Regeling vervallen per 22-05-2013

Delegatiebesluit arbeidsvoorwaardenregelingen gemeente Delft

Geldend van 03-03-2009 t/m 21-05-2013

Intitulé

Delegatiebesluit arbeidsvoorwaardenregelingen gemeente Delft

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 10 juni 2003;

gelet op artikel 156 en artikel 160, aanhef en eerste lid onder d, van de Gemeentewet en artikel 1:3a van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, geldend voor het personeel in dienst van de gemeente Delft;

gezien het advies van de commissie middelen en bestuur;

b e s l u i t:

vast te stellen het volgende delegatiebesluit arbeidsvoorwaardenregelingen gemeente Delft ten behoeve van de griffie:

Artikel 1

  • 1. Aan het college wordt de bevoegdheid gedelegeerd tot het uitvoeren van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR), de Uitvoeringsregeling rechtspositie (UR), de Nadere uitvoeringsregeling rechtspositie (NUR) en de Beleidsregels (BR) en de ter uitvoering daarvan genomen uitvoeringsregelingen en –besluiten ten behoeve van de griffier en de medewerkers van de griffie, behoudens voor zover het betreft:

    • a.

      het nemen van besluiten met betrekking tot de aanstelling, overplaatsing, schorsing of het ontslag van de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • b.

      het vaststellen van instructies en dienstopdrachten ten aanzien van de griffie en de medewerkers van de griffie;

    • c.

      het verlenen van vakantie en verlof aan de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • d.

      besluiten met betrekking tot de ontwikkeling, beoordeling en beloning van de griffier en de medewerkers van de griffie;

    • e.

      het nemen van disciplinaire maatregelen ten aanzien van de griffier en de medewerkers van de griffie.

  • 2. Bij het uitvoeren van de in het eerste lid bedoelde aan het college gedelegeerde bevoegdheid geldt het bepaalde in het Mandaat-, machtigings- en volmachtbesluit, waarbij de intern gemandateerde bevoegdheden betreffende de uitvoering van personeelsaangelegenheden op het niveau van clusterdirecteuren voor zover het de griffier betreft worden uitgevoerd door de voorzitter van het presidium en voor zover het de griffiemedewerkers betreft worden uitgevoerd door de griffier.

Artikel 2

De voorbereiding van de in artikel 1 bedoelde besluiten ten aanzien van de griffier die zijn voorbehouden aan de raad, wordt namens de raad uitgevoerd door de voorzitter van het presidium.

Aan de voorzitter van het presidium wordt de bevoegdheid gemandateerd inzake de in artikel 1, lid 1, bij c en d genoemde onderwerpen, voor zover het de griffier betreft.

Artikel 3

  • 1. Aan de raadsgriffier wordt de bevoegdheid gemandateerd inzake de in artikel 1, eerste lid, sub a genoemde onderwerpen, voorzover het de medewerkers van de griffie betreft – na overleg met het presidium.

  • 2. Aan de raadsgriffier wordt de bevoegdheid gemandateerd inzake de in artikel 1, eerste lid, sub b t/m e genoemde onderwerpen, voorzover het de medewerkers van de griffie betreft.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking acht dagen na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 juni 2003.

Bekendgemaakt 29 juni 2003.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 24 juni 2004. Bekendgemaakt 27 juni 2004.

Gewijzigd bij raadsbesluit van 23 februari 2006.

Laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 februari 2009.

burgemeester

H.M.C.M. van Oorschot

griffier

R. de Groot