Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent integriteit Regeling integriteit college Delft 2018

Geldend van 13-10-2018 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent integriteit Regeling integriteit college Delft 2018

De raad van de gemeente Delft,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juli 2018;

gelet op artikel 41c, tweede lid en artikel 69, tweede lid en artikel 170 Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Regeling integriteit college Delft 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Deze regeling geldt voor burgemeester en wethouders van de gemeente Delft;

  • 2. Onder melding wordt verstaan: melding van (vermoedens van) handelen in strijd met de

    gedragscode college Delft 2018, en andere vormen van niet integer handelen.

  • 3. Onder gedragscode wordt verstaan: Gedragscode college Delft 2018;

Artikel 2 Advies burgemeester of gemeentesecretaris

  • 1. Indien een collegelid twijfelt of een bepaalde door hem voorgenomen handeling

    of een door hem ondervonden of te ondervinden behandeling door derden, in

    overeenstemming is met zijn verplichtingen als collegelid, kan hij advies

    vragen aan de gemeentesecretaris, die hem, indien de kwestie daartoe aanleiding

    geeft, doorverwijst naar de burgemeester.

  • 2. Het collegelid kan ook direct de burgemeester benaderen, die advies van de

    gemeentesecretaris kan inwinnen.

Artikel 3 In behandeling nemen van een melding

  • 1. De gemeentesecretaris doet een eerste bestudering van de integriteitsmelding en

    geeft zijn bevindingen mee aan de behandelaar op grond van de navolgende leden.

  • 2. Indien de melding betrekking heeft op een wethouder, dan neemt de burgemeester

    de melding in behandeling en doet deze af conform deze regeling.

  • 3. Indien de melding betrekking heeft op het college als geheel, dan neemt de

    gemeentesecretaris de melding in behandeling en doet deze af conform deze

    regeling.

  • 4. Indien de melding betrekking heeft op de burgemeester, dan neemt de locoburgemeester

    de melding in behandeling en doet deze af conform deze regeling. De locoburgemeester

    legt de melding voor aan het college teneinde te bepalen of de melding betrekking heeft

    op (beweerdelijke) ernstige dan wel minder ernstige feiten. Indien naar het oordeel van het

    college sprake is van ernstige feiten, dan wordt de Commissaris van de Koning over de

    melding geïnformeerd.

Artikel 4 Vooronderzoek bij vermoeden van niet integer handelen

  • 1. Indien een vermoeden bestaat dat een collegelid een bepaling van de gedragscode

    overtreedt dan wel op een andere wijze niet integer handelt, stelt de

    burgemeester, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek van één of meerdere

    leden van het college, hetzij op verzoek van derden, een vooronderzoek in.

  • 2. De burgemeester kan twee of meer personen aanwijzen die in zijn opdracht het

    vooronderzoek doen, en/of het onderzoek op grond van artikel 5.

  • 3. Een vooronderzoek bestaat in ieder geval uit het verzamelen van algemene

    informatie, het voeren van oriënterende gesprekken, een administratief

    vooronderzoek en het maken van een inschatting van de ernst van de

    vermoedelijke niet integere handeling.

  • 4. Het vooronderzoek stelt de burgemeester in staat om af te wegen of de bij hem

    bekend geworden informatie voldoende aanleiding is om een onderzoek te

    verrichten.

  • 5. Indien het vooronderzoek geen concrete aanwijzingen oplevert voor mogelijk niet

    integer handelen, stelt de burgemeester het betrokken collegelid en indien nodig

    de melder in kennis van de conclusie van het vooronderzoek.

Artikel 5 Het onderzoek

  • 1. Indien het vooronderzoek concrete aanwijzingen oplevert voor vermeend niet

    integer handelen van een collegelid, stelt de burgemeester een onderzoek in.

  • 2. Een onderzoek is bedoeld om met gebruikmaking van verschillende

    onderzoeksmethoden de feiten over het vermeende niet integer handelen te

    achterhalen.

  • 3. Voordat het onderzoek start, informeert de burgemeester het betrokken collegelid

    hierover en deelt hem mede wat de aard en het doel van het onderzoek is.

  • 4. Het betrokken collegelid is verplicht om volledige medewerking te verlenen aan het

    onderzoek.

  • 5. De burgemeester stelt het college zo snel mogelijk in kennis van het ingestelde

    onderzoek en de aard en het doel daarvan.

  • 6. Indien het onderzoeksbelang zich hiertegen verzet, kan de kennisgeving aan het

    betrokken collegelid worden opgeschort.

  • 7. Het collegelid kan besluiten om gedurende het onderzoek zijn functie neer te

    leggen.

Artikel 6 Extern onderzoek

  • 1. De burgemeester kan besluiten dat het onderzoek zoals beschreven in artikel 4 en

    5 door een externe partij wordt verricht.

  • 2. De opdrachtverlening aan een externe partij bevat in ieder geval de volgende

    onderwerpen:

    • a.

      de aanleiding;

    • b.

      een duidelijk omschreven doelstelling;

    • c.

      de onderzoeksvragen;

    • d.

      de vermoedelijke duur van het onderzoek;

    • e.

      de informatieverstrekking;

    • f.

      de met het onderzoek gemoeide kosten;

    • g.

      afspraken over het gebruik van de in te zetten onderzoeksmethoden en

    • h.

      het voorleggen van de bevindingen aan het betrokken collegelid en het vastleggen van diens reactie daarop;

    • i.

      Afspraken over vertrouwelijkheid van de onderzoeksrapportage en de daaraan verbonden stukken;

    • j.

      Afspraken over eigendom van het onderzoeksrapport en de bevoegdheid tot gebruik daarvan in onder meer juridische procedures.

Artikel 7 Hoorplicht

  • 1. Gedurende het onderzoek wordt het betrokken collegelid en eventuele andere

    betrokken personen gehoord.

  • 2. Het horen gebeurt door de burgemeester in aanwezigheid van de gemeentesecretaris, of

    door minimaal twee van de aangewezen personen zoals

    genoemd in artikel 4 lid 2, dan wel door de externe partij.

  • 3. Voordat het gesprek plaatsvindt worden het betrokken collegelid en overige te

    I interviewen personen op de hoogte gesteld van de aard en het doel van het

    gesprek en van het recht zich te laten bijstaan door een raadsman of belangenbehartiger.

  • 4. Van het horen wordt een verslag gemaakt, dat wordt voorgelegd aan betrokken

    personen voor ondertekening akkoord dan wel voor gezien.

Artikel 8 Onderzoeksrapport

  • 1. De burgemeester laat een onderzoeksrapport opstellen waarin hij alle bevindingen

    neerlegt en zijn oordeel geeft.

  • 2. In het onderzoeksrapport komen in ieder geval de volgende aspecten aan de orde:

    • a.

      de aanleiding van het onderzoek en de onderzoeksopdracht met eventuele uitbreidingen, mocht dit tijdens het onderzoek noodzakelijk zijn gebleken;

    • b.

      de gebruikte onderzoeksmethoden, waarbij helder naar voren wordt gebracht, wat de uitgangspunten voor het onderzoek geweest zijn en welke feiten en omstandigheden hierbij een rol hebben gespeeld;

    • c.

      relevante regelgeving;

    • d.

      de bevindingen.

  • 3. In het onderzoeksrapport wordt geoordeeld of het betrokken collegelid:

    • a.

      integer heeft gehandeld;

    • b.

      onverenigbare betrekkingen vervult zoals genoemd in artikel 13 Gemeentewet;

    • c.

      verboden handelingen verricht zoals genoemd in artikel 15 Gemeentewet;

    • d.

      de gedragscode overtreden heeft.

Artikel 9 Reactie van het betrokken collegelid op het onderzoeksrapport

  • 1. Het betrokken collegelid wordt in de gelegenheid gesteld zijn oordeel te kunnen

    vormen over de bevindingen van het onderzoek.

  • 2. Het betrokken collegelid kan gedurende een termijn van twee weken schriftelijk

    reageren op het onderzoeksrapport.

  • 3. De burgemeester kan deze termijn één maal verlengen.

  • 4. Het betrokken collegelid kan zich hierbij laten bijstaan door een raadsman of andere

    persoon naar keuze.

  • 5. Het betrokken collegelid heeft recht op inzage in alle onderzoeksbevindingen, tenzij

    zwaarwichtige belangen zich daartegen verzetten.

  • 6. De burgemeester beoordeelt de reactie van het betrokken collegelid en besluit op welke

    wijze het rapport wordt aangepast.

  • 7. De reactie van het betrokken collegelid op de onderzoeksbevindingen wordt opgenomen

    in een bijlage bij de eindrapportage.

Artikel 10 Bespreking onderzoeksrapport

  • 1. De burgemeester bespreekt het onderzoeksrapport in het college.

  • 2. Mede op basis van het onderzoeksrapport besluit de burgemeester of er

    gronden zijn om in vertrouwelijkheid mondeling de raad te informeren over de bevindingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt bekendgemaakt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling integriteit college Delft 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 27 september 2018.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC