Regeling vervallen per 09-01-2012

Verordening Inspraak Werk en Inkomen 2008

Geldend van 08-04-2008 t/m 08-01-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2008

Intitulé

Verordening Inspraak Werk en Inkomen 2008

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 4 maart 2008;

gelet op artikel 47 van de wet werk en bijstand en artikel 150 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening Inspraak Werk en Inkomen 2008.

Hoofdstuk 1 begripsomschrijving

Artikel 1

a.

Panel:

een panel Werk en Inkomen, met als leden vertegenwoordigers van instellingen en organisaties die werkzaam zijn op het gebied van werk en inkomen, aangevuld met maximaal vijf niet tot een dergelijke organisatie behorende individuele leden behorend tot de doelgroep waarop het WWB-beleid, het anti-armoedebeleid en/of het minimabeleid zich richt.

c.

College:

het college van burgemeester en wethouders van Delft

d.

Raad:

gemeenteraad van de gemeente Delft

e.

Commissie:

raadscommissie voor bestuur en Werk

Hoofdstuk 2 Het Panel

Artikel 2 Algemeen

Het college bevordert het instellen, het in stand houden en het goed functioneren van een Panel Werk en Inkomen.

Artikel 3 Doel

Het Panel heeft tot doel het bevorderen van een geïntegreerd gemeentelijk beleid op het gebied van werk en inkomen, onder meer door middel van:

  • -

    het geven van advies over het gemeentelijke beleid op deze terreinen;

  • -

    het geven van advies over uitvoeringszaken betreffende deze beleidsterreinen.

Artikel 4 Deelname

  • a.

    Als organisaties daarom verzoeken en zij voldoen aan de criteria zoals vastgesteld door het College in de nota “Instellingenpanels” in Delft (00/008738), kunnen zij worden toegelaten tot het Panel. De beslissing hiertoe berust bij het college. Het college kan dit mandateren aan de verantwoordelijk wethouder. De door de organisaties aan te wijzen vertegenwoordigers worden benoemd door het College.

  • b.

    Deelnemende organisaties dragen zelf leden voor voor een benoeming door het College.

  • c.

    Voor niet aan een organisatie verbonden leden, zoals bedoeld in artikel 1 onder a, geldt dat zij na een selectieprocedure, op grond van door het College, op advies van het Panel vastgestelde criteria, worden voorgedragen voor een benoeming door het College.

Artikel 5 Samenstelling

  • a.

    Per deelnemende organisatie worden maximaal twee vertegenwoordigers benoemd tot lid, en één vertegenwoordiger tot plaatsvervanger van deze twee leden.

  • b.

    Daarnaast worden maximaal vijf leden benoemd die niet tot deze organisaties behoren, doch wel behoren tot de doelgroep van het betreffende beleidsterrein.

  • c.

    Voor alle leden, zoals bedoeld onder a en b geldt dat zij benoemd worden voor een periode van 3 jaar. Na deze termijn kan op verzoek de deelname aan het Panel met eenmaal 3 jaar worden verlengd. Daarbij wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van de doelgroep door deze panelleden.

  • d.

    Voor alle panelleden geldt dat zij woonachtig zijn binnen Delft.

Artikel 6 Overleg met de gemeente

  • a.

    Het Panel overlegt tenminste drie keer per jaar met de verantwoordelijk wethouder en door deze wethouder uitgenodigde ambtenaren.

  • b.

    Dit overleg wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter, te benoemen door het College op voordracht van de leden van het Panel en de in onderdeel a genoemde wethouder.

  • c.

    De werkwijze van het overleg zal, met inachtneming van de bepalingen in deze verordening, worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement, vast te stellen door de daartoe gemachtigde wethouder en het Panel.

Artikel 7 Advisering door het Panel

  • a.

    Het Panel kan het College en de Raad gevraagd en ongevraagd een advies geven over de beleidsterreinen werk en inkomen.

  • b.

    De adviezen van het Panel worden door de secretaris op schrift gesteld en na een akkoord middels een ondertekening door de voorzitter ter kennisname gebracht aan het College en de Raad.

  • c.

    Indien het besluit van het College afwijkt van het advies van het Panel, dan stellen zij het Panel daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, voorzien van een motivering.

  • d.

    Het College voorziet, behoudens overmacht, overeenkomstig het huishoudelijk reglement het Panel schriftelijk en tijdig van de noodzakelijke informatie welke een adequate deelname aan het Panel mogelijk maakt.

  • e.

    Bespreekpunten kunnen zowel door het College als het Panel voor de agenda worden aangemeld. Bespreekpunten kunnen via de secretaris worden aangemeld bij de agendacommissie van hert Panel.

Artikel 8 Faciliteiten

  • a.

    Aan het Panel zal van gemeentewege een ambtelijk secretaris beschikbaar worden gesteld.

  • b.

    De Raad stelt in de gemeentebegroting jaarlijks een budget ter beschikking ten behoeve van de organisatie van het Panel en voor ondersteuning. Het Panel maakt hiervoor een bestedingsvoorstel. Dit voorstel wordt nadien door het College vastgesteld. Indien het Panel geen overeenstemming kan bereiken over de panelbegroting, dan wordt deze vastgesteld door het College.

  • c.

    De voorzitter, zoals genoemd in artikel 6 lid b van deze benoeming wordt benoemd voor een periode van 4 jaar. Na het beëindigen van deze termijn kan de voorzitter worden gevraagd nogmaals een termijn als voorzitter te fungeren.

  • d.

    Het College kan op voordracht van het Panel, gedurende de zittingsperiode besluiten de voorzitter uit diens functie te ontheffen wanneer deze naar het oordeel van het Panel en het College onvoldoende functioneert. Dit besluit vindt niet plaats dan nadat de voorzitter is gehoord.

  • e.

    Uit het voor het Panel beschikbare budget wordt elke deelnemer van het Panel, die dit wenst, ter bestrijding van gemeente en te maken onkosten een vast passende vergoeding verstrekt, per vergadering waar de betreffende vertegenwoordiger aan heeft deelgenomen. Dit geldt niet voor vergaderingen van de agendacommissie of voor vergaderingen die door panelleden zelf worden georganiseerd. Het college is bevoegd dit bedrag aan te passen.

Hoofdstuk 3 slotbepalingen

Artikel 9

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

Artikel 10

  • a.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de: Verordening Inspraak, Werk en Inkomen 2008.

  • b.

    Op het moment dat deze verordening in werking treedt komt de huidige verordening (de Verordening Inspraak Werk en Inkomen) te vervallen.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 maart 2008.

Bekendgemaakt: 30 maart 2008.

burgemeester

mr. drs. G.A.A. Verkerk

plaatsvervangend griffier

mw. C. van der Rest

Toelichting Algemeen

Algemeen

De wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat daartoe door de gemeente een verordening moet worden vastgesteld.

Voor de invoering van de Wet Werk en Bijstand bestond binnen de gemeente Delft reeds een Panel Werk en Inkomen. Onder de vorige wet, de Algemene bijstandswet was cliëntenparticipatie reeds voorgeschreven. De gemeente Delft had dan ook al haar verordening cliëntenparticipatie. Deze verordening werd in maart 2001 vastgesteld. Met de invoering van de WWB werd deze verordening op een aantal punten aangepast.

Om de rol van het Panel te vergroten wordt gestreefd naar een grotere mate van ervaringsdeskundigheid binnen het Panel. Dit beoogt de kwaliteit van de uitgebrachte adviezen te verhogen. Daarom worden maximaal 5 individuele leden aan het Panel toegevoegd die geen lid van de betreffende organisaties zijn maar die behoren tot de doelgroep van het WWB-beleid (zoals omschreven in artikel 7 WWB), het anti-armoedebeleid en/of het minimabeleid.

Om ook de doorstroming in het Panel te vergroten, zodat regelmatig nieuwe leden met andere ervaring en een andere visie in de advisering worden betrokken wordt een benoemingstermijn gehanteerd van drie jaar. Dit kan eenmalig met nog eens drie jaar worden verlengd.

In de verordening is tevens toegevoegd dat alle panelleden binnen Delft woonachtig moeten zijn.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In artikel 1 worden een aantal begrippen gedefinieerd. Bij deze definiëring is aangesloten bij de terminologie zoals deze ook binnen de Wet werk en bijstand wordt gehanteerd.

Artikel 2

Het college hecht waarde aan de advisering door het Panel. Om die reden is vastgelegd dat het College het instellen, het in stand houden en het goed functioneren van het Panel Werk en Inkomen bevordert.

Artikel 3

In dit artikel wordt het doel beschreven van het Panel namelijk, door te adviseren over het gemeentelijk beleid of de uitvoering op het gebied van werk en inkomen, het bevorderen van een geïntegreerd gemeentelijk beleid op deze beleidsterreinen.

Het Panel houdt zich dus niet bezig met zaken betreffende individuele klanten of individuele medewerkers van de gemeente, tenzij het signalen betreffen met een meer algemeen karakter.

Artikel 4

In de nota instellingenpanels (00/008738) is vastgelegd aan welke criteria de verschillende organisaties moeten voldoen om deel te kennen nemen aan het Panel. Als een organisatie verzoekt deel te nemen aan het Panel dan zal dit worden getoetst op basis van deze nota. Als vastgesteld is dat zij aan de voorwaarden voldoen kunnen zij worden toegelaten tot het Panel.

Zowel de leden die worden voorgedragen door de verschillende organisaties, alsmede de onafhankelijke leden worden benoemd door het College.

Artikel 5

Per deelnemende organisatie kunnen maximaal 2 personen worden afgevaardigd als vertegenwoordiger in het Panel. Een organisatie kan ook een plaatsvervanger aanwijzen.

Naast de leden die benoemd worden als vertegenwoordiger van een organisatie kunnen maximaal 5 individuele leden worden benoemd. Deze leden zijn niet verbonden aan een al in het Panel deelnemende organisatie. Deze leden behoren wel tot de doelgroep waarop het gemeentelijke WWB-beleid, het anti-armoedebeleid en/of het minimabeleid zich richt. Zij hebben dan ook of een uitkering van de gemeente, of een ander laag inkomen uit een uitkering of uit arbeid, of maken gebruik van regelingen binnen de bijzondere bijstand, het anti-armoedebeleid of het minimabeleid, of nemen deel aan een re-integratietraject.

Voor alle vertegenwoordigers, als ook voor de individuele leden geldt dat een benoemingstermijn wordt gehanteerd van drie jaar. Op die wijze worden regelmatig nieuwe leden in het Panel benoemd. Doordat deze met andere ervaringen en visie hun advies uitbrengen wordt de kwaliteit van het advies verhoogd.

Alle leden van het Panel wonen in Delft.

Artikel 6

Het panel overlegt regelmatig met de gemeente. In de verordening is vastgelegd dat dit ten minste 3 maal per jaar moet plaatsvinden in aanwezigheid van de wethouder. De overleggen worden voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter.

Een verdere invulling van de werkwijze van het Panel wordt uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. Dit huishoudelijk reglement wordt vastgesteld door het Panel en de wethouder.

Artikel 7

De gemeente vraagt een advies van het Panel over haar beleid betreffende werk en inkomen. Zij doet dit aan de hand van stukken waarin de beleidsvoornemens worden vermeld. Deze stukken worden tijdig toegezonden aan het Panel, zodat zij hiervan kennis kunnen nemen.

De adviezen, zoals deze door het Panel in het overleg worden geformuleerd, worden door de secretaris op schrift gesteld. Nadat de voorzitter heeft vastgesteld dat het advies juist is geformuleerd, dan wordt dit advies door de voorzitter ondertekend en ter kennis gebracht aan het College en de Raad.

Het Panel kan ook besluiten om ongevraagd een advies uit te brengen over het gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan op het gebied van werk en inkomen. Zij kunnen hiertoe besluiten door zelfstandig onderwerpen aan te geven voor de agenda.

Indien het College besluit af te wijken van het advies van het Panel dan stellen zij het Panel hiervan, zo spoedig mogelijk, gemotiveerd op de hoogte.

Artikel 8

Om het panel verder te faciliteren wordt een ambtenaar beschikbaar gesteld als secretaris. Deze draagt zorg voor een tijdige verspreiding van de stukken, het opstellen en het versturen van de agenda en het maken van de notulen, het op schrift stellen van de adviezen en het versturen van deze adviezen naar het College.

Tevens heeft het Panel de beschikking over een budget. De omvang van dit budget wordt vastgesteld middels de gemeentebegroting. Het Panel stelt, voorafgaand aan het begrotingsjaar vast hoe zij dit budget wenst te verdelen. Indien het Panel hierover overeenstemming bereikt dan zal het College deze begroting definitief vaststellen.

Indien het Panel niet tot overeenstemming komt dan stelt het college deze begroting zelfstandig vast.

De onafhankelijk voorzitter wordt benoemd door het College voor een periode van 4 jaar. Na deze periode kan de voorzitter gevraagd worden om nog een termijn deze functie te vervullen. Indien de voorzitter naar het oordeel van het Panel en het College niet goed functioneert dan kan besloten worden de voorzitter uit diens functie te ontheffen. Wel moet de voorzitter in een dergelijke situatie gehoord worden.

Artikel 9, 10 en 11

Dit zijn de gebruikelijke slotbepalingen. De verordening wordt van kracht op 1 januari 2008.