Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

Geldend van 09-11-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 15 september 2009;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2010

(Verordening precariobelasting Delft 2010).

Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    openbare gemeentegrond: de gemeentegrond, waaronder begrepen gemeentewater, voor de openbare dienst bestemd;

  • b.

    jaar: een kalenderjaar;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 00.00 uur.

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

  • g.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221).

Artikel 2 AARD VAN DE HEFFING EN BELASTBAAR FEIT

Onder de naam "precariobelasting" wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond.

Artikel 3 BELASTINGPLICHT

De precariobelasting wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op of boven openbare gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 GRONDSLAG EN MAATSTAF VAN HEFFING

De precariobelasting wordt geheven naar de grondslag en maatstaven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 TARIEVEN

  • 1. De precariobelasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

  • 3. In geval van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één tarief toegepast en wel het voor de belastingplichtige voordeligste tarief.

  • 4. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aangemerkt als een belaste prestatie.

Artikel 6 BELASTINGTIJDVAK

Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, week, maand of jaar, naar gelang de duur van het belastbare feit.

Artikel 7 WIJZE VAN HEFFING

  • 1. De precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, aanslag of bij voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het aanmeren in werking stellen van de passantenautomaat op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2. vervallen.

  • 3. vervallen.

Artikel 8 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.

Artikel 9 TIJDSTIP VAN BETALING EN BETALING IN TERMIJNEN

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet de precariobelasting worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet of gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Bij voldoening op aangifte moet de belasting overeenkomstig de aangifte bij aanvang van het belastbare feit worden betaald.

Artikel 10 VRIJSTELLING

De precariobelasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    wegwijzers en dergelijke voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond en overeenkomstige instellingen;

  • b.

    halteborden voor tram- en autobusondernemingen;

  • c.

    rijwielrekken;

  • d.

    het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, waarvoor krachtens een andere heffingsverordening of op grond van een overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • e.

    over openbare gemeentegrond opendraaiende voorwerpen welke krachtens wettelijk voorschrift of wanneer dit van gemeentewege wordt geëist naar buiten openslaand worden gemaakt;

  • f.

    rails, tramdraden, spandraden, palen, masten en elektrische geleidingen en kabels ten behoeve van openbare middelen van vervoer;

  • g.

    zonneschermen, hijsbalken of luifels;

  • h.

    balkons, erkers, schoorstenen en andere uitbouwsels, welke op 1 januari 1932 aanwezig waren;

  • i.

    voorwerpen ten behoeve van activiteiten welke een niet-commercieel karakter dragen en worden georganiseerd in het kader van "promoting Delft";

  • j.

    Voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde.

Artikel 11 NADERE REGELS DOOR HET COLLEGE VAN B&W

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 CITEERTITEL

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening precariobelasting Delft 2010’.

Artikel 13 INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALING

  • 1. De verordening precariobelasting Delft 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór de datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 november 2009.

Bekendgemaakt 8 november 2009

burgemeester

mr. drs. G.A.A. Verkerk

griffier

R.H. van Luyk

TARIEVEN PRECARIOBELASTING DELFT 2010

Hoofdstuk 1

Algemeen tarief

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, behoudens de in deze tarieventabel vermelde bijzondere tarieven, per vierkante meter oppervlakte gemeentegrond:

1.1.1

per dag

0,64

1.1.2

per week

1,95

1.1.3

per maand

4,70

1.1.4

per jaar

44,50

1.2

Het aantal vierkante meters, ter zake van vaartuigen als bedoeld in artikel 1 Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996, wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas van het vaartuig.

1.3

Het totaal berekende bedrag ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond kent een minimum van

21,70

Hoofdstuk 2

Stoepen, trappen, keldergangen en dergelijke

2.1

Het tarief bedraagt ter zake van een stoep, stoeptreden, een trap, een kelderingang en dergelijke, voor zover deze meer dan 25 centimeter vóór de gevel uitsteken, per vierkante decimeter horizontale oppervlakte per jaar

0,87

Hoofdstuk 3

Palen en dergelijke

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van een paal of dergelijk voorwerp per paal en dergelijke:

3.1.1

buiten verband van een steiger:

3.1.1.1

per maand

0,99

3.1.1.2

per jaar

11,10

Hoofdstuk 4

Benzine- en andere pompen en automaten

4.1

Het tarief bedraagt ter zake van een benzine-, olie-, petroleum-, gas-, lucht-, waterpomp c.q. -automaat of andere pomp, per pomp per jaar

224

Hoofdstuk 5

Benzine- en andere tanks

5.1

Het tarief bedraagt ter zake van een benzine-, petroleum-, gas- of andere tank, met daarbij behorende leidingen of buizen, per 1000 liter inhoud per tank per jaar

35,85

Hoofdstuk 6

Putten

6.1

Het tarief bedraagt ter zake van een put per put per jaar

42,15

Hoofdstuk 7

Leidingen, kabels, kokers, buizen en dergelijke

7.1

Het tarief bedraagt ter zake van een elektrische of andere leiding, een kabel, een buis of een koker, met uitzondering van die welke bestemd zijn voor de afvoer van afval- en of hemelwater, dan wel de buizen als bedoeld in 5.1, per strekkende meter per jaar

3,55

7.2

Het tarief bedraagt ter zake van leidingen ten behoeve van collectieve woningverwarmingssystemen per leidingpaar (heen- en retourleidingen), per strekkende meter retourleiding per jaar

3,55

Hoofdstuk 8

Verkoopinrichtingen

8.1

Het tarief bedraagt ter zake van een tent, een kraam, een kiosk, een open tafel of andere inrichting tot verkoop van bloemen, eet- of andere koopwaren:

8.1.1

indien een vergunning wordt verleend voor een periode van een jaar of langer, waarbij de vergunning geldig is voor dezelfde dag(en) van iedere week, per vierkante meter of gedeelte hiervan per jaar:

8.1.1.1

voor 1 dag in de week

40,30

8.1.1.2

voor 2 dagen in de week

60,35

8.1.1.3

voor 3 dagen in de week

80,55

8.1.1.4

voor 4 of meer dagen in de week

99,90

8.1.2

indien een vergunning wordt verleend voor één of meer

dagen,

8.1.2.1

voor activiteiten tot 20 vierkante meter per dag

170,00

8.1.2.2

voor activiteiten vanaf 20 vierkante meter per dag

341,00

8.1.2.3

tot verkoop van kerstbomen of oliebollen en aanverwante artikelen, per vierkante meter per dag

0,93

Hoofdstuk 9

Overslag en opslag van goederen

9.1

Het tarief bedraagt ter zake van:

9.1.1

voorwerpen, goederen of waren, anders dan bedoeld in hoofdstuk 10, per vierkante meter per jaar

41,95

9.1.2

voorwerpen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf (uitstallingen en dergelijke), per vierkante meter per jaar

41,95

9.1.3

voorwerpen ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf (uitstallingen en dergelijke) in een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen gebied, per vierkante meter per jaar

83,90

9.2

Het tarief bedraagt ter zake van:

9.2.1

voorwerpen, goederen en waren ten behoeve van de op- en overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per vierkante meter per jaar

21,00

9.2.2

een kraan ten behoeve van de overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per dag

6,70

Hoofdstuk 10

Loodsen, keten en bouwmaterialen

10.1

Het tarief bedraagt ter zake van een loods of een keet bij bouwverrichtingen en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen, zoals een steiger en stelling of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, per vierkante meter per week

1,00

Hoofdstuk 11

Schuttingen

11.1

Het tarief bedraagt ter zake van:

11.1.1

een schutting, welke openbare gemeentegrond omsluit, waarop een trottoir of bestrating is aangelegd, per vierkante meter ingesloten grond per week

1,95

11.1.2

een schutting, welke openbare gemeentegrond omsluit, waarop nog geen trottoir of bestrating is aangelegd, per vierkante meter ingesloten grond per week

0,76

Hoofdstuk 12

Balkons, erkers en dergelijke

12.1

Het tarief bedraagt ter zake van een balkon, erker, schoorsteen of ander bouwsel, per vierkante meter horizontale oppervlakte per jaar

000

Hoofdstuk 13

Automaten

13.1

Het tarief bedraagt ter zake van een automaat voor elke 0,25 m breedte in horizontale projectie gemeten, per jaar

25,20

Hoofdstuk 14

Transportbanen, viaducten en dergelijke

14.1

Het tarief bedraagt ter zake van een transportbaan of een dergelijke inrichting, per vierkante meter overdekte gemeentegrond per jaar

35,80

Hoofdstuk 15

Circussen

15.1

Het tarief bedraagt ter zake van een circus:

15.1.1

op een terrein tot 5.000 m², per dag

329,00

15.1.2

op een terrein van 5.000 m² en meer, per dag

657,00

Hoofdstuk 16

Terrassen en terrasboten

16.1

Het tarief bedraagt ter zake van

16.1.1

een terras, per vierkante meter

16.1.1.1

per dag

0,76

16.1.1.2

per week

2,20

16.1.1.3

per maand

5,35

16.1.1.4

per jaar

51,00

16.1.2

een terrasboot, per vierkante meter

16.1.2.1

per dag

0,87

16.1.2.2

per week

2,65

16.1.2.3

per maand

6,50

16.1.3

een terras in een door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen gebied, per vierkante meter

16.1.3.1

per dag

0,87

16.1.3.2

per week

2,65

16.1.3.3

per maand

6,50

16.1.3.4

per jaar

61,00

Hoofdstuk 17

Vaartuigen in openbaar gemeentewater

17.1

Het tarief bedraagt voor vaartuigen als bedoeld in artikel 1 van de Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996 ter zake van:

17.1.1

recreatieve zeil- en/of motorjachten kleiner dan 16 m² en op spierkracht voort te bewegen kleine vaartuigen, zoals waterfietsen, roeiboten, kano’s en dergelijke, per vaartuig

17.1.1.1

per jaar

64,90

17.1.1.2

per maand

6,50

17.1.2

een recreatief zeil- en/of motorjacht van meer dan 16 m², per m²:

17.1.2.1

per jaar

4,10

17.1.2.2

per maand

0,41

17.1.3

een woonschip, per m² per jaar

5,45

17.1.4

een dekschuit, ponton, vlot of beunbak, per m²

17.1.4.1

per dag

0,16

17.1.4.2

per week

0,49

17.1.4.3

per maand

1,20

17.1.4.4

per jaar

11,20

17.1.5

overige vaartuigen, per m²

17.1.5.1

per dag

0,64

17.1.5.2

per week

1,95

17.1.5.3

per maand

4,65

17.1.5.4

per jaar

44,50

17.2

het aangemeerd hebben van een vaartuig aan de passantensteiger in de Zuidkolk, per 24 uur

€ 

9,00

17.3

Het aantal vierkante meters zoals bedoeld in hoofdstuk 17 wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas van het vaartuig, gemeten vanuit het midden van het vaartuig.

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 5 november 2009 tot vaststelling van de Verordening precariobelasting Delft 2010.

TOELICHTING

op de verordening precariobelasting Delft 2010.

Verordening

Artikel 1: begripsomschrijving van de Invorderingswet toegevoegd (vanwege verwijzing in artikel 9).

Artikel 10, onderdeel i, heeft een kleine wijziging ondergaan en is daarmee tekstueel meer in overeenstemming met de overige vrijstellingsbepalingen. Er is geen beleidswijziging beoogd.

Artikel 10, onderdeel j, heeft eveneens een wijziging ondergaan. De tekst is nu in overeenstemming met de bepaling in de modelverordening van de VNG. Thans komt duidelijker naar voren dat het uitsluitend handelt om voorwerpen waarvan de gemeente eigenaar is.

Tarieventabel

De tarieven zijn verhoogd met het gemeentelijk prijsstijgingspercentage van 1,81%.

Het tarief 17.2 is verhoogd van € 8,- naar € 9,-. Dit tarief is sinds de introductie niet trendmatig verhoogd uit praktische overwegingen (betaling via de automaat). Het huidige tarief is gebaseerd op een cumulatie van de inflatiecorrecties en is afgerond op hele euro’s.