Regeling vervallen per 09-10-2021

Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden

Geldend van 27-12-2010 t/m 08-10-2021

Intitulé

Verordening op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden

De raad der gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van 10 februari 2004;

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

VERORDENING op de begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden

Artikel 1. Bestaan van de begeleidingscommissie

Er is een begeleidingscommissie voor het Instituut Sociaal Raadslieden.

Artikel 2. Taken

De taken van de begeleidingscommissie zijn:

  • 1.

    Het waarborgen van de onafhankelijkheid van de raadslieden.

  • 2.

    Het bevorderen van goede werkomstandigheden voor de raadslieden.

  • 3.

    Het bevorderen van de communicatie tussen de raadslieden enerzijds en instellingen op sociaal-maatschappelijk terrein anderzijds.

  • 4.

    De zorg voor periodieke verslaglegging met betrekking tot het functioneren van het instituut.

  • 5.

    De zorg voor een goede registratie in het algemeen.

  • 6.

    Het signaleren van de bevindingen van de raadslieden onder meer bij instellingen en organisaties als bedoeld onder lid 3 van dit artikel.

  • 7.

    Het periodiek beoordelen van de adviserende, verwijzende en signalerende functie van het instituut.

  • 8.

    Het doen van voorstellen omtrent de taakstelling van de raadslieden, teneinde een doelmatig functioneren te bevorderen.

Artikel 3. Het vooraf horen van de begeleidingscommissie

De begeleidingscommissie wordt vooraf gehoord over:

  • 1.

    De benoeming van de leden van de begeleidingscommissie.

  • 2.

    Voorstellen met betrekking tot wijziging van deze verordening.

  • 3.

    Voorstellen met betrekking tot de taken van de raadslieden.

  • 4.

    Benoeming, bevordering, schorsing en ontslag van de raadslieden.

  • 5.

    Het ontwerpen van de begroting van het instituut.

Artikel 4. Samenstelling van de begeleidingscommissie

  • 1.

    De begeleidingscommissie bestaat uit tenminste zeven leden.

  • 2.

    De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd, te weten:

    • a.

      een lid te benoemen als voorzitter;

    • b.

      tenminste vier leden van wie uit hoofde van hun deskundigheid en betrokkenheid bij sociaal-maatschappelijke problemen kan worden verwacht dat zij een bijdrage kunnen leveren met betrekking tot het functioneren van het instituut.

  • 3.

    De leden van de begeleidingscommissie mogen geen lid zijn van het college.

Artikel 5. Advisering en bijwoning vergaderingen door derden

  • 1.

    De directeur van het cluster Publiekszaken kan door de begeleidingscommissie worden uitgenodigd om als adviseur aan een vergadering van de begeleidingscommissie deel te nemen.

  • 2.

    De begeleidingscommissie is bevoegd om (ook) anderen dan de in het vorige lid bedoelde persoon te raadplegen en tot bijwonen van haar vergaderingen uit te nodigen.

  • 3.

    De voorzitter van de begeleidingscommissie kan op verzoek van de begeleidingscommissie gemeenteambtenaren uitnodigen vergaderingen van de begeleidingscommissie bij te wonen.

  • 4.

    De vergaderingen van de begeleidingscommissie zijn openbaar. Op voorstel van de voorzitter kan de begeleidingscommissie besluiten besloten te vergaderen.

Artikel 6. Zittingsperiode en beëindiging lidmaatschap

  • 1.

    De zittingsperiode van de begeleidingscommissie valt samen met die van de gemeenteraad, met dien verstande, dat de leden aftreden op 1 november van het jaar, waarin de gemeenteraadsverkiezing wordt gehouden.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de begeleidingscommissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      ten gevolge van overlijden.

  • 3.

    Het lid, dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou zijn afgetreden.

  • 4.

    De aftredende leden zijn terstond voor éénmaal herbenoembaar.

Artikel 7. Vice-voorzitter

De begeleidingscommissie kiest uit haar midden een vice-voorzitter.

Artikel 8. Vergaderfrequentie, quorum en besluitvorming

  • 1.

    De begeleidingscommissie vergadert ten minste vier maal per jaar. Voorts wordt een vergadering gehouden als dit door de voorzitter of door drie van de andere leden nodig wordt geacht.

  • 2.

    De begeleidingscommissie mag geen besluiten nemen, indien niet tenminste vier leden aanwezig zijn.

  • 3.

    Alle besluiten worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 9 Vergoeding leden begeleidingscommissie

  • 1.

    Leden van de begeleidingscommissie genieten een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de begeleidingscommissie krachtens de in artikel 96 van de Gemeentewet vastgestelde regeling.

  • 2.

    De werkelijk gemaakte kosten terzake van andere werkzaamheden of bemoeiingen ten behoeve van de begeleidingscommissie worden vergoed.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening begeleidingscommissie Instituut Sociaal Raadslieden” .

  • 2.

    Deze verordening treedt zes weken na de vaststelling ervan in werking .

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 februari 2004.
H.M.C.M. van Oorschot ,burgemeester.
R.de Groot ,griffier.
Bekendgemaakt 29 februari 2004. Inwerkingtreding 12 april 2004.
Gewijzigd bij raadsbesluit van 23 september 2010.