Regeling vervallen per 20-11-2014

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2011

Geldend van 22-12-2011 t/m 19-11-2014

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2011

De raad van de gemeente Delft;

Gelezen het voorstel van het college van 27 september 2011;

Gelet op artikel 140van de Wet op het primair onderwijs , artikel 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Gelet op de artikelen XIII , XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;

Gelet op artikel 5 van de Gemeentewet;

Gelet op hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het gevoerde overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in Delft;

Gelet op het beleidskader subsidiesystematiek gemeente Delft 2011-2014 en de Kaderverordening subsidies 2008 gemeente Delft;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs , de Wet op de expertisecentra  en de Wet op het voortgezet onderwijs  bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of school voor voortgezet onderwijs;

  • c.

    school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs

    • -

      school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

    • -

      school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

  • d.

    nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs , artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra , artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening;

  • f.

    aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

  • g.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j.

    subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

  • k.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l.

    subsidieverlening: de beschikking van het college waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • m.

    subsidievaststelling: een beschikking zoals bedoeld in artikel 4:42 van de wet;

  • n.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidieplafond, verdelingsregels en begrotingsvoorbehoud

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening het gestelde in het eerste lid overdragen aan het college. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

  • 4. Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt zij verleend onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat voldoende gelden door de raad beschikbaar worden gesteld.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 4 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 5 Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6 Beslissingstermijn

  • 1. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het college kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het college de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het college stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 8 Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Op de aanvraag is artikel 5, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 9 Beslissingstermijn

Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

  • a.

    de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

  • b.

    niet is voldaan aan een van de toekenningscriteria.

Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 11 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

    • b.

      een subsidieverlening; of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;

    • c.

      Voor zover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

    • d.

      de bepaling dat de wet van toepassing is en voor zover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 12 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Het verzoek tot vaststelling van subsidies dient voor 1 mei van het jaar, volgend op het jaar waarover de subsidie verleend is, te worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag tot vaststellen van de verleende subsidie worden tenminste de volgende bescheiden meegezonden:

    • a.

      de rekening/ verantwoording over de activiteiten zoals die hebben plaatsgevonden in het kader van de subsidieverlening

    • b.

      een financieel verslag en een verantwoording van de overige subsidieverplichtingen

    • c.

      Indien de subsidieontvanger op jaarbasis een subsidie tussen € 10.000 en € 50.000 ontvangt, dient het financieel verslag en het activiteitenverslag voorzien te zijn van een bestuursverklaring, waarin het bestuur verklaart getrouw en rechtmatig te hebben gehandeld.

    • d.

      Indien de subsidieontvanger op jaarbasis een subsidie tussen € 50.000 en €100.000 ontvangt, dient het financieel verslag en het activiteitenverslag voorzien te zijn van een bestuursverklaring als bedoeld in artikel 13 lid 3 sub c alsmede van een beoordelingsverklaring, opgesteld door een accountant. Deze beoordelingsverklaring dient uiterlijk op 1 juni van het jaar, volgend op het subsidiejaar, ingediend te worden.

    • e.

      Indien de subsidieontvanger op jaarbasis een subsidie van meer dan € 100.000 ontvangt, dient het financieel verslag uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar, dan wel zes maanden na afloop van de periode waarvoor subsidie werd verleend, voorzien te zijn van een getrouwheidsverklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Art 4:78 Awb is van overeenkomstige toepassing. Bovenstaand artikel 13 lid 3 sub c is eveneens van toepassing.

  • 3. Het college kan nadere voorwaarden stellen aan het vaststellen van subsidies.

  • 4. Het college kan een format verplicht stellen voor het indienen van verzoek tot vaststelling van subsidies.

Artikel 13 Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 12 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het college het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2. Het college betaalt het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 14 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering

Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

    • a.

      het bepaalde in artikel 12, eerste lid onder b en c van toepassing is

    • b.

      de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden, of zal plaatsvinden;

    • c.

      het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieiningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 17 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel18 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffendem, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college

Artikel 19 Citeertitel; inwerkingtreding

1.De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2011.

2.De verordening treedt één dag na bekendmaking in werking onder gelijktijdige intrekking van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Delft 2001

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2011

mr.drs G.A.A. Verkerk,burgemeester.

R.H. van Luyk ,griffier.

Bekendgemaakt: 21 december 2011

Bijlage 'Voorzieningen'

In de Bijlage 'Voorzieningen' moet een gemeente aangegeven welke voorzieningen onder de werking van de verordening vallen. Per voorziening wordt een aparte bijlage opgenomen. In de bijlage bij de verordening worden per voorziening de volgende punten beschreven:

I Aanduiding van de voorziening

Hier dient te worden aangegeven welke voorziening kan worden aangevraagd.

II Indieningsdatum

Hier wordt de indieningsdatum voor de betreffende voorziening bepaald. Ook kan worden bepaald dat geen specifieke indieningsdatum, gezien de aard van de voorziening, is voorgeschreven. Dit laatste zal met name spelen bij voorzieningen die noodzakelijk zijn als gevolg van calamiteiten.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

De raad vult hier het tijdvak in waarvoor een voorziening wordt toegekend. Dit kan een schooljaar zijn (wat voor de meeste voorzieningen, gezien de koppeling met het onderwijsproces, aan de orde is), maar ook een kalenderjaar.

IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder IV (en vastgesteld door de raad), geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening.

IVa Schoolsoort

Hier dient te worden aangegeven voor welke schoolsoorten (basisonderwijs, [delen van het] [voortgezet] speciaal onderwijs en/of voortgezet onderwijs) de mogelijkheid om de voorziening aan te vragen, wordt geopend.

IVb Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

Hier dient te worden aangegeven door de raad of de voorziening kan worden aangevraagd voor een in de gemeente gelegen nevenvestiging van een hoofdvestiging die in een andere gemeente is gelegen.

IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

Indien relevant voor de voorziening dient hier te worden aangegeven van welke soort gebouwen de voorziening kan worden aangevraagd (dit kan zowel het hoofdgebouw, de dislocatie als de nevenvestiging zijn). IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening Hiermee wordt gedoeld op de overige inhoudelijke toekenningscriteria die zijn gerelateerd aan de voorziening.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

VI Subsidieplafond

VIa Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd

VIb Verdelingsregels

Artikel 1.

Prestatiesubsidie energiebesparing en binnenmilieu in scholen voor (speciaal) basisonderwijs en speciaal (voortgezet) onderwijs' (EBA voorzieningen).

I Aanduiding van de voorziening

Het bevoegd gezag van een school kan een aanvraag indienen voor één of meer van de volgende voorzieningen gericht op energiebesparing of verbetering van het binnenmilieu:

Verbetermaatregel

1

Vervangen van enkel glas door HR glas

2

Isoleren van plat dak

3

Isoleren van hellend dak

4

Vervangen van een conventionele Cv-ketel door HR-CV-ketel

5

Plaatsen van thermosstatische radiatorkranen

6

Plaatsen van een mechanisch lucht toe- en afvoersysteem met WTW

7

Plaatsen van een (wand) CO2 indicator

8

Plaatsen van buitenzonwering op zonbelaste gevels

9

Vervangen van conventionele TL’s door HF spiegelarmaturen

10

Aanbrengen van daglichtafhankelijke (dim) regeling

II Indieningdatum

De aanvraag dient te worden ingediend binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 140, vierde lid WPO en artikel 134, vierde lid WEC.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Deze bijlage is van toepassing voor de periode vanaf de bekendmaking van dit besluit.

IV Toekenningcriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

Voor alle voorzieningen gelden de volgende algemene toekenningcriteria:

1.De scholen c.q. gevraagde voorzieningen dienen te voldoen aan de randvoorwaarden die gesteld worden in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525.

2.De gevraagde voorzieningen moeten blijkens een als bijlage bij de aanvraag gevoegd Energie en Binnenmilieu Advies (EBA) dat voldoet aan de voorwaarden die daaraan gesteld zijn in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 nodig of wenselijk zijn.

3.Voor voorzieningen waarvoor in het bijgaande overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria” het schoolbestuur als co financier wordt aangewezen verklaart het schoolbestuur zich door indiening van de aanvraag ermee akkoord om de toegekende voorziening aan te vullen met 40 % van de in de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 genoemde normvergoedingen.

De voorziening op grond van de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 maakt deel uit van meerjarenafspraken in het kader van ‘energieke scholen’. De gemeente Delft en de schoolbesturen primair onderwijs hebben afspraken gemaakt voor aanpassingen van schoolgebouwen met betrekking tot binnenklimaat en energiebesparing op basis van cofinanciering.

  • -

    de schoolbesturen primair onderwijs committeren zich aan een gezamenlijke aanpak en financiering op basis van 50% schoolbesturen en 50% gemeente om de komende drie jaar (2010 t/m 2012) de noodzakelijk geachte maatregelen te treffen waarmee alle schoolgebouwen primair onderwijs in Delft binnen de normen worden gebracht.

  • -

    scholen maken gebruik van de rijksfinanciering welke recentelijk beschikbaar is gesteld.

  • -

    de uitvoering wordt middels het Onderwijs Huisvestingsprogramma geregeld

    IVa Schoolsoort

    De voorzieningen staan open voor scholen voor basisonderwijs en scholen en voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

    IVb Voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente

    Voor nevenvestigingen op het grondgebied van deze gemeente staat de voorziening open indien de hoofdvestiging van de school, gelegen in een andere gemeente, in die gemeente geen aanspraak kan maken op deze zelfde voorzieningen, onafhankelijk van de vraag of deze aanspraken ook daadwerkelijk worden gehonoreerd.

    IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging

    De voorziening staat uitsluitend open voor (delen van) hoofdgebouwen, dislocaties en nevenvestigingen met een permanente bouwaard, waarvan de opleveringsdatum is gelegen vóór 31 december 2003. De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging die niet is gelegen op het grondgebied van deze gemeente.

    IVd Overige voorwaarden op basis waarvan het schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

    -Voor de voorzieningen genoemd onder 1,2,3 en 5 geldt dat deze alleen worden toegekend als voor hetzelfde schoolgebouw de volgende respectievelijke huisvestingsvoorzieningen o.g.v. de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs zijn geplaatst op het programma 2009 of 2010. In geval van plaatsing op het programma 2009 moet het nog feitelijk mogelijk zijn om aan de criteria van de Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs 2009 van 11 september 2009, Staatscourant 13525 te voldoen.

    nr

    Aangevraagde voorziening

    Toegekende huisvestingsvoorziening

    1

    Vervangen van enkel glas door HR glas

    Vervangen buitenkozijnen

    2

    Isoleren van plat dak

    Vervangen dakbedekking

    3

    Isoleren van hellend dak

    Vervangen dakbedekking

    5

    Plaatsen van thermosstatische radiatorkranen

    Vervangen radiatoren

    • -

      door het indienen van een aanvraag verklaart het schoolbestuur de gevraagde eenheden van de gevraagde maatregelen daadwerkelijk te realiseren vóór 31 december 2010*, ongeacht de daadwerkelijke kosten van deze maatregelen.

    • -

      Door het indienen van de aanvraag verklaart het schoolbestuur alle inlichtingen te zullen verstrekken en in goed overleg met de gemeente alle handelingen te zullen verrichten die noodzakelijk zijn om realisatie op uiterlijk 31 december 2010* te bewerkstellingen.

    Andere eventuele specifieke voorwaarden per deelvoorziening staan vermeld in het bijgevoegde overzicht “aanvullende criteria, co financieringsbronnen, bekostigingsplafonds en prioriteitscriteria” .

    V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Zie IV ad. 3.

    VI Subsidieplafond

    OCW subsidie € 576.299,-- ; cofinanciering € 376.199,--

    Voor de verdelingsregels wordt verwezen naar IV ad. 3.

    Artikel 2.

    Prestatiesubsidie; vakleerkracht bewegingsonderwijs

    I Aanduiding van de voorziening

    Tegemoetkoming in de kosten van het aanstellen van een vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs. Looptijd Jeugdnota tot en met schooljaar 2011-2012.

    Op basis van het leerlingenaantal kan van rijkswege een beperkt aantal uren vakonderwijs worden gegeven. De gemeente Delft verstrekt een extra bijdrage op voorwaarde dat hiermee het aantal uren vakonderwijs (bewegingsonderwijs) minimaal verdubbeld wordt.

    II Indieningsdatum

    Jaarlijks voor 1 april.

    III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

    Per schooljaar.

    IV Toekenningscriteria

    Scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs

    V Wijze van toekenning

    Basisonderwijs: Tabel urentoekenning bewegingsonderwijs gerelateerd aan het aantal leerlingen per 1 oktober (T-1) + 3%, naar beneden afgerond.

    Aantal leerlingen

    Aantal uren (les- en niet les-gebonden)

    Voormalig rijksnorm

    Gemeente

    Totaal

    169 - 200

    5,5

    5,5

    11

    201 – 228

    6,0

    6,0

    12

    229 – 256

    6,5

    6,5

    13

    257 – 284

    7,0

    7,0

    14

    285 – 312

    7,5

    7,5

    15

    313 – 340

    8,0

    8,0

    16

    341 – 368

    8,5

    8,5

    17

    369 – 396

    9,0

    9,0

    18

    397 – 424

    9,5

    9,5

    19

    425 – 452

    10,0

    10,0

    20

    453 – 480

    10,5

    10,5

    21

    481 – 508

    11,0

    11,0

    22

    509 – 536

    11,5

    11,5

    23

    537 – 564

    12,0

    12,0

    24

    Speciaal basisonderwijs: voor de speciale scholen voor basisonderwijs geldt een norm van 5 minuten per leerling. Voor het speciaal basisonderwijs wordt het aantal leerlingen op de teldatum T-1 x 5 minuten gehanteerd.

    Aantal uren per school voor basisonderwijs dat voor bekostiging in aanmerking komt, wordt bepaald per school aan de hand van de tabel (zie toekenningscriteria). Voor het speciaal basisonderwijs wordt het aantal leerlingen op de teldatum T-1 x 5 minuten gehanteerd.

    Bekostigingsbedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de periode geldende lumpsumbedrag GPL leraar basisonderwijs.

    Overige voorwaarden:

    • ·

      Scholen en gemeente zetten in op vakonderwijs bewegingsonderwijs;

    • ·

      Het onderwijs wordt gegeven door een bevoegde ALO-vakleraar;

    • ·

      Scholen werken mee aan stages.

    VI Subsidieplafond

    n.v.t.

    Artikel 3.

    Prestatiesubsidie schoolwerkweken

    I Aanduiding van de voorziening

    Schoolwerkweken van de speciale scholen voor basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs in Delft.

    II Indieningsdatum

    Uiterlijk 2 maanden voor plaatsvinden schoolwerkweek.

    III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd

    Per schooljaar.

    IV Toekenningscriteria

    Aantal leerlingen dat aan een schoolwerkweek van minimaal drie dagen deelneemt.

    V Wijze van toekenning

    Subsidiebedrag per deelnemende leerling.

    VI Subsidieplafond

    Per deelnemende leerling € 18,09 (prijspeil 2009)

    Artikel 4.

    Prestatiesubsidie Veilige school voortgezet onderwijs

    I Aanduiding van de voorziening

    Project veilige school voortgezet onderwijs.

    II Indieningsdatum

    n.v.t.p.

    III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

    Per jaar

    IV Toekenningscriteria

    Bestemd voor de drie scholengemeenschappen voortgezet onderwijs in Delft. De drie scholengemeenschappen werken hierin samen met gemeente en politie aan projecten die op alle bedoelde scholengemeenschappen plaatsvinden. Thema’s worden door de scholen bepaald en als voorstellen ingediend bij de budgethouder van het gemeentelijk onderdeel Veiligheid. De projecten dragen bij aan verbetering van de sociale veiligheid op de scholen voor voortgezet onderwijs in Delft. Het beschikbare budget is naar evenredigheid voor de drie scholengemeenschappen beschikbaar.

    V Wijze van toekenning

    Vanuit de begroting van het gemeentelijk onderdeel Veiligheid is jaarlijks een bedrag beschikbaar van € 34.228,-- Ondersteuning vanuit OnderwijsAdvies wordt ook uit deze bijdrage betaald. De scholengemeenschappen dragen bij door middel van inzet van uren.

    VI Subsidieplafond

    € 34.228,--

    Artikel 5.

    Prestatiesubsidie Brede school Voortgezet onderwijs

    I Aanduiding van de voorziening

    Deze voorziening biedt scholen voor voortgezet onderwijs de mogelijkheid om in samenwerking met organisaties/bedrijven/intermediairs te komen tot een brede school programma rond de thema’s en rode draden uit de jeugdnota “De Delftse jeugd aan zet, nota jeugdbeleid Delft 2008-2011”.

    De programma’s dienen bij te dragen aan de doelstelling van het jeugdbeleid:

    Kinderen en jongeren in Delft zijn in staat zelf de wereld om hen heen te ontdekken, bewuste keuzes te maken, de verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en hun omgeving en een positieve bijdrage te leveren aan een leefbare, duurzame en sociale stad.

    II Indieningsdatum

    Aanvragen moeten voor aanvang van het kalenderjaar ingediend zijn. De aanvraag is bij voorkeur meerjarig.

    III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

    In de periode 2010-2013 vindt aanvullende subsidiëring plaats volgens het schema onder Toekenningscriteria 4.c. Het is de intentie om dit beleid voort te zetten en vanaf 2014 structureel tot een maximum van 35% van de kosten bij te dragen.

    IV Toekenningscriteria

    Criteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking kan komen voor een voorziening:

    • 1.

      De regeling is van toepassing op de schoolsoort: voortgezet onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs.

    • 2.

      De voorziening staat open voor betrokken vestigingen en afdelingen in de gemeente Delft.

    • 3.

      De voorziening moet aangevraagd worden per schoollocatie.

    • 4.

      Overige criteria:

    • a.

      De school heeft een visie op brede school vastgelegd

    • b.

      De school heeft een coördinator brede school.

    • c.

      De financiering vindt plaats op basis van cofinanciering volgens onderstaande tabel:

    Verdeling cofinanciering

    Gemeente

    School

    2010

    100%

    0%

    2011

    80%

    20%

    2012

    65%

    35%

    2013

    50%

    50%

    Indien in een later jaar dan 2010 wordt gestart met het brede school programma geldt de cofinanciering voor het desbetreffende jaar.

    • d.

      De school spreekt de intentie uit om na afloop van de subsidieperiode het brede schoolprogramma voort te zetten.

    • e.

      Het programma is aanvullend op en heeft een aantoonbare verbinding met het curriculum (samenhang met lesprogramma).

    • f.

      Het programma is een extra stimulans en impuls voor leerlingen vmbo (m.u.v. vmbo-t), lwoo, praktijkschool en speciaal voortgezet onderwijs.

    • g.

      Het programma is een stimulans voor ontwikkeling van naschoolse projecten gericht op het ontwikkelen van talenten, verbreden van interesses en de ontwikkeling van sociale vaardigheden.

    Specifieke aandachtsgebieden/thema’s worden jaarlijks (1 x p. jaar in april) in het rectorenoverleg vastgesteld.

Verdelingsregels

Voor de berekening van de maximale hoogte van de subsidie en de bijbehorende cofinanciering wordt uitgegaan van:

  • -

    Een basisbedrag van € 2.000,-.

  • -

    Voor het organiseren van aanbod, het leggen van contacten, bouwen van een netwerk en de coördinatie van activiteiten is organisatiekracht nodig. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een kleine locatie of een grote locatie.

  • -

    Het aantal leerlingen ingeschreven in de leerjaren 1,2 en 3 per schoollocatie (voor de periode 2010 – 2013 geldt de teldatum oktober 2008). Hierbij geldt voor leerlingen vmbo (m.u.v. vmbo-t), lwoo, praktijk en speciaal voortgezet onderwijs een wegingsfactor 2 en voor leerlingen VMBO-t/Havo/VWO een wegingsfactor 1.

Op het totale bedrag (vast + variabel) wordt de co-financieringsregel (zie toekenningscriterium 4.c.) toegepast.

De maximale subsidie is afhankelijk van de ingediende begroting, het subsidieplafond per school en de door de gemeenteraad vastgestelde begroting.

V Wijze van toekenning

Stap 1

De school dient een ingevuld format in waarin het volgende beschreven wordt:

  • ·

    de visie op brede school,

  • ·

    de doelgroep (leerjaar en aantal),

  • ·

    het hebben van een coördinator (+ aantal uren),

  • ·

    de (mogelijk) betrokken partijen en een beschrijving van de activiteit(en),

  • ·

    een planning en een begroting.

Stap 2

De gemeente Delft beoordeelt de aanvragen binnen 6 weken na ontvangst en stelt de school op de hoogte van het genomen besluit.

Stap 3

De school(locatie) dient jaarlijks een inhoudelijke tussenevaluatie in en een financieel verslag waarin inkomsten en uitgaven, volgens de ingediende begroting zichtbaar zijn. Binnen 3 maanden na afloop van de totale subsidieperiode dient de school(locatie) een eindverantwoording, inclusief financiële verantwoording en activiteitenverslag voorzien van een bestuursverklaring.

In de (tussen)evaluatie(s) wordt de nadruk gelegd op de kwaliteit en inhoud van het programma. De tussentijdse rapportages worden ook getoetst op bezettingsgraad.

VI Subsidieplafond

Het subsidieplafond is € 368.750,- voor de totale periode van 2010-2013.

Artikel 6.

Prestatiesubsidie. Projectfaciliteiten.

I Aanduiding van de voorziening

Personele faciliteiten voor de uitvoering van daartoe gedefinieerde projecten gedurende de looptijd van de Jeugdnota tot en met schooljaar 2011-2012.

II Indieningsdatum

1 april

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

Personele faciliteiten per schooljaar voor – eveneens per schooljaar - te bepalen onderwerpen tot en met het schooljaar 2011-2012.

IV Toekenningscriteria

De voorziening wordt per BRIN toegekend. Voor wijkgerichte onderwerpen - zoals buurt onderwijs sport (BOS) – kan de voorziening per locatie toegekend worden.

Aan toekenning van projectfaciliteiten is het volgende verbonden.

  • 1.

    de faciliteiten zijn uitsluitend bedoeld voor personele inzet op het daarbij genoemde projectonderwerp.

  • 2.

    in aanmerking komen projecten voor deelnemende scholen waarvoor geen toekenning in uren op een andere wijze bestaat;

  • 3.

    de projectfaciliteiten zijn bedoeld voor het basis- en – indien relevant – voor het speciaal basisonderwijs;

  • 4.

    de uren worden jaarlijks aan de besturen toegekend waarbij een doorloop voor het tweede jaar het uitgangspunt is, tenzij er sprake is van een projectduur van maximaal 1 jaar of er omstandigheden zijn die aanpassing nodig maken (dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als het project voortijdig beëindigd is, na tussentijdse bijstelling van het projectonderwerp of bij aanpassing van het subsidieplafond;

  • 5.

    de school participeert daadwerkelijk en levert de gevraagde bijdrage

  • 6.

    verantwoording over de inzet wordt desgevraagd afgelegd bij de onderscheiden beleidsonderwerpen;

  • 7.

    het schoolbestuur is geheel verantwoordelijk voor de eventuele formatieve en personele consequenties ten gevolge van de hier bedoelde projectfaciliteiten;

    V Wijze van toekenning

    Per onderwerp, per school(locatie), per schooljaar.

    VI Subsidieplafond

    € 89.712 vanaf 2010.

    Artikel 7.

    Prestatiesubsidie coördinator dagarrangementen.

    I Aanduiding van de voorziening

    In het kader van de Notitie “Impuls Dagarrangementen” wordt een subsidie per cluster (samenwerkingsverband tussen basisschool en opvangorganisatie) beschikbaar gesteld voor het opstarten dan wel doorontwikkelen van de dagarrangementen door het inzetten van een coördinator dagarrangementen. Onder een dagarrangement wordt verstaan:

    een samenhangend en doorlopend aanbod van opvang, onderwijs, overblijf, sport-, welzijns- en culturele activiteiten, dat nieuwe oplossingen biedt voor ouders om arbeid en zorg te combineren en bijdraagt aan de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen en waar kinderen en ouders op basis van behoefte en eigen keuze gebruik van kunnen maken”.

    Bestaande clusters worden uitgedaagd om doorontwikkeling van hun arrangement na te streven zodat er een daadwerkelijk geïntegreerd aanbod ontstaat van onderwijs, voor-tussen en naschoolse opvang, vrije tijd, ingebed in een gedeeld pedagogisch klimaat en inspelend op de specifieke behoeftes van kinderen en ouders. Nieuwe clusters worden door deze regeling aangemoedigd om op basis van een verdiepings- dan wel een verbredingsprofiel aan te haken. De samenwerking in het dagarrangement kan doorontwikkeld worden in de diepte (intensievere samenwerking) en/of in de breedte (meer activiteiten aanbod) voor beide zijn 2 ambitieniveaus.

    II Indieningdatum

    De subsidie coördinator dagarrangement is bedoeld voor clusters. Per school kan éénmaal een aanvraag ingediend worden. De datum van eerste indiening was 17 oktober 2009. De aanvraag wordt door het bestuur van de desbetreffende school ingediend. III Tijdvak waarvoor de subsidie wordt toegekend

    De subsidieregeling geldt voor 4 jaar, startend op 1 januari 2010. Na twee jaar wordt geëvalueerd of de inspanningen tot de in het plan van aanpak geformuleerde resultaten hebben geleid.

    • ·

      Indien na 2 jaar nog geen overtuigend beeld bestaat van de resultaten en inspanningen, vindt een gesprek plaats en kan de gemeente besluiten de subsidierelatie te beëindigen.

    • ·

      Indien na 2 jaar het geambieerde niveau al bereikt is, kan een aanvullende aanvraag gedaan worden om een volgende sprong te maken.

    • ·

      Clusters die later instappen worden gefinancierd volgens het geldende percentage van cofinanciering voor dat jaar, de looptijd wordt dan verkort.

    IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor subsidie

    Er wordt uitgegaan van de bestaande situatie van het cluster. Per cluster kan maximaal één stap in de verdieping en één stap in de verbreding aangevraagd worden. Het cluster maakt bij de aanvraag gebruik van het voorgeschreven format.

    De aanvraag bevat een plan van aanpak met:

    Beschrijving van de ambitie over 4 jaar.

    Uitgewerkt activiteiten-stappenplan voor 2 jaar.

    Vooruitblik op de verankering in de eigen organisatie tijdens en na de 4 jaar ( inhoudelijk, organisatorisch en financieel).

    Een reëel ambitieniveau t.o.v. bestaande situatie in het cluster.

    Visie op relatie met andere coördinatietaken (b.v. techniek ICC-er) Bundeling van taken in één functie heeft de voorkeur.

    Inbedding van de makelaar bredeschool in de overlegstructuur.

    Alleen OAB scholen komen in aanmerking voor de brede school plusaanpak.

    Verantwoording:Na 2 jaar inhoudelijke en financiële evaluatie.

    Jaarlijkse deelname aan de monitor.

    V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Afhankelijk van de mate van groei in de diepte of breedte worden coördinatie-uren gesubsidieerd.

    Groei in de breedte :

    Middel: 2 coördinatie uren p/w € 3000,-

    Hoog: 4 coördinatie uren p/w € 6000.-

    Groei in de diepte :

    Middel: 4 coördinatie uren p/w € 6000,-

    Hoog: 6 coördinatie uren p/w € 9000,-

    Specifieke vormen “bonus”

    Joint venture samenwerking € 2000,- ( 1.3 uur per week)

    Bioritmeschool € 2000,- ( 1.3 uur per week)

    Er is sprake van cofinanciering door de clusters, waarbij een afbouwconstructie van toepassing is. Hierna wordt uitgegaan van inbedding in de eigen financiële organisatie.

    1e jaar 90% subsidie – 10 % eigen investering

    2e jaar 75% subsidie – 25 % eigen investering

    3e jaar 50% subsidie – 50 % eigen investering

    4e jaar 25% subsidie – 75 % eigen investering

    Mochten de aanvragen de middelen overstijgen dan heeft de gemeente het recht om de toekenning voor bepaalde ambitie niveaus te limiteren.

    VI Subsidieplafond

    Het subsidieplafond van de regeling bedraagt in € 600.000 over 4 jaarschijven. Afhankelijk van de mate van groei in de diepte of breedte worden coördinatie-uren gesubsidieerd.

    Artikel 8.

    Prestatiesubsidie brede school-plusactiviteiten

    I Aanduiding van de voorziening

    De brede school-plusactiviteiten zijn specifiek gericht op achterstandsleerlingen basisonderwijs die een extra stimulans kunnen gebruiken op het gebied van informeel leren/talentontwikkeling in de naschoolse tijd. In de subsidie dagarrangementen zijn uren opgenomen voor het opzetten en coördineren van een plusprofiellijn door de coördinator dagarrangementen. Met deze voorziening kunnen activiteiten bekostigd worden die invulling geven aan het plusprofiel. De inhoud van de activiteiten ligt in het verlengde van binnenschoolse thema’s en geeft daar een vervolg aan in naschoolse setting.

    II Indieningsdatum

    Een aanvraag voor deze subsidie kon ingediend worden tot 1 oktober 2011.

    III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

    Voor de schooljaren 2011-2012 en 2012-2013

    IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

    Criteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking kan komen voor een voorziening:

    • a.

      De regeling is van toepassing op de OAB basisscholen in Delft;

    • b.

      De voorzieningen moeten worden aangevraagd per schoollocatie;

    • c.

      De school beschikt over een plan van aanpak dagarrangementen waar het plusprofiel deel van uitmaakt en/of een onderwijsachterstandenplan;

    • d.

      Scholen met een dagarrangement bedden de activiteiten in in het plusprofiel;

    • e.

      de activiteiten hebben een verbinding met binnenschoolse thema’s en geven hier in informele setting een vervolg aan;

    • f.

      in aanmerking komen activiteiten waarvoor geen toekenning op een andere wijze bestaat;

    • g.

      de school maakt afspraken over kosten, kwaliteit, doel en resultaten met de aanbieder van de activiteit;

    V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    De school maakt een activiteitenplan voor schooljaar 2011-2012, met begroting.

    Hieruit blijkt ook hoe invulling is gegeven aan de volgende aspecten:

    • -

      beoogde doelen en resultaten van de activiteiten

    • -

      inbedding in plusprofiel dagarrangement (indien van toepassing)

    • -

      relatie binnenschoolse thema’s/leerdoelen

    • -

      keuze activiteitenaanbieder(s)/samenwerkingspartners (indien al bekend)

    Er vindt verantwoording plaats achteraf; dit hoeft niet afzonderlijk, maar kan meegenomen worden in de verantwoording van de dagarrangementensubsidie (bij scholen zonder dagarrangement is de verantwoording OAB).

    VI Subsidieplafond

    Voor deze voorziening is jaarlijks een bedrag van totaal maximaal € 32.000 beschikbaar. De maximale subsidie per school is € 8000,= per jaar

    Artikel 9.

    Prestatiesubsidie afstemming en versterking van het onderwijszorgbeleid van de samenwerkingsverbanden

    I Aanduiding van de voorziening

    Afstemming en versterking van het onderwijszorgbeleid van de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en de gemeente.

    Looptijd Jeugdnota tot en met schooljaar 2011-2012.

    II Indieningsdatum

    Geen specifieke indieningsdatum.

    III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend

    Per schooljaar.

    IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

    Daar waar het gemeentelijk beleid en het zorgbeleid van de samenwerkingsverbanden primair onderwijs op elkaar kunnen worden afgestemd en versterkt, kan een subsidie van gemeentekant worden verleend. Deze subsidie kan incidenteel in de vorm van een aanjaagsubsidie worden toegekend (zoals bijvoorbeeld bij de aanschaf van een leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling), dan wel voor één of meer schooljaren (zoals bijvoorbeeld voor het initiatief van de Delftse Kennisklas).

    De voorziening is beschikbaar voor activiteiten in of ten behoeve van het Delftse (speciaal) basisonderwijs en wordt ingediend door één van de samenwerkingsverbanden p.o. De gemeente stelt maximaal 1/3 van de totale kosten beschikbaar.

    V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

    Stap1

    Het Delfts zorgplatform legt een onderbouwde subsidie-aanvraag voor aan de bestuurlijke werkgroep Delfts zorgplatform. Hieruit blijkt duidelijk

    • -

      op welke manier de activiteit bijdraagt aan zowel het beleid van de samenwerkingsverbanden als van de gemeente

    • -

      of het om een aanjaagsubsidie dan wel een meerjarige subsidie gaat

    • -

      welk samenwerkingsverband de aanvraag indient

    • -

      wat de totaalkosten van de activiteit zijn en hoe daarvoor dekking wordt gezocht en gevonden

    Stap 2

    De bestuurlijke werkgroep Delfts Zorgplatform beslist of de aanvraag wordt doorgestuurd naar het organisatieonderdeel Jeugd en Onderwijs van de gemeente Delft. Zij neemt daarbij in overweging of de activiteit prioriteit heeft binnen het beschikbare budget (zie bij IV)

    Stap 3

    Het organisatie onderdeel Jeugd en Onderwijs van de gemeente Delft beslist op de aanvraag en bepaalt welke verantwoording gevraagd wordt.

    Stap 4

    De aanvrager ontvangt een beschikking van of namens het college van burgemeester en wethouders

    Stap 5

    De aanvrager zorgt voor de gevraagde verantwoording.

    VI Subsidieplafond

    Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd.

    Conform de nota De Delftse Jeugd aan Zet is maximaal € 24.102,-- op jaarbasis beschikbaar.

    Artikel 10.

    Incidentele subsidie school- & buurtproject:

    I Aanduiding van de voorziening

    Incidentele subsidie.

    School- & buurtproject: betrekken buurtbewoners bij de school.

    Toelichting

    Deze incidentele subsidie is bedoeld voor projecten door middel waarvan buurtbewoners duurzaam en actief betrokken worden bij de school of, via samenwerking met de school, bij het opvoed- en opgroeiklimaat van de buurt.

    Achtergrond

    Deze specifieke subsidie komt voort uit het meerjarenbeleidsplan WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en sluit aan bij het prestatieveld “Preventieve ondersteuning bij opgroeien en opvoeden”. De WMO stimuleert actieve participatie van alle burgers in de samenleving: jong en oud, mensen met en zonder beperking. Het voorstel voor deze subsidie komt voort uit de WMO-werkteams: mensen uit de stad die projectvoorstellen hebben gedaan. In bijlage staat een toelichting op de totstandkoming en enkele voorbeelden van in aanmerking komende projecten.

    Doelen

    De subsidie draagt bij aan de volgende doelen:

    • ·

      Bewoners met elkaar in contact brengen (oud en jong)

    • ·

      Contact tussen bewoners versterken (oud en jong)

    • ·

      Buurtbewoners actief betrekken bij schoolactiviteiten

    • ·

      Goede pedagogische infrastructuur op buurt- of wijkniveau.

    Beoogd duurzaam effect

    De subsidie is bedoeld als impuls voor een duurzame actieve betrokkenheid van de buurt bij de school. Er wordt ingezet op duurzaamheid op 2 niveaus:

    • 1.

      in het project en de betrokken partijen

    • 2.

      breder: door het delen van ervaringen kunnen andere scholen en buurtorganisaties geënthousiasmeerd worden vergelijkbare initiatieven te ontplooien.Om dit laatste te bereiken zal de gemeente zorgen dat de ervaringen en resultaten overdraagbaar worden aan derden, bv. in de vorm van een video of folder. Deelname aan de subsidie impliceert dat de betrokken partijen hieraan hun medewerking verlenen.

    II Indieningsdatum

    De subsidie-aanvraag diende uiterlijk 30 november 2010 ontvangen te zijn door de gemeente Delft.

    III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend

    Toekenning voor de projectperiode tot december 2011, toekenning uiterlijk 23 december 2010, op basis van een subsidieaanvraag en projectplan.

    IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

    • -

      De subsidie is bestemd voor scholen in het Primair onderwijs

    • -

      De aanvraag dient een activiteitenplan/projectplan bij te voegen, waarin ten minste de volgende onderwerpen zijn opgenomen:

    • ·

      Beschrijving van project en de bijbehorende activiteiten

    • ·

      Doel en doelgroepbepaling

    • ·

      Benoemen van de betrokkenen (die medewerking toegezegd hebben)

    • ·

      Begroting + gevraagd subsidiebedrag (max. € 2500,=)

    • ·

      Periode waarover de subsidie wordt aangevraagd

    • ·

      Resultaatverwachting en duurzaam effect (beschrijving hoe het project bijdraagt aan actieve betrokkenheid van buurtbewoners bij school en/of opvoedklimaat in de buurt/wijk).

    Indien de subsidie bijdraagt aan een reguliere activiteit van de school, zal uit het projectvoorstel moeten blijken dat het gaat om een extra impuls/intensivering hiervan.

    • -

      Het schoolbestuur dient een inhoudelijke en financiële verantwoording in over de uitgevoerde activiteiten van het jaarplan vóór 31 december 2011.

    • -

      Uit de aanvraag blijkt dat partijen hun medewerking zullen verlenen aan het verspreiden van de ervaringen aan derden. Concreet betekent dit: medewerking verlenen aan een video of folder, te produceren door de gemeente.

    • -

      Indien het aantal aanvragen het maximale totale subsidiebedrag overstijgt, wordt bij de toekenning rekening gehouden met de volgende factoren:

    • ·

      De mate waarin een duurzaam effect verwacht kan worden;

    • ·

      De volgorde van binnenkomst van de aanvragen;

    • ·

      het profiel van de school: scholen die actief en aantoonbaar in hun beleid invulling geven aan een buurtprofiel krijgen, bij gelijke geschiktheid, voorrang bij de beoordeling.

    V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

De maximale subsidie per project is € 2500,=.

VI Subsidieplafond

Het totale subsidiebudget is € 12.500,=

BIJLAGE:

Bovengenoemde subsidie is de uitwerking van het projectvoorstel van het WMO-werkteam “opgroeien doe je niet alleen”. Suggesties voor de invulling en aanpak van het project zijn te vinden in het projectvoorstel (zie bijlage). Hierin is ook meer te vinden over de achterliggende gedachte. De subsidie is nadrukkelijk bestemd voor alle scholen in Delft; met inachtneming van de toekenningscriteria onder IV.

Artikel 11.

Prestatiesubsidie huisbezoeken

I Aanduiding van de voorziening Invoering van Huisbezoeken als instrument voor het primair onderwijs om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen en als signalering van mogelijke bedreigde opvoeding en ontwikkeling. II Indieningsdatum Voorafgaand aan een schooljaar kunnen aanvragen door scholen worden ingediend, uiterlijk 1 juni. III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend Toekenning voor de projectperiode tot augustus 2012, waarbij toekenning per schooljaar op basis van jaarplan. IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening Deelnemende scholen dienen een projectplan dat bestaat uit:

  • ·

    een beschrijving van de activiteiten

  • ·

    doelgroep

  • ·

    organisatorische inbedding

  • ·

    planning over schooljaar

  • ·

    scholing en/of deskundigheidsbevordering personeel

  • ·

    inzet personeel en begroting.

Het schoolbestuur dient een inhoudelijke en financiële verantwoording in over de uitgevoerde activiteiten van het jaarplan vòòr 1 november.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid

Stap 1

Een school dient een projectplan in met bovenstaande onderdelen

Stap 2

J&O beoordeelt de projectaanvraag op de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Huisbezoeken vinden plaats op de bekende schakelmomenten 3, 6, 9, 12 (en 15) jaar;

  • 2.

    De regeling huisbezoeken wordt gefaseerd ingevoerd en is in eerste instantie bedoeld voor onderinstromers, zij-instromers en ‘risicokinderen’ bij de overgang van groep 6 naar groep 7;

  • 3.

    Het huisbezoek wordt afgelegd door een professional van de school (leerkracht of intern begeleider);

  • 4.

    Als gevolg van huisbezoeken kunnen instrumenten worden ingezet: huiswerkbegeleiding, mentorproject, plusaanpak brede school;

  • 5.

    Daar waar het risicokinderen betreft wordt nauw samengewerkt met het CJG;

  • 6.

    Daar waar vanuit meerdere instanties huisbezoeken worden afgelegd vindt afstemming plaats.

Stap 3:

J&O verzorgt de beschikking aan het schoolbestuur/school.

VI Subsidieplafond

Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerdvan € 100.000 totaal; per school wordt een maximum van € 10.000 gehanteerd.

Artikel 12.

Prestatiesubsidie beroepsonderwijscarrousel

I Aanduiding van de voorziening

Beroepsonderwijscarrousel

II Indieningsdatum;

1 augustus 2011

III Tijdvak

Tot 1 augustus 2012

IV Toekenningscriteria

IVa Schoolsoort ;

De VMBO beroeps- en kadergerichte opleidingen die binnen de gemeente Delft gevestigd zijn.

Alle basisscholen gevestigd in Delft.

Ivb Overige criteria

Een VMBO kader/beroepsgerichte opleiding die groepen 8 uit het basisonderwijs ontvangt uit Delft en Den Hoorn; verzorgen van een programma gericht op positieve beeldvorming over het VMBO kader/beroepsgericht onderwijs.

Ieder VMBO-lokatie verzorgt daarbij een sector ; 1. techniek, 2. zorg en welzijn, 3. handel en administratie.

V Wijze van toekenning

VI Subsidieplafond

Totaalbedrag voor deze voorziening is € 10.500,- per schooljaar.

Va Verdelingsregels

Jaarlijks maximaal € 3.500,-- voor iedere vmbo-kader/beroepsgerichte opleiding in Delft.

Artikel 13.

Prestatiesubsidie zomerschool I.

I Aanduiding van de voorziening Het betreft hier een samenwerkingsverband tussen de Delftse basisscholen en 1 school voor voortgezet onderwijs in het project Zomerschool. De subsidie wordt vanuit het ministerie OCW toegekend. De gemeente neemt op basis van cofinanciering deel aan het project.

II Indieningsdatum Jaarlijks voor september.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend Tot en met het schooljaar 2012/2013 IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

De voorziening is beschikbaar voor alle Delftse scholen, te weten basisonderwijs en voortgezet onderwijs. In totaal nemen nu 12 scholen deel aan het project, waarvan 1 school voor voortgezet onderwijs. Scholen die dit jaar zijn ingestapt zijn deelnemer aan het project. Dit jaar (2011) zijn 8 scholen (primair onderwijs) ingestapt. Scholen die dit jaar niet zijn ingestapt, kunnen niet meer meedoen.

V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid Scholen kunnen participeren in het project Zomerschool. Toekenning aan individuele scholen is niet van toepassing. Scholen nemen deel aan het project.

Daarnaast zijn scholen verantwoordelijk voor de werving en communicatie richting leerlingen en ouders. Eén van de schoolbesturen is kassierschool en ontvangt de subsidiebedragen.

Artikel 14.

Voorzieningen in natura.

Een aantal voorzieningen wordt 'in natura' beschikbaar gesteld:

1.Natuur- en milieueducatie

In aansluiting op de kerndoelen voor milieu- en natuuronderwijs kunnen de leerlingen van een school voor primair onderwijs kennismaken met verschillende natuur- en milieuthema’s. Voor het voortgezet onderwijs is er een aantal jaarlijks teugkerende activiteiten mogelijk in de vorm van proces- en lesondersteuning, deskundig advies en een ruim assortiment uitleenmateriaal. De scholen verlenen medewerking aan rapportages en evaluaties.

2.Kunst en cultuureducatie

Centrale doelstelling van CKE is het zodanig verankeren van cultuur in het onderwijs dat leerlingen in een doorgaande leerlijn vanaf de basisschool tot en met het voortgezet onderwijs kennis op doen van cultuur (kunst en erfgoed). De scholen verlenen medewerking aan rapportages en evaluaties.

3.Schoolzwemmen inclusief noodzakelijk busvervoer basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad

Doelstellingen van schoolzwemmen zijn bevorderen van veiligheid en kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs.

Het basisonderwijs zwemt regulier 1 jaar met groep 4. Daarna staat het vangnet open tot het behalen van diploma A.

Het speciaal basisonderwijs zwemt met alle kinderen vanaf 6 jaar. 

So/Vso zmlk Herman Broeren zwemt met alle leerlingen vanaf 6 jaar.

De Maurice Maeterlinck So/Vso lg-mg-lz leerlingen neemt niet aan het schoolzwemmen deel. Deze school heeft een eigen voorziening.

De scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs wordt de door hen ontvangen component in de rijksbijdrage voor het schoolzwemmen in rekening gebracht. Voor het regulier basisonderwijs is deze vergoeding en declaratie niet van toepassing.

In principe wordt naar het zwembad gelopen. Busvervoer wordt aangeboden als de afstand tussen school en zwembad (volgens een verkeersveilige route) te groot is.

De scholen werken mee aan het tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens voor de organisatie van een volgend schooljaar en aan de jaarlijkse evaluatie van de werking van het protocol schoolzwemmen.

4.Brede school primair onderwijs

In wijkverband kan door scholen invulling gegeven worden aan een brede schoolprogramma, uitgevoerd door partijen uit sport, cultuur, techniek, natuur&milieu, etc. de activiteiten worden gefinancierd vanuit de gemeente. Inschrijving en toewijzing gebeurt centraal. Afspraken over het aanbod worden per wijk gemaakt; e.e.a wordt gefaciliteerd door de brede schoolmakelaar. De onderwijsachterstandscholen kunnen in overleg met de brede schoolmakelaar op maat extra activiteiten realiseren voor kinderen met een specifieke behoefte.

5.Logopedie en schoolmaatschappelijk werk

De centrale doelstelling van de schoollogopedie is het vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen van 5 jaar op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Concreet gaat het hier om het screenen van alle 5-jarigen (groep 2). De logopedische screening wordt aangevuld met de producten ‘diagnose op verzoek’ en ‘kortdurende begeleiding’.

De inzet van het schoolmaatschappelijk werk is erop gericht de schoolloopbaan en de ontwikkeling van leerlingen in de schoolleeftijd zo goed mogelijk te laten verlopen. Daar waar zich sociaal-emotionele problemen voordoen, waardoor het kind belemmerd wordt in zijn schoolloopbaan en ontwikkeling, biedt de schoolmaatschappelijk werkster vroegtijdige hulp of consultatie.

6.hulp bij het vinden van huisvesting voor nieuw aan te trekken leraren/docenten in structurele vacatures

Voor nieuw aangesteld onderwijspersoneel kan onder specifieke condities beperkt hulp bij voorrang voor huisvesting worden geboden volgens afspraken tussen B&W en de woningbouwverenigingen.

7.Techniekeducatie

In aansluiting op de kerndoelen voor techniekonderwijs kunnen de leerlingen van een school uit het basis- en voortgezet onderwijs kennismaken met verschillende wetenschap en techniek thema’s en activiteiten die aangeboden en uitgevoerd worden door het Science Center Delft.

8.Combinatiefuncties

Samenwerkingsverbanden van scholen (PO en VO) en sportverenigingen die samen meer beweeg- of cultuuractiviteiten in en om school gaan realiseren, komen in aanmerking voor inzet van een combinatiefunctie onderwijs-sport (totaal 10,2 fte) of onderwijs-cultuur (totaal 0,7 fte). Het formeel werkgeverschap ligt bij Sport & Evenementen Haaglanden; deze organisatie leent om niet de functionarissen uit aan de kernpartner in het samenwerkingsverband. De subsidie-aanvraag voor combinatiefuncties gebeurt door SEH, op basis van input van de deelnemende scholen en sportverenigingen.

9.Maatschappelijke stages

De makelaar Maatschappelijke stage (MaS) bemiddelt tussen het onderwijs, leerlingen en vrijwilligersorganisaties door hen te ondersteunen bij de invoering van de MaS binnen het Voortgezet onderwijs. Het is de taak van de makelaar om de verschillende belangen van de betrokken partijen op elkaar af te stemmen en de stedelijke voorwaarden te scheppen voor een succesvolle implementatie van de maatschappelijke stage. Het onderwijs levert een bijdrage door informatie en ervaringen te delen in een stedelijk samenwerkingsverband.

10.Zomerschool II

Doelstelling van de zomerschool is het versterken van ontwikkelingskansen van kinderen.. Tijdens de zomerschool wordt gewerkt aan vaardigheden op het gebied van taalbeheersing, sociale vaardigheden, sport en cultuur. Leerlingen van onderwijsachterstanden scholen kunnen deelnemen aan de zomerschool.

11.Schoolverkeersexamen

Scholen worden in staat gesteld met leerlingen van groep 7 van het basisonderwijs deel te nemen aan het schoolverkeersexamen.