Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening voor de fiscale handhaving op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2011

Intitulé

Parkeerverordening gemeente Delft 2011

De raad van de gemeente Delft;

Gelezen het voorstel van het college van 26 oktober 2010;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit vast te stellende volgende:

Verordening voor de fiscale handhaving op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2011

(Parkeerverordening gemeente Delft 2011)

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt, in alfabetische volgorde, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, verstaan onder:

  • a.

    aannemersdagkaart: een kaart, op kenteken, bestemd voor het bedrijf, dat het motorvoertuig bezigt bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, voor zover dit motorvoertuig voor het uitvoeren van die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende locatie, op zowel belanghebbenden- als parkeerapparatuurplaatsen, moet worden geparkeerd;

  • b.

    abonnement: een bewijs van toestemming tot het parkeren van een motorvoertuig , op door het college van burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, op het door de raad aan te wijzen parkeerapparatuurplaatsen en/of belanghebbendenplaatsen, zonder dat parkeerapparatuur in werking wordt gesteld;

  • c.

    abonnementhouder: degenen aan wie een abonnement is verstrekt;

  • d.

    Algemene wet: de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

  • e.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • f.

    autodateplaats: een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate;

  • g.

    BABW: Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer;

  • h.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV; of

    • 2.

      is gelegen binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV, met het opschrift ”zone”, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd; of

    • 3.

      is gelegen binnen de in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage vermelde gebieden en welke als zodanig van gemeentewege zijn gemarkeerd en van bebording zijn voorzien;

  • i.

    bedrijfsparkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bedrijven en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • j.

    bewonerparkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning aan bewoners en op kenteken, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • k.

    dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • l.

    dagkaart parkeerterreinplaats: kaart waarmee houder blijk kan geven dat voor het motorvoertuig waarin, aan of bij de kaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst, voor de op de kaart genoemde dag parkeerbelasting is voldaan voor het parkeren van dat motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats;

  • m.

    dagkaart vergunninghouderplaats: een bewijs van toestemming tot het parkeren op door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen belanghebbendenplaatsen;

  • n.

    bezoekerskaart: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens welke bezoek van een bewoner gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied, dan wel bezoek van een bedrijf gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied met uitzondering van gebied B, mogelijkheid is verleend een motorvoertuig voor een beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats, gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de bezoekerskaart op de voorgeschreven wijze is geplaatst;

  • o.

    feestdag: de landelijk erkende feestdagen: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag, Koninginnedag, hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag, tweede kerstdag, alsmede bevrijdingsdag;

  • p.

    gehandicaptenparkeerkaart: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikelen 49 van het BABW, alsmede gehandicapten parkeerontheffingen (parkeerkaart) uitgegeven door of vanwege Kaderwetgebied “Haaglanden”;

  • q.

    gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats als bedoeld in artikel 26 RVV en aangeduid met bord E6 uit bijlage I van het RVV;

  • r.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;

  • s.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

  • t.

    kraskaart: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij aanvraag, krachtens welke een bedrijf van gevestigd in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage genoemd gebied, dan wel een persoon die zich vanwege beroep gevestigd heeft in dit gebied en dat beroep aldaar werkelijk uitoefent, mogelijkheid is verleend een door dit bedrijf of de persoon die zich vanwege beroep gevestigd heeft, aan te wijzen motorvoertuig, éénmalig en voor een beperkte periode, te parkeren of te doen parkeren op een belanghebbendenplaats, gelegen in de zone waar de verstrekker van het bewijs gevestigd is, mits de kraskaart op de juiste wijze is bewerkt;

  • u.

    maand: een tijdvak van op de kalender aangegeven niet rekenkundig één twaalfde deel van een jaar, aanvangende op de als eerste benoemde dag van die periode op die kalender om 0.00 uur;

  • v.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV;

  • w.

    Overallparkeerkaart: parkeerabonnement waarmee in heel Delft op alle vergunning- en parkeerapparatuurplaatsen geparkeerd mag worden;

  • x.

    parkeerapparatuur: parkeerautomaten, parkeermeters, en hetgeen gewoonlijk naar maatschappelijke opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • y.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats behorende bij parkeerapparatuur;

  • z.

    parkeergelegenheid op eigen terrein: Parkeerplaatsen op eigen terrein (POET) staan vermeld in het namens burgemeester en wethouders door het vakteamhoofd Mobiliteit vastgestelde overzicht van POET-plaatsen, dat ter inzage ligt bij de Publieksbalie van de gemeente Delft. Onder een parkeerplaats op eigen terrein (POET) wordt verstaan:

      • 1.

        een parkeerplaats op een terrein of in een garage, uitgegeven in erfpacht, verhuurd of in gebruik gegeven aan de aanvrager, dan wel in eigendom bij de aanvragen, of;

      • 2.

        een parkeerplaats – huur of koop – op het terrein of in de garage van een complex waarvan in de bouwvergunning, de omgevingsvergunning, de huur- of koopovereenkomst, splitsingsakte of de erfpachtvoorwaarden is vastgelegd dat deze bedoeld is als parkeergelegenheid voor (onder andere) het adres van de aanvrager, of;

      • 3.

        een voormalige parkeerplaats op eigen terrein die door of vanwege de aanvrager een andere bestemming dan die van parkeerplaats heeft gekregen, of;

      • 4.

        een parkeerafspraak vastgelegd in een parkeerovereenkomst, conform de nota Parkeren en Stallen, waarin geen gebruik gemaakt wordt van openbare parkeerplaatsen.

        Een parkeerplaats wordt als parkeerplaats op eigen terrein beschouw indien deze daarnaast voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • 6.

      Toegankelijkheid: de parkeerplaats dient te kunnen worden bereikt via een doorgang of toegang die minimaal 2.30 meter breed is;

    • 7.

      een parkeerplaats voor één voertuig op een terrein dient ten minste 2.30 meter breed en 5.00 meter lang te zijn;

    • 8.

      een parkeerplaats voor één voertuig in een garage dient ten minste 2.65 meter breed en 5.00 meter lang te zijn;

    • 9.

      een parkeerplaats voor meerdere voertuigen op een terrein of in een garage dient per parkeervak ten minste 2.25 meter breed en 5.00 meter lang te zijn;

    • 10.

      de voorwaarden gesteld in lid 5 tot en met 8 zijn niet van toepassing indien sprake is van een afgesloten parkeerovereenkomst, conform lid 4.

  • aa.

    parkeerterrein: een door het college als zodanig aangewezen terrein, bestemd voor het parkeren van motorvoertuigen;

  • bb.

    parkeervergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, waarvoor parkeerbelasting wordt geheven en moet worden voldaan bij de aanvraag van een parkeervergunning. Met een parkeervergunning is het bij gebruik op voorgeschreven wijze (dwz dat de vergunning zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het motorvoertuig geplaatst wordt) toegestaan een motorvoertuig te parkeren op de daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • cc.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in - of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop die doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • dd.

    runshopplaats: een parkeerapparatuurplaats, waar de duur tot het parkeren van een motorvoertuig is gemaximeerd tot een in de bijlage genoemd aantal minuten;

  • ee.

    RVV: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (Stb. 1990, 459; 1996/ 557);

  • ff.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de vergunning is verleend;

  • gg.

    week: een tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen, aanvangende te maandag 0.00 uur;

  • hh.

    Wegenverkeerswet: de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475; 1999, 30).

Artikel 2 Aanwijzing van parkeergelegenheden, tijden en tarieven

  • 1. Met betrekking tot parkeerterreinen en weggedeelten welke in of krachtens de bij deze verordening behorende bijlage zijn aangewezen voor parkeerdoeleinden, stelt de raad vast op welke dagen, gedurende welke uren en tegen welk parkeerbelastingtarief:

  • A. parkeren op een parkeerterrein en op een parkeerplaats aangemerkt als parkeerapparatuurplaats, daaronder inbegrepen runshopplaatsen, slechts tegen betaling van parkeerbelasting is toegestaan;

  • B. parkeren op een parkeerplaats aangemerkt als een belanghebbendenplaats slechts is toegestaan aan degene aan wie een parkeervergunning is verleend, dan wel op voorgeschreven wijze een kraskaart, bezoekerskaart, gehandicaptenkaart, overallparkeerkaart of aannemersdagkaart gebruikt dan wel zich tegen betaling van parkeerbelasting (als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2009) daartoe een dagkaart vergunninghouderplaats heeft aangeschaft. Parkeren op parkeerplaatsen aangewezen als autodateplaatsen is voorbehouden aan motorvoertuigen bestemd voor autodate.

  • 2. De raad kan voor parkeerapparatuurplaatsen een maximaal toegestane inworp vaststellen.

  • 3. Beslissingen als bedoeld in voorgaande leden worden door het college van burgemeester en wethouders ter openbare kennis gebracht.

  • 4. Indien het verkeersbelang of andere dringende omstandigheden zulks noodzakelijk maken is het college van burgemeester en wethouders bevoegd, tijdelijk van de in het eerste lid bedoelde beslissing afwijkende maatregelen te treffen.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat op of bij parkeerapparatuurplaatsen en op of bij belanghebbendenplaatsen wordt aangegeven waar en onder welke voorwaarden krachtens deze verordening kan worden geparkeerd.

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat parkeerapparatuur is voorzien van aanwijzingen omtrent het gebruik.

Artikel 3 Aanvragen parkeervergunningen

  • 1. De vergunningen genoemd in artikel 4 moeten worden aangevraagd d.m.v. een volledig ingevuld, door het college van burgemeester en wethouders digitaal of papieren aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag tot een vergunning wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat de leges als genoemd de vigerende legesverordening van de gemeente Delft is voldaan. Indien de aanvraag tot een vergunning via Internet wordt gedaan, worden de leges niet in rekening gebracht.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen zes weken nadat de aanvraag om een parkeervergunning bij hen is binnengekomen.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorig lid bedoelde termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 4 Vergunningen

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan op een daartoe strekkende aanvraag een parkeervergunning voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen in een van de gebieden als bedoeld in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage verlenen aan:

    A.de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die bij het GBA ingeschreven staat op een adres in dat specifieke gebied, met dien verstande dat per natuurlijk persoon niet meer dan één vergunning wordt verleend, te noemen bewonersparkeervergunning;

  • B. de eigenaar of houder van een motorvoertuig, die in het gebied als bedoeld in artikel 1 van de bij deze verordening behorende bijlage, een bedrijf gevestigd heeft dat daadwerkelijk wordt uitgeoefend, dan wel zich vanwege beroep gevestigd heeft en dit beroep aldaar werkelijk uitoefent, met dien verstande dat per bedrijf c.q. beroepsvestiging niet meer dan twee parkeervergunningen worden verleend, te noemen bedrijfsparkeervergunning;

  • C. degene, die bij het GBA ingeschreven staat op een adres in een gebied waar het bij besluit van de gemeenteraad is toegestaan aan degene die hem of haar bezoekt, onder gebruikmaking van de vergunning geldig in de straten binnen dat gebied, te parkeren op belanghebbendenplaatsen, te noemen bezoekerskaart;

  • 2. Bij een positief besluit op de aanvraag van een abonnement of een vergunning wordt het abonnement of de vergunning niet eerder verleend dan nadat het in artikelen 8 of 9 van de bijlage bij deze verordening genoemde parkeerbelasting door de gemeente is ontvangen.

  • 3. Een parkeervergunning voor belanghebbendenplaatsen wordt slechts verleend indien de aanvrager niet beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein, dan wel dat deze parkeergelegenheid reeds door een motorvoertuig van de aanvrager of iemand van zijn/haar huishouden in gebruik is.

  • 4. Bij het verlenen van een parkeervergunning voor belanghebbendenplaatsen wordt voor bedrijven gevestigd en gelegen in de gebieden C tot en met F een maximum gehanteerd van 3 per bedrijf c.q. beroepsvestiging, met dien verstande dat er maximaal twee bezoekers- dan wel bedrijfsvergunningen kunnen worden verstrekt.

  • 5. Het college van burgemeester en wethouders kan aan de vergunning beperkingen verbinden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen alsmede de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is;

  • 6. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een vergunning nadere voorschriften of beperkingen, anders dan bedoeld in het vorig lid, verbinden. Deze voorschriften mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van de beschikbare parkeerruimte.

  • 7. In afwijking van het voorgaande kan het college van burgemeester en wethouders besluiten, bij een functiewijziging van een pand of object, het aantal toe te kennen parkeerproducten te beperken tot het maximale aantal parkeerproducten dat voor de functiewijziging ten behoeve van het betreffende pand of object kon worden uitgegeven.

Artikel 5 Maximum en beslistermijnen

    • 1.

      Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten het totaal aantal te verstrekken parkeervergunningen te binden aan een maximum, dan wel geen parkeervergunning te verstrekken, indien dit noodzakelijk is in het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

    • 2.

      Bij toepassing van het eerste lid wordt de volgorde van verlening van de vergunningen op de navolgende wijze bepaald:

  • A. in eerste instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een motorvoertuig, bedoeld in het eerste lid, die sociaal-medisch afhankelijk zijn van het voertuig, waarbij volgorde van toekenning door het college van burgemeester en wethouders wordt bepaald op basis van zowel de mate van afhankelijkheid als de omvang van het daarmee gemoeide belang. De aanvrager die voor een vergunning in eerste instantie in aanmerking wil komen dient de reden van deze aanvraag zelf aannemelijk te maken. De aanvraag wordt in behandeling genomen nadat de aanvrager het college van burgemeester en wethouders toestemming heeft verleend de reden tot aanvraag te verifiëren;

  • B. in tweede instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij per woonadres en/of per bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van vergunning zich beperkt tot de eerste aanvraag vanuit dat woonadres c.q. bedrijf/ beroepsvestiging, in volgorde van ontvangst van de aanvraag;

    • C.

      in derde instantie kan een vergunning worden verleend aan eigenaars of houders van een motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij per woonadres en/of per bedrijf c.q. beroepsvestiging de verlening van vergunning zich beperkt tot de tweede aanvraag vanuit dat woonadres c.q. bedrijf/ beroepsvestiging, in volgorde van ontvangst van de aanvraag;

    • D.

      in vierde instantie kan een vergunning worden verleend aan alle overige eigenaars of houders van een motorvoertuig als bedoeld in het eerste lid, waarbij verlening plaatsvindt in volgorde van ontvangst van aanvraag.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen twaalf weken na het in het tweede lid bedoelde moment over de aanvraag voor een parkeervergunning.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan de in het vorig lid bedoelde termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 6 Vergunningbewijzen

  • 1. Een parkeervergunning wordt verleend voor een bepaalde termijn.

  • 2. De parkeervergunning vermeldt ten minste:

  • a. naam en adres van de vergunninghouder;

  • b. het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend, met uitzondering van de parkeervergunningen genoemd in artikel 13, lid 2 en 3 van de bijlage behorende bij deze verordening;

  • c. het tijdvak en het gebied waarvoor de vergunning is verleend;

  • d. de periode waarvoor de vergunning is verleend.

  • 3. De parkeervergunning gaat vergezeld van een bewijs van verlening welk op de voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het motorvoertuig bevestigd moet zijn.

  • 4. Het bewijs van verlening blijft eigendom van de gemeente Delft.

Artikel 7 Intrekken van de vergunning

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders trekt de parkeervergunning in:

  • A. indien de vergunninghouder hierom verzoekt;

  • B. indien de vergunninghouder het gebied, waarop de vergunning betrekking heeft, metterwoon verlaat of het daarin uitgeoefend bedrijf of beroep beëindigt;

  • C. ingeval van overlijden van de vergunninghouder, met dien verstande dat de vergunning kan worden overgeschreven op naam van een nabestaande, mits deze als belanghebbende in de zin van artikel 4 lid 1 onderdeel a kan worden aangemerkt en het bepaalde in artikel 4 lid 2 tot en met 5 zich daar niet tegen verzet;

  • D. indien de vergunninghouder ophoudt eigenaar of houder te zijn van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend;

  • E. indien de vergunninghouder anderszins niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de vergunning verleend is.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan de parkeervergunning intrekken:

  • A. indien voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • B. om redenen van openbaar belang;

  • C. indien de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden;

  • D. Indien redelijkerwijs duidelijk is dat deze vergunning zelf, dan wel een bewijs van verlening daarvan, is afgegeven op grond van door de aanvrager verschafte onjuiste gegevens en deze niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag van de vergunning dan wel een bewijs van verlening, bekend zou zijn geweest.

Artikel 8 Vervanging van de vergunning

  • 1. Indien de vergunninghouder het motorvoertuig waarop de vergunning betrekking heeft, vervangt door een ander motorvoertuig, wordt de vergunning op aanvraag door de gemeentelijke administratie overeenkomstig aangepast.

  • 2. Bij toepassing van het vorig lid is de vergunninghouder de leges als genoemd in de vigerende legesverordening verschuldigd.

Artikel 9 Kraskaarten

  • 1. Een kraskaart is alleen dan een vergunning als bedoeld in de zin van deze verordening indien de kaart op voorgeschreven wijze correct is bewerkt en op voorgeschreven wijze zichtbaar is geplaatst in, op of bij het motorvoertuig.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van kraskaarten.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan een bedrijf of een persoon die zich vanwege beroep gevestigd heeft, de mogelijkheid ontnemen kraskaarten in bezit te hebben, te gebruiken of aan een derde te verstrekken indien deze handelt in strijd met de aan de kraskaart verbonden voorwaarden.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een kraskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de kraskaart verbonden voorwaarden.

Artikel 10 Bezoekerskaarten

  • 1. Een bezoekerskaart is alleen dan een vergunning als bedoeld in de zin van deze verordening indien de kaart op voorgeschreven wijze correct wordt gebruikt en op voorgeschreven wijze zichtbaar is geplaatst in, op of bij het motorvoertuig.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen inzake het verstrekken en het gebruik van bezoekerskaarten.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan een bewoner de mogelijkheid ontnemen bezoekerskaarten in bezit te hebben, te gebruiken of aan een derde te verstrekken indien deze handelt in strijd met de aan de bezoekerskaart verbonden voorwaarden.

  • 4. Het college van burgemeester en wethouders kan een bestuurder van een motorvoertuig het gebruik van een bezoekerskaart ontzeggen indien de bestuurder handelt in strijd met de aan de bezoekerskaart verbonden voorwaarden.

Artikel 11 Houder gehandicaptenparkeerkaart of motorvoertuig voor autodate

  • 1. De houder van een gehandicaptenparkeerkaart is voor het parkeren van het motorvoertuig op een algemene gehandicaptenparkeerplaats, een parkeerterrein, alsmede een parkeerapparatuurplaats niet zijnde een runshopplaats, geen parkeerbelasting verschuldigd indien de gehandicaptenparkeerkaart op de voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het voertuig is bevestigd.

  • 2. De houder van een gehandicaptenparkeerkaart is toegestaan het motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenplaats (uitgezonderd autodateplaatsen) indien de gehandicaptenparkeerkaart op de voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan de rechterachterzijde van het motorvoertuig is bevestigd.

  • 3. De eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate is toegestaan het motorvoertuig te parkeren op een door het college als belanghebbendenplaats voor autodate aangewezen plaats, indien het motorvoertuig als motorvoertuig voor autodate herkenbaar is.

Verbodsbepalingen

Artikel 12

  • 1.

    Het is verboden, behoudens schriftelijke ontheffing van het college van burgemeester en wethouders, enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan:

  • a.

    op een parkeerapparatuurplaats;

  • b.

    op een belanghebbendenplaats.

Dit verbod geldt niet op de plaatsen en tijden dat op grond van de Marktverordening een markt wordt gehouden en/of op de plaatsen en tijden dat op grond van een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning een evenement plaatsvindt.

  • 2.

    Het is verboden parkeerapparatuur in werking te stellen of handelingen te verrichten met de bedoeling parkeerapparatuur in werking te stellen:

  • A.

    op een andere wijze, met andere middelen of met andere munten dan op de apparatuur staat aangegeven;

  • B.

    in strijd met enig op de parkeerautomaat gegeven aanwijzing omtrent het gebruik van de automaat;

  • C.

    op een andere wijze dan naar maatschappelijke opvatting als een juiste of logische wijze van inwerkingstelling kan worden opgevat.

  • 3.

    Het is verboden een vervoermiddel of ander enig voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan dat een normaal gebruik ervan wordt belemmerd of verhinderd.

Artikel 13

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing verlenen op het gestelde verbod in artikel 12 lid 1. Deze ontheffing kan worden verleend op schriftelijke aanvraag. Tegemoetkoming in gederfde inkomsten aan parkeerbelasting als gevolg van het verlenen van de ontheffing kan deel uitmaken van de voorwaarden waaronder de ontheffing wordt verleend.

  • 2. Een aanvraag tot een ontheffing als bedoeld in het vorige lid wordt niet eerder in behandeling genomen dan nadat de leges als genoemd in de tarieventabel behorend bij de bij de legesverordening gemeente Delft is voldaan.

Artikel 14

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen voor het parkeren van een voertuig op een belanghebbendenplaats op de dagen en uren dat op deze plaats slechts met een vergunning, een kraskaart of een bezoekerskaart kan worden geparkeerd, met dien verstande dat deze ontheffing alleen wordt verleend:

  • A. aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig die werkzaamheden uitvoert op terreinen, aan of in gebouwde onroerende zaken of aan de openbare weg, gelegen in de directe nabijheid van belanghebbendenplaatsen; en

  • B. geen parkeerapparatuurplaatsen in de directe omgeving aanwezig zijn; en

  • C. de eigenaar of houder van het motorvoertuig kan aantonen dat het voor de uitvoering van de werkzaamheden in een gereguleerd parkeergebied noodzakelijk is om de bedrijfsauto nabij de locatie waar de werkzaamheden worden uitgevoerd te hebben.

  • 2. Bij gebruikmaking van deze ontheffing moet het motorvoertuig voorzien zijn van een duidelijk zichtbaar door het college van burgemeester en wethouders verstrekte aannemersdagkaart.

  • 3. Ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde ontheffing is zijn de artikelen 3 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 13 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie, als bedoeld in artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 16 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de

    personen werkzaam in de functie van Controleur Openbare Ruimte van de Sector Toezicht Openbare Ruimte.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • b.

    Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de ‘Parkeerverordening gemeente Delft 2009’.

  • c.

    Vergunningen die zijn verleend krachtens de ‘Parkeerverordening gemeente Delft 2009’ worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010.

mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgemeester.

R.H. van Luyk, griffier.

Bekendgemaakt 26 december 2010.

Bijlage behorend bij de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 en de Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2011

I. Aanwijzingsbesluit

Artikel 1 Belanghebbendenplaatsen

1.Ingevolge artikel 2, lid 1 aanhef en sub b van de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 worden aangewezen als weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van vergunninghouders alsmede als weggedeelten waar mag worden geparkeerd tegen betaling van parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft 2011, naar het tarief zoals bepaald in artikel 7a van deze bijlage, alle, behoudens de in lid 2 genoemde, openbare parkeerplaatsen gelegen binnen een van de volgende gebieden:

1. Gebied B

het gebied, binnen (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Reineveldbrug):

  • a.

    Reineveldbrug midden;

  • b.

    Rijn-Schiekanaal tot en met Zuidkolk;

  • c.

    de middenas van de Westlandseweg tot de Prinses Irenetunnel;

  • d.

    de as van het spoor overgaand in het spoorviaduct tot en met Kampveldweg;

  • e.

    de wegas Kampveldweg;

  • f.

    de wegas Wateringsevest tot de Reineveldbrug midden.

Gebied C

het gebied omsloten door (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij het Bolwerk):

  • a.

    vanaf het Bolwerk het midden van de Westsingelgracht;

  • b.

    de wegas van de Westlandseweg tot en met de kruising van de Krakeelpolderweg;

  • c.

    de Krakeelpolderweg, inclusief Litouwen nummer 14 tot en met nummer 35;

  • d.

    het Westplantsoen;

  • e.

    de Ruys de Beerenbrouckstraat vanaf de kruising met het Westplantsoen tot de Kampveldweg;

  • f.

    de wegas van de Kampveldweg;

  • g.

    de westzijde van de Wateringsevest, tot het Kampveld;

  • h.

    de as van het spoorviaduct, vanaf het Kampveld tot aan het Bolwerk.

Gebied D1

het gebied, binnen (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Kampveldweg):

  • a.

    de wegas Wateringsevest tot westelijke grens bebouwing aan Kalverbos (inclusief de woonboten liggende daar);

  • b.

    middenas van de Watertorengracht tot midden Rijn-Schiekanaal;

  • c.

    midden van het Rijn-Schiekanaal tot de Reineveldbrug midden;

  • d.

    de wegas Wateringsevest.

Gebied D2

de straten:

  • a.

    J.C. van Markenplein;

  • b.

    Laan van Altena vanaf het begin tot en met nummer 32 (even) aan de noordzijde en nummer 63 (oneven) aan de zuidzijde;

  • c.

    Goeman Borgesiusstraat;

  • d.

    Heemskerkstraat;

  • e.

    Van Houtenstraat;

  • f.

    Donker Curtiusstraat.

  • g.

    Beyerinckstraat

  • h.

    Wallerstraat nummers 1, 3, 5 en 7

  • i.

    Zocherweg, tussen de Wallerstraat en het J.C. Van Markenplein

Gebied E:

de straten:

  • a.

    de Hugo van Rijkenlaan;

  • b.

    de Groenlandselaan;

  • c.

    het Groenlandsepad;

  • d.

    de Stalpaert van der Wieleweg;

  • e.

    de Alyd Buserstraat;

  • f.

    de Bieslandsekade tussen de Oostsingel en de Van Lodensteynstraat;

  • g.

    de Genestetstraat;

  • h.

    de Maria Duystlaan;

  • i.

    de Clara van Sparwoudestraat;

  • j.

    de Van Lodensteynstraat van de Maria Duystlaan tot en met het Jan Joostenplein;

  • k.

    de Pieter de Hooghstraat;

  • l.

    het Maria Strickhof;

  • m.

    de Van Renswoudestraat;

  • n.

    de Gerard van Loonstraat;

  • o.

    de Koepoortstraat;

  • p.

    de Jan Verkoljestraat;

  • q.

    de Leonard Bramerstraat;

  • r.

    de Maria van Oosterwijckstraat;

  • s.

    de Van Mierenveltlaan tussen de Maria Duystlaan en de Tweemolentjeskade;

  • t.

    de Willem van Aelststraat;

  • u.

    de Fabritiusstraat;

  • v.

    de Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van Miereveltlaan;

  • w.

    Aan het Verlaat tussen de Oostsingel en de Van Miereveltlaan;

  • x.

    de Oostsingel tot St. Eustatiusstraat;

  • y.

    de Vondelstraat;

  • z.

    de Rubberplantage;

  • aa.

    Het Vrije Land;

  • bb.

    de Vermeerstraat;

  • cc.

    Rembrandtstraat;

  • dd.

    Palamedesstraat;

  • ee.

    Van Bronckhorststraat;

  • ff.

    Geertruyt van Oostenstraat, tussen de Stalpaert van der Wieleweg en de Vondelstraat;

  • gg.

    Van der Madestraat, tussen de Oostsingel en de Vondelstraat;

  • hh.

    Dr. Schaepmanstraat van nummer 3 tot en met nummer 57.

Gebied F:

het gebied omsloten door (met de wijzers van de klok mee, beginnend bij de Hooikade):

  • a.

    oostzijde van de Hooikade;

  • b.

    oostzijde van het Zuideinde;

  • c.

    zuidzijde van de Abtswoudsweg inclusief de bebouwing;

  • d.

    de wegas van de Engelsestraat.

en:

het gebied omsloten door de Hertog Govertkade, , de Kanaalweg, de Julianalaan (noord), de Schoemakerstraat, het Zuidplantsoen, de Michiel de Ruyterweg en de Julianalaan (west), het Abtswoudsepad, het Proosdijpad en de Scheepmakerij. Inclusief van de randen: de Rotterdamseweg tot en met huisnummer 135 oneven en tot met huisnummer 170 even, de hele Kanaalweg en de Julianalaan vanaf het Poortlandplein tot en met 165 oneven en tot en met 156 even.

Gebied H:

De even zijde van de Reinier de Graafweg, gelegen tussen het Mozartpad en de Witmolen, inclusief de parkeerplaatsen aan de noordzijde van de woningen met huisnummers 2 tot en met 636.

Gebied Y: het terrein voor begraafplaats Jaffa, ter hoogte van Jaffalaan 20

Gebied Z:

de gebieden:

a) Martinus Nijhofflaan tussen Aart van der Leeuwlaan en Delflandplein, inbegrepen de parkeerterreinen noordelijk hiervan;

b) Minervaweg tussen Delflandplein en H. Tollensstraat;

  • a)

    Papsouwselaan tussen Delflandplein en kruising Papsouwselaan en Westlandseweg, doch uitgesloten de parkeerterreinen westelijk hiervan;

  • b)

    zuidzijde Troelstralaan tussen de kruising Aart van der Leeuwlaan en parkeerterrein ten noorden van Winkelcentrum ‘In de Hoven’, inbegrepen het parkeerterrein zuidelijk hiervan doch uitgesloten het parkeerterrein ten noorden van winkelcentrum ‘In de Hoven’ tussen Papsouwselaan en Troelstralaan.

Gebied Spoorzone:

het gebied omsloten door (delen van) de volgende straten, inclusief parkeerplaatsen aan weerszijden van deze straten - tenzij hieronder anders is aangegeven:

  • a.

    Wateringsevest, inclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • b.

    Phoenixstraat, inclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • c.

    Westvest, inclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • d.

    Westlandseweg, tussen Westvest en de as van de rechter spoorbaan;

  • e.

    As van de rechter spoorbaan, tussen Westlandseweg en het verlengde van de wegas van de Jupiterstraat;

  • f.

    Wegas van de Jupiterstraat, exclusief de parkeerplaatsen ten noorden daarvan;

  • g.

    Wegas van de Röntgenstraat, exclusief de parkeerplaatsen ten oosten daarvan;

  • h.

    Wegas van de Industriestraat, exclusief de parkeerplaatsen ten oosten en noorden daarvan;

  • i.

    Wegas van de Nijverheidsstraat, tussen Industriestraat en Ambachtsstraat, exclusief de parkeerplaatsen ten oosten en zuiden daarvan;

  • j.

    Wegas van de Ambachtsstraat, tussen Nijverheidsstraat en Fabrieksstraat, exclusief de parkeerplaatsen ten oosten en zuiden daarvan;

  • k.

    Wegas van de Fabrieksstraat, tussen Ambachtsstraat en Westlandseweg, exclusief de parkeerplaatsen ten oosten daarvan;

  • l.

    Westlandseweg, tussen de Fabrieksstraat en Van Bleyswijckstraat;

  • m.

    Wegas van de Van Bleyswijckstraat, tussen Westlandseweg en Laan van Vollering, exclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • n.

    Wegas van de Laan van Vollering, exclusief de parkeerplaatsen aan de zuidzijde daarvan;

  • o.

    Het (voormalige) Locomotiefpad, tussen de Laan van Vollering en de Parallelweg;

  • p.

    Het sportterrein op het perceel met het adres Van Bleyswijckstraat 72;

  • q.

    Wegas van de Parallelweg, exclusief de parkeerplaatsen aan de westzijde daarvan;

  • r.

    Wegas van de Coenderstraat, exclusief de parkeerplaatsen aan de westzijde daarvan en exclusief het terrein aan de oostzijde van de Coenderstraat en ten noorden van de Westerstraat;

  • s.

    Spoorsingel, inclusief de parkeerplaatsen aan de westzijde daarvan;

  • t.

    Ruys de Beerenbrouckstraat, tussen Spoorsingel en J.C. van Markenplein;

  • u.

    De wegas van het J.C. van Markenplein, exclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • v.

    De wegas van de J.C. van Markenweg, exclusief de parkeerplaatsen aan de oostzijde daarvan;

  • w.

    De as van de rechterspoorbaan, beginnend ter hoogte van de Frederik Matthesstraat en eindigend op de gemeentegrens met Rijswijk;

  • x.

    De zuidelijke walkant van de Kerstanje, tussen Spoorbaan en de Wateringsebrug;

  • y.

    De Wateringseweg, tussen Wateringsebrug en Kalverbos, inclusief de parkeerplaatsen ten oosten daarvan;

  • z.

    Kalverbos, exclusief de parkeerplaatsen direct grenzend aan de rijbaan;

  • aa.

    Wegas van de Nieuwe Plantage, tussen Kalverbos en Wateringsevest.

  • 2.

    Binnen de onder lid 1 genoemd gebieden zijn niet aangewezen als weggedeelten of parkeerplaatsen voor het parkeren van voertuigen voor vergunninghouders:

    • a.

      gebied Z én

    • b.

      alle niet openbare parkeerplaatsen; alle weggedeelten en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een bepaling in de parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze bijlage, bij of krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander besluit van het college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of krachtens enig andere aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere categorie parkeerders of aan andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor een andere categorie parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.

  • 3.

    Ingevolge artikel 2, lid 1 aanhef en sub b van de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 worden, gedurende het tijdvenster van 19.00 uur tot 09.00 uur ook aangewezen als weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van vergunninghouders alle openbare parkeerplaatsen, gemarkeerd in (een deel van) de stoep, gelegen in de:

  • a.

    De Vriesstraat;

  • b.

    Fransen van der Puttenstraat;

  • c.

    Van Heemstrastraat;

  • d.

    Van Lynden van Sandenburgstraat;

  • e.

    Van Hallstraat.

  • 4.

    Ingevolge artikel 2, lid 1 van de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 worden ook aangewezen als weggedeelten voor het parkeren van voertuigen van belanghebbenden de autodateplaatsen ter hoogte van:

  • -

    Bikolaan 21 (2 plaatsen)

  • -

    Edelhertlaan 91

  • -

    Feldmannweg, thv Korvezeestraat 20

  • -

    Frederik Hendrikstraat 78

  • -

    Frisoplein 9

  • -

    Herman Heyermanslaan 1

  • -

    Mackaystraat 45

  • -

    Montgomerylaan, ter hoogte van de Buitenhofdreef

  • -

    Papsouwselaan 444

  • -

    Paulus Buijsstraat 1, parkeerterrein, parkeerplaats thv de verkeerslichten

  • -

    Soendastraat 7

  • -

    Van Kinschotstraat, ter hoogte van het portiek van de Van Sasboutstraat 6

Artikel 2 Parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde runshopplaatsen en parkeerterreinen

Aangewezen als parkeerapparatuurplaatsen, niet zijnde runshopplaatsen en parkeerterreinen, zijn binnen de gebieden genoemd in artikel 1.1:

Gebied B:

  • a.

    de 9 parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van het Oosteinde, tussen de Oude Langendijk en de Broerhuisstraat, ter hoogte van huisnummer 195 tot en met 227;

  • b.

    de 8 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Brabantse Turfmarkt ter hoogte van de huisnummers 40 tot en met 62 en de 8 parkeerplaatsen aan de westzijde ter hoogte van de huisnummers 15 tot en met 45;

  • c.

    de 3 parkeerplaatsen gelegen aan het Achterom ter hoogte van de huisnummers 3 tot en met 15;

  • d.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Lange Geer tussen het Achterom en de Lange Geer nummer 12

  • e.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Westzijde van de Westvest tussen het Bolwerk en de brug naar het Stationsplein;

  • f.

    alle parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Nieuwe Plantage

  • g.

    de parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Nieuwe Plantage vanaf Klein Vrijenban tot de Vrijenbansekade;

  • h.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Phoenixstraat onder de oostzijde van het spoorviaduct;

  • i.

    de parkeerplaatsen aan de Voorstraat gelegen op het terrein voor de Max Havelaarschool;

  • k.

    de 5 parkeerplaatsen gelegen aan de Kolk zuidzijde;

  • l.

    de 6 parkeerplaatsen op de Voorstraat westzijde ter hoogte van de huisnummers 89 tot en met 107;

  • m.

    de parkeerplaatsen gelegen op de Oranje Plantage tussen de Hopstraat en de Oranjestraat;

  • n.

    de parkeerplaatsen gelegen op het Laantje achter Wilhelmina;

  • o.

    de 5 parkeerplaatsen op de Verwersdijk oostzijde ter hoogte van de huisnummers 160 tot en met 174;

  • p.

    de 4 parkeerplaatsen op de Oude Delft ter hoogte van de huisnummers 45 tot en met 51;

  • q.

    de 5 parkeerplaatsen op het Noordeinde oostzijde ter hoogte van de huisnummers 48 tot en met 54;

  • r.

    de parkeerplaatsen op de Nieuwelaan, vanaf de Sint Sebastiaansbrug tot en met huisnummer 176;

  • s.

    de parkeerplaatsen op de Vlamingstraat noordzijde vanaf het Vrouw Juttenland tot en met huisnummer 36;

  • t.

    Wateringsevest, van Kampveldweg tot Noordeinde.

Gebied C:

  • a.

    de 3 parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot zuidzijde, de 9 parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot noordzijde (ten zuiden van het water) vanaf de Krakeelbrug en de parkeerplaatsen gelegen op de Buitenwatersloot zuidzijde tussen de Bolkbrug en de Graswinckelstraat;

  • b.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Coenderstraat;

  • c.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Havenstraat ter hoogte van het Hugo de Grootplein, met uitzondering de parkeerplaats ter hoogte van huisnummer 24 en de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde van de Havenstraat;

  • d.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde op de Hof van Delftlaan tussen de huisnummers 54 tot en met 96, de parkeerplaatsen gelegen op de middenberm en de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde tussen de Van Hallstraat en de Van de Brugghenstraat;

  • e.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de noordzijde en de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Hugo de Grootstraat exclusief de parkeerplaatsen aan de Hugo de Grootstraat gelegen tussen de Spoorsingel en de Havenstraat;

  • f.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Jacoba van Beierenlaan, oostelijk gelegen van de Krakeelpolderweg;

  • g.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde en de parkeerplaatsen aan de oostzijde van de Krakeelpolderweg;

  • h.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de zuidzijde van de Laan van Vollering tussen de Van Bleiswijckstraat en het Lokomotiefpad;

  • i.

    de parkeerplaatsen op de Pootstraat tussen de Van Bleiswijckstraat en de Graswinckelstraat en 2 parkeerplaatsen aan de noordzijde van de Pootstraat vanaf de Graswinckelstraat tot huisnummer 42, oostelijk gelegen van de Krakeelpolderweg;

  • j.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Spoorsingel;

  • k.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van het Westplantsoen tussen de Colijnlaan en de Michiel ten Hovenstraat en de parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van het Westplantsoen tussen de Van der Helmstraat en de Michiel ten Hovenstraat;

  • l.

    de eerste 7 parkeerplaatsen aan de oostzijde van de Van Zuijlen van Nijeveltstraat vanaf de Van Bossestraat;

  • m.

    de parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de Van Bossestraat tussen de Van Zuijlen van Nijeveltstraat en de Loudonstraat

  • n.

    De parkeerplaatsen aan de Van Bleiswijckstraat tussen de Westlandseweg en de Jacoba van Beierenlaan.

Gebied D:

de parkeerplaatsen gelegen aan het Kalverbos.

Gebied E:

  • a.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Tweemolentjeskade tussen de Oostsingel en de Van Bronckhorststraat;

  • b.

    de parkeerplaatsen gelegen aan de Clara van Sparwoudestraat.

  • c.

    de parkeerplaatsen gelegen aan het Aan ’t Verlaat, tussen de Oostsingel en de Sint Jorisweg.

Gebied F:

  • a.

    de parkeerplaatsen op het Plein Delftzicht tussen de Hooikade en de Laan van Van der Gaag;

  • b.

    de parkeerplaatsen aan het Crommelinplein;

  • c.

    de parkeerplaatsen aan de Rotterdamseweg tussen de Hertog Govertkade en de Mijnbouwstraat;

  • d.

    de parkeerplaatsen op het het terrein gelegen nabij de Groene Haven;

  • e.

    de parkeerplaatsen aan de Scheepmakerij

  • f.

    de 18 parkeerplaatsen op de middenberm op de Julianalaan, ter hoogte van de huisnummers 135 t/m 145.

  • g.

    de parkeerplaatsen aan de Engelsestraat op het terrein voor het complex met huisnummers 63 t/m 141.

  • h.

    de zeven langsparkeerplaatsen aan de Van Speijkstraat, tussen huisnummer 2B en de Rotterdamseweg

Gebied Y:

Het hele gebied genoemd bij artikel 1.1 onder gebied Y.

Gebied Z:

Alle gebieden genoemd bij artikel 1.1 onder gebied Z.

Gebied Spoorzone:

Het hele gebied genoemd bij artikel 1.1. onder gebied Spoorzone.

Artikel 3 Parkeerterreinen

Ingevolge artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 worden aangewezen als parkeerterreinen:

Gebied B:

  • a.

    Bacinol-terrein;

  • b.

    Nijverheidsplein;

  • c.

    Paardenmarkt, met uitzondering van de 7 vakken ter hoogte huisnummers 13 t/m 18;

  • d.

    Gasthuisplaats.

Gebied C:

  • a.

    Bacinol-terrein;

  • b.

    Nijverheidsplein.

Gebied F:

a.Nijverheidsplein.

Gebied Spoorzone:

  • a.

    Bacinol-terrein;

  • b.

    Nijverheidsplein.

Artikel 4 Als runshopplaatsen aangemerkte parkeerapparatuurplaatsen

Ingevolge artikel 2 lid 1 aanhef en sub a van de Parkeerverordening gemeente Delft 2011 worden van de onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten voor parkeren aangemerkt als runshopplaatsen in gebied B:

  • a.

    de 5 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van de huisnummers 64 tot en met 76;

  • b.

    5 parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Koornmarkt, ter hoogte van huisnummer 81 tot en met 95;

  • c.

    de eerste 4 parkeerplaatsen gelegen aan de westzijde van de Voorstraat te rekenen vanaf de Poelbrug;

  • d.

    de eerste 4 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van de Voorstraat, te rekenen vanaf de Poelbrug;

  • e.

    6 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde Verwersdijk, ter hoogte van de huisnummers 18a tot en met 32a;

  • f.

    de 8 parkeerplaatsen gelegen aan de oostzijde van het Vrouw Juttenland, ter hoogte van de huisnummers 8 tot en met 36;

  • g.

    de 2 parkeerplaatsen aan de zuidzijde van het Rietveld, ter hoogte van de huisnummers 1 tot en met 7;

  • h.

    de 2 parkeerplaatsen aan de noordzijde van het Rietveld, ter hoogte van de huisnummers 2 tot en met 6a.

Artikel 5 Parkeerplaatsen en -terreinen met een gecombineerde functie

1.Als weggedeelte voor parkeren van voertuigen van vergunninghouders evenals voor parkeren van voertuigen waarvoor bij parkeerapparatuur parkeergeld is betaald evenals voor parkeren van voertuigen waarvoor door betaling van parkeergeld een dagkaart is aangeschaft is aangewezen de parkeerterreinen en -plaatsen:

Gebied B:

  • a.

    De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied B van f tot en met w;

  • b.

    De parkeerterreinen genoemd in artikel 3 onder gebied B.

Gebied C:

  • a.

    De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied C;

  • b.

    Het parkeerterrein genoemd in artikel 3 onder gebied C.

Gebied D:

De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied D.

Gebied E:

De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied E.

Gebied F:

De parkeerplaatsen genoemd in artikel 2 onder gebied F.

Gebied Spoorzone:

De parkeerplaatsen genoemd in artikel 1 onder gebied Spoorzone.

2.Binnen de onder lid 1 genoemd gebieden zijn niet aangewezen als parkeerplaatsen en -terreinen met een gecombineerde functie:

alle niet openbare parkeerplaatsen; alle weggedeelten en/of alle parkeerplaatsen welke bij of krachtens een bepaling in de parkeerverordening, bij of krachtens een bepaling in deze bijlage, bij of krachtens een verkeersbesluit, bij of krachtens enig ander besluit van het college van burgemeester en wethouders, dan wel bij of krachtens enig andere aanwijzing van een bevoegd gezag, aan een andere categorie parkeerders of aan andere weggebruikers is toegewezen; dan wel voor een andere categorie parkeerders of andere weggebruikers is bestemd.

Artikel 6 Bijzondere parkeerplaatsen

Ingevolge artikel 2 lid 1 van de Parkeerverordening Gemeente Delft 2011, worden - van de onder artikel 1 van deze bijlage aangewezen weggedeelten – aangewezen als autodateplaats, de parkeerplaatsen ter hoogte van:

  • -

    Bikolaan 21 (2 plaatsen)

  • -

    Edelhertlaan 91

  • -

    Feldmannweg, t.h.v. Korvezeestraat 20

  • -

    Frederik Hendrikstraat 78

  • -

    Frisoplein 9

  • -

    Harmenkokslaan 1

  • -

    Herman Heyermanslaan 1

  • -

    Jacoba van Beierenlaan t.h.v. Tingieterpad

  • -

    Kruisstraat, hoek Yperstraat (2 stuks)

  • -

    Mackaystraat 45

  • -

    Montgomerylaan, ter hoogte van de Buitenhofdreef

  • -

    Oostsingel 57c

  • -

    Paardenmarkt 1d en Paardenmarkt 18

  • -

    Papsouwselaan 444

  • -

    Paulus Buijsstraat 1, parkeerterrein, parkeerplaats t.h.v. de verkeerslichten

  • -

    Schutterstraat 1

  • -

    Soendastraat 7

  • -

    Spoorsingel 9

  • -

    Van der Brugghenstraat 9

  • -

    Van Kinschotstraat, ter hoogte van het portiek van de Van Sasboutstraat 6

  • -

    Zusterlaan 110

II. Tarieven

Artikel 7 Parkeerbelasting voor het parkeren bij parkeerapparatuur

  • 1.

    Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze bijlage, op een parkeerplaats bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2 van deze bijlage, niet liggende op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage en niet zijnde runshopplaatsen als bedoeld in artikel 4 van deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting:

  • -

    Gebied B, met uitzondering van de Nieuwe Plantage, Laantje van Wilhelmina en de Nieuwelaan: € 2,50 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20.

  • -

    Gebied C (met uitzondering van de Spoorsingel) tot en met F en van gebied B alleen de Nieuwe plantage, het Laantje van Wilhelmina en de Nieuwelaan: € 2,20 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20, uitgezonderd de parkeerapparatuur op de Groene Haven waar een maximale inworp van € 6,00 geldt;

  • -

    Gebied Y: € 0,20 voor de eerste 60 minuten en € 1,20 per iedere volgende 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20 en een maximale inworp van € 3,60.

  • -

    Gebied Z : € 0,20 voor de eerste 60 minuten en € 1,20 per iedere volgende 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20.

  • -

    Gebied Spoorzone: € 2,50 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20.

  • 2.

    Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze bijlage, op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting € 2,00 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20 en een maximale inworp van € 12,00 per dag. Uitgezonderd de terreinen in het gebied Spoorzone, waar op zaterdag een maximale inworp van € 3,00 per dag geldt.

  • 3.

    Voor het parkeren op tijden genoemd in artikel 14 van deze bijlage, op een runshopplaats als bedoeld in artikel 4 van deze bijlage, bedraagt de te heffen parkeerbelasting € 2,50 per 60 minuten, met een minimale inworp van € 0,20 en een maximale inworp van € 2,50.

Artikel 7a

Dagkaart vergunninghouderplaats

Voor het parkeren ten tijde van de in artikel 14 van deze bijlage genoemde tijdstippen op weggedeelten als genoemd in artikel 1, uitgesloten de autodateplaatsen zoals genoemd in artikel 6 van deze bijlage, met een dagkaart vergunninghoudersplaats wordt een belasting geheven van: € 20,00 per dag of gedeelte daarvan.

Artikel 8 Abonnementen

1.Parkeerterreinen

Voor het parkeren op een parkeerterrein als bedoeld in artikel 3 van deze bijlage, kan een abonnement worden aangeschaft. De kosten daarvan zijn als volgt:

€12,00 Per dag te verkrijgen door inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat

€140,00 Per maand, met een tevoren aangeschaft maandabonnement

€1400,00 Per jaar, met een tevoren aangeschaft jaarabonnement

€740,00 Per jaar, alleen van maandag 9:00 uur tot en met vrijdag 18:00 uur, met een tevoren aangeschaft abonnement.

2.Gebied Z

Voor parkeren in gebied Z is er de mogelijkheid een parkeerabonnement aan te schaffen. De tarieven voor dit abonnement zijn als volgt:

€ 6,00 Per dag, te verkrijgen door inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat

€ 60,00 Per maand, met een tevoren aangeschaft maandabonnement

€ 600,00 Per jaar, met een tevoren aangeschaft jaarabonnement

3.Gebied Spoorzone

Voor parkeren op aangegeven parkeerterreinen in gebied Spoorzone is er de mogelijkheid een parkeerabonnement aan te schaffen. De tarieven voor abonnementen zijn als volgt:

€ 6,00 Per dag, te verkrijgen door inworp van dit bedrag bij de parkeerautomaat;

€ 24,00 Per maand tot maximaal een jaar, met een tevoren aangeschaft abonnement;

€ 96,00 Per jaar, alleen van maandag tot en met vrijdag van 16:00 tot 19:00 uur, met een tevoren aangeschaft abonnement.

  • 4.

    Speciale abonnementen

    Voor bepaalde doelgroepen is er de mogelijkheid een speciaal abonnement of een speciale vergunning aan te schaffen. Met een speciaal abonnement mag alleen geparkeerd worden op parkeerapparatuurplaatsen zoals aangewezen in artikel 2 en artikel 3 van deze bijlage. Met een speciale vergunning mag alleen geparkeerd worden op vergunninghouderplaatsen zoals aangewezen in artikel 1 van deze bijlage. Met deze abonnementen en vergunningen is het niet toegestaan te parkeren op autodateplaatsen.

  • -

    Het bedrijvenjaarabonnement: bedrijven gevestigd in gebied C tot en met F (zoals omschreven in artikel 1.1 van deze bijlage) kunnen een abonnement aanvragen om te parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.

  • -

    De aannemersdagkaart: in het geval een aannemer van werk in een gebied omschreven in artikel 1.1 van deze bijlage, de werkzaamheden alleen kan uitvoeren als de auto dicht bij het werk staat. De aannemersdagkaart geldt in tegenstelling tot bovengenoemde ook op vergunninghouderplekken (art 1.1).

  • -

    Marktkooplieden kunnen een maandabonnement kopen wat hen het recht geeft om op speciale tijden (donderdag en/ of zaterdag) op daarvoor speciaal aangewezen parkeerplaatsen te parkeren. De prijs van het marktabonnement is opgenomen in de tabel horend bij dit artikel.

  • -

    Schooljaarabonnement: met een schooljaarabonnement kan geparkeerd worden bij parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2 van deze bijlage, in het reguleringsgebied waar de betreffende school ligt. Het schooljaarabonnement is geldig van maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot 18:00 uur.

In onderstaande tabel staan de tarieven behorend bij bovengenoemde abonnementen.

Bedrijvenabonnement

€ 352,00 per jaar

Aannemersdagkaart

€ 11,00 per dag

Marktkooplieden

€ 21,00 per maand

GGD abonnement

€ 56,00 per jaar

Schooljaarabonnement gebied B

€ 583,00 per jaar

Schooljaarabonnement overige gebieden

€ 352,00 per jaar

Artikel 9 Parkeerbelasting vergunninghouders

1.Voor het parkeren, in gebied B genoemd in artikel 1 lid 1 van deze bijlage voor de periode 1 januari tot en met 31 december binnen de tijdsvensters van het betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze bijlage, doch niet op een feestdag, op weggedeelten door vergunninghouders als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de parkeerverordening gemeente Delft 2011 bedraagt de te heffen parkeerbelasting:

Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het eerste kenteken per woonadres:

€ 132,00 per jaar;

€ 11,00 per maand, of gedeelte daarvan.

Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het tweede kenteken per woonadres:

€ 264,00 per jaar;

€ 22,00 per maand, of gedeelte daarvan.

Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het eerste kenteken:

€ 211,20 per jaar;

€ 17,60 per maand, of gedeelte daarvan.

Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het tweede kenteken:

€ 422,40 per jaar;

€ 35,20 per maand, of gedeelte daarvan.

Vergunning op kenteken van maandag tot en met vrijdag voor bedrijven, voor het eerste kenteken:

€ 176,40 per jaar;

€ 14,70 per maand, of gedeelte daarvan.

Vergunning op kenteken van maandag tot en met vrijdag voor bedrijven, voor het tweede kenteken:

€ 352,80 per jaar;

€ 29,40 per maand, of gedeelte daarvan.

  • 2.Voor het parkeren, in gebied C tot en met H genoemd in artikel 1 lid 1 van deze bijlage voor de periode 1 oktober tot en met 30 september in gebied C, de periode 1 maart tot en met 28 februari of in een schrikkeljaar 29 februari in gebied D1 en D2, de periode 1 mei tot en met 30 april in gebied E en de periode 1 juli tot en met 30 juni in gebied F, de periode 1 maart tot en met 28 februari of in een schrikkeljaar 29 februari in gebied H, binnen de tijdsvensters van het betreffende gebied genoemd in artikel 14 van deze bijlage, doch niet op een feestdag, op weggedeelten door vergunninghouders als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de parkeerverordening gemeente Delft 2011 bedraagt de te heffen parkeerbelasting:

  • a.

    Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het eerste kenteken per woonadres: € 60,60 per jaar; € 5,05 per maand, of gedeelte daarvan.

  • b.

    Vergunning op kenteken voor bewoners, voor het tweede kenteken per woonadres: € 121,20 per jaar; € 10,10 per maand, of gedeelte daarvan.

  • c.

    Voor gebied D, E en F, H vergunning op kenteken voor bewoners, voor het derde en daarop volgende kenteken per woonadres: € 121,20 per jaar; € 10,10 per maand, of gedeelte daarvan.

  • d.

    Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het eerste kenteken: € 97,20 per jaar; € 8,10 per maand, of gedeelte daarvan.

  • e.

    Vergunning op kenteken voor bedrijven, voor het tweede kenteken: € 194,40 per jaar; € 16,20 per maand, of gedeelte daarvan.

  • 5.

    Indien een eerste vergunning wordt opgezegd, wordt de tweede vergunning daarmee automatisch eerste vergunning (op een adres of voor een bedrijf) en wordt op verzoek restitutie verleend voor het tarief van de tweede vergunning.

    Artikel 10 Bezoekerskaart

    • 1.

      Het college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking als bedoeld in artikel 10 van de parkeerverordening aan bewoners in de gebieden B, C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande dat

      • a.

        per woonadres niet meer dan 1 bezoekerskaart wordt verstrekt

      • b.

        een belasting wordt geheven van:

    • -

      Gebied B: € 51,60 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel 9 lid 1 of korter;

    • -

      Gebied C tot en met H: € 25,90 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel 9 lid 2 of korter.

    • 2.

      Het college van burgemeester en wethouders stelt bezoekerskaarten ter beschikking als bedoeld in artikel 1 van de parkeerverordening aan bedrijven in de gebieden C, D, E, F en H genoemd in artikel 1 van deze bijlage, met dien verstande dat:

    • a.

      per bedrijf niet meer dan 2 bezoekerskaarten worden aangeschaft, indien maximaal 1 bedrijfsvergunning is uitgegeven en per bedrijf niet meer dan 1 bezoekerskaart wordt aangeschaft, indien maximaal 2 bedrijfsvergunningen zijn uitgegeven;

    • b.

      voor gebruik in gebieden C, D, E, F, H als genoemd in artikel 1 van deze bijlage voor bezoekerskaarten ten behoeve van bedrijven een belasting wordt geheven van:

      € 48,30 per bezoekerskaart voor de periode genoemd in artikel 9 lid 2 of korter.

    • 3.

      Voor gebruik van de bezoekerskaart geldt:

    • a.

      voor bewoners dat deze alleen geldig is in het gebied waarin het adres ligt waarop de aanvrager volgens het GBA is ingeschreven;

    • b.

      voor de bezoekerskaart voor bedrijven dat deze alleen geldig is in het gebied waar het bedrijf gevestigd is;

    • c.

      dat het voertuig in de gebieden B, F en H maximaal drie en in C, D en E maximaal vier achtereenvolgende uren binnen de bloktijd mag worden geparkeerd met de bezoekerskaart.

    Artikel 11 Definitie huishouden

      • 1.

        Wanneer aangetoond kan worden dat meerdere huishoudens op 1 woonadres gevestigd zijn, wordt voor elk huishouden voor de eerste vergunning op kenteken het lage tarief gerekend en wordt elk huishouden behandeld als woonde het op een apart adres.

      • 2.

        Een huishouden zoals bedoeld in dit artikel wordt als volgt gedefinieerd:

        Eén of meerdere personen die samen op één adres wonen en er samenleven, in de zin van samen in hun dagelijkse levensbehoefte voorzien, vormen een huishouden.”

    • 3.

      Indien meerdere huishoudens op één adres wonen dient aangetoond te worden dat er tussen deze huishoudens onderling geen familie- en/ of samenlevingsverband is. Dit kan door:

    • -

      als hoofdbewoner (huishouden) aan te tonen dat huurcontracten zijn gesloten met andere bewoners (huishoudens) op hetzelfde adres;

    • -

      als huurder, een huurcontract met de hoofdbewoner te overleggen;

    • -

      aan te tonen dat er geen samenlevingscontract, huwelijksverband of familieverband bestaat tussen de huishoudens onderling.

    • 4.

      Het college van B&W is bevoegd nadere regels te stellen omtrent de definitie van een huishouden.

    Artikel 12 Maximaal uit te geven aantal tweede vergunningen

    • 1.

      Het aantal uit te geven tweede vergunningen op kenteken per woonadres in gebied C wordt aan een maximum gebonden. De eerste vergunning wordt ten alle tijden verstrekt, onverminderd het feit dat het aantal actieve eerste vergunningen het aantal van 3000 te boven gaat. Jaarlijks op 1 mei wordt vastgesteld hoeveel tweede vergunningen op kenteken voor bewoners er dat jaar vanaf 1 oktober worden uitgegeven. Dit aantal wordt als volgt berekend:

      Tt10jn = 3000 – Et5jn

    • a.

      Tt10jn = Maximaal aantal uit te geven tweede vergunningen op kenteken voor bewoners per 1 oktober van jaar n

    • b.

      Et5jn = Aantal uitgegeven eerste vergunningen op 1 mei van jaar n

    • 2.

      Als er op een moment in een bepaald jaar het aantal van 3000 uitgegeven vergunningen overschreden is worden er vanaf dat moment geen “tweede vergunningen” op een woonadres meer verstrekt.

    • 3.

      Indien het aantal aanvragen voor een tweede vergunning op kenteken meer is dan het aantal uit te geven volgens de berekening als bedoeld in lid1, wordt er een wachtlijst ingesteld.

    • a.

      De volgorde van de wachtlijst wordt bepaald door de volgorde van binnenkomst van de aanvragen;

    • b.

      Zodra er een tweede vergunning wordt opgezegd komt de bovenste van de wachtlijst in aanmerking voor een tweede vergunning op kenteken.

Artikel 13 Speciale vergunningen

  • 1.

    Huurautovergunning: bewoners in gebied B tot en met H die aantoonbaar (minimaal 3 facturen van het afgelopen half jaar) regelmatig een auto huren kunnen een vergunning voor huurauto’s aanvragen. Er wordt maximaal 1 vergunning voor een huurauto per adres uitgegeven en alleen als op dat adres maximaal 1 vergunning op kenteken en een bezoekerskaart is uitgegeven. Voor de vergunning voor huurauto’s wordt een belasting geheven van:

    per jaar gebied B: € 264,00, per maand of gedeelte daarvan: € 22,00;

    per jaar gebied C tot en met H: € 121,20, per maand of gedeelte daarvan: € 10,10.

  • 2.

    Hulpverlenervergunning: artsen, verloskundigen en medewerkers van de alarmopvolging van Maatzorg kunnen een vergunning aanvragen en met deze vergunning parkeren op vergunninghouderplaatsen zoals genoemd in artikel 1 van deze bijlage, maar niet op parkeerapparatuurplaatsen zoals genoemd in artikel 2 van deze bijlage en niet op autodateplaatsen zoals genoemd in artikel 6 van deze bijlage. Deze vergunning wordt onder de volgende voorwaarden verleend:

  • a.

    dat de arts, de verloskundige of de medewerker van de alarmopvolging van Careyn ingeschreven staat in het beroepsregister BIG voor artsen respectievelijk verloskundigen;

  • b.

    dat de praktijk van de arts, verloskundige of medewerker van “de alarmopvolging” van Careyn gevestigd is in Delft;

  • c.

    dat artsen en verloskundigen de vergunning altijd gebruiken in combinatie met een esculaap;

  • d.

    dat de arts, de verloskundige of medewerker van “de alarmopvolging” van Careyn de vergunning uitsluitend gebruikt wanneer hij/zij bezig is met zijn/haar beroepsuitvoering.

    Voor deze vergunning wordt een belasting geheven van:

    € 244,80 per kalenderjaar of € 20,40 per kalendermaand.

  • 3.

    Overallparkeerkaart: Voor het parkeren van maandag tot en met zondag, bij wege van een overallparkeerkaart op kenteken op alle vergunning- en parkeerapparatuurplaatsen, wordt een belasting geheven van:

    € 145,15 per maand of gedeelte daarvan.

  • 4.

    Kraskaart: Het college van burgemeester en wethouders stelt kraskaarten als bedoeld in artikel 9 van de parkeerverordening ter beschikking aan bedrijven, die vanwege beroep gevestigd zijn in gebied B genoemd in artikel 1 van deze bijlage en aan huisartsen en verloskundigen, met dien verstande dat:

    • a.

      per bedrijf dat zich vanwege beroep gevestigd heeft of per huisarts of verloskundige niet meer dan 50 kraskaarten per kalenderjaar worden verstrekt;

    • b.

      Voor de aanvraag en het gebruik van de kraskaart door artsen en verloskundigen gelden dezelfde voorwaarden als voor de hulpverlenervergunning;

    • c.

      een belasting wordt geheven van: € 5,50 per kraskaart;

    • d.

      per kraskaart één voertuig geparkeerd kan worden op een parkeerplaats gelegen in gebied B zoals beschreven in artikel 1 van deze bijlage, niet zijnde een parkeerplaats als bedoeld in artikel 2 van deze bijlage, van maandag tot zaterdag voor een dagdeel van 10:00 tot 14.00 uur of 13.00 tot 18.00 uur of 17.00 uur tot 22.00 uur of een deel van dit dagdeel en op zondag van 14.00 tot 18.00 uur of 17.00 tot 22.00 uur;

    • e.

      eenmaal aangeschafte kraskaarten niet meer geretourneerd kunnen worden. Kraskaarten zijn geldig tot en met 31 december van het jaar waarin ze zijn aangeschaft.

Artikel 14 Tijdsperiode parkeren bij parkeerapparatuur en op parkeerplaatsen voor vergunninghouders

  • 1.Per gebied, als bedoeld in artikel 1 lid 1 en artikel 3 en 4 van deze bijlage gelden de volgende tijdvensters (bloktijden), waarbinnen parkeerbelasting wordt geheven:

  • -

    Gebied B: van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14:00 tot 20:00;

  • -

    Gebied C:

    • 1.

      de Spoorsingel van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur;

    • 2.

      de Houttuinen, het Stationsplein, Laantje van Mater en de van Leeuwenhoeksingel: van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14.00 tot 20.00;

    • 3.

      overig gebied C: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;

  • -

    Gebied D1: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;

  • -

    Gebied D2: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;

  • -

    Gebied E2: van maandag tot en met vrijdag van 16.00 tot 22.00 uur, zaterdag van 12:00 uur tot 22:00 uur;

  • -

    Gebied F: van maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot en met 11:00 uur en van 16.00 uur tot 20.00 uur, op zaterdag van 12.00 tot 18.00 uur;

  • -

    Gebied H van maandag tot en met vrijdag van 9:00 uur tot en met 19.00 uur, op zaterdag van 15.00 tot 19.00 uur;

  • -

    Gebied Y van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur;

  • -

    Gebied Z: van maandag tot en met donderdag van 9:00 uur tot 17:00 uur en vrijdag en zaterdag van 9:00 tot 22:00 uur;

  • -

    Gebied Spoorzone (met uitzondering van de parkeerterreinen): van maandag tot en met zaterdag van 10:00 uur tot 22:00 uur en op zondag van 14:00 tot 20:00;

  • -

    Gebied Spoorzone parkeerterreinen: maandag tot en met vrijdag van 16:00 uur tot 22:00 uur en zaterdag van 12:00 tot 22:00 uur.

    2. Op feestdagen worden geen parkeerbelastingen geheven.

Artikel 15 Tijdelijke ontheffing

Voor een tijdelijke ontheffing als bedoeld in artikel 12 van de Parkeerverordening, is bedoelde houder of eigenaar van het motorvoertuig waartoe de ontheffing wordt aangevraagd, een belasting verschuldigd van:

  • -

    € 12,00 per dag of gedeelte daarvan op een parkeerapparatuurplaats;

  • -

    € 20,00 per dag of gedeelte daarvan op een belanghebbendenplaats.

Artikel 16 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening parkeerbelastingen gemeente Delft 2011, bedragen

€ 52,00.

Artikel 17 Slotbepaling

Deze bijlage behoort bij en maakt deel uit van het gelijktijdig genomen raadsbesluit tot vaststelling van de Verordening Parkeerbelastingen gemeente Delft 2011, alsmede de Parkeerverordening gemeente Delft 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010.

mr. drs. G.A.A. Verkerk, burgemeester.

R.H. van Luyk, griffier.

Bekendgemaakt 26 december 2010.