Regeling vervallen per 12-03-2012

Geldelijke voorzieningen raadsleden

Geldend van 29-01-1996 t/m 11-03-2012

Intitulé

Geldelijke voorzieningen raadsleden

De raad van de gemeente Delft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 mei 1977;

gelet op de artikel 95 en 98 van de Gemeentewet en het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

b e s l u i t :

I. vast te stellen de volgende VERORDENING

Geldelijke voorzieningen raadsleden.

Artikel 1.

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de leden van de raad: de leden van de raad die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    algemene maatregel van bestuur: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244 tot uitvoering van de artikel 95 en 96 van de Gemeentewet.

Artikel 2.

  • 1. De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100% van de bedragen, vermeld in de bij de algemene maatregel van bestuur behorende tabel I, zoals die bedragen elk jaar door de minister van binnenland- se zaken zijn of worden vastgesteld voor een gemeente in klasse 13.

  • 2. Degene dien gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij of zij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

Artikel 3.

Bij overgang van de gemeente naar een lagere klasse, vermeld in de bij de algemene maatregel van bestuur behorende tabel I, in verband met een vermindering van het aantal inwoners, behouden de zittende leden tot hun aftreden de geldende vergoeding en tegemoetkoming.

Artikel 4.

De leden van de raad ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoe- ring van een besluit van het gemeentebestuur, welke wordt vastgesteld naar de hoogste categorie overeenkomstig de door burgemeester en wethouders vastgestelde of nog vast te stellen regels betreffende de vergoeding van reis- en verblijfskosten terzake van dienstreizen.

Artikel 5.

De in artikel 2 bedoelde vergoeding en tegemoetkoming worden maandelijks uitbetaald.

Artikel 6.

Deze verordening treedt in werking heden en werkt terug tot 1 mei 1990.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 mei 1977.

Medegedeeld aan gedeputeerde staten der provincie Zuid-Holland blijkens hun bericht van 9/25 november 1977, no. B44225.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 31 mei 1990. Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996.

Ter kennisname gezonden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 30 januari 1996.

Bekendgemaakt 27 juni 1996.

burgemeester

A. P. Oele

secretaris

H. de Haas