Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR613290
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR613290/1
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent integriteit Regeling integriteit college Delft 2018
Geldend van 13-10-2018 t/m heden
Intitulé
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent integriteit Regeling integriteit college Delft 2018De raad van de gemeente Delft,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juli 2018;
gelet op artikel 41c, tweede lid en artikel 69, tweede lid en artikel 170 Gemeentewet;
besluit vast te stellen:
Regeling integriteit college Delft 2018
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. Deze regeling geldt voor burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;
-
2. Onder melding wordt verstaan: melding van (vermoedens van) handelen in strijd met de
gedragscode college Delft 2018, en andere vormen van niet integer handelen.
-
3. Onder gedragscode wordt verstaan: Gedragscode college Delft 2018;
Artikel 2 Advies burgemeester of gemeentesecretaris
-
1. Indien een collegelid twijfelt of een bepaalde door hem voorgenomen handeling
of een door hem ondervonden of te ondervinden behandeling door derden, in
overeenstemming is met zijn verplichtingen als collegelid, kan hij advies
vragen aan de gemeentesecretaris, die hem, indien de kwestie daartoe aanleiding
geeft, doorverwijst naar de burgemeester.
-
2. Het collegelid kan ook direct de burgemeester benaderen, die advies van de
gemeentesecretaris kan inwinnen.
Artikel 3 In behandeling nemen van een melding
-
1. De gemeentesecretaris doet een eerste bestudering van de integriteitsmelding en
geeft zijn bevindingen mee aan de behandelaar op grond van de navolgende leden.
-
2. Indien de melding betrekking heeft op een wethouder, dan neemt de burgemeester
de melding in behandeling en doet deze af conform deze regeling.
-
3. Indien de melding betrekking heeft op het college als geheel, dan neemt de
gemeentesecretaris de melding in behandeling en doet deze af conform deze
regeling.
-
4. Indien de melding betrekking heeft op de burgemeester, dan neemt de locoburgemeester
de melding in behandeling en doet deze af conform deze regeling. De locoburgemeester
legt de melding voor aan het college teneinde te bepalen of de melding betrekking heeft
op (beweerdelijke) ernstige dan wel minder ernstige feiten. Indien naar het oordeel van het
college sprake is van ernstige feiten, dan wordt de Commissaris van de Koning over de
melding geïnformeerd.
Artikel 4 Vooronderzoek bij vermoeden van niet integer handelen
-
1. Indien een vermoeden bestaat dat een collegelid een bepaling van de gedragscode
overtreedt dan wel op een andere wijze niet integer handelt, stelt de
burgemeester, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van één of meerdere
leden van het college, hetzij op verzoek van derden, een vooronderzoek in.
-
2. De burgemeester kan twee of meer personen aanwijzen die in zijn opdracht het
vooronderzoek doen, en/of het onderzoek op grond van artikel 5.
-
3. Een vooronderzoek bestaat in ieder geval uit het verzamelen van algemene
informatie, het voeren van oriënterende gesprekken, een administratief
vooronderzoek en het maken van een inschatting van de ernst van de
vermoedelijke niet integere handeling.
-
4. Het vooronderzoek stelt de burgemeester in staat om af te wegen of de bij hem
bekend geworden informatie voldoende aanleiding is om een onderzoek te
verrichten.
-
5. Indien het vooronderzoek geen concrete aanwijzingen oplevert voor mogelijk niet
integer handelen, stelt de burgemeester het betrokken collegelid en indien nodig
de melder in kennis van de conclusie van het vooronderzoek.
Artikel 5 Het onderzoek
-
1. Indien het vooronderzoek concrete aanwijzingen oplevert voor vermeend niet
integer handelen van een collegelid, stelt de burgemeester een onderzoek in.
-
2. Een onderzoek is bedoeld om met gebruikmaking van verschillende
onderzoeksmethoden de feiten over het vermeende niet integer handelen te
achterhalen.
-
3. Voordat het onderzoek start, informeert de burgemeester het betrokken collegelid
hierover en deelt hem mede wat de aard en het doel van het onderzoek is.
-
4. Het betrokken collegelid is verplicht om volledige medewerking te verlenen aan het
onderzoek.
-
5. De burgemeester stelt het college zo snel mogelijk in kennis van het ingestelde
onderzoek en de aard en het doel daarvan.
-
6. Indien het onderzoeksbelang zich hiertegen verzet, kan de kennisgeving aan het
betrokken collegelid worden opgeschort.
-
7. Het collegelid kan besluiten om gedurende het onderzoek zijn functie neer te
leggen.
Artikel 6 Extern onderzoek
-
1. De burgemeester kan besluiten dat het onderzoek zoals beschreven in artikel 4 en
5 door een externe partij wordt verricht.
-
2. De opdrachtverlening aan een externe partij bevat in ieder geval de volgende
onderwerpen:
- a.
de aanleiding;
- b.
een duidelijk omschreven doelstelling;
- c.
de onderzoeksvragen;
- d.
de vermoedelijke duur van het onderzoek;
- e.
de informatieverstrekking;
- f.
de met het onderzoek gemoeide kosten;
- g.
afspraken over het gebruik van de in te zetten onderzoeksmethoden en
- h.
het voorleggen van de bevindingen aan het betrokken collegelid en het vastleggen van diens reactie daarop;
- i.
Afspraken over vertrouwelijkheid van de onderzoeksrapportage en de daaraan verbonden stukken;
- j.
Afspraken over eigendom van het onderzoeksrapport en de bevoegdheid tot gebruik daarvan in onder meer juridische procedures.
- a.
Artikel 7 Hoorplicht
-
1. Gedurende het onderzoek wordt het betrokken collegelid en eventuele andere
betrokken personen gehoord.
-
2. Het horen gebeurt door de burgemeester in aanwezigheid van de gemeentesecretaris, of
door minimaal twee van de aangewezen personen zoals
genoemd in artikel 4 lid 2, dan wel door de externe partij.
-
3. Voordat het gesprek plaatsvindt worden het betrokken collegelid en overige te
I interviewen personen op de hoogte gesteld van de aard en het doel van het
gesprek en van het recht zich te laten bijstaan door een raadsman of belangenbehartiger.
-
4. Van het horen wordt een verslag gemaakt, dat wordt voorgelegd aan betrokken
personen voor ondertekening akkoord dan wel voor gezien.
Artikel 8 Onderzoeksrapport
-
1. De burgemeester laat een onderzoeksrapport opstellen waarin hij alle bevindingen
neerlegt en zijn oordeel geeft.
-
2. In het onderzoeksrapport komen in ieder geval de volgende aspecten aan de orde:
- a.
de aanleiding van het onderzoek en de onderzoeksopdracht met eventuele uitbreidingen, mocht dit tijdens het onderzoek noodzakelijk zijn gebleken;
- b.
de gebruikte onderzoeksmethoden, waarbij helder naar voren wordt gebracht, wat de uitgangspunten voor het onderzoek geweest zijn en welke feiten en omstandigheden hierbij een rol hebben gespeeld;
- c.
relevante regelgeving;
- d.
de bevindingen.
- a.
-
3. In het onderzoeksrapport wordt geoordeeld of het betrokken collegelid:
- a.
integer heeft gehandeld;
- b.
onverenigbare betrekkingen vervult zoals genoemd in artikel 13 Gemeentewet;
- c.
verboden handelingen verricht zoals genoemd in artikel 15 Gemeentewet;
- d.
de gedragscode overtreden heeft.
- a.
Artikel 9 Reactie van het betrokken collegelid op het onderzoeksrapport
-
1. Het betrokken collegelid wordt in de gelegenheid gesteld zijn oordeel te kunnen
vormen over de bevindingen van het onderzoek.
-
2. Het betrokken collegelid kan gedurende een termijn van twee weken schriftelijk
reageren op het onderzoeksrapport.
-
3. De burgemeester kan deze termijn één maal verlengen.
-
4. Het betrokken collegelid kan zich hierbij laten bijstaan door een raadsman of andere
persoon naar keuze.
-
5. Het betrokken collegelid heeft recht op inzage in alle onderzoeksbevindingen, tenzij
zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten.
-
6. De burgemeester beoordeelt de reactie van het betrokken collegelid en besluit op welke
wijze het rapport wordt aangepast.
-
7. De reactie van het betrokken collegelid op de onderzoeksbevindingen wordt opgenomen
in een bijlage bij de eindrapportage.
Artikel 10 Bespreking onderzoeksrapport
-
1. De burgemeester bespreekt het onderzoeksrapport in het college.
-
2. Mede op basis van het onderzoeksrapport besluit de burgemeester of er
gronden zijn om in vertrouwelijkheid mondeling de raad te informeren over de bevindingen.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt bekendgemaakt.
Artikel 12 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling integriteit college Delft 2018.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2018.
,burgemeester.
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,
,griffier.
Drs. R.G.R. Jeene CMC
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl