Verordening voor Periodiek Onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Delft

Geldend van 01-01-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening voor Periodiek Onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Delft

gelezen het voorstel van het college van 14 oktober 2003;

gelet op artikel 213a Gemeentewet,

De raad van de gemeente Delft;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

Verordening voor Periodiek Onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Delft.

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Doelmatigheid; het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • b.

    Doeltreffendheid; de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 2. Onderzoekstaak

  • 1. Het college verricht periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het beleid van het gemeentebestuur.

  • 2. Het college stelt de raad en de “Delftse rekenkamer” op de hoogte van de onderzoeken, die hij doet instellen.

Artikel 3. Afbakening van het onderzoek

  • 1. Het college stelt per onderzoek het object, de reikwijdte en de voorgenomen aanpak van het onderzoek vast.

  • 2. Onderzoeken kunnen in opdracht van het college worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden.

Artikel 4. Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringsparagraaf van de begroting en bij de jaarstukken van de jaarrekening over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid alsmede over de voortgang van eventuele verbeterplannen.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking

Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Delft”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 oktober 2003.

burgemeester

H.M.C.M. van Oorschot

griffier

R. de Groot

Toelichting op de artikelen

Artikel 2. Onderzoekstaak

Het college draagt zorg voor onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur. De raad en ook de Delftse Rekenkamer worden door het hiervan in kennis gesteld.

Artikel 3. Afbakening van het onderzoek

Reikwijdte en diepgang van het onderzoek worden door het college bepaald. Het college stelt per onderzoek vast:

  • a.

    Het onderwerp en de nadere typering van het onderzoek (doelmatigheid, doeltreffendheid)

  • b.

    De reikwijdte van het onderzoek. Aangegeven wordt welk tijdvak wordt onderzocht en welke organisatie-eenheden en niet gemeentelijke instellingen bij het onderzoek worden betrokken

  • c.

    Onder de aanpak kan aangegeven worden welke methoden gebruikt zullen worden (benchmarking, enquête, enzovoorts), met een inschatting van de duur van het onderzoek.

Onderzoeken kunnen in opdracht van het college worden uitgevoerd door het ambtelijke apparaat (al of niet met inbreng van deskundigheid van derden) of door derden. Indien de ambtelijke organisatie de onderzoeken uitvoert zullen in de onderzoeksopzet waarborgen worden ingebouwd, waarmee de onafhankelijkheid van de analyse en/of adviezen ter verbeteringen worden gegarandeerd. Dat betekent dat het onderzoek wel mag worden uitgevoerd door functionarissen die in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject. De analyse en de aanbevelingen tot verbetering echter moeten zoveel mogelijk onafhankelijk tot stand komen en uitgevoerd worden door functionarissen die niet in hun dagelijks werk betrokken zijn bij het onderzoeksobject.

Artikel 4. Voortgang onderzoek

De bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken behoort inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent de bedrijfsvoering. Daarbij wordt een relatie gelegd met de inhoud van de programma’s van de begroting en jaarstukken.

Het ligt voor de hand om in de bedrijfsvoeringparagraaf eveneens te rapporteren over de stand van zaken bij de interne onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur.

Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking

Met de instelling van de onderzoeken beoogt de gemeente de transparantie van gemeentelijk handelen te vergroten en de publieke verantwoording daarover te versterken. De bevindingen van de onderzoeken worden dan ook neergelegd in rapporten voor de raad, zoals voorgeschreven in artikel 213a, tweede lid, van de Gemeentewet. De rapporten dienen volgens artikel 197 tweede lid van de Gemeentewet te worden gevoegd bij de jaarrekening en het jaarverslag. Dat betreft uiteraard de verslagen die lopende het verslagjaar zijn afgerond. Dat sluit echter geenszins uit dat de raad tussentijds rapporten kan ontvangen zodra ze zijn vastgesteld.

Systematische aandacht voor doelmatigheid en doeltreffendheid impliceert ook het doel om te streven naar verbetering, daarom is ook opgenomen dat evaluatie en aanbevelingen voor verbetering onderdeel zijn van de rapportage, en dat zo nodig door middel van een plan van verbetering het vervolgtraject moet worden ingezet. De bedrijfsvoering is een zaak van het college. Het is dan ook het college dat maatregelen neemt tot verbetering.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Volgens de Gemeentewet moet deze verordening per 7 maart 2003 zijn vastgesteld. Dit is bij raadsbesluit voor maximaal één jaar uitgesteld.

Artikel 7. Citeertitel

In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in gemeentelijke stukken naar deze verordening kan worden verwezen.