

Hoofdstuk 5

Brandbeveiligingsverordening

3.5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verkrijgen van

3.5.1

een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 3 van de Brandbeveiligingsverordening,

indien het een vergunning voor een maximale duur van 7 x 24 uur betreft voor een inrichting waar in totaal

3.5.1.1

a.maximaal 150 personen aanwezig zullen zijn

164,20

3.5.1.2

b.151 of meer, maar maximaal 250 personen aan-

wezig zullen zijn

244,80

3.5.1.3

c.251 of meer, maar maximaal 1000 personen aan-

wezig zullen zijn

323,35

3.5.1.4

d.meer dan 1000 personen aanwezig zullen zijn

480,40

3.5.1.5

indien het een vergunning voor een periode van meer dan 7 x 24 uur betreft

561,00

3.5.2

een ontheffing voor het roken of hebben van vuur als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Brandbeveiligingsverordening

23,45

3.5.3

een ontheffing voor het aanleggen, stoken of hebben van een vuur op grond van artikel 5.24, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor Delft

23,45

3.5.4

een ontheffing om een bouwwerk in afwijking van de voorschriften van de gebruiksvergunning te gebruiken,

indien het een ontheffing voor de maximale duur van 7 x 24 uur betreft voor een gebouw waar in totaal

3.5.4.1

a.maximaal 150 personen aanwezig zullen zijn

52,00

3.5.4.2

b.151 of meer maar maximaal 250 personen aanwe-

zig zullen zijn

103,00

3.5.4.3

c.251 of meer, maar maximaal 1000 personen aan-

wezig zullen zijn

165,25

3.5.4.4

d.meer dan 1000 personen aanwezig zullen zijn

207,05

3.5.4.5

indien het een ontheffing voor een periode van meer dan 7 x 24 uur betreft

311,10

3.5.5

een ontheffing voor het bezigen van vuurwerk

3.5.5.1

uitsluitend te gebruiken door een deskundige met een vergunning van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat

99,95

3.5.5.2

dat voldoet aan de eisen van het Vuurwerkbesluit voor particulier gebruik

23,45

Hoofdstuk 6

Reclamevergunningen

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Reclameverordening:

3.6.1

voor een reclamebord op of aan de weg als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening

79,15

3.6.2

voor bewegwijzering als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening

79,15

3.6.3

voor spandoeken als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening

68,15

3.6.4

voor overige vergunning- of ontheffingplichtige feiten als bedoeld in deze verordening

50,60

3.6.5

Het tarief als bedoeld in dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag wordt ingediend nadat de voorziening is uitgevoerd of activiteit is gestart verhoogd met

50%

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 10 november 2011 tot vaststelling van de Legesverordening Delft 2012.

TOELICHTING

Op de legesverordening Delft 2012

Toelichting tarieven

Algemeen

De meeste tarieven zijn uitsluitend verhoogd met het prijsstijgingspercentage van 2% en rekenkundig afgerond.

Enkele tarieven worden door het Rijk bepaald en enkele zullen vanwege nieuwe regelgeving, een hogere kostendekking of bevriezingsafspraken meer of minder stijgen. Deze zijn hieronder nader toegelicht.

Titel 1

Hoofdstuk 1

De tarieven zijn verhoogd met 2%. Er is een apart tarief voor de vrijdag ingevoerd. Ook wordt nultarief voor kosteloze huwelijken ingevoerd. Het moment om kosteloos te trouwen wordt beperkt op maandag van 9 uur tot 10.30 uur.

Hoofdstuk 2 / 3 Reisdocumenten

De tarieven zijn nog niet aangepast, omdat de rijkstarieven nog niet bekend zijn. Zodra deze bekend zijn, zal een nader tariefsvoorstel aan de Gemeenteraad worden voorgesteld.

De Hoge Raad heeft op 9 september 2011 geoordeeld dat er geen leges mogen worden geheven voor een Nationale Identiteitskaart (NIK). Het arrest van de Hoge Raad is per direct van kracht en dit betekent dat er geen leges meer mogen worden gevraagd voor personen ouder dan 14 jaar.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

De tarieven zijn gehandhaafd in afwachting van het waarschijnlijk per 01-07-2012 in te voeren maximumtarief. Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) moet dit mogelijk maken. De inwerkingtreding van de AMvB is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede Kamer en publicatie in het Staatsblad. Onderzoeksbureau Deloitte adviseert een maximumprijs van € 36,06 op basis van het prijspeil in 2009. De minister van IenM en staatssecretaris van BZK nemen het advies over van Deloitte. Als de AMvB in werking treedt, wordt de geadviseerde maximumprijs aangepast naar het prijsniveau van 2012.

Hoofdstuk 4/7

Om het gebruik van het digitale loket te stimuleren wordt voorgesteld een verlaagd tarief hiervoor in te voeren. Omdat de kostendekking van deze producten 102% is wordt voorgesteld de overige tarieven te bevriezen.

Hoofdstuk 6

Het tarief voor bodeminformatie is met meer dan het prijsstijgingspercentage verhoogd om het tarief kostendekkend te maken.

Hoofdstuk 12 Kansspelen

De tarieven voor een aanwezigheidsvergunning zijn niet aangepast. Dit zijn wettelijke tarieven.

Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer

De tarieven terzake van gehandicaptenparkeerplaatsen zijn met meer dan het prijsstijgingspercentage verhoogd. Uit onderzoek was gebleken dat tot nu toe niet alle kosten in rekening werden gebracht.

Hoofdstuk 16 APV-vergunningen

Er is nieuw tarief opgenomen voor een reguliere standplaats op niet-gemeentegrond.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

De tarieven genoemd in 2.2 en 2.3.10 zijn nieuw.

Hoofdstuk 2.3.7 is komen te vervallen, omdat de vergunningplicht wordt omgezet naar een meldplicht.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 3 Evenementen

Gelet op de kosten die gemoeid zijn met het verlenen van vergunningen wordt voorgesteld ook voor niet-commerciele evenementen leges te gaan heffen. Omdat hier over het algemeen sprake is van grote evenementen wordt het tarief verlaagd 30,4%. Ter compensatie wordt het tarief voor reguliere evenementen verhoogd met 30,8%.

TOELICHTING

op de eerste wijziging van de legesverordening Delft 2012

In de aanhef is de wettelijke grondslag voor de legesheffing uitgebreid. Het is wenselijk te expliciteren dat de heffing van gemeentelijke leges niet alleen gebaseerd is op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, maar tevens op artikel 1 van de reparatiewet.

Artikel 1

Onderdeel A

De uitbreiding van de omschrijving van het belastbaar feit houdt direct verband met de reparatiewet. Artikel 2, eerste lid, van deze reparatiewet bewerkstelligt dat de bestaande gemeentelijke verordeningen inzake het heffen van rechten voor de identiteitskaart, komen te berusten op artikel 1 van die wet. Dat wil zeggen dat als in die verordening het begrip "dienst" voorkomt, dit begrip waar het de aanvraag van een identiteitskaart betreft niet meer moet worden uitgelegd op basis van artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet, maar op de voet van artikel 1 van de reparatiewet. Dus als het verrichten van handelingen ten behoeve van de aanvraag van een identiteitskaart, waarbij het individualiseerbaar belang niet meer ter zake doet. Kortom, onder de reparatiewet kunnen rechten geheven worden op basis van de bestaande verordeningen.

In de nota naar aanleiding van het verslag van de Eerste Kamer (Kamerstukken 2011/12, 33011, nr. C) staat het als volgt:

"De nieuwe grondslag wordt voor de vraag of deze van toepassing is, niet langer - zoals wel in artikel 229, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet - afhankelijk gesteld van de vraag of er sprake is van een "dienst". Voor een dienst met er immers in overwegende mate sprake zijn van een individualiseerbaar belang. De nieuwe grondslag geldt dus, ongeacht de vraag of er wel of geen sprake is van een in overwegende mate individualiseerbaar belang.

(...)

In mijn ogen is het heffen van een belasting hier gerechtvaardid nu de belasting niet wordt geheven over een product maar juist ten behoeve van dit product, ter dekking van de kosgten van productie en verstrekking daarvan teneinde deze kosten niet op de schouders van de gehele gemeenschap te laten rusten."

Het bovenstaande laat overigens onverlet dat een gemeente wel bevoegd is om de belatingverordening te wijzigen (artikel 216 Gemeentewet). De regering vindt dat "op enig moment" ook gewenst om verwarring te voorkomen.

Onderdeel B

In verband met de uitbreiding van het belastbaar feit, is ook de omschrijving van de belastingplicht gewijzigd.

Onderdeel C

De tarieven zijn aangepast naar de met ingang van 1 januari 2012 door het Rijk vastgestelde maximumtarieven.

In de tariefbepaling voor de Nederlandse identiteitskaart wordt aangesloten bij de tekst van de reparatiewet. In verband met de afwijkende formuliering, zijn de leges voor een Nederlandse identiteitskaart in een afzonderlijk tariefonderdeel 2.2 opgenomen.

Onderdeel D

De omzetting van de vergunningplicht in een meldingplicht voor sloopactiviteiten, waardoor er geen leges meer geheven worden, was gebaseerd op de veronderstelling dat het nieuwe Bouwbesluit per 1 januari 2012 in zou gaan. Nu blijkt dat dit later in het jaar wordt, bestaat tot die tijd de vergunningplicht en dienen derhalve leges te worden geheven.

Voorgesteld wordt het vervallen onderdeel van de tarieventabel (2.3.7) wederom op te nemen in de verordening.

Voorts bepaalt de Legesverordening nu dat de leges voor vooroverleg moeten worden verrekend met de uiteindelijke leges voor de vergunningaanvraag. Deze bepaling is abusievelijk niet geschrapt. Vorogesteld wordt deze bepaling alsnog te laten vervallen. Het is nadrukkellijk niet de bedoeling dat de kosten van vooroverleg worden verrekend. Vooroverleggen leiden in de meeste gevallen niet tot een efficiëntere behandeling van daaropvolgende aanvragen, omdat de uiteindelijke aanvraag in de meeste gevallen toch afwijkt ten opzichte van de uitspraak op het vooroverleg en daarmee volledige toetsing toch nodig is.

Toelichting

op de tweede wijziging van de Legesverordening Delft 2012.

Artikel 1

Hoofdstuk 1 Horeca van titel 3 is aangepast aan de wijzigingen van het horecabeleid. De Horeca Exploitatie verordening is ingetrokken en in de Algemene plaatselijke verordening voor Delft is een vrijstelling van exploitatievergunning voor horecaondernemingen opgenomen, tenzij de horecaonderneming een coffeeshop is of een terras heeft. Ook zijn de bepalingen over de ontheffing van reguliere sluitingstijden opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.