Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent jongeren Beleidsregel Zoekperiode Jongeren binnen de Participatiewet 2015

Geldend van 03-04-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Beleidsregel Zoekperiode Jongeren binnen de Participatiewet 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft:

houdt rekening met artikel 7 lid 3, artikel 13 lid 2 onderdeel c, artikel 41 lid 4 en lid 5, artikel 43 lid 1 t/m 5 en artikel 44a van de Participatiewet;

en vindt het nodig om regels te stellen over:

  • -

    de beoordeling van de mogelijkheden op onderwijs;

  • -

    de beoordeling van houding en gedrag gedurende de zoekperiode;

  • -

    jongeren die deel uitmaken van een gezin met gezinsleden ouder dan 26 jaar en die in aanmerking komen voor een uitkering;

  • -

    de inhoud van het plan van aanpak in het kader van de Participatiewet. 

Het college doet dit door vaststelling van:

  • -

    deze beleidsregel Jongeren binnen de Participatiewet;

onder gelijktijdige intrekking van de huidige beleidsregel jongeren binnen de WWB.

Hoofdstuk 1: Beoordelingsmogelijkheden op onderwijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • 1.

    wet: de Participatiewet.

  • 2.

    jongere: een in Nederland woonachtige Nederlander van 18 tot 27 jaar.

  • 3.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft.

  • 4.

    onderwijs: uit rijkskas bekostigd onderwijs, zoals, onder andere bedoeld, in de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (Wen).

  • 5.

    bijstand: bijstand zoals bedoeld in artikel 5 van de wet.

  • 6.

    o ndersteuning: ondersteuning zoals bedoeld in artikel 7 van de wet.

  • 7.

    plan van aanpak: een uitwerking van de ondersteuning door het college, zoals bedoeld in artikel 44a van de wet, die gericht is op arbeidsinschakeling en waarin in elk geval de volgende onderdelen staan opgenomen:

    • a)

      de verplichtingen van de jongere

    • b)

      de gevolgen van het niet nakomen van de verplichtingen door de jongere

    • c)

      de evaluatiemomenten

  • 8.

    z oekperiode: de eerste vier weken nadat de jongere zich bij het UWV WERKbedrijf heeft gemeld

  • 9.

    meldingsdatum: datum waarop jongere zich gemeld heeft bij het UWV WERKbedrijf om een aanvraag te doen voor bijstand.

Andere begrippen hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet.

Artikel 2 Mogelijkheden voor jongeren op onderwijs

  • 1. Het college stimuleert jongeren om hun mogelijkheden op onderwijs voldoende te benutten. Als jongeren volgens het college onderwijs kunnen volgen, vervalt, volgens artikel 7 lid 3 en artikel 13 lid 2 onderdeel c van de wet, hun recht op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op bijstand.

  • 2. Het college kan besluiten dat onderwijs niet als voorliggende voorziening geldt. Het college kan daarbij, op grond van documenten, rekening houden met:

    • a.

      Sociale of medische belemmeringen.

    • b.

      Onvoldoende leervermogen of onvoldoende schoolbaarheid.

    • c.

      Een overbruggingsperiode tot de start van een opleiding.

    • d.

      Het niveau van kwalificatie.

Artikel 3 Overbruggingsperiode tot de start van een opleiding

  • 1. Het college kan besluiten dat de jongere geen onderwijs kan volgen als de jongere in afwachting is van de start van dat onderwijs. De periode tot die start mag dan, gerekend vanaf het moment dat de zoekperiode eindigde, niet langer zijn dan twaalf maanden.

  • 2. Het besluit onder lid 1 van dit artikel gaat altijd gepaard met de voorwaarde dat de jongere zich al heeft aangemeld voor een opleiding die valt binnen het onderwijs en tijdig studiefinanciering aanvraagt, zoals bedoeld in artikel 1 onderdeel 4 van deze beleidsregels.

Hoofdstuk 2: Beoordeling zoekperiode

Artikel 4 Beoordeling van de zoekperiode

  • 1. Het college betrekt bij de beoordeling van de zoekperiode, zoals bedoeld in artikel 43 lid 4 en lid 5 van de wet, door de jongere aangeleverde documenten waaruit blijkt dat de jongere:

    • a.

      beschikt over een recent Curriculum Vitae (CV).

    • b.

      zijn CV heeft toegevoegd aan www.werk.nl.

    • c.

      staat ingeschreven bij minimaal drie uitzendbureaus en/of vacature websites.

    • d.

      15 (open) sollicitaties heeft verstuurd.

    • e.

      een beroepskeuzetest heeft gedaan.

  • 2. Als artikel 3 van deze beleidsregel van toepassing is, betrekt het college bij de beoordeling van de zoekperiode, op grond van artikel 43 lid 4 en lid 5 van de wet, documenten waaruit blijkt dat de jongere:

    • a.

      een studie- en beroepskeuzetest heeft gedaan.

    • b.

      vijf opleidingen heeft geselecteerd waarover extra informatie is aangevraagd.

    • c.

      informatie heeft ingewonnen over de geselecteerde opleidingen via gesprekken met personen van de opleidingen;

    • d.

      zich heeft aangemeld bij een opleiding.

  • 3. Als de onderdelen a en b uit artikel 2 lid 2 van deze beleidsregel van toepassing zijn, betrekt het college bij de beoordeling van de zoekperiode, op grond van artikel 43 lid 4 en lid 5 van de wet, de inspanningen van de jongere om zijn zelfredzaamheid inzichtelijk te maken.

Artikel 5 Gevolgen als houding en gedrag onvoldoende zijn

  • 1. Het college kan een maatregel opleggen volgens de maatregelverordening als uit de beoordeling van houding en gedrag binnen de zoekperiode blijkt dat de jongere de verplichting (op grond van artikel 9 lid 1 onderdeel a van de wet) niet of onvoldoende is nagekomen.

  • 2. Het college kan besluiten dat de uitsluitingsgrond van artikel 13 tweede lid onderdeel d van de wet van toepassing is als de beoordeling van houding en gedrag binnen de zoekperiode, zoals bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregel, daar aanleiding toe geeft.

Artikel 6 Tijdigheid

  • 1. De jongere dient de aanvraag niet eerder dan vier weken na de meldingsdatum in. (artikel 41 lid 4 van de wet).

  • 2. De jongere dient de aanvraag zo spoedig mogelijk in, dat wil zeggen binnen 6 weken na de meldingsdatum (artikel 44 lid 3 van de wet)

  • 3. Het college kan afwijken van lid 2 van dit artikel als er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Hoofdstuk 3 Plan van aanpak jongeren

Artikel 7 Inhoud van het Plan van aanpak

  • 1. Het college stelt, volgens artikel 44 lid 4 van de wet, een plan van aanpak op dat past binnen de criteria die gesteld zijn in deze beleidsregel.

  • 2. De jongere die recht heeft op een plan van aanpak komt in aanmerking voor een voorziening die gericht is op arbeidsinschakeling. In het plan van aanpak legt het college de momenten vast waarop zij het Plan van aanpak bespreekt met de jongere. De bespreking van het plan van aanpak vindt minimaal één keer per jaar plaats.

Artikel 8 Ondersteuning niet-uitkeringsgerechtigde jongere

Het college kan een niet-uitkeringsgerechtigde jongere ondersteuning bieden bij een terugkeer naar school, tenzij artikel 2 lid 2 onderdelen a of b van de wet van toepassing zijn.

Artikel 9 Voorzieningen en verplichtingen in het Plan van Aanpak

De re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ is van toepassing op de voorzieningen en verplichtingen, zoals die in het plan van aanpak staan.

Artikel 10 Herziening Plan van aanpak

Het college kan het plan van aanpak aanpassen, als er iets verandert in de omstandigheden, de mogelijkheden of de vaardigheden van de jongere of indien de jongere niet voldoet aan één of meer verplichtingen zoals die staan in de wet en de re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Artikel 11 Vergoedingen

Het college kan een vergoeding verstrekken aan de jongere die voor de uitvoering van een plan van aanpak noodzakelijke kosten maakt.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen in deze beleidsregel, indien de toepassing van de beleidsregel tot te grote onbillijkheden leidt.

  • 2. In die gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet beslist het college.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als de ‘Beleidsregel Zoekperiode Jongeren binnen de Participatiewet 2015’.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 april 2015 en werkt terug vanaf 1 januari 2015, onder gelijktijdige intrekking van de ‘Beleidsregel beoordeling zoekperiode van vier weken voor Jongeren’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders dd. 3 maart 2015.
G.A.A. Verkerk , burgemeester
J.Krul , secretaris