Verordening burger- en cliëntparticipatie sociaal domein Delft

Geldend van 23-05-2016 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 16-05-2016

Intitulé

Verordening burger- en cliëntparticipatie sociaal domein Delft

De raad van de gemeente Delft;

Gelezen het voorstel van het college van 9 februari 2016;

Gelet op:

  • ·

    artikel 149 van de gemeentewet,

  • ·

    artikel 2.1.3. lid 3 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna WMO),

  • ·

    artikel 2.10 Jeugdwet en

  • ·

    artikel 47 Participatiewet

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende verordening burger- en cliëntparticipatie sociaal domein Delft.

Deze verordening regelt het instellen, in stand houden en het functioneren van een Adviesraad Sociaal Domein in Delft als wijze waarop het proces van burger- en cliëntenparticipatie op het sociaal domein wordt ingericht.

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft.

  • b.Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Delft.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Jeugdwet en WMO.

Artikel 2. Doelstelling

De burger- en cliëntenparticipatie heeft als doel inwoners te betrekken bij de beleidsvorming binnen het sociaal domein, de kwaliteit van het beleid te verhogen en het draagvlak te versterken.

Artikel 3. Adviesraad Sociaal Domein

  • 1. De Adviesraad Sociaal Domein Delft (verder te noemen Adviesraad) is een onafhankelijk adviesorgaan van het college, dat gevraagd en ongevraagd en bij voorkeur samenhangend en integraal advies uitbrengt op het terrein van het sociaal domein, ofwel de lokale invulling van de WMO, Jeugdwet en Participatiewet. De Adviesraad bestaat uit personen die adviseren vanuit de belangen en ervaringen vanuit de inwoners en de verschillende doelgroepen.

  • 2. Door vaststelling van deze verordening heeft de Gemeenteraad de Adviesraad ingesteld. Het College is verantwoordelijk voor de benoeming en het ontslag van de leden.

Artikel 4. Taak

  • 1. De Adviesraad heeft tot taak het College gevraagd en ongevraagd (en bij voorkeur integraal) te informeren en te adviseren over het beleid op het sociaal domein. De Adviesraad heeft betrekking op (voorstellen tot) gemeentelijke regelgeving, beleid, plannen en de uitvoering daarvan. Hiermee oefent de Adviesraad door middel van burger- en cliëntenparticipatie wettelijk verplicht en onverplicht invloed uit op het beleid en de uitvoering ervan.

  • 2. De Adviesraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen het sociaal domein en verzamelt op een actieve wijze zoveel mogelijk relevante informatie om de genoemde adviesfunctie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren.

  • 3. In het kader van haar adviesfunctie onderhouden de leden van de Adviesraad een actieve relatie met diverse organisaties en doelgroepen (met name ook met kwetsbare inwoners).

  • 4. De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaarschriften en andere zaken voor zover die op individuele burgers betrekking hebben, behalve wanneer deze, onderbouwd, een algemeen signaal representeren.

  • 5. Indien een beleidsonderwerp op regionale schaal wordt aangepakt, stemt de Adviesraad af met de andere lokale adviesraden in de regio. Indien op een onderwerp een formeel regionaal adviesorgaan is ingesteld, vindt eveneens afstemming plaats en valt dit onderwerp primair onder de adviesbevoegdheid van dit regionale adviesorgaan.

Artikel 5. Samenstelling Adviesraad

  • 1. De Adviesraad bestaat uit minimaal 11 en maximaal 23 leden en één in functie benoemde onafhankelijk voorzitter.

  • 2. De Adviesraad heeft een dagelijks bestuur, dit wordt gevormd door een onafhankelijke voorzitter en bestaat uit maximaal 5 personen

  • 3. Minimaal 75% van de leden is inwoner van de gemeente Delft, alle leden beschikken over aantoonbare betrokkenheid bij het sociaal domein in Delft. Zij dienen te voldoen aan een vooraf vastgesteld (functie)profiel.

  • 4. De Adviesraad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld op basis van de kennis die het sociaal domein vraagt. Leden moeten affiniteit hebben met één of meer specifieke doelgroepen en/of beleidsterreinen op het gebied van het sociaal domein.

  • 5. Adviezen kunnen worden voorbereid in subgroepen (al dan niet structureel georganiseerd), bestaande uit leden van de Adviesraad. Deze kunnen incidenteel worden aangevuld met derden. In deze groepen kunnen onderwerpen ook in samenhang worden besproken.

  • 6. Leden nemen zitting in de Adviesraad op persoonlijke titel en niet als vertegenwoordiger van een organisatie.

  • 7. Het lidmaatschap van de Adviesraad is onverenigbaar met:

    • a)

      het lidmaatschap van de Gemeenteraad;

    • b)

      het verrichten van activiteiten voor politieke fracties binnen de gemeente Delft;

    • c)

      een aanstelling bij de gemeente Delft;

  • 8. Personen die werkzaam zijn bij een organisatie die professionele activiteiten uitvoert op het sociaal domein kunnen, afhankelijk van de functie die zij daar bekleden, uitgesloten worden als lid of voorzitter van de Adviesraad.

Artikel 6. Benoeming

  • 1. Werving van kandidaat-leden vindt plaats door de Adviesraad.

  • 2. De leden van de Adviesraad en de voorzitter worden na een sollicitatieprocedure en op voordracht van de Adviesraad benoemd door het College.

    Het dagelijks bestuur van de Adviesraad motiveert de voordracht van kandidaat-leden aan het College.

  • 3. Wanneer het College besluit de benoeming van het voorgedragen lid van de Adviesraad niet over te nemen, zal zij dit schriftelijk motiveren aan het dagelijks bestuur van de Adviesraad.

  • 4. Leden kunnen op twee momenten per jaar benoemd worden, op 1 januari en op 1 juli van elk kalenderjaar, tenzij er sprake is van een tussentijds opengevallen plaats. In dit geval wordt het kandidaat-lid door het College benoemd met ingang van de eerst mogelijke datum.

  • 5. De zittingsduur van de leden bedraagt 4 jaar. Een lid kan slechts één keer worden herbenoemd voor een periode van 4 jaar.

  • 6. In het huishoudelijk reglement wordt een rooster van aftreden opgenomen.

Artikel 7 Aftreden

  • 1. Het lidmaatschap van de Adviesraad eindigt:

    • a.

      eigen verzoek;

    • b.

      bij overlijden;

    • c.

      na het verstrijken van de zittingsduur behoudens herbenoeming;

    • d.

      Indien het lidmaatschap onverenigbaar is geworden op grond van artikel 5 lid 7 en lid 8 van deze verordening;

    • e.

      na een ontslagbesluit van het College, zulks op voordracht van de Adviesraad.

  • 2. Een lid van de Adviesraad kan zijn lidmaatschap tussentijds, middels een schriftelijke kennisgeving aan het College, beëindigen met een opzegtermijn van twee maanden.

  • 3. De Adviesraad draagt zorg voor een rooster van aftreden. Dit rooster is zodanig dat er voldoende basiskennis geborgd blijft om de continuïteit van het functioneren van de Adviesraad te waarborgen.

  • 4. De Adviesraad draagt een kandidaat voor een tussentijds opengevallen plaats uiterlijk een maand voor de beoogde benoemingsdatum aan het College voor.

Artikel 8. Reglement Adviesraad Sociaal Domein

  • 1. Kernwaarden voor het functioneren van de Adviesraad zijn:

    • a)

      Representativiteit (weten wat er leeft in de stad in alle geledingen en hiertoe actief het oor te luister leggen)

    • b)

      Kwaliteit (waar nodig en mogelijk worden keuzes gemaakt in de workload en wordt externe deskundigheid ingezet)

    • c)

      Synergie (effectieve en efficiënte samenwerking tussen de geledingen binnen de Adviesraad)

    • d)

      Onafhankelijkheid (om de onafhankelijkheid in de praktijk waar te maken komen adviezen zorgvuldig tot stand en is de Adviesraad transparant in de omgang met belanghebbenden).

  • 2. De inrichting en werkwijze van de Adviesraad ondersteunen de kernwaarden. De Adviesraad stelt een reglement vast waarin het praktisch functioneren wordt geregeld. Tevens wordt daarin geregeld hoe de integriteit binnen de Adviesraad wordt bevorderd en de wijze waarop belangenverstrengeling wordt tegengegaan.

  • 3. Het huishoudelijk reglement wordt binnen acht maanden na installatie van de Adviesraad ter goedkeuring voorgelegd aan het College.

Artikel 9. Brede participatie

  • 1. De Adviesraad onderhoudt een levendig netwerk van informele en formele maatschappelijke organisaties, belanghebbenden, hun vertegenwoordigers en van burgers met relevante kennis, kunde en ervaring op thema's binnen het sociaal domein. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande platforms, vindplaatsen, etc. Vanuit dit netwerk wordt actief kennis, ervaring en kunde betrokken bij de opstelling van adviezen of andere, afgebakende, activiteiten.

  • 2. De Adviesraad doet dit onder meer door:

    • a)

      actief de inbreng van belanghebbenden te organiseren, bijvoorbeeld via tijdelijke werkgroepen;

    • b)

      deelname aan bijeenkomsten die georganiseerd worden door maatschappelijke organisaties en belanghebbenden;

    • c)

      organiseren van bijeenkomsten of andere vormen van raadpleging van organisaties, belanghebbenden en burgers.

  • 3. Ook jongeren worden actief betrokken bij de activiteiten van de Adviesraad, en hebben zo mogelijk ook zitting in de Adviesraad.

  • 4. De Adviesraad maakt in haar advies duidelijk hoe zij het netwerk heeft geraadpleegd.

Artikel 10. Samenwerking Adviesraad en gemeentebestuur

  • 1. De Adviesraad geeft het college gevraagd en ongevraagd advies.

  • 2. De Adviesraad wordt door het College tijdig voorzien van alle benodigde gemeentelijke informatie die nodig is voor haar functioneren en wordt in een vroegtijdig stadium betrokken bij de ontwikkeling van beleid.

  • 3. De Adviesraad gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie. Indien het College de Adviesraad informatie verstrekt die vertrouwelijk is dan zal het College dit expliciet en gemotiveerd vermelden. De vertegenwoordigers van de Adviesraad garanderen dan een strikt vertrouwelijke behandeling. De vertrouwelijke omgang met informatie strekt zich ook uit tot derden die worden geconsulteerd en tot voormalig leden van de Adviesraad. Vertegenwoordigers van de gemeente gaan eveneens zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie die door de Adviesraad wordt verstrekt.

  • 4. Het College kan onderwerpen middels een schriftelijke adviesaanvraag voorleggen aan de Adviesraad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld waarover advies wordt aangevraagd.

  • 5. Om de Adviesraad inzicht te geven in zijn werklast, verschaft het college periodiek een planning voor de voor te leggen adviesvragen.

  • 6. Indien mogelijk betrekt het College de Adviesraad al in een vroeg stadium, al voordat de formele adviesaanvraag aan de orde is.

  • 7. De verslagen van de Adviesraad en de uitgebrachte adviezen worden openbaar gemaakt, op een zodanig moment dat hierbij het bepaalde in artikel 10 lid 3 niet in de weg staat.

  • 8. De Adviesraad brengt binnen zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag schriftelijk advies uit aan het College. Dit advies uitbrengen kan, na overleg met de gemeente, met maximaal een week worden uitgesteld indien het om een vraag van grotere omvang gaat.

  • 9. Indien gewenst door de Adviesraad, vindt (aanvullende) informatieverstrekking plaats door de ambtelijke organisatie of de portefeuillehouder(s).

  • 10. Voorafgaande aan het uitbrengen van advies kan op verzoek van de Adviesraad overleg plaatsvinden met de betrokken portefeuillehouder van het College.

  • 11. De uitgebrachte adviezen, gevraagde en ongevraagde, worden door het College ter beschikking gesteld aan de Gemeenteraad, vergezeld van de reactie van het College op het advies van de Adviesraad.

  • 12. In geval de Gemeenteraad het bevoegde orgaan tot besluitvorming is, stuurt het college het advies van de Adviesraad samen met het raadsvoorstel aan de Gemeenteraad.

  • 13. Het College geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies. Wanneer het College afwijkt van het advies van de Adviesraad, wordt aan de Adviesraad en aan de Gemeenteraad gemotiveerd aangegeven waarom en op welke onderdelen van het advies wordt afgeweken.

  • 14. De betrokken portefeuillehouder(s) voeren minimaal twee keer per jaar overleg met de Adviesraad over zaken die betrekking hebben op het sociale domein. Zowel de Adviesraad als de betrokken portefeuillehouder(s) kunnen onderwerpen agenderen. Betrokken (beleids-)medewerkers van de gemeente Delft kunnen bij het overleg aanwezig zijn. De voorzitter van de Adviesraad is voorzitter van dit overleg.

  • 15. Binnen de gemeente is één vaste contactambtenaar voor de Adviesraad, die periodiek overleg voert met de voorzitter van de Adviesraad en eventueel verdere benodigde inhoudelijke ambtelijke ondersteuning coördineert.

  • 16. Iedere vier jaar, maar voor het eerst in 2018, zal het functioneren van de Adviesraad worden geëvalueerd op basis van de doelen, taken en kernwaarden zoals genoemd in artikel 8. Bij de evaluatie zijn zowel gemeente, als Adviesraad als (enkele personen uit) het brede netwerk betrokken. Het initiatief voor de evaluatie ligt bij de gemeente Delft.

Artikel 11. Budget en faciliteiten

  • 1. Voor de Adviesraad wordt jaarlijks een budget in de begroting van de gemeente opgenomen, vast te stellen door het College.

  • 2. Voor het uitvoeren van de taken van de Adviesraad ontvangen de voorzitter en de leden een onkostenvergoeding, die als zodanig wordt opgenomen in de begroting.

  • 3. De Adviesraad stelt jaarlijks vooraf, d.w.z. uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar een activiteitenplan en een begroting voor dat nieuwe kalenderjaar op. Hierin kunnen naast een onkostenvergoeding voor de leden en voorzitter onder meer kosten kunnen worden opgenomen voor:

    • a.

      Inhuur van secretariële ondersteuning/verslaglegging;

    • b.

      Organisatiekosten stadsbetrokkenheid/externe activiteiten (bij voorkeur in samenwerking met bestaande platforms en vindplaatsen);

    • c.

      Deskundigheidsbevordering;

    • d.

      Onderzoek en raadpleging;

    • e.

      Vergaderkosten (o.a. zaalhuur, catering);

    • f.

      Communicatie en publiciteit (o.a. website).

  • 2. De Adviesraad maakt achteraf, d.w.z. voor 1 mei een inhoudelijk en financieel jaarverslag. Deze stukken worden aan het College toegezonden. Op basis van het activiteitenplan en de begroting stelt het College jaarlijks middelen beschikbaar.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening burger- en cliëntparticipatie sociaal domein Delft'.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 16 mei 2016.

  • 4.

    Met het vaststellen van deze verordening worden de navolgende verordeningen ingetrokken op 16 mei 2016:

  • ·

    Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening.

  • ·

    Verordening Inspraak Werk en Inkomen 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 31 maart 2016.
,burgemeester.
Mr. drs. G.A.A. Verkerk
,griffier.
Drs. R.G.R. Jeene CMC