Regeling vervallen per 16-05-2016

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

Geldend van 01-07-2008 t/m 15-05-2016

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening

De cliëntenparticipatie Wsw houdt zich bezig met het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Wsw. Dit is de verordenende bevoegdheid van de gemeente en ook de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering. In de Wet sociale Werkvoorziening, artikel 2 lid 3 is cliëntenparticipatie geformuleerd als een wettelijk recht.

De raad van de gemeente Delft,

gelezen het voorstel van het college van 27 mei 2008,

besluit vast te stellen de volgende Verordening Cliëntenparticipatie Wsw-beleid

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    cliëntenparticipatie: Wsw de gestructureerde wijze waarop de gemeente Wsw-gerechtigden betrekt in de beleidsvoorbereiding, beleidsvaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wsw-beleid;

  • 2.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • 3.

    Gemeentelijk beleid arbeidsparticipatie : de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot deelname aan reguliere arbeid van Wsw-gerechtigden en aangepaste arbeid waar nodig;

  • 4.

    Cliëntenraad Wsw: de door college als zodanig erkende en in deze gemeente actief zijnde cliëntenraad van Wsw-gerechtigden, hierna te noemen: sw-raad.

  • 5.

    Wsw-gerechtigden: ingezetenen die voor de Wsw geïndiceerd zijn of hun wettelijk vertegenwoordigers, te weten:

    • Wsw-gerechtigden op de wachtlijst

    • Wsw-gerechtigden als werknemer van een sw-bedrijf of

    • Wsw-gerechtigden als werknemer bij een reguliere werkgever en /of hun vertegenwoordigers die als zodanig gerechtigd zijn.

Artikel 2 - Doelstellingen

Het beleid cliëntenparticipatie Wsw heeft de volgende doelstellingen:

  • 1.

    het bewerkstelligen dat belanghebbenden bij het gemeentelijk beleid inzake de uitvoering van de Wsw vanuit een onafhankelijke positie optimaal betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het voor hen gevoerde gemeentelijk beleid;

  • 2.

    het bijdragen aan de totstandkoming of verbetering van het gemeentelijk Wsw-beleid, gericht op het bieden van gelijke arbeidsmogelijkheden aan burgers met een functiebeperking of chronische aandoening wat bijdraagt aan het realiseren van volwaardig burgerschap.

Artikel 3 - Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie Wsw wordt de sw-raad onder andere betrokken bij het gemeentelijk Wsw-beleid en de volgende onderwerpen:

  • -

    visie van de gemeente ten aanzien van de invulling van de doelstelling ‘de cliënt centraal en waar mogelijk werk bij een gewone werkgever’;

  • -

    verordeningen Cliëntenparticipatie, Wachtlijstbeheer en Persoonsgebonden budget en eventuele andere verordeningen;

  • -

    wachtlijstbeheerbeleid. Onder andere Beleid gemeente met betrekking tot verwijderen van wachtlijst Wsw bij weigering ‘passend’ werk aanbod door gemeente;

  • -

    beleid van de gemeente om werkgevers actief te benaderen voor het beschikbaar stellen van werkplekken voor begeleidwerken;

  • -

    beleid m.b.t. behoud verworven vaardigheden wachtende Wsw-gerechtigden (sluitende aanpak);

  • -

    keuze begeleidingsorganisaties voor mensen die begeleid willen werken zonder gebruik te maken van het persoonsgebonden budget;

  • -

    gemeentelijke verantwoording met betrekking tot het gemeentelijk Wsw-beleid;

  • -

    financiële verantwoording gemeente met betrekking tot de Wsw;

  • -

    gemeentelijk beleid met betrekking tot benutten faciliteiten sw-bedrijf voor andere groepen;

  • -

    de sw-raad mag adviseren over de klachten- of bezwaarprocedures en regelingen

  • -

    Meerjarenplan Combiwerk.

Artikel 4 Informatievoorziening en advies

  • 1. De sw-raad kan het College en de Raad gevraagd en ongevraagd een advies geven over de onderwerpen als bedoeld in artikel 3.

  • 2. De adviezen van de sw-raad worden door de secretaris op schrift gesteld. De voorzitter geeft tekstueel akkoord aan het advies door het te ondertekenen. Het ondertekende advies wordt ter kennisname gebracht aan het College en de Raad.

  • 3. Indien het besluit van het College afwijkt van het advies van de sw-raad, dan stellen zij de sw-raad daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, voorzien van een motivering.

  • 4. Het College voorziet, behoudens overmacht, overeenkomstig het huishoudelijk reglement de sw-raad schriftelijk en tijdig van de noodzakelijke informatie welke een adequate deelname aan de sw-raad mogelijk maakt.

  • 5. Burgemeester en wethouders voorzien de sw-raad van de informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de sw-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd (braille, grootletterschrift, daisy rom).

  • 6. De werkwijze van het overleg zal, met inachtneming van de bepalingen in deze verordening, worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement, vast te stellen door de daartoe gemachtigde wethouder, en de sw-raad.

Artikel 5 Overleg

  • 1. Tussen burgemeester en wethouders en de sw-raad vindt minimaal drie keer per jaar een structureel overleg plaats.

  • 2. Dit overleg wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter, te benoemen door het College op voordracht van de leden van de sw-raad en de verantwoordelijke wethouders.

  • 3. Bespreekpunten kunnen zowel door het College als de sw-raad voor de agenda worden aangemeld. Bespreekpunten kunnen via de secretaris worden aangemeld bij de agendacommissie van de sw-raad.

  • 4. Van overleg en afspraken met de sw-raad doen burgemeester en wethouders binnen redelijke termijn schriftelijke rapportage aan de cliëntenraad. Daarbij wordt in ieder geval aangegeven wat er met de door de sw-raad gegeven adviezen is gedaan.

Artikel 6 Samenstelling

  • 1. De sw-raad bestaat uit personen als bedoeld in artikel 1 Wsw en woonachtig in de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland.

  • 2. De sw-raad telt maximaal 15 leden.

  • 3. De leden worden in unanimiteit door de vier colleges benoemd.

  • 4. Voor alle leden, zoals bedoeld onder 1 en 2 geldt dat zij benoemd worden voor een periode van 3 jaar. Na deze termijn kan op verzoek de deelname aan de sw-raad met eenmaal 3 jaar worden verlengd.

  • 5. Bij de samenstelling van de sw-raad wordt gestreefd naar regionale spreiding van de leden uit de vier deelnemende gemeenten. Om de regionale component te garanderen is er geoormerkte vacatureruimte voor de contractgemeenten.

  • 6. De voorzitter en secretaris worden in unanimiteit benoemd door de vier colleges. Hun benoeming wordt gesteund door de leden van de sw-raad.

Artikel 7 Faciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen aan de sw-raad zodanige middelen ter beschikking dat de sw-raad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige Wsw-gerechtigden in het kader van de Wsw.

  • 2. De middelen als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

  • 3. De gemaakte kosten worden vóór 1 april aan het College verantwoord.

  • 4. Voor niet reguliere activiteiten kan de sw-raad bij burgemeester en wethouders een projectsubsidie aanvragen.

  • 5. Aan de sw-raad zal een secretaris beschikbaar worden gesteld.

  • 6. De voorzitter, zoals genoemd in artikel 6 lid 6 van deze verordening wordt benoemd voor een periode van 4 jaar. Na het beëindigen van deze termijn kan de voorzitter worden gevraagd nogmaals een termijn als voorzitter te fungeren.

  • 7. De colleges kunnen in unanimiteit op voordracht van de sw-raad, gedurende de zittingsperiode besluiten de voorzitter uit diens functie te ontheffen wanneer deze naar het oordeel van de sw-raad en het College onvoldoende functioneert. Dit besluit vindt niet plaats dan nadat de voorzitter is gehoord.

  • 8. Uit het voor de sw-raad beschikbare budget wordt elke deelnemer van de sw-raad, die dit wenst, ter bestrijding van gemaakte en te maken onkosten een passende onkostenvergoeding verstrekt. Het College is bevoegd dit bedrag aan te passen.

Artikel 8

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als de: Verordening cliëntenparticipatie Wet sociale werkvoorziening.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2008

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2008.

Bekendgemaakt: 29 juni 2008

burgemeester

mr. drs. G.A.A. Verkerk

griffier

drs. R.H. van Luyk