Regeling vervallen per 17-01-2012

Verordening, regelende de zittingsduur van door de gemeenteraad benoemde leden van gemeentelijke commissies, regenten- en curatorencolleges, raden , stichtings- en verenigingsbesturen

Geldend van 17-05-1996 t/m 16-01-2012

Intitulé

VERORDENING, regelende de zittingsduur van door de gemeenteraad benoemde leden van gemeentelijke commissies, regenten- en curatorencolleges, raden , stichtings- en verenigingsbesturen

De raad der gemeente Delft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 1965;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VERORDENING, regelende de zittingsduur van door de gemeenteraad benoemde leden van gemeentelijke commissies, regenten- en curatorencolleges, raden , stichtings- en verenigingsbesturen.

Artikel 1.

  • 1. Voorzover in andere regelingen niet anders is bepaald hebben de door de gemeenteraad benoemde leden van gemeentelijke commissies, regenten- en curatorencolleges, raden, stichtings- en verenigingsbesturen als zodanig zitting voor de tijd van vier jaren. Zij treden af op 1 november van het jaar, waarin de verkiezing van de leden van de gemeenteraad plaatsvindt.

  • 2. Indien voor de eerste maal de leden van een gemeentelijke commissie, regen- ten- of curatorencollege, raad, stichtings- of verenigingsbestuur worden be- noemd, eindigt de eerste zittingsperiode van deze leden op 1 november van het jaar, waarin de eerstvolgende verkiezing van de leden van de gemeenteraad plaatsvindt.

Artikel 2.

  • 1. Tot lid kan niet worden benoemd hij, die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

  • 2. De leden zijn onmiddellijk herbenoembaar, behoudens wanneer zij gedurende de voorafgaande zitingsperiode de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt.

  • 3. Van het bepaalde in het eerste en tweede lid kan ten aanzien van de leden van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en wethouders, die in die hoedanigheid tot lid zijn benoemd, worden afgeweken.

Artikel 3.

  • 1. Indien een lid, dat in de hoedanigheid van lid van de gemeenteraad of van lid van het college van burgemeester en wethouders is benoemd, tussentijds ophoudt lid van die raad of van het college van burgemeester en wethouders te zijn, wordt dat lid geacht met ingang van diezelfde datum als zodanig te zijn afgetreden.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is mede van toepassing, indien een lid dat in de hoedanigheid van ambtenaar der gemeente tot lid is benoemd, de gemeente- dienst verlaat.

Artikel 4.

Het lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

Artikel 5.

De op het tijdstip van het in werking treden dezer verordening zitting hebbende leden treden af op 1 november 1966.

Artikel 6.

Deze regeling treedt in werking met ingang van heden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Delft in zijn openbare vergadering van 5 januari 1966.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 25 januari 1996. Bekendgemaakt 17 mei 1996.

lo. burgemeester

J.M.H. Baars

secretaris

dhr. Burger